Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | nr. 13, pagina 832-836 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | nr. 13, pagina 832-836 |
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van aanstaande donderdag en als hamerstuk te behandelen het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met richtlijn nr. 2006/112/EG van de Raad van de Europese Unie van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PbEU L 347) (aanpassing aan de BTW-richtlijn 2006) (31121).
Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik:
- in de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het lid Schreijer-Pierik tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Willemse-van der Ploeg;
- in de algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie het lid Willemse-van der Ploeg tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.
Ik verzoek u, bij de aanvraag van VAO's tijdens de regeling van werkzaamheden aan te geven of dat VAO beslist nog deze week moet plaatsvinden of dat dit ook na het reces kan worden gehouden; dit in verband met de volle agenda.
Het woord is aan mevrouw Schippers.
Mevrouw Schippers (VVD):
Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over de invoering van integrale en transparante tarieven en het bouwbeleid op de agenda zetten.
De voorzitter:
Kan dat voor of na het reces?
Mevrouw Schippers (VVD):
Ik geloof dat de minister er wel haast mee heeft. Mij maakt het niet uit, maar volgens mij is dit iets wat voort moet gaan.
De voorzitter:
Wij zullen dat nagaan. Wij hebben in ieder geval gehoord hoe u erover denkt. Ik stel voor, het VAO toe te voegen aan de agenda, afhankelijk van sondering voor of na het reces.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Brinkman.
De heer Brinkman (PVV):
Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over het actieplan polarisatie en radicalisering op de plenaire agenda te zetten. Van mijn fractie hoeft dat niet deze week.
De heer Çörüz (CDA):
Ik steun dit verzoek, maar ik zou voor dat VAO een brief van de minister willen ontvangen over de activiteiten die maatschappelijke organisaties ondernemen, hoeveel die kosten en in hoeverre de overheid daarbij betrokken is en welke rol zij daarin speelt.
De voorzitter:
Ik stel voor om het VAO na het reces te houden en om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Agema.
Mevrouw Agema (PVV):
Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het algemeen overleg over prepcamps op de plenaire agenda te plaatsen. Dit kan ook na het reces.
De voorzitter:
Ik stel voor, het gevraagde VAO toe te voegen aan de agenda voor het reces.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Thieme.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Voorzitter. Vorige week donderdag is er een veetransporteur aangehouden met weer een overvolle vrachtwagen met varkens. Als de fracties van het CDA, de VVD en de PvdA de minister niet hadden gedwongen om de maatregelen te versoepelen die zij tegen de veevervoersector wilde nemen, had dit voorkomen kunnen worden. Daarom vraag ik een spoeddebat aan.
De heer Ormel (CDA):
Voorzitter. Ik heb een vraag aan mevrouw Thieme. Wij hebben een maand geleden een spoeddebat gevoerd over varkenstransporten. Naar aanleiding van dat spoeddebat wordt er strenger gecontroleerd. Naar aanleiding van die strengere controles is er een vrachtwagen aangehouden met zestien zeugen.
De voorzitter:
Wij gaan nu geen debat beginnen.
De heer Ormel (CDA):
Moeten wij nu weer een spoeddebat hierover houden?
De voorzitter:
Mevrouw Thieme wil dat, maar u bent daartegen, zo leid ik af uit uw opmerking.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Ik steun het verzoek om een spoeddebat. Het gaat hier om iemand die dit al vaker bij de hand heeft gehad. Het wordt tijd dat hij van de straat wordt gehaald.
De heer Van der Vlies (SGP):
Laten wij hierover nu juist afspraken hebben gemaakt in het spoeddebat dat wij hierover hebben gehouden. Die afspraken worden nagekomen, dus ik heb geen behoefte aan een herhaling van zetten.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Kortheidshalve sluit ik mij volledig aan bij de woorden van de heer Van der Vlies.
Mevrouw Van Velzen (SP):
De gemaakte afspraken werken niet. Daarom zou ik hierover graag een spoeddebat met de minister houden.
De heer Van der Ham (D66):
Er is heel veel gesproken over de motie over de klepcontrole. Uiteindelijk heeft een meerderheid voor die motie gestemd. Zij bevatte een zwakkere variant van het oorspronkelijke voornemen van de minister. Het blijkt dat de afspraken niet werken. Daarom vind ik een debat hierover gerechtvaardigd.
De heer Graus (PVV):
Uiteraard steunen wij dit verzoek om een spoeddebat. De man in kwestie had eigenlijk al niet meer vrij mogen rondlopen.
De voorzitter:
Ik constateer dat mevrouw Thieme voldoende steun heeft voor een spoeddebat. Ik stel voor om dat vanavond te houden met spreektijden van twee minuten per fractie.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Van der Ham.
De heer Van der Ham (D66):
Voorzitter. Bij de regeling van werkzaamheden van afgelopen donderdag had ik gevraagd om snelle beantwoording van mijn vragen over het initiatief van de gemeente Amsterdam om de aanpak van paddo's op een andere manier te organiseren. Die vragen zijn wel heel mager beantwoord. Ik krijg hierover alsnog graag een uitgebreidere brief. Los van de debatten over individuele gevallen wil ik een hoofdlijnendebat over dit onderwerp om samen met de regering een kader te stellen voor de richting van het drugsbeleid in Nederland, inclusief coffeeshops en paddo's. Zo'n hoofdlijnendebat lijkt mij een heel goed uitgangspunt om debatten over specifieke deelonderwerpen te voeren.
Mevrouw Azough (GroenLinks):
Ik steun het verzoek van de heer Van der Ham om een brief en een daaropvolgend debat op hoofdlijnen over alles wat ons de laatste tijd op dit punt heeft bereikt.
Mevrouw Joldersma (CDA):
Wij hebben geen bezwaar tegen zo'n debat. Het lijkt mij wel goed dat de ministers van Justitie en van Volksgezondheid daarbij aanwezig zijn.
Mevrouw Van Velzen (SP):
De SP kan dit verzoek om een debat steunen, maar de uitkomst van het onderzoek naar paddo's heeft de Kamer nooit ontvangen. Ik merk dat allerlei collega's hierover een mening hebben, maar wij willen toch echt graag het onderzoek ontvangen voordat er überhaupt een debat plaatsvindt.
Mevrouw Bouwmeester (PvdA):
Wij steunen het verzoek van D66. Ik wijs de SP erop dat het onderzoek is verzonden.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Ook de Partij voor de Dieren steunt dit verzoek.
De voorzitter:
Ik constateer dat de heer Van der Ham steun heeft van een meerderheid van de Kamer.
De heer Van der Ham (D66):
Daar ben ik heel blij mee. Ik heb nog één toevoeging. Mevrouw Joldersma zei dat de ministers van Justitie en van VWS bij het debat aanwezig zouden moeten zijn. Ik zou er ook graag de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij hebben, ook omdat het vaak gaat om lokale initiatieven en lokale problemen. Tegen een brief heb ik natuurlijk geen bezwaar, maar die moet er dan wel vrij spoedig zijn zodat wij na het herfstreces het debat kunnen voeren.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet en de genoemde bewindslieden uit te nodigen voor het debat.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Ik zal de spreektijden op een later moment vaststellen.
De heer Van der Ham (D66):
Ik verzoek u om niet te karig te zijn met de spreektijden, maar als ik naar u kijk, zie ik dat dat wel goed komt.
De voorzitter:
Ja, dat gevoel zou ik ook hebben als ik u was.
Het woord is aan de heer Fritsma.
De heer Fritsma (PVV):
Voorzitter. De minister van Justitie heeft onlangs een idee gelanceerd voor een nieuw wetsvoorstel inzake de dubbele nationaliteit. Als wij op de behandeling van dat voorstel wachten, zijn wij al gauw één of anderhalf jaar verder. De PVV-fractie vindt dat wij veel sneller over dit belangrijke onderwerp van de dubbele nationaliteit moeten spreken. Daarom verzoek ik om een spoeddebat over dit onderwerp en over de kabinetsvisie daarop.
De heer De Wit (SP):
Voorzitter. Wij kennen het voorstel officieel nog niet eens, maar wij weten wel wat de minister hierover heeft gezegd en wat iedereen hierover in de media zegt. Het voorstel van de regering is ons echter nog niet bekend. Wij zien niet waarom er op dit moment spoed geboden is. De heer Fritsma kent de mogelijkheden van een hoofdlijnendebat, maar daarvoor moet er in ieder geval iets zijn om over te spreken. Volgens mij moeten wij op zijn minst wachten tot het moment waarop wij de tekst van een voorstel in handen hebben, vooraleer wij hierover óf op hoofdlijnen óf met spoed kunnen spreken. Ik zie op dit moment de noodzaak van spoed dus niet.
De heer Dijsselbloem (PvdA):
Voorzitter. Volgens mij is er een brief van de minister van Justitie onderweg. Wellicht is die inmiddels al binnengekomen. Het lijkt mij dat wij deze brief gewoon in behandeling moeten nemen. Als wij voortaan een spoeddebat moeten voeren over elke brief waarmee iemand het niet eens is, dan krijgen wij de agenda voor de komende weken zeker wel vol. Laten wij de reguliere procedure volgen. Ik stel voor om deze brief op de normale manier te behandelen.
De voorzitter:
De brief is inmiddels binnengekomen.
De heer Dijsselbloem (PvdA):
Prima. Wij moeten die dan snel op de agenda plaatsen. Ik vermoed dat hij naar de procedurevergadering van de vaste commissie voor Justitie moet.
De heer Teeven (VVD):
Voorzitter. Wij willen graag de reguliere weg bewandelen via de procedurevergadering. Daarna gaan wij er een fatsoenlijk debat over voeren.
De heer Anker (ChristenUnie):
Ook de fractie van de ChristenUnie wil geen spoeddebat.
Mevrouw Verdonk (Verdonk):
Voorzitter. Dit is een heel belangrijk onderwerp en een wetsvoorstel met een lange geschiedenis. Eerst bestond het, toen bestond het niet, daarna bestond het weer wel en uiteindelijk toch niet. Ik wil hierover nu graag een serieus debat. Van mij hoeft het geen spoeddebat te zijn, maar het is wel belangrijk dat het debat op zeer korte termijn wordt gevoerd.
Mevrouw Azough (GroenLinks):
Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de VVD-fractie.
Mevrouw Sterk (CDA):
Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Teeven en de heer Dijsselbloem.
De heer Van der Staaij (SGP):
Hetzelfde geldt voor de SGP-fractie.
De voorzitter:
Ik stel vast dat de heer Fritsma geen steun heeft van 30 leden voor zijn voorstel. De brief gaat de procedure in. Wij komen hierover op een nader moment te spreken.
Het woord is aan de heer Ulenbelt.
De heer Ulenbelt (SP):
Voorzitter. Ik vraag een debat aan met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Economische Zaken over initiatieven die het kabinet zou moeten nemen om de sluiting te voorkomen van een aantal winstgevende bedrijven van Unilever. Voorafgaand aan dit debat zou ik hierover graag een brief van beide ministers ontvangen.
De voorzitter:
Als wij het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet ontvangen wij daarna een brief. Na ommekomst daarvan bezien wij of de heer Ulenbelt een meerderheid heeft voor het houden van een gewoon debat.
De heer Ulenbelt (SP):
Ik wil graag dat wij de brief binnen twee weken ontvangen.
De heer Heerts (PvdA):
Voorzitter. Wij steunen de verzoeken, want het gaat hierbij om grote maatschappelijke vraagstukken. Wij willen dit debat zo spoedig mogelijk voeren.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Voorzitter. Ook de fractie van GroenLinks steunt dit verzoek. Direct na het herfstreces moeten wij het debat kunnen voeren. De werknemers hebben er recht op dat er snel duidelijkheid komt.
De heer Van Hijum (CDA):
Voorzitter. De CDA-fractie steunt het voorstel.
De voorzitter:
Ik stel vast dat de heer Ulenbelt voldoende steun heeft voor zijn voorstellen. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Bosma.
De heer Bosma (PVV):
Voorzitter. In twee dagen tijd zijn wij geconfronteerd met twee steekpartijen op twee scholen. Dit vraagt om een spoeddebat.
De heer Depla (PvdA):
Voorzitter. De heer Bosma heeft het over twee heel ernstige incidenten. Toch lijkt het mij niet verstandig om hierover direct een spoeddebat te voeren, zeker omdat de staatssecretaris ons al heeft toegezegd om dit najaar een uitgebreide beleidsbrief uit te brengen. Zij deed deze toezegging naar aanleiding van enkele soortgelijke incidenten vóór de zomer. In de beleidsbrief wordt enerzijds geëvalueerd wat werkt, en worden anderzijds voorstellen gedaan om waar nodig tot verbeteringen te komen. Daarop moeten wij mijns inziens wachten.
Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):
Voorzitter. De VVD-fractie heeft geen behoefte aan een spoeddebat over dit onderwerp. Het betreft een belangrijke maatschappelijke kwestie. Aan de aard en de ernst ervan wordt echter geen recht gedaan in een spoeddebat met spreektijden van drie minuten per fractie en met weinig voorbereiding. Wij gaan voor een fatsoenlijk debat dat hieraan wel recht doet.
De heer Jan Jacob van Dijk (CDA):
Voorzitter. Namens de CDA-fractie sluit ik mij aan bij de argumenten van de heer Depla en mevrouw Dezentjé Hamming.
De heer Pechtold (D66):
Ik ook. Wij wensen geen spoeddebat.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. De SP-fractie sluit zich aan bij de woorden van de fracties van de VVD en de PvdA.
De heer Dibi (GroenLinks):
Voorzitter. Ook de fractie van GroenLinks gaat niet mee met de waan van de dag. Wij willen een fatsoenlijk debat.
De voorzitter:
Ik interpreteer dit als een procedurele opmerking.
De heer Bosma (PVV):
Voorzitter. Ik beschouw dat als een succes.
De voorzitter:
De heer Bosma heeft geen steun voor zijn verzoek om een spoeddebat en beschouwt dat als een succes. Of vat ik zijn woorden nu verkeerd samen?
Het woord is aan de heer Teeven.
De heer Teeven (VVD):
Voorzitter. Wilt u het verslag van het algemeen overleg over de voortgangsrapportage tbs en forensische zorg in strafrechtelijk kader op de agenda plaatsen? Het hoeft niet deze week. Het mag na het reces.
De voorzitter:
Ik stel voor, dit verslag toe te voegen aan de agenda van na het reces.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Haverkamp.
De heer Haverkamp (CDA):
Voorzitter. Ik heb twee verzoeken. Op 27 juni heb ik vragen ingediend over de bewegwijzering vanaf snelwegen naar ziekenhuizen. Het kan zijn dat men de weg kwijt is, want de antwoorden zijn nog niet binnen. Via u, voorzitter, wil ik wat dat betreft graag rappelleren.
Afgelopen vrijdag hebben wij via de media kennis kunnen nemen van de opmerking van de minister van Financiën dat de privatisering van Schiphol definitief niet doorgaat. Van de andere besluiten in de ministerraad hebben wij intussen via brieven kennis kunnen nemen. Mijn fractie wil op korte termijn met de regering van gedachten wisselen over de wijze waarop zij invulling geeft aan de afspraak daarover in het regeerakkoord. Wij overwegen een spoeddebat op dit punt aan te vragen, maar dat doen wij pas op basis van een brief waarin duidelijk wordt uitgelegd welk besluit is genomen en welke overwegingen daarbij hebben meegespeeld. Wij willen die brief voor aanstaande donderdag 11.00 uur hebben.
De voorzitter:
De heer Haverkamp heeft ons een mandje voorgelegd. In dat mandje ligt in de eerste plaats een rappel. Ik neem aan dat de Kamer daarmee akkoord is. U heeft gemerkt hoe het werkt. Zojuist heeft de heer Mastwijk als eerste zijn niet beantwoorde schriftelijke vragen rechtstreeks aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gesteld.
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
De heer Haverkamp heeft voorts aangegeven dat hij overweegt om een spoeddebat aan te vragen over de privatisering van Schiphol, maar wil daar eerst een brief over.
Ik stel voor, eerst de brief van de regering te vragen en na ommekomst daarvan te beslissen over het houden van een spoeddebat.
De heer Haverkamp (CDA):
Voorzitter. Ik houd vast aan de harde toezegging dat de brief donderdag voor 11.00 uur hier is, zodat wij er deze week ook nog iets mee kunnen doen.
De heer Nicolaï (VVD):
Ik steun het verzoek, al is dat niet meer nodig. Ik voeg er wel aan toe het verzoek of de uitlatingen van de heer Bos over de mogelijkheid van het incasseren van superdividend in de beantwoording kunnen worden meegenomen.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Leijten.
Mevrouw Leijten (SP):
Voorzitter. Ik wil graag rappelleren. Dit betreft de vragen aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het gokken via internet op amateurwedstrijden van het Nederlandse voetbal.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Karabulut.
Mevrouw Karabulut (SP):
Voorzitter. Het grote graaien in de top van het Nederlandse bedrijfsleven gaat gewoon door. Nu is er weer een nieuw geval. ABN AMRO wordt in de etalage gezet en verkocht en de topmanager wordt daarvoor rijkelijk beloond, met 26 mln. Rara, hoe kan dit? Daar is terecht heel veel verontwaardiging over. Ik vraag daarom een interpellatiedebat met de minister van Financiën aan.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Voorzitter. Ik kan mij voorstellen dat wij dit verzoek omzetten en een spoeddebat aanvragen, want dan kunnen alle fracties evenwichtig en evenredig meedoen. Ik kan mij tevens voorstellen dat wij de minister eerst om informatie vragen.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Wij hebben een aantal keren hierover de degens gekruist. Volgens mij zijn er geen nieuwe argumenten meer te bedenken. Ik heb geen behoefte aan een spoeddebat of interpellatie.
De heer Tang (PvdA):
Ik sluit mij graag aan bij de heer Cramer.
De heer Tony van Dijck (PVV):
Wij sluiten ons aan bij het verzoek om een spoeddebat.
Mevrouw Karabulut (SP):
Dat wij hier al zo vaak over hebben gesproken dat dit nu geen zin meer heeft, vind ik een nonargument. Vandaag is het ABN AMRO, morgen zal het een ander bedrijf zijn. Ik voldoe graag aan het verzoek van mevrouw Van Gent om het om te zetten in een spoeddebat.
De voorzitter:
Voor dat verzoek heeft u de steun van 30 leden, dus krijgen wij een spoeddebat. Er is ook een voorstel gedaan voor een brief.
Mevrouw Karabulut (SP):
Ik heb daar niet zoveel behoefte aan.
De voorzitter:
Ik stel voor, dit spoeddebat nog deze week te houden met spreektijden van 2 minuten per fractie.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Cramer.
De heer Cramer (ChristenUnie):
Mevrouw de voorzitter. Ik wil graag het verslag van het algemeen overleg ERTMS, capaciteitsproblemen op het spoor en de Betuweroute op de plenaire agenda zetten.
De voorzitter:
Ik stel voor, het verslag toe te voegen aan de agenda voor na het reces.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Zoals men op het weekschema heeft kunnen zien, heb ik donderdag aanstaande bij de aanvang van de middagvergadering ruimte gemaakt voor eventuele stemmingen. Wij zullen in de loop van de week bezien welke stemmingen echt noodzakelijk zijn. Op veler verzoek zal ik ook mijn uiterste best doen om alleen op dat tijdstip na de middagvergadering te stemmen en niet aan het einde van de vergadering, ergens in de nacht van donderdag op vrijdag.
(geroffel op de bankjes)
De voorzitter:
Willen degenen die in de loop van de week hierover andere gedachten hebben, zich dit geluid goed in de oren knopen? Men maakt er niemand gelukkig mee!
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20072008-832-836.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.