Vragen van het lid Van der Staaij aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht "Ter Horst wil evaluatie referenda".

De heer Van der Staaij (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Het burgemeestersreferendum in Utrecht van vorige week is een fiasco geworden. Dit debacle staat niet op zichzelf. Er is eigenlijk nooit een inhoudelijk politiek draagvlak voor deze burgemeestersreferenda geweest. Als je terugkijkt is het gewoon een oudbakken D66-idee, dat in 2000 is geslikt door de andere paarse coalitiepartners. Daarbuiten was er geen enkele steun voor. Er valt bij zo'n referendum te weinig te kiezen, ook al is er meer partijpolitieke variatie dan in Utrecht. Het valt nu eenmaal niet mee om je te profileren op het boven de partijen staan. Daar komt nog eens bij dat het referendum niet beslissend, maar raadgevend is. Als je de uitslag licht opvat, vergroot je juist de kloof met de burger. Als je de uitslag zwaar opvat en beslissend acht, kom je in strijd met de Grondwet. Kortom, het burgemeestersreferendum is een onding. Het is vlees noch vis.

Het kabinet heeft inmiddels de gekozen burgemeester met ferme bewoordingen van het politieke toneel gejaagd. Hulde daarvoor. Minder helder is echter hoe het kabinet oordeelt over het opstapje naar de gekozen burgemeester, namelijk de burgemeestersreferenda. Daarom heb ik de volgende vier vragen aan de staatssecretaris.

1. Wat vindt het kabinet nu van de burgemeestersreferenda? Wat is de les van het Utrechtse fiasco?

2. Staat het vast dat per 1 januari de subsidie voor dergelijke burgemeestersreferenda wordt ingetrokken?

3. Breekt het kabinet met de bestaande beleidslijn om de burgemeestersreferenda te stimuleren?

4. Kunnen wij zo niet vandaag, dan toch graag morgen een wetsvoorstel verwachten waarin een eind wordt gemaakt aan dit malle circus van de burgemeestersreferenda en het dus weer uit de Gemeentewet wordt gehaald?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Mevrouw de voorzitter. Het is duidelijk dat de gemeenteraad van Utrecht ervoor heeft gekozen om een referendum deel uit te laten maken van de procedure voor de benoeming van de nieuwe burgemeester. Die ruimte is er ook voor de gemeenteraad. Dat is ook niet door de heer Van der Staaij weersproken. Het is ook op een zorgvuldige manier procedureel afgewikkeld. Hij heeft echter gelijk. Als je kijkt naar het effect ervan, zie je wel dat er veel over te zeggen is. Daarom heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gezegd dat wij ons zullen bezinnen op het instrument. Bezinnen op het instrument betekent niet alleen kijken naar dit ene referendum, maar ook kijken naar de zes ervoor gehouden referenda en ook rekening houden met het referendum dat nog in de procedure zit rondom de benoeming. Daar is ook een keuze voor gemaakt door de gemeente Eindhoven. Dus pas bezinnen na afloop van het moment dat het in Eindhoven is gehouden. Daarbij moeten wij ook kijken of het instrument past in het systeem van de huidige kroonbenoeming en de keuze van het kabinet om aan de huidige kroonbenoeming vast te houden. Ik verwijs hiervoor naar het regeerakkoord. Ik heb kennisgenomen van de opvattingen die de heer Van der Staaij tussen zijn vragen door heeft geponeerd en ook van hetgeen verschillende Kamerleden al in de media hebben gezegd. Wij zullen dat zeker bij onze bezinning betrekken.

Staat vast wat er met de subsidieregeling gebeurt? Ja, het vorige kabinet had in het kader van het zogenaamde paas akkoord besloten tot een subsidieregeling voor stimulering van burgemeestersreferenda. Dat was allemaal in de opmaat naar de gekozen burgemeester. Dat is niet meer het uitgangspunt van het huidige kabinet. Wij hebben dan ook besloten om de subsidieregeling te beëindigen. Dat is aan alle gemeenten bekendgemaakt. Alleen Utrecht en Eindhoven profiteren nog van deze regeling, omdat het besluit tot het houden van een referendum daar in 2007 door de gemeenteraad is genomen bij de openstelling van de vacature. Dat is de gevolgde procedure. Andere gemeenten kunnen er niet meer van profiteren, want de regeling wordt afgeschaft.

Breekt het kabinet met de lijn om dit te stimuleren? Doordat wij het financieel niet meer mogelijk maken en doordat wij ons daarop bezinnen, breken wij daarmee.

De heer Van der Staaij ziet liever vandaag dan morgen een wetsvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet. Toevallig is dat mijn eigen bevoegdheid, dus dat hoef ik niet namens de minister te beantwoorden. Ik zal keurig kijken en de bezinning afwachten. Wij wachten nog op Eindhoven en daarna zullen wij er een besluit over nemen, maar uw stelling is helder.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording. Het is positief dat de subsidieregeling wordt afgeschaft. Ik vond het wat minder duidelijk of nu ook het beleid wordt aangepast. De huidige officiële handleiding van BZK moedigt gemeenten sterk aan. Ontraadt u nu gemeenten na Eindhoven om burgemeestersreferenda te houden, ja of nee?

De belangrijkste vraag is dan toch hoe wij nu verder gaan met het burgemeestersreferendum. Ik vind het jammer dat het kabinet zegt dat het afwacht wat er in Eindhoven gebeurt en de kwestie daarmee vooruitschuift. Is het niet glashelder dat het burgemeestersreferendum niet past in het systeem van kroonbenoeming? Kunt u die vraag niet nu al beantwoorden? Er zijn toch allerlei tussenliggende evaluaties geweest van de burgemeestersreferenda? Waarom maakt u niet nu al een heldere politieke keuze om te stoppen met deze burgemeestersreferenda?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik heb gezegd dat wij willen afwachten en de keuze respecteren die de gemeenteraad van Eindhoven heeft gemaakt. Dat is ook de procedure in dit geval: de gemeenteraad is autonoom in die keuze. Wij wachten dat af en kijken wat het tot op heden heeft gebracht. Het is helder dat wij kritisch zijn op dit punt. Het was oorspronkelijk tot stand gekomen in de opmaat naar de gekozen burgemeester. Het kabinet heeft daarover een ander besluit genomen. Wij betrekken dit geheel bij onze bezinning of het nog verder moet. Ik heb goed kennisgenomen van uw opvatting: liever vandaag dan morgen. Maar wij wachten ordentelijk af wat Eindhoven brengt.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik ben het met de SGP eens dat dit antwoord van de regering een beetje slap is, want duidelijkheid is toch wel mooi. De staatssecretaris geeft aan dat het kabinet zich bezint, maar eigenlijk hoor ik dat er maar één mogelijkheid is, namelijk teruggaan naar de kroonbenoeming en dat – daarover denken de SGP en D66 natuurlijk heel anders – directe democratie aan de burgers in deze kabinetsperiode niet meer voor mogelijk wordt gehouden. Hoor ik het goed dat bezinnen slechts een richting op kan, namelijk terug naar het oude systeem? Of bent u bereid om ook de andere kant op te denken, wanneer 80% van de Utrechtenaren aangeeft dat zij een rechtstreeks gekozen burgemeester willen hebben en niet meer terug willen naar het oude systeem, maar door willen? Dat is mijn eerste vraag: heeft "bezinnen" twee kanten?

Mijn tweede vraag: wat zal de rol van de regering zijn bij Eindhoven? Uit uw antwoord valt nu een beetje op te maken dat u Eindhoven zo veel mogelijk wil ontmoedigen, om een extra argument te hebben om na zes geslaagde referenda er twee te hebben waarvan men kan zeggen dat zij niet werken.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Voorzitter. Het kabinet is heel klip en klaar op het punt van de burgemeester. Wij handhaven de kroonbenoeming en er wordt dus geen voorstel voor een gekozen burgemeester gedaan. Ik verwijs de heer Pechtold hiervoor naar het regeerakkoord waarin dat is afgesproken. Bij die fundamentele bezinning is er maar één richting: wij willen de kroonbenoeming handhaven en niet naar het systeem van de gekozen burgemeester overstappen. Daarom is het zinnig om fundamenteler te kijken naar die opmaat tot de gekozen burgemeester, die burgemeestersreferenda, om te zien wat er zich in de praktijk heeft voorgedaan. Zo duidelijk staan wij er nu tegenover.

Wij respecteren het autonome besluit van de gemeenteraad in Eindhoven in hun procedure om tot die stelling te komen. Dat laten wij daar. Wij kijken reëel naar wat dat ons brengt. Dat moeten wij afwachten.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Wat mij opvalt bij de referenda is dat burgemeesters allerlei dingen moeten beloven over zaken waar zij niet over gaan: scholen, woningen, fietspaden. Daar gaan wethouders over, en vooral ook de gemeenteraad. Als de regering klaar is met het onderzoek en wij allemaal kunnen concluderen dat burgemeestersreferenda voor-de-gek-houderij is, komt de regering dan met een wetsvoorstel voor een door de gemeenteraad gekozen burgemeester? Dat is een prachtige oplossing voor de problemen en dan is het referendum niet meer nodig. Wij moeten blijven nadenken, ook als er een regeringsverklaring is opgesteld.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Nadenken is altijd goed, mijnheer Van Raak. Dat geldt dan voor beide kanten. Het is heel helder. Wij komen niet met andere voorstellen voor de aanstellingsprocedure rondom de burgemeester. Daar is ook geen misverstand over in dit geval. Dat betekent dat er een benoemde burgemeester blijft op bindende voordracht van de gemeenteraad. Bij een commissaris van de Koningin zullen provinciale staten die voordracht doen. De procedure die tot op heden wordt gehanteerd, zal worden gehandhaafd.

De heer Van Beek (VVD):

Voorzitter. In Utrecht was de opkomst te laag. In Schiedam waren er te weinig kandidaten en werd de procedure stopgezet. In Zoetermeer was de opkomst te laag en besloot uiteindelijk de gemeenteraad. In Delfzijl werd wel een burgemeester gekozen, maar deze werd een jaar later ontslag verleend. Best, Boxmeer en Vlaardingen hebben ondanks het referendum een goede burgemeester. Welke extra criteria legt de staatssecretaris aan bij Eindhoven? Is het enige criterium of er twee mensen de eindstreep halen met een opkomst die boven de 30% ligt? Of wordt er tussentijds, in de diverse fasen van het proces, een extra beoordeling gemaakt? Een stad als Eindhoven is, net als Utrecht, veel te belangrijk om aan een experiment ten onder te laten gaan. Hoe kan de staatssecretaris deze procedure koppelen aan de tekst in het regeerakkoord?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Voorzitter. Wij leggen geen extra criteria aan voor Eindhoven. De procedure zal zorgvuldig worden gevoerd. De gemeenteraad zal zorgvuldige afwegingen maken. Daar hebben wij in dit land allemaal belang bij. Het heeft ook te maken met het aanzien van het ambt, waar wij ons nadrukkelijk zorgen over maken. Wij leggen geen extra criteria aan. Ik ga ervan uit dat het zorgvuldig gebeurt. Na afloop zullen wij bezien wat er is gebeurd. Wij zullen na afloop relaties leggen met onze stellingen en met het vasthouden aan de benoemde burgemeester.

De heer Schinkelshoek (CDA):

Wat is er nog te evalueren en te onderzoeken? Er is niets te kiezen en er valt niets te kiezen, nu niet en straks niet. Waarom moet het zo lang duren? Kent u het Nederlandse spreekwoord "Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald"? Bent u juist in het belang van een zorgvuldige procedure bereid om een gesprek te hebben met de raad van Eindhoven?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Niemand heeft gesproken over "evalueren". De minister heeft gezegd dat wij ons bezinnen op de procedure. Spreekwoorden ken ik over het algemeen wel. Ik wil niet gaan praten met de raad van Eindhoven, want de raad heeft autonoom een procedure gekozen. Het is de laatste raad die van de subsidieregeling gebruik maakt, zodat wij dat keurig afwachten. Daarna bezinnen wij ons daarop. Dat kan misschien zonder al te veel onderzoek.

De heer Anker (ChristenUnie):

Wat stelt u zich voor bij bezinning? Stelt u de Kamer op de hoogte van de resultaten daarvan? Moet die bezinning niet wat breder worden opgevat? Ons voornaamste kritiekpunt op het referendum is dat het onder het mom van raadgevend referendum stiekem een correctief referendum is, wat eigenlijk niet mag in Nederland. Wilt u de manier waarop raden omgaan met het raadgevend referendum hierbij betrekken? Het gaat daarbij niet alleen over de burgemeestersreferenda, maar ook over andere referenda die worden gehouden.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Wij bezinnen ons alleen op het burgemeestersreferendum, en niet op het referendum in den brede. Het is aan gemeenteraden om zich op het laatste te bezinnen. Vaak kun je beter een goede inhoudelijke keuze voorleggen, maar wij bezinnen ons zoals gezegd alleen op de benoemingsprocedure van de burgemeester, en op de vraag of dit type referenda daarbij past. Dat hoeft niet al te lang te duren.

De heer Brinkman (PVV):

Om staatsrechtelijke vernieuwingen zal dit kabinet niet beroemd worden! Anno 2007 is het kabinet bereid de burgers eens per vier jaar een stem te geven in de gemeenteraad. Het kabinet bezint zich op het burgemeestersreferendum, en burgemeesters kunnen niet worden gekozen. Ik vind dat niet meer van deze tijd, dit kan niet meer. Waar bent u nu eigenlijk bang voor? Bent u bang dat u een aantal burgemeestersplaatsen verliest in het land? Laat de burger gewoon kiezen!

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Wij zijn geenszins bang. Wij vertrouwen erop dat de huidige procedure tot goede resultaten leidt, en dat gemeenteraden goed afgewogen keuzes kunnen maken als het gaat om de benoeming van hun eigen burgemeester. Wij geloven in de representatieve democratie zoals die er nu is, en ik hoop u ook, want u bent tenslotte gekozen als representant van het volk.

Naar boven