31 311 Zelfstandig ondernemerschap

Nr. 55 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 april 2010

Uw Kamer is toegezegd elk kwartaal een overzicht te ontvangen van de benutting van de instrumenten gericht op kredietverlening (hierna financieringsinstrumenten) aan het bedrijfsleven. Met deze brief stuur ik u de rapportage over het gebruik van de financieringsinstrumenten in het eerste kwartaal 2010. Verder ga ik in op mijn toezegging over het informeren van uw Kamer over de knelpunten in de SEED-faciliteit en de oplossingen hiervoor, zoals gedaan tijdens het Algemeen Overleg over kredietverlening van 11 februari 2010 (kamerstuk 31 311, nr. 46). Tenslotte zend ik u hierbij de Financieringsmonitor Grote Bedrijven, door EIM uitgevoerd in januari en februari 2010.*

1. Overzicht benutting financieringsinstrumentarium

De belangrijkste financieringsinstrumenten zijn de BMKB voor het MKB en de GO voor grotere bedrijven.

 

2008

2009

t/m 30/6

2009

t/m 30/9

2009

t/m 31/12

2010

t/m 31/3

Benutting BMKB

     

Gepubliceerd budget

€ 730 mln

€ 745 mln

€ 745 mln

€ 745 mln

€ 765 mln

Benutting (incl. verruimingen)

€ 601 mln

€ 232 mln

€ 379 mln

€ 556 mln

€ 143 mln

Verruimingen

€ 11 mln

€ 67 mln

€ 122 mln

€ 175 mln

€ 40 mln

Verruimingen (aantal)

39

230

380

534

127

Aantallen totaal

2 915

1 034

1 612

2 442

704

Oordeel en verwachtingen BMKB

Het toenemende gebruik van de BMKB heeft zich in het eerste kwartaal van 2010 verder doorgezet.

De verruimingen in deze regeling maken in het eerste kwartaal van 2010 ruim 25% van het gebruik uit.

Dit is nog exclusief de verhoging van het borgstellingpercentage voor bestaande bedrijven naar 80%, voor zover dat borgstellingen van maximaal € 200 000 betreft. Deze is op 27 maart 2010 in werking getreden.

De groei in het gebruik van de BMKB weerspiegelt zich in het totale volume aan uitstaande borgstellingen. Dat zijn alle in de loop van de jaren verleende borgstellingen minus het afgeloste deel. Na vanaf 2000 rond de € 1,3 miljard gelegen te hebben, is dit volume na 2005 snel gestegen. In de eerste week van april werd de € 2 miljard-grens doorbroken.

 

2008

2009

t/m 30/6

2009

t/m 30/9

2009

t/m 31/12

2010

t/m 31/3

Benutting GO

     

Gepubliceerd budget

€ 1,5 mrd

Aantal fiatteringen1

7

28

46

32

Omvang fiatteringen2

€ 25,9 mln

€ 96,6 mln

€ 242 mln

€ 146,3 mln

XNoot
1

Fiatteringen zijn toezeggingen dat Agentschap NL akkoord gaat met het aangeboden voorstel.

XNoot
2

Voortaan wordt aangesloten bij EZ administratie. Daardoor zitten in meest recente cijfers kleine dubbeltellingen (nu enkele miljoenen), van fiatteringen aan banken die concurrerende offertes hebben uitgebracht.

Oordeel en verwachtingen GO

Bij de GO zet de groei in het gebruik eveneens door. Van de openstelling voor bankgaranties en niet-speculatieve projectontwikkeling, die op 9 maart 2010 in werking is getreden, is inmiddels voor een bedrag van € 30 miljoen garanties verleend. Voor de in oktober 2009 gestarte GO Cure ten behoeve van bouwfinanciering voor de curatieve sector is inmiddels een bedrag van € 27,4 miljoen aan garanties verleend.

Overige instrumenten

In bijlage 1 treft u een overzicht aan van de aan bedrijfsfinanciering verwante instrumenten (Exportkredietverzekering en de Innovatiekredieten) en de kleinere bedrijfsfinancieringsinstrumenten: Groeifaciliteit, SEED-faciliteit, Faciliteit Opkomende Markten (FOM) en Microkredieten. Naar aanleiding van de discussies daarover tijdens het Algemeen Overleg over kredietverlening van 11 februari 2010 worden hierna de ontwikkelingen en verwachtingen met betrekking tot deze regelingen geschetst. Onder de Groeifaciliteit is over het eerste kwartaal € 5 miljoen aan garanties verleend, tegen € 10 miljoen over heel 2009. Verwacht wordt dat de toegenomen belangstelling voor dit instrument, mede als gevolg van de verhoging van het maximale garantiebedrag per onderneming, vanaf het tweede kwartaal in sterkere mate in de benuttingcijfers tot uiting zal komen. Voor de Innovatiekredieten is in het eerste kwartaal € 200 000 aan verplichtingen gerealiseerd. In verhouding tot eerdere kwartaalcijfers is de benutting laag. De prognose is echter dat in 2010 volledige benutting zal worden gerealiseerd.

2. TechnoPartner SEED-faciliteit

Het doel van de TechnoPartner SEED-faciliteit is om investeringen in de vroege levensfase van technostarters te bevorderen door het verstrekken van leningen aan participatiefondsen gericht op technostarters. Hiermee profiteren de fondsen van een verhoging van het rendement in combinatie met een verlaging van het risico. Er wordt maximaal eenzelfde bedrag aan leningen verstrekt als het inlegbedrag van de private investeerders in het fonds. Dit betekent dat voor elke euro vanuit deze regeling, tenminste twee euro aan financiering voor technostarters wordt verstrekt.

De volgende ontwikkelingen en knelpunten spelen een rol in de Nederlandse venture capital markt:

  • Het afgelopen jaar heeft de vraag en het benuttingspercentage van het budget van de SEED-faciliteit zich goed kunnen handhaven op het gemiddelde niveau van 81% van de afgelopen jaren. De jaarlijkse benuttingpercentages zijn als volgt: 100% in 2005, 96% in 2006, 67% in 2007, 63% in 2008 en 81% in 2009. De kwaliteitscontrole in de selectie- en beoordelingsprocedure van de fondsvoorstellen beïnvloedt het aantal te honoreren fondsvoorstellen. Dit is van directe invloed op dit jaarlijkse benuttingspercentage.

  • Ook in de nu lopende tender blijkt uit voorlopige inzichten dat de vraag van participatiemaatschappijen naar financiering door de SEED-faciliteit onverminderd doorgaat.

  • De Nederlandse venture capital markt is positief over de invloed van de SEED-faciliteit op het investeringsklimaat, omdat deze het fondsvermogen kan verdubbelen en hierdoor meer en grotere investeringen kunnen plaatsvinden.

  • Het sterk gewijzigde economische klimaat in 2009 heeft wel invloed op de investeringsmogelijkheden in de venture capital markt. Hierdoor is het aantal investeringen door participatiemaatschappijen afgenomen. Het aantal participaties door de TechnoPartner SEED-fondsen in de afgelopen jaren is als volgt: 11 in 2006, 34 in 2007, 33 in 2008 en 20 in 2009. Doordat banken en andere investeerders in de huidige markt zich terughoudender opstellen, hebben de venture capitalists nu meer tijd en geld besteed aan hun bestaande portfolio van bedrijven.

  • Deze terughoudendheid werkt ook beperkend op het verkrijgen van vervolgfinancieringen en het realiseren van exits voor deze specifieke groep ondernemingen in het mkb.

In aansluiting op de reactie op de motie Tang/Pieper inzake «de ondersteuning van initiatieven op het gebied van eigenvermogen voor het mkb» (vergaderjaar 2009–2010, kamerstuk 32 050, nr. 6), zullen bovengenoemde knelpunten nader worden onderzocht en worden bezien wat mogelijke oplossingsrichtingen zijn, en of hier sprake moet zijn van een ondersteunende rol van de overheid.

3. EIM Financieringsmonitor Grote bedrijven

Als bijlage 2 bij deze brief treft u de onderzoeksresultaten van de Financieringsmonitor Grote bedrijven. Deze geeft een weergave van de onderzoeksresultaten van een enquête onder 493 bedrijven met tenminste 200 werknemers. De enquête is gehouden in de maanden januari en februari van 2010 en volgt op de in augustus 2009 uitgevoerde pilot Financieringsmonitor Grote Bedrijven.

Het rapport geeft als belangrijkste uitkomst aan dat ten opzichte van augustus 2009 banken voor een groot deel hun kredietvoorwaarden lijken te hebben aangescherpt en hogere eisen stellen met betrekking tot solvabiliteit, onderpand en garanties. Desalniettemin werd 75% van de financieringsaanvragen van grote bedrijven volledig gehonoreerd. Dit is een lichte verbetering ten opzichte van de vorige meting. De situatie ligt bij mkb-bedrijven aanzienlijk slechter. Uit de Financieringsmonitor MKB van januari 2010 blijkt dat bij mkb-bedrijven slechts 45% van de aanvragen volledig gehonoreerd is.

Uit het rapport blijkt dat van de grote bedrijven 21% aanvullende financiering heeft gezocht. Financieringsaanvragen van kleinere bedrijven in het segment worden vaker afgewezen. Zelfstandige bedrijven zoeken vaker financiering dan concernonderdelen.

Tot slot geeft het rapport aan dat de solvabiliteit van de onderzochte bedrijven ten opzichte van augustus 2009 is verbeterd. Een hogere solvabiliteit kan duiden op een hoger eigen vermogen, een lager balanstotaal of een tussenvorm hiervan. Dit biedt geen inzicht of solvabiliteit van bedrijven bij herstel een knelpunt zal vormen. Het aan uw Kamer toegezegde onderzoek naar buffervermogen beoogt daarin duidelijkheid te brengen.

De uitdaging om bij economisch herstel aan de vraag naar financiering van het bedrijfsleven te kunnen voldoen, mede in het licht van signalen zoals die betreffende de golf van herfinancieringen die op ons af zou komen, maakt het noodzakelijk om de ontwikkelingen op het gebied van de financiering van het bedrijfsleven, en met name het mkb, op de voet te blijven volgen. Dit jaar zal voor mkb-bedrijven en grote bedrijven bij elkaar nog vier keer een financieringsmonitor worden uitgebracht.

De minister van Economische Zaken

M. J. A. van der Hoeven

Bijlage 1 Benutting overige instrumenten

bedragen in miljoenen euro, cumulatief per jaar: (dus cijfers 2010 cumuleren niet met cijfers 2009)
 

Groeifaciliteit garanties

Microkredieten leningen plus garanties

EKV1

EKV

kortlopende

1-transactie polissen

FOM2

Innovatie kredieten

Seed faciliteit, verleende financiering

Volume 2e kwartaal ’09

6,5

6

7 500

18

75

8,4

3,3

Volume 3e kwartaal ’09

8,2

9

7 400

40

75

21,5

4,5

Volume 4e kwartaal ’09

10

11,8

8 500

17,6

75

38

9,5

Volume 1e kwartaal ’10

5

2,8

7 800

15,2

75

0,2

1,9

XNoot
1

EKV en kortlopende 1 transactiepolissen betreffen uitstaand obligo: de waarde van de EKV-portefeuille kan per maand grote verschillen vertonen.

XNoot
2

FOM is een revolverend fonds: er komen nieuwe financieringen bij en door aflossing/afwikkelingen gaan er weer (deel) financieringen af. Evenals bij EKV is hier sprake van uitstaand obligo.


XNoot
*

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven