31 757 Stedenbeleid vanaf 2010

Nr. 24 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2011

De Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft mij conform haar besluit tijdens de procedurevergadering van 16 december jl., gevraagd om informatie over de voortgang van de uitvoering van het door het vorige kabinet uitgebrachte Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling (Kamerstuk 31 757, nr. 13). Ook heeft de commissie gevraagd om een kabinetsreactie op het advies van de Sociaal Economische Raad (SER) over de gevolgen van bevolkingsdaling, waar door de SER momenteel nog aan wordt gewerkt. Dit verzoek is bedoeld ter voorbereiding van een te houden Algemeen Overleg over Bevolkingsdaling op 15 februari 2011. Voor dit Algemeen Overleg heeft de commissie voorts als stukken geagendeerd:

  • een brief van het vorige kabinet aan de kamer over krimpexperimenten;

  • een brief aan het bestuur van Parkstad Limburg over compensatie voor het vertrek van de Algemene Inspectiedienst (AID) uit Kerkrade.

Het belang dat de commissie hecht aan een overleg op korte termijn over het onderwerp bevolkingsdaling deel ik ten volle. De door u gevraagde stukken vergen echter een verschillende voorbereidingstijd. Allereerst zou ik erop willen wijzen dat de aan u toegezegde voortgangsrapportage over de uitvoering van het Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling, evenals bij het actieplan zelf het geval was, in samenwerking met gemeenten, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), provincies en het Interprovinciaal Overleg (IPO) wordt opgesteld. Evenals de overheden in de krimp- en anticipeergebieden hecht ik zelf ook aan deze samenwerking.

De consequentie hiervan is wel dat zowel de voorbereiding als de afstemming door de betrokken overheden meer tijd vergt. In verband hiermee heb ik in reactie op de motie Rouvoet/Cohen tijdens de laatste begrotingsbehandeling toegezegd de voortgangsrapportage voor de zomer aan uw Kamer toe te kunnen zenden. Hiermee is een goed overleg met uw Kamer over de voortgang van de uitvoering van de acties uit het Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling mogelijk.

Een reactie op het SER-advies is op kortere termijn haalbaar, zij het dat het definitieve advies naar verwachting op 18 maart zal worden uitgebracht waardoor een kabinetsreactie voor die datum niet mogelijk is.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Naar boven