Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 4 oktober 2007 over het taxibeleid.

De heer Roemer (SP):

Voorzitter. Er is veel onrust in de taxiwereld. De nieuwe taxitarieven leiden tot grote onrust. Chauffeurs willen de spits gaan mijden, relletjes over wachttijden dreigen te ontstaan en de taximeter registreert geen kosten bij lage snelheden. De nieuwe tariefstructuur voor de taxi nu invoeren, lijkt ons dan ook onverantwoord en leidt wellicht tot grote problemen. Daarom wil ik hierover een motie indienen. Het tweede dictum van de motie heeft betrekking op het feit dat ook het aanbod van taxi's in grote steden bijvoorbeeld foute boel is en dat de kwaliteit te wensen overlaat.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de nu voorliggende tariefregeling Roemertot ongewenste gevolgen kan leiden in het taxivervoer, zoals het weigeren van ritten in de spits;

overwegende dat de nu voorliggende tariefregeling via het tarief voor "aanvullende diensten" een voedingsbodem is voor discussie en irritatie, terwijl tegelijkertijd geen recht wordt gedaan aan het gegeven dat langere wachttijden tijdens de rit, hetzij op verzoek van de klant, hetzij door autonome oorzaken, het bedrijfsresultaat van de ondernemer ernstig nadelig kunnen beïnvloeden;

overwegende dat er in sommige grote steden een wildgroei aan straattaxi's is ontstaan met sterk wisselende kwaliteit, terwijl in het landelijk gebied juist het aanbod van straattaxi's schaars is geworden;

overwegende dat landelijk beleid formuleren voor een zo gevarieerde taximarkt lastig is;

verzoekt de regering, uiterlijk 1 maart 2008 te komen met een voorstel tot tarifering dat op steun kan rekenen van zowel de taxibranche als de consumentenorganisaties, en waarin een oplossing wordt aangedragen voor het probleem van de aanvullende diensten en de wachttijd tijdens de rit;

verzoekt de regering tevens, uiterlijk 1 maart 2008 met voorstellen te komen ten aanzien van de vraag hoe de gemeentebesturen een grotere zeggenschap over de taximarkt in hun gemeente kunnen krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Roemer. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 71(25910).

De heer Roemer (SP):

Mijn tweede motie heeft betrekking op het grote probleem van de afhandeling van klachten in de taxiwereld.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er schrikbarend veel klachten bij het taxivervoer zijn;

overwegende dat de klachtenregelingen nog niet goed functioneren;

van mening dat een herkenbaar meldpunt voor taxiklachten gewenst zou zijn en hierbij ook gezorgd wordt voor de afhandeling van de taxiklachten;

verzoekt de regering, met voorstellen te komen voor een beter meldpunt en afhandeling van klachten over taxi's,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Roemer. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 72(25910).

De heer Mastwijk (CDA):

Voorzitter. Tijdens een algemeen overleg voor het reces heb ik namens de CDA-fractie gezegd dat wij ons geen fouten in het taxibeleid meer kunnen permitteren. De politiek in Den Haag heeft de ellende veroorzaakt. Wij moeten die dus met zijn allen zien op te lossen. Mijn fractie is bang dat de huidige voorstellen van de staatssecretaris daar niet toe bijdragen. Ik zeg nog maar eens dat er gewoon heel veel goede taxibedrijven zijn. Wat in de grote steden speelt, kom je in Hoogeveen, Helmond en Hengelo niet tegen. Goed taxibeleid veronderstelt duidelijke tarieven, niet te hoog, maar ook mogelijkheden voor de sector om een redelijk uurloon te verdienen. Kijken naar de tarieven door de bril van de passagier is goed, maar daarmee ben je er niet, want er is geen goede taxi zonder behoorlijk uurloon voor de chauffeur. De wachttijd die aan de rit voorafgaat, is nu geregeld; de wachttijd tijdens de rit niet. Mijn fractie vindt het niet reëel om een ondernemer/chauffeur te laten bloeden voor het buiten zijn schuld lang stilstaan. Het voorstel van het CDA biedt ook nog eens een oplossing voor het probleem van de pulsen. Ik zeg nog maar een keer in navolging van de bijdrage van de heer Roemer: de regeling voor de aanvullende diensten zal aanleiding geven tot veel gezeur en irritatie, een discussie met de chauffeur van de zogenoemde slechte soort op Schiphol, over het dragen van de koffers. De CDA-fractie is ook van mening dat gemeenten meer ruimte nodig hebben voor het voeren van eigen beleid. Een jaar of twee geleden hebben de toenmalige leden Hofstra en Dijksma daar voorstellen voor gedaan, gesteund door de CDA-fractie. Ik roep de staatssecretaris op om ook voorstellen te doen.

Samengevat, het is de hoogste tijd om qua taxi de zaken echt goed op een rij te zetten. Ik had een motie klaar, maar de motie van de heer Roemer is zo compleet dat ik volsta met te zeggen dat deze motie buitengewoon sympathieke elementen in zich draagt.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Het reilen en zeilen in de taxiwereld baart mijn fractie zorg. Dat is al langer zo. Eind 2005 heeft de heer Hofstra er samen met mevrouw Dijksma moties over ingediend. Die zijn ook aangenomen. Toch is er sindsdien naar mijn idee onvoldoende gebeurd en zijn er onvoldoende bevoegdheden aan de grote gemeenten overgeheveld. Ik volg de kwalitatieve ontwikkelingen en vooral ook de wisselende kwaliteit en denk dat het niet alleen tot de grote vier gemeenten moet worden beperkt. Ik benadruk de noodzaak om verder te gaan met de uitvoering van de moties Hofstra/Dijksma en om die wellicht nog ruimer uit te leggen. Ik heb overwogen, een motie in te dienen, maar net zoals de heer Mastwijk stel ik vast dat de motie van de heer Roemer eigenlijk alle elementen bevat. Ik verwijs daar dus naar.

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Voorzitter. De heer Roemer verzoekt mij via zijn eerste motie om uiterlijk op 1 maart 2008 een voorstel voor tarifering te doen, dat op steun van de taxibranche en van consumentenorganisaties kan rekenen. Verder verzoekt hij mij om uiterlijk op 1 maart 2008 voorstellen te doen op grond waarvan gemeentebesturen meer zeggenschap over de taximarkt in hun gemeenten kunnen krijgen. Ik heb problemen met de formulering "de nu voorliggende tariefregeling". De tariefregeling ligt niet voor; zij is opgenomen in de wet. Afgesproken is dat wij die tariefregeling ook inderdaad gaan uitvoeren. Er is geen sprake van dat wij ons afvragen of wij deze tariefregeling willen of niet. Die regeling ligt voor en is onderdeel van de wet. Het gaat er nu om dat wij die wet ook gaan uitvoeren. Die uitvoering was aanvankelijk halverwege dit jaar opgeschoven tot 1 november aanstaande om nog wat zaken aan te passen.

Ik begrijp dat de motie zo moet worden gelezen dat de wet niet wordt uitgevoerd en dat wij ons voornemen om de pas aangenomen wetswijziging opnieuw te bezien. Dat is niet wat in de motie staat; ik zeg dit om het technisch helemaal juist te formuleren. De wet zou moeten worden gewijzigd door een nieuw voorstel voor tarifering, terwijl wij de opgenomen tarifering nooit hebben uitgevoerd en weer met een nieuw stelsel zouden moeten komen. Dit is wat deze motie zou betekenen. Laten wij nu aan de slag gaan met de uitvoering van de wet en laten wij niet nu al besluiten dat wij een andere tarifering willen. Als het gaat om steun van consumentenorganisaties en de taxibranche roep ik in herinnering dat wij over de tarieven die nu in de wet zijn afgesproken heel lang hebben gesproken en dat daarover brede consensus bestaat, met name bij de consumentenorganisaties, die mij alle ook hebben gevraagd om deze tarifering in te voeren omdat dit een goede zaak zou zijn voor de klanten en daarmee ook voor de taxi's.

Verder wordt ons in de motie gevraagd om uiterlijk 1 maart 2008 met voorstellen te komen hoe gemeentebesturen grotere zeggenschap kunnen krijgen. Dit hangt samen met de opmerking van mevrouw Neppérus. Wij zijn bezig met de uitvoering van de motie-Hofstra/Dijksma. Er is een convenant gesloten. Wij zijn nu in overleg met de grote gemeenten om dit verder uit te werken. Twee weken geleden ben ik in Amsterdam geweest, waar ik een gesprek heb gehad met de wethouder over de wijze waarop ook in Amsterdam een pilot kan worden gestart om het gemeentebestuur nog meer mogelijkheden te geven regulerend op te treden in de taximarkt. Ik meen dan ook dat de indiener hiermee op zijn wenken wordt bediend.

Vervolgens heb ik gesproken over een visie waarover ik nu mijn oordeel vorm op de wijze waarop wij de taximarkt op een betere manier zouden kunnen vormgeven. Daarmee ben ik bezig. Ik wil dat goed doen en ik zou die visie graag voor 1 maart 2008 klaar willen hebben, maar ik wil die ook bespreken met de branchepartijen, de consumenten, de G4, de koepelorganisaties, andere departementen, de vakbonden en het sociaal fonds. Dit zijn allemaal partijen die hierbij een rol spelen. Een harde datum is bij een zo complexe visievorming lastig. Ik zeg toe dat ik snel wil opschieten met deze brede visie – dat doe ik ook – maar 1 maart 2008 kan ik als harde datum niet toezeggen.

In de tweede motie wordt gesproken van voorstellen voor een betere afhandeling over klachten. Ik stel mij voor om in de visie waarmee ik in elk geval voor de zomer kom, ook een goed voorstel te doen voor een meldpunt over klachten. Deze motie beschouw ik dan ook als ondersteuning van mijn beleid.

De heer Roemer (SP):

De constatering van de staatssecretaris over mijn eerste motie is terecht. In de motie wordt zij inderdaad opgeroepen om de tarifering uit te stellen van 1 november 2007 tot 1 maart 2008 en dan met een beter voorstel te komen. Wat de tijd tot 1 maart betreft, meen ik dat er in vijf maanden behoorlijk wat gesprekken te organiseren zijn, dus die datum moet haalbaar zijn.

De heer Mastwijk (CDA):

Ik respecteer de mening van de staatssecretaris maar wij verschillen van mening over een goed taxitarief. De stelling van de CDA-fractie is dat het helder kan zijn voor de consument, maar als het niet wordt gedragen door het gegoede deel van de taxibranche, is dit voorstel gedoemd te leiden tot problemen. Die kant willen wij niet op. Ik doe daarom een beroep op de staatssecretaris om het nu in één keer goed te doen en een grote klap te maken in het taximarktbeleid. Laten wij dan nog drie of vier maanden nemen zodat wij echt een voorstel hebben waarmee de ondernemers ook uit de voeten kunnen.

Staatssecretaris Huizinga-Heringa:

Ik hoor de opmerkingen van de heren Roemer en Mastwijk. Ik wijs erop dat wij hier te maken hebben met een tarifering die is aangenomen en die in de wet staat, waarover uitgebreid is gesproken met alle organisaties die hiermee te maken hebben. Deze tarifering kan op een breed draagvlak rekenen bij alle organisaties die hebben meegedaan aan de bespreking ervan. In die zin verschil ik een beetje van mening met de heer Mastwijk. Ik roep hem in herinnering dat de Kamer deze tarifering unaniem heeft aangenomen, inclusief de stem van het CDA. Ik vind dat wij nu eens moeten doorpakken. Ik ben het eens met die sprekers die hebben gezegd dat wij over de taximarkt moeten nadenken. Het is best mogelijk dat wij op een gegeven moment tot de conclusie komen dat wij de tarifering nog eens moeten bezien, maar dat is pas in tweede instantie, nadat wij deze wet hebben geëvalueerd. Wat mij betreft gaan wij nu dus de tarifering invoeren. Daar zitten de consumentenorganisaties met smart op te wachten. Vervolgens komen wij met een gedegen visie hoe wij de taximarkt gaan aanpakken. Wij zijn het er allen over eens dat dat moet gebeuren.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties wordt aanstaande donderdag gestemd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven