31 209 Schoon en zuinig

30 872 Landelijk afvalbeheerplan

Nr. 146 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 januari 2011

Ter voorbereiding van het AO over duurzaamheid, informeer ik u over een aantal toezeggingen en meld ik u enkele nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot de geagendeerde stukken.

In de komende maanden zal ik – samen met collega-bewindslieden, maatschappelijke partijen en in overleg met uw kamer – een uitgewerkte agenda voor duurzaamheid opstellen. Deze zal ik u voor Prinsjesdag toesturen.

Toezeggingen

De motie Haverkamp-Leegte

Tijdens de I&M begrotingsbehandeling is de motie Haverkamp-Leegte aangenomen (Kamerstuk 32 500 XII, nr. 26). De Tweede Kamer verzoekt daarin om «het duurzame potentieel in de samenleving aan te boren en daartoe een actief beroep te doen op wetenschappers, burgers, organisaties en bedrijven voor suggesties» en daarbij ook gebruik te maken van moderne media, zoals een internetconsultatie.

Ik zal deze motie de komende maanden uitvoeren en u voor Prinsjesdag informeren over de resultaten.

De motie Halsema

Tijdens het debat over de Regeringsverklaring de Algemene Politieke Beschouwingen is de motie Halsema aangenomen (kamerstuk 32 417, nr. 39), waarin gevraagd wordt om een beoordeling van de kabinetsplannen op het gebied van milieu, klimaat en natuur door PBL en ECN. Ik zal u hierover voor Prinsjesdag informeren.

Toezegging materiaalketen (LAP2)

In het tweede Landelijk Afvalbeheerplan (LAP2) werd geconstateerd dat voor het bereiken van verdere milieuwinst de gehele keten van een product of materiaal in beschouwing moet worden genomen («materiaalketenbeleid») en mijn ambtsvoorganger minister Cramer heeft toegezegd die route te verkennen. Daarmee is een start gemaakt door binnen de prioritaire (afval)stromen papier, textiel, pvc, aluminium, bouw- en sloopafval, grof huishoudelijk afval en voedselresten, een 15-tal ketenprojecten te starten. Bijgaand vindt u de brochure waarin de eerste resultaten en leerpunten zijn beschreven.1

De eerste projecten worden medio 2011 afgerond. De komende tijd wordt besteed aan opschaling en nader bepalen van de rol van de overheid daarbij.

Een vergelijkbare beleidsontwikkeling vindt in de EU plaats onder de noemer sustainable materials management en wordt ingevuld in het «Flagship initiative for a Resource efficient Europe», waar Nederland actief aan bijdraagt.

Grondstoffenrotonde en Cradle to cradle-economie

Tijdens de begrotingsbehandeling van het ministerie van I&M heeft het lid van Veldhoven het idee van een grondstoffenrotonde ingebracht (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2010–2011, nr. 28, blz. 89). Naar aanleiding daarvan is met een aantal afvalverwerkers, recyclingbedrijven en kennisinstellingen overleg gestart. Er liggen met name mogelijkheden in het verbeteren van de relatie tussen afvalverwerking/recycling en het ontwerpen van producten, zowel in de zin van «design for recycling» als in het toepassen van secundaire materialen. Ook zijn er mogelijkheden om de hoogstaande Nederlandse kennis op het gebied van scheidingstechnologie verder te ontwikkelen en te vermarkten.

U wordt voor het zomerreces nader geïnformeerd.

Cradle to cradle

Tijdens het AO over de Milieuraad van 16 december jl. (Kamerstuk 21 501-08, nr. 348) zijn door het lid Van Tongeren vragen gesteld over de Cradle to cradle economie. Dit kan worden gezien als het nastreven van een circulaire- of kringloopeconomie die op duurzame wijze met de natuurlijke hulpbronnen omgaat. Dit heeft een directe relatie met de bovenstaande voornemens en met de plannen die uitgewerkt worden voor de bedrijfslevennota, onder regie van mijn collega van EL&I. Samenwerking tussen de ministeries van EL&I en I&M op deze punten is daarbij essentieel.

Verduurzaming internationale handel

Het lid Haverkamp heeft tijdens het AO Milieuraad op 16 december gevraagd om duurzame handel op de Europese agenda te zetten. Aangezien de Nederlandse handel niet los te denken is van de Europese markt en Europa als wereldspeler veel invloed op de verduurzaming van de handel kan uitoefenen, vind ik het interessant dit nader te onderzoeken. Ik ben hierover met IDH en mijn collega’s in gesprek en zal u daarover nader berichten.

SER-advies Meer werken aan duurzame groei

De SER heeft in het advies Meer werken aan duurzame groei behartenswaardige dingen gezegd over duurzame ontwikkeling, de kansen die dit biedt en de rol van de overheid. Mijn ambtsvoorganger minister Huizinga heeft aan u laten weten dat ze een kabinetsreactie aan het nieuwe kabinet wilde overlaten.

Ik zal u – conform toezegging door staatssecretaris Bleeker – in dit kwartaal een kabinetsreactie op het SER-advies sturen.

De geagendeerde stukken

Voortgangsbrief Kabinetsbrede aanpak duurzame ontwikkeling (KADO)

(Kamerstuk 30 196, nr. 103) De voortgangsbrief die voor het AO is geagendeerd betreft een programma van het vorige kabinet. De inhoudelijke onderwerpen blijven van groot belang en ook ziet dit kabinet de verduurzaming van de bedrijfsvoering van de Rijksoverheid, inclusief duurzaam inkopen, als een belangrijk instrument ter bereiking van de beleidsdoelen. Dit kabinet legt meer nadruk op het benutten van kansen voor het bedrijfsleven, onder andere door het bevorderen van innovatie en ondernemerschap.

In de voortgangsrapportage wordt melding gemaakt van de Monitor Duurzaam Nederland. Naar verwachting zal de tweede monitor in april worden gepubliceerd. Vanaf dat moment zullen de duurzaamheidsindicatoren ook op de site van het CBS te raadplegen zijn.

Duurzaam inkopen

Bij brief van 6 januari jl. ontving ik van het Adviescollege toetsing administratieve lasten advies over Duurzaam Inkopen.

ACTAL levert met haar advies en het door haar geëntameerde onderzoek een uitstekende bijdrage aan de verdere ontwikkeling en uitvoering van het beleid voor duurzaam inkopen.

In het advies en het onderliggende rapport van KPMG staat een aantal belangwekkende conclusies en ik wil deze dan ook goed bestuderen. Het is daarbij vooral van belang de doelstelling van duurzaam inkopen (het benutten van de inkoopkracht van de overheid voor duurzaamheid en het stimuleren van innovatie bij bedrijven) voor ogen te houden.

Als daar inderdaad te weinig bereikt wordt als gevolg van de huidige werkwijze, is het zaak deze goed tegen het licht te houden. Zeker als deze werkwijze leidt tot (te) grote administratieve lasten.

Ik ben hierover reeds in gesprek met Actal en ook met VNO/NCW. Naar aanleiding hiervan wil ik in ieder geval bezien of de huidige inkoopcriteria de juiste zijn. Daarnaast is het zeker mijn ambitie duurzaamheidsdoelen helder en inzichtelijk te maken en daarmee een «horizon» te geven aan ondernemers. Ook de andere aanbevelingen wil ik goed bekijken.

Eerder zijn reeds andere onderzoeken naar de effectiviteit van duurzaam inkopen uitgevoerd (m.n. door SIRA2). Ook die wil ik in mijn beschouwing meenemen. Ik wil u over mijn conclusies zo snel mogelijk informeren, maar u zult begrijpen dat ik hierin niet overhaast te werk wil gaan.

Biobrandstoffen

Het wetsvoorstel ter implementatie van de Europese richtlijn over hernieuwbare transportbrandstoffen is inmiddels bij uw kamer in behandeling. Daarmee worden de Europese duurzaamheidscriteria in Nederlandse regelgeving verankerd. Een afzonderlijk wetgevingsoverleg is inmiddels belegd.

In aanvulling hierop is het van belang om in Europees verband ook de indirecte landgebruikeffecten (ILUC) te verdisconteren in de duurzaamheidscriteria. Hierover heb ik u een brief gezonden. De Europese Commissie heeft de consultatie daarover recentelijk afgesloten en zal naar verwachting in de loop van 2011 met een voorstel komen.

Het recente rapport van de Commissie Duurzaamheidsvraagstukken Biomassa «Duurzaamheid en daadkracht – advies over een duurzame bio-economie» is als bijlage bij deze brief gevoegd.1 De komende tijd zullen de mogelijkheden worden verkend hoe de duurzaamheidscriteria te verbreden naar andere toepassingen van biomassa. Ik zal u daarover informeren.

Tot slot

Ik hoop u hiermee naar tevredenheid te hebben geïnformeerd en zie uit naar een vruchtbaar overleg.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

XNoot
2

Onderzoek van SIRA naar de administratieve lasten voor bedrijven van de sociale en milieucriteria van het programma Duurzaam Inkopen. (april 2010)

Naar boven