30 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, de volgende door hen ingediende moties opnieuw aan te houden: 32849-59; 32849-60; 34300-XIII-37; 34300-XIII-38; 31936-311; 31936-312; 34199-63; 28345-147; 28345-148; 28345-149; 29984-649; 31409-99; 23432-401; 28973-150; 27858-314.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Scheepvaart, met als eerste spreker het lid Jacobi namens de PvdA;

  • -het VAO Inburgering, met als eerste spreker het lid Sjoerdsma namens D66;

  • -het VSO Drones (31936, nr. 326), met als eerste spreker het lid Elias van de VVD;

  • -het VAO Personeel Defensie, met als eerste spreker het lid Belhaj namens D66.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Nispen namens de SP-fractie.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. De onvrede onder medewerkers bij het Nederlands Forensisch Instituut is erg groot. Dat blijkt uit een reportage in de Volkskrant van afgelopen zaterdag. Er is sprake van een angstcultuur en door de visieloze reorganisatie is het wachten op de eerste verdachten die vrijuit gaan doordat het bij het NFI een puinhoop is, aldus het personeel. Ik snap niet dat wij zo kunnen omgaan met een hoogwaardig instituut als het NFI, dat verantwoordelijk is voor sporenonderzoek in strafzaken en een belangrijke bijdrage levert aan het opsporen van criminelen. Daarom wil ik hierover een debat met de minister van Veiligheid en Justitie.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik steun het verzoek om een debat, precies met de argumentatie die zojuist gegeven is. Als dit onderwerp eerder in een AO aan de orde kan komen, dan vind ik dat ook prima.

De heer De Roon (PVV):

De PVV steunt het verzoek.

De heer Krol (50PLUS):

Steun van 50PLUS.

Mevrouw Swinkels (D66):

Steun van D66.

De heer Van Oosten (VVD):

Ik ontvang graag eerst een brief van het kabinet waarin het de toedracht beschrijft. Aansluitend kunnen wij dan bekijken langs welke weg en op welk moment wij dit onderwerp ten spoedigste kunnen bespreken.

Mevrouw Volp (PvdA):

Geen steun voor een debat op dit moment. Eerst een brief en daarna kunnen wij het snelste moment zoeken waarop wij deze zaak kunnen bespreken.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Graag een brief én een debat. Dus steun.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor een debat en een brief.

De voorzitter:

Mijnheer Van Nispen, u hebt geen meerderheid voor het houden van een debat.

De heer Van Nispen (SP):

Ik twijfel of ik nu een dertigledendebat zal aanvragen. Ik denk dat ik toch ga voor een brief en voor bespreking van dit onderwerp bij de eerstvolgende gelegenheid in commissieverband. Wel vraag ik of die brief er in ieder geval voor het einde van het meireces kan zijn.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Kooiman.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Ik vervang mijn collega mevrouw Kooiman. Ik wil graag een debat aanvragen met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht in De Telegraaf van afgelopen zaterdag dat de moord in de gevangenis in Zoetermeer in september 2015 voorkomen had kunnen worden. Met waarschuwingen over deze gevaarlijke gedetineerde werd niets gedaan en er was onderbezetting op de afdeling. Het probleem is dus breder dan alleen deze gruwelijke moord. Het personeel maakt zich zorgen over de veiligheid van personeel en gedetineerden. Er is dus alle reden voor een debat met de staatssecretaris.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Dat verzoek zouden wij willen steunen. Alleen hebben wij vorige week afgesproken dat wij een debat over het gevangeniswezen zullen hebben. Wij zouden dat debat graag met enige spoed willen voeren. Misschien moeten wij dit onderdeel erbij betrekken, zodat wij een breder debat kunnen voeren over het gevangeniswezen, want er is te veel aan de hand. Er was een meerderheid voor het voeren van het debat over het gevangeniswezen. Heel graag dus snel een debat over al die vreselijke incidenten bij het gevangeniswezen.

De voorzitter:

U geeft dus geen steun aan een apart debat, maar u wilt dit onderwerp betrekken bij het debat dat al op de lijst staat.

De heer De Roon (PVV):

De PVV steunt ook dit verzoek.

Mevrouw Volp (PvdA):

Ik kan mij vinden in het voorstel van mevrouw Van Toorenburg. Wel merk ik op dat de zaak nog onder de rechter is. Wij zullen daar rekening mee moeten houden als wij bepaalde zaken willen bespreken.

De heer Van Oosten (VVD):

Mede om de laatstgenoemde reden stel ik prijs op een brief van het kabinet met daarin de zaken die ons kunnen worden meegedeeld. Wij kunnen die informatie dan betrekken bij het debat dat wij zullen voeren.

Mevrouw Swinkels (D66):

Steun voor het voorstel van mevrouw Van Toorenburg.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook ik sluit mij aan bij het voorstel van mevrouw Van Toorenburg.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ik ook. GroenLinks ook.

De heer Van Nispen (SP):

De brief willen we dus graag ontvangen en ik denk dat mijn collega Kooiman zich ook kan vinden in de samenvoeging met het al eerder afgesproken debat, mits dat op niet al te lange termijn gepland zal worden. We zullen in ieder geval de brief afwachten en dan komen we erop terug.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan de heer Smaling.

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. Shell heeft een pamflet naar politieke partijen gestuurd met adviezen voor de verkiezingsprogramma's voor 2017. Daarin is het bedrijf niet de enige en dat mag natuurlijk. Dat is het punt niet. Bij het hoofdstukje over aardgas komt echter een passage naar voren waarin Shell zegt dat verdere productiebeperking in Groningen slechts een marginale verbetering oplevert in de veiligheidssituatie, maar wel heel duur is. Die alinea wordt besloten met de zin dat daarmee ook de economische basis onder het zogenaamde plan-Alders wordt weggehaald. Met mij zijn velen daar dit weekend steil van achterovergeslagen. Shell kwam toen met het verhaal dat het verkeerd begrepen was, maar daar gaan we het hier verder niet over hebben. Ik vind het in ieder geval reden genoeg voor een debat. Ik snap dat er al een debat staat over Groningen. We hebben hier bijna wekelijks een additioneel verzoek, dus een toevoeging aan een bestaand debat vind ik ook prima. Maar ik dacht: ik laat het niet onbesproken.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Dit heeft weer veel onrust veroorzaakt in Groningen. Het is heel jammer dat dit op deze manier weer moet. Het lijkt me goed om dit met elkaar te bespreken en dat in een debat te doen. Het lijkt mij het snelst om het toe te voegen aan het Groningendebat, dat hopelijk kort na het meireces gaat plaatsvinden. Dat zou mijn voorstel zijn. Ik stel ook voor dat de regering hierop een officiële reactie geeft. Ik ontvang graag een brief van de regering om alle onduidelijkheid over dit punt volstrekt weg te nemen. De huizen die versterkt moeten worden voor de veiligheid van onze Groningers, moeten gewoon versterkt worden. Een multinational kan dit niet eenzijdig doen.

De voorzitter:

Het is helder.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Het zou de multinational ook sieren als hij een brief zou sturen.

De voorzitter:

Mevrouw Mulder, het gaat hier om de vraag of u het verzoek steunt of niet. Een verder oordeel mag u geven wanneer het debat aan de orde is. U verwijst ook naar een debat op de lijst. Is dat het debat over de waardedaling van woningen in Groningen, dat uzelf hebt aangevraagd?

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Dat klopt. Er zijn ook al een aantal onderwerpen aan toegevoegd. U als voorzitter zou misschien ook nog bekijken of er wat minuutjes spreektijd bij zouden mogen. We zouden dat natuurlijk enorm waarderen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Agnes Mulder. Ik geef het woord aan mevrouw Van Tongeren.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook GroenLinks is van zijn stoel gevallen bij het lezen van die lobbybrief. Aanstaande donderdag wil ik in de procedurevergadering voorstellen dat wij Shell bij de Tweede Kamer uitnodigen voor een hoorzitting. Dan kan Shell zijn kant van de zaak toelichten en kunnen wij vragen stellen. Daarnaast ben ik voor het voorstel om dit toe te voegen aan het debat, als dat het debat niet onnodig vertraagt. Anders heb ik liever een separaat debat over alleen de invloed en de lobbypraktijken van Shell.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik zou van de regering graag een brief willen waarin zij heel helder maakt dat alle afspraken die er met Groningen zijn gemaakt gewoon worden nagekomen, of het nou gaat om het versterken van de huizen of om het economische programma. Verder lijkt het me inderdaad goed om Shell direct vragen te stellen. Ik stel echter voor om dat dan te betrekken bij de hoorzitting die we gaan houden ter voorbereiding op het debat over het gaswinningsbesluit. Hierbij zijn immers ook andere partijen van belang en die wil ik daar ook graag over horen. Maar afspraak is afspraak en dat hoor ik graag als eerste van het kabinet. Die brief kunnen we dan voegen bij het debat dat al gepland staat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook ik rolde van mijn stoel toen ik de berichtgeving las. Het is echt te gek voor woorden. Ik steun van harte het debatverzoek. Het lijkt mij ook het meest praktisch om het toe te voegen aan het al geplande debat. Ik steun ook het verzoek om een brief van de regering. Ik vind dat er geen enkele onduidelijkheid mag ontstaan voor de Groningers.

De heer Jan Vos (PvdA):

Ik zit nog steeds fantastisch op mijn stoel hier in de Tweede Kamer. Ik vind echter wel dat we onze controlerende taak goed moeten uitvoeren. Daarom hecht ik aan een brief van het kabinet over dit onderwerp, dat terecht is geagendeerd. Het is denk ik verstandig om de suggestie van mevrouw Mulder te volgen ten aanzien van de wijze waarop het onderwerp wordt ingepland in de huidige debatreeksen, en om de suggestie van mevrouw Van Veldhoven van D66 te volgen ten aanzien van de wijze waarop het in de hoorzitting over Groningen wordt ingevoegd.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

De VVD wil het toevoegen aan een debat dat al gepland wordt.

De heer Smaling (SP):

Het is allemaal prima wat ik gehoord heb. Het is een beetje een ritueel geworden om elke week een debat over Groningen aan te vragen. Hopelijk slaan wij volgende week een keer over.

De voorzitter:

Dan is het reces; dat duurt twee weken.

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. We hebben de beantwoording van mondelinge vragen gehad over mevrouw Umar, maar die was voor mijn fractie niet voldoende. Ik leg de Kamer het verzoek voor om een brief en feitenrelaas van het kabinet te vragen over de steun van het kabinet voor deze Nederlandse journaliste. Hoe wordt zij in Turkije vanuit Nederland ondersteund? Het gaat mij om alles wat er op dat gebied gebeurt zodat de Kamer inzicht heeft in de druk die Nederland op Turkije uitoefent om mevrouw Umar zo snel mogelijk vrij te krijgen. Ik wil dat het feitenrelaas en de brief donderdag om 12.00 uur bij de Kamer zijn. Daarop aansluitend vraag ik ook een debat aan.

De heer Ten Broeke (VVD):

Ik steun het verzoek van de heer Voordewind om een dergelijk debat. Er komt straks een tweede verzoek van mevrouw Karabulut. Ik kan mij voorstellen dat die twee debatten worden samengevoegd. Ik steun ook het verzoek om een feitenrelaas. Wellicht is dat een stand van zaken als de feiten nog niet helemaal ten einde zijn. We moeten even kijken hoever het donderdag staat. We hopen natuurlijk allemaal dat mevrouw Ebru Umar op dat moment Turkije heeft kunnen verlaten als zij dat zou wensen. Dat kunnen wij niet voorspellen. Ik steun het verzoek om een feitenrelaas en een brief. Laten wij hier wel even de tijd voor nemen in het belang van haar zaak. Ik denk dat de heer Voordewind dat met mij eens zal zijn.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Steun voor beide verzoeken. Wat mij betreft kan dit debat verbreed worden met het debat dat door mevrouw Karabulut is aangevraagd. Volgens mij heeft de heer De Roon ook een debat staan. Maak er één groot debat van, het liefst nog deze week te houden en, als het kan, met uitbreiding van de spreektijden.

De voorzitter:

Er staan drie debatten op de lijst die ongeveer over hetzelfde onderwerp gaan. Twee van de heer De Roon en een van mevrouw Karabulut.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Wilt u ook de uitbreiding van de spreektijden meenemen?

De voorzitter:

Ik heb u gehoord.

De heer Wassenberg (PvdD):

Na de beantwoording van de mondelinge vragen door de minister van Buitenlandse Zaken zijn nog heel veel vragen onbeantwoord gebleven, dus steun voor het verzoek van de heer Voordewind; steun voor de brief en steun voor het debat.

De heer De Roon (PVV):

De PVV wil natuurlijk ook heel graag een debat over het onderwerp waar de heer Voordewind over wil debatteren. Ik constateer dat er hierna een verzoek van mevrouw Karabulut komt en dat bevat een aantal elementen die mij meer aanspreken, namelijk de minister-president erbij en het debat nog deze week inplannen. Als de heer Voordewind die elementen overneemt in zijn verzoek, dan kan ik hem steunen. Anders ga ik liever voor het voorstel van mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

Daar kan ik mij alleen maar bij aansluiten met de opmerking dat dit natuurlijk een vervolg is op de kliklijnactie. Vervolgens is mevrouw Umar opgepakt. Morgen zal er ongetwijfeld weer iets anders gebeuren. Het kabinet kan nog zo vaak zeggen dat wij niet moeten marchanderen met de mensenrechten, maar dan moet het dat ook niet doen door het sluiten van vuile deals. Ik wil graag de minister-president bij dit debat uitnodigen en het zo spoedig mogelijk, nog deze week, inplannen.

De heer Knops (CDA):

Steun voor het verzoek van de heer Voordewind en de uitbreiding ervan wat de aanwezigheid van de minister-president betreft. Verder sluit ik mij aan bij de woorden van de heer Ten Broeke om het allemaal zorgvuldig op een rijtje te zetten en alle dingen die al eerder zijn aangevraagd erbij te betrekken. Je kunt dat niet allemaal los van elkaar zien.

De heer Sjoerdsma (D66):

Steun voor de verzoeken van de heer Voordewind, inclusief de brief. Ook steun voor de uitbreiding met de aanwezigheid van de minister-president. Gezien zijn betrokkenheid lijkt mij dat wel van belang. Ik zie het liefst dat het debat nog deze week wordt gehouden.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook wij kunnen het verzoek steunen. Dat geldt ook voor het verzoek om het debat nog deze te week te houden, met de minister-president erbij.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor het verzoek van de heer Voordewind. Verder sluit ik me aan bij de heer Ten Broeke.

Mevrouw Maij (PvdA):

Ook ik zou graag steun willen uitspreken voor het verzoek om een brief en het debat. Ik kan me voorstellen dat we dat met enige zorgvuldigheid doen. Ik sluit me daarom aan bij de opmerking van de heer Ten Broeke die ook door anderen is gesteund.

De heer Krol (50PLUS):

En dan sluit ik me weer aan bij de Partij van de Arbeid.

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor het houden van een debat over deze kwestie. Er is geen duidelijkheid over de vraag of het deze week moet plaatsvinden. Daar verschillen de meningen over.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik vind het belangrijk dat de Kamer inzicht krijgt in wat het kabinet nu precies doet. Dat feitenrelaas moet in ieder geval voor donderdag 12.00 uur naar de Kamer worden gestuurd. Op basis daarvan zullen we moeten afwegen of dat aanleiding geeft tot een debat. Ik zeg daar echter bij dat zorgvuldigheid en de veiligheid van mevrouw Ebru voorop moeten staan. Ik wil het feitenrelaas afwachten, maar ik constateer dat er wel een meerderheid is voor het debat.

De heer Ten Broeke (VVD):

Ik heb meegeteld.

De voorzitter:

Ja, er is een meerderheid.

De heer Ten Broeke (VVD):

Er is brede steun voor het verzoek van de heer Voordewind met inbegrip van mijn commentaar dat we gewoon even de tijd nemen die nodig is. Wel willen we deze week dat feitenrelaas ontvangen.

De voorzitter:

Dat is helder en daar is een meerderheid voor.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Er is opgemerkt dat de minister-president bij het debat zou moeten zijn. Dat ondersteun ik van harte.

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor een debat. Ook is er een meerderheid om het niet deze week te doen en voor een feitenrelaas dat naar de Kamer moet komen. Tegelijkertijd kijk ik naar de debatten die al op de lijst staan. Ik stel voor om die samen te voegen met wat meer spreektijd. Dan moeten jullie in onderling overleg bepalen wat de volgorde van de sprekers is.

Mevrouw Karabulut (SP):

Vorige week is de kwestie op tafel gekomen met de actie van het consulaat, de kliklijn. De kwestie-Umar en de uitlatingen van het kabinet zijn het vervolg daarop. De Kamer heeft vorige week breed het debat gesteund om over deze kwesties met de minister van Buitenlandse Zaken, en integratie, te discussiëren. Vandaag volgt het verzoek om dat debat uit te breiden met de aanwezigheid van de minister-president vanwege de ontstane situatie. Ik zou graag zien dat dat brede debat deze week of zo spoedig mogelijk wordt ingepland, met de minister-president erbij.

De voorzitter:

De heer De Roon was eerder met het aanvragen van een debat over de persvrijheid.

De heer De Roon (PVV):

Het debat dat ik heb aangevraagd betreft wat ik "belendende percelen" zou willen noemen, maar het gaat niet over hetzelfde als waar de heer Voordewind nu om vraagt. Ik wil dat toch nog wel even gescheiden houden. Verder sluit ik mij helemaal aan bij wat mevrouw Karabulut zojuist heeft gezegd; dat steun ik.

De voorzitter:

Goed. Ik maak hieruit op dat mevrouw Karabulut vasthoudt aan haar debat dat op de lijst staat en dat het verzoek van de heer Voordewind een meerderheid heeft.

Mevrouw Karabulut (SP):

Ik vraag om een klein beetje beweging van de heer Voordewind. Als het goed is, staan we hier allemaal voor hetzelfde, namelijk dat het kabinet zegt niet te willen marchanderen met de mensenrechten en dat onderwijl wel doet. Daar rijzen heel veel vragen over en als we niet oppassen is daar morgen weer een nieuwe kwestie over.

De voorzitter:

Mevrouw Karabulut, daarvoor is geen meerderheid.

Mevrouw Karabulut (SP):

Deze ingewikkeldheid zou opgelost kunnen worden als de heer Voordewind zou zeggen: prima, dat voegen we samen en dat doen we zo.

De voorzitter:

Misschien is het een idee dat jullie dat onderling even met elkaar bespreken. Nu is in elk geval duidelijk dat de heer Voordewind een meerderheid heeft voor het houden van een debat en dat er voorafgaand aan dat debat een feitenrelaas moet komen. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan mevrouw Karabulut. Of hebt u alles al gezegd?

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Misschien toch nog één poging. Uiteraard gaat het welzijn van mevrouw Umar voor. Ik ben er ook van overtuigd en heb er alle vertrouwen in dat de ambassade en alle mensen hun werk doen. Dit gaat even verder dan alleen mevrouw Umar. Vorige week hebben wij de kliklijn gehad, via het Turkse consulaat. Daarna is de kwestie Umar op tafel gekomen. Het kabinet ontkent in alle toonaarden dat dit iets te maken heeft met een politieke deal met Turkije. Daar heeft het alles mee te maken …

De voorzitter:

Nee, mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

… dus zou ik een beroep willen doen op mijn collega's om dat brede debat zo spoedig mogelijk, deze week, te houden. Daarvoor wil ik niet alleen de kwestie Umar geagendeerd zien; het onderwerp is breder. Ik denk dat we dan recht doen aan het onderwerp en aan wat er in de samenleving leeft.

De heer Ten Broeke (VVD):

Een herhaling van zetten. Vorige week hebben wij van harte het verzoek van mevrouw Karabulut gesteund. Vandaag doen we datzelfde met het verzoek van de heer Voordewind. Mevrouw Karabulut is er zeer wel van doordrongen dat zorgvuldigheid in het belang is van degene om wie het gaat. We hebben ook om een feitenrelaas gevraagd. Dat moet er deze week zijn. Een brief moet er deze week zijn. Het debat moet echter plaatsvinden op het moment waarop dat kan. Wij voegen nu een aantal zaken samen en daar doen wij iedereen recht mee, volgens mij ook mevrouw Karabulut en haar verzoek. Ik wil dan ook op enige consistentie aandringen bij mevrouw Karabulut.

De voorzitter:

Geen steun dus.

De heer De Roon (PVV):

Ik steun het voorstel van mevrouw Karabulut voor een debat uiteraard wel. Als uit de brief blijkt dat het voeren van een debat op donderdag gevaarlijk wordt voor mevrouw Ebru Umar, kunnen we daarover dan, op dat moment, besluiten. De conclusie zou wat mij betreft zijn: het debat wel inplannen voor donderdag en als het te gevaarlijk blijkt te zijn, kunnen wij dat donderdag bij de regeling van werkzaamheden alsnog besluiten. Ik vind het hartstikke belangrijk dat mevrouw Ebru Umar nog deze week thuiskomt in Nederland.

De voorzitter:

Dat hebt u gezegd.

Mevrouw Maij (PvdA):

Nogmaals, steun voor het debat, net als wij vorige week hebben gezegd. Ook steun voor het debat van de heer Voordewind dat net werd voorgesteld. In het kader van de zorgvuldigheid moeten we even goed nadenken over de vraag wanneer we dat inplannen. Ik denk dat het niet per se deze week zou moeten.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Nogmaals steun en deze week inplannen.

De heer Wassenberg (PvdD):

Ik vrees dat mevrouw Karabulut er geen meerderheid mee gaat halen, maar de Partij voor de Dieren steunt haar verzoek om het deze week in te plannen, op donderdag dus.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wij ook.

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Ten Broeke.

De heer Sjoerdsma (D66):

Steun voor mevrouw Karabulut.

Mevrouw Karabulut (SP):

Helaas moet ik concluderen dat het erop lijkt dat de minister-president, die deze internationale ontwikkeling in goede banen zou moeten leiden — dit is chefsache — uit de wind wordt gehouden. Uiteraard gaat de veiligheid van mevrouw Umar voor. We zullen zien wat het donderdag oplevert, maar ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de heer Ten Broeke en anderen de minister-president gewoon proberen te sparen.

De voorzitter:

Dank u wel.

Het woord is aan mevrouw Volp.

Mevrouw Volp (PvdA):

Voorzitter. Er is nog wat rumoer.

De voorzitter:

Ja, vooral bij de VVD, zie ik.

Mevrouw Volp (PvdA):

Voorzitter. Ik wil aandacht vragen voor een iets minder heftig, maar toch ook belangrijk punt. In het Parool van afgelopen weekend luidden de eerstehulpartsen de noodklok over het alcoholgebruik. Twee derde van de patiënten die zich melden op de eerste hulp in het weekend van het OLVG is dronken, valt andere patiënten lastig, plast in de verblijfskamers en molesteert zorgverleners. In hetzelfde Parool gaat het een paar pagina's verder over blurring. Ik denk dat het tijd wordt voor een debat met de staatssecretaris van VWS over de vraag hoe om te gaan met NIX18-plus.

De heer Van der Staaij (SGP):

Van harte steun voor dit debatverzoek. Wij hebben inmiddels ook schriftelijke vragen ingediend. Als het verzoek een meerderheid krijgt, willen wij de vragen graag beantwoord zien voor het debat plaatsvindt.

De heer Ziengs (VVD):

Gezien de plenaire agenda en alle debatten wil ik de collega voorstellen om het te behandelen in het AO Alcoholbeleid, dat we binnenkort op de agenda kunnen zien verschijnen.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ook wat D66 betreft, betrekken wij het bij het AO Alcoholbeleid. Wij willen echter wel een brief zien van de staatssecretaris.

Mevrouw Agema (PVV):

Geen steun. Laat de mensen die een alcoholvrij land willen, zich vooral in een islamitisch land vestigen.

Mevrouw Leijten (SP):

Er is een uitspraak gedaan over blurring, alcohol verkopen in een ander soort winkel, zoals een boekwinkel of een kledingzaak. Dat zou niet mogen. De commissie heeft de staatssecretaris inmiddels om een reactie daarop gevraagd. Het lijkt mij uitermate geschikt om dat onderwerp samen te voegen met wat de artsen van de spoedeisende hulp zeggen en dat in een algemeen overleg te behandelen.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Wel steun voor een brief, maar niet voor een debat.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt alles wat overmatig alcoholgebruik indamt. Ik steun dus dit verzoek om een debat en ik wil er ook graag in een AO over praten, zo snel mogelijk.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik sluit me aan bij de fracties die voorstellen om dit in een algemeen overleg te behandelen. Ik steun wel het verzoek om een brief.

De voorzitter:

Mevrouw Volp, er is geen meerderheid voor het houden van een debat, maar er wordt gezegd dat het wel prima kan worden behandeld in een algemeen overleg. Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Meer dan een miljoen mensen hebben geen mensen in hun omgeving die kunnen helpen bij ziekte of ongeluk. Daar zitten ten minste 400.000 80-plussers bij. Dat zijn dus 400.000 bejaarden die met lede ogen kijken naar de kaalslag in de zorg en de ondersteuning. Datzelfde geldt voor 400.000 mensen met een beperking. Het is ontluisterend om te vernemen dat meer dan een miljoen mensen alleen zijn en niet kunnen rekenen op zorg en ondersteuning, en ook steeds minder op de overheid. Daarom wil ik een debat met de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik deel deze zorgen en ik wil ook graag weten hoe het kan dat dit rapport uit 2014 ons nooit heeft bereikt. Dit rapport kwam uit voordat wij in de Tweede Kamer de grote wetten, de Wmo en de AWBZ, behandelden. Ik steun dus het verzoek om een debat en ik krijg ook graag een brief van de regering waarin zij uitlegt waarom dit zo lang op de plank is blijven liggen.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Geen steun voor een debat, maar wel voor een brief. Ik wil ook uitleggen waarom ik het verzoek niet steun. Bij navraag heeft het SCP nadrukkelijk aangegeven dat het niet heeft onderzocht of het al of niet hebben van een sociaal netwerk gekoppeld is aan het ontvangen van zorg en ondersteuning. We willen dus graag eerst helderheid daarover en dan verder kijken wat we daarmee doen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik heb de berichten ook gelezen en ik maak me ook zorgen. Ik heb ze echter wel iets anders gelezen, namelijk zo dat 1,1 miljoen mensen in ons land niemand hebben om op terug te vallen als ze ondersteuning nodig hebben, of in ieder geval denken dat zij niemand hebben om op terug te vallen. Ik vind dat ernstig genoeg, dus ik wil heel graag dat daar een debat over wordt gevoerd. Ik steun dus het verzoek om een debat. Ik steun ook het voorstel van mevrouw Dijkstra. Het ging net even heel snel, maar kennelijk is er verwarring over de cijfers. Ik wil wel dat daar duidelijkheid over is voordat wij het debat voeren. Dat steun ik dan wel.

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor de brief. Die leidt hopelijk tot duidelijkheid. Daarna wil ik zeker een debat.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik steun het verzoek om een debat hierover. Ik begrijp dat het om een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau van april 2016 gaat, dat betrekking heeft op 2014. Volgens mij is het dus niet aan de orde dat het rapport zelf niet eerder is gepubliceerd vanwege het kabinet. Het is puur een kwestie dat dit rapport nu pas is uitgekomen. Ik steun dus dit verzoek, maar ik ben het niet eens met de toevoeging van de PVV-fractie.

De heer Potters (VVD):

Ik sluit me aan bij dat laatste punt. Het is een rapport uit 2016 over 2014. Ik heb nu nog geen behoefte om een debat in te plannen omdat eind mei een AO Wmo gepland staat. Dat is na het reces. Dat is zo snel mogelijk en het is prima om het daarin te bespreken. Dat is in ieder geval wel de planning die ik graag volg.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Dijkstra en de heer Potters. Wellicht is het mogelijk om de reactie van het kabinet wel voor dat AO te hebben. Dat is al best snel, namelijk over twee weken. Dan kunnen we het onderwerp daarin meenemen.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik verleen hier wel graag steun aan, want er is echt wel wat aan de hand: gemeenten houden geld over, het aantal bezwaarschriften is verdubbeld en deze week is dat CBS-rapport verschenen. Waar ik wel een beetje mee worstel, is het volgende. We hebben vorige week of de week ervoor al met elkaar vastgesteld dat er steun is voor een dertigledendebat naar aanleiding van het bericht dat gemeenten geld overhouden. Het zou mij een lief ding waard zijn, daarbij kijkend naar de PvdA en de VVD, om die debatten samen te voegen en er een meerderheidsdebat van te maken, dat we wat sneller kunnen agenderen. Anders hebben we een gigantische lijst met dertigledendebatten die misschien over anderhalf jaar pas aan de orde zijn. Dat zou ik zonde vinden. Om de druk op de PvdA en de VVD te leggen om daarmee in te stemmen, krijgt dit verzoek nu steun van de CDA-fractie.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik vind de redenering van mevrouw Keijzer goed. Het lijkt mij goed om hierover een breed debat te voeren. Ik steun dit verzoek en hoop dat dit leidt tot een mooie samenvoeging van debatten.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u hebt geen meerderheid voor het houden van een debat.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik wil nog even zeggen dat ik heel goed heb begrepen dat de mensen die geen netwerk hebben, niet allemaal zorg krijgen. Maar wat gebeurt er als zij een heup breken? Kunnen zij dan ontslagen worden uit het ziekenhuis? Nee. Dan is er niemand die naar hen omkijkt. Ook de overheid doet dat steeds minder. Ik snap heel goed dat de partijen die daarvoor verantwoordelijk zijn, hierover geen debat willen voeren. Dat spijt mij heel erg. Ik vraag mij af of de reactie er kan zijn voor het debat dat geopperd wordt door de woordvoerder van de Partij van de Arbeid. Ik hoop het, want dan kunnen we die erbij betrekken. Als die reactie er niet is, dan sta ik hier gewoon weer.

De voorzitter:

Zo ken ik u weer! Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

U hebt nog een verzoek, mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Het is wel een beetje een raar vervolg. We hadden het net over mensen die eenzaam zijn en steeds minder een beroep kunnen doen op professionele zorg. Tegelijk hebben we het dag in, dag uit over faillissementen in de zorg. We hebben in de Kamer besloten dat we een meerderheidsdebat zouden voeren over TSN Thuiszorg. Gisteren is het definitieve faillissement uitgesproken. 40% van het personeel is zijn baan kwijt. Er komt nu een faillissement van Diafaan overheen. Ik weet dat de agenda van de Kamer vol is, maar ik hecht eraan om het verzoek te doen om na het reces dit debat te voeren.

De voorzitter:

Ik zie hier dat dit debat nummer 52 op de lijst is.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Dit verzoek wil ik wel steunen.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ook D66 steunt dit verzoek.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Het wordt tijd dat we het gaan bespreken. Steun.

De heer Krol (50PLUS):

Heel hard nodig. Steun.

De heer Potters (VVD):

Steun.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook GroenLinks steunt dit.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Steun.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

De voorzitter:

Dan gaan we daar rekening mee houden. Jullie kunnen het wel hoor, snel reageren. Dat weet ik.

Het woord is aan mevrouw Van Tongeren namens GroenLinks.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. De negatieve ontwikkelingen rond de bejaarde en onveilige kerncentrales in België houden niet op. Nu heeft ook de Luxemburgse regering gezegd dat zij graag wil dat België deze gevaarlijke kerncentrales sluit. Het enige land dat die oproep nog niet gedaan heeft, is Nederland. En daarover zou ik op korte termijn met de minister van Economische Zaken en/of — het kabinet vaardigt af wie het wil — de verantwoordelijk minister voor veiligheid, minister Schultz, een debat willen voeren. Het debat staat reeds op de lijst, maar week in, week uit stapelen de incidenten zich op. Namens het CDA mag ik zeggen dat die fractie een snel debat hierover steunt.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Als collectief geheugen van de commissie voel ik mij tegenwoordig mede beleidsmedewerker van GroenLinks.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Wees welkom.

De heer Remco Dijkstra (VVD):

Mevrouw Van Tongeren heeft al drie keer zaken toegevoegd aan het debat over incidenten bij Belgische kerncentrales. Zij is er evenwel bij e-mail mee akkoord gegaan om dit debat van de lijst af te halen en dit alles te behandelen bij het algemeen overleg dat over vijf werkdagen, op 24 mei, gepland staat. Nu voegt mevrouw Van Tongeren er weer een debat aan toe. Ik zou zeggen: doe dat allemaal zo snel mogelijk in dat AO. We hebben dat ook niet voor niets uitgebreid met één uur extra spreektijd. Ik denk dat het daar het eerste tot zijn recht komt.

De voorzitter:

Dus geen steun.

De heer Krol (50PLUS):

Niet omdat het om bejaarde kerncentrales gaat, maar omdat het om gevaarlijke kerncentrales gaat, graag steun.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt ook het debat. Dat hebben wij eerder ook al gedaan. Ik zou het ook graag snel willen inplannen, maar als het AO eerder is moet het dan aan de orde komen. Gisteren was er een nieuw bericht in de media over de discutabele onafhankelijkheid van de Belgische toezichthouder. Daar werden vraagtekens bij geplaatst. Ik zou daar graag een reactie op krijgen van het kabinet, zodat wij dat nog bij het debat kunnen betrekken.

De heer Wassenberg (PvdD):

Die minuut spreektijd is zelfs onvoldoende om alle incidenten van de afgelopen maanden te behandelen. Ik steun dus het verzoek van mevrouw Van Tongeren en ik steun ook de vraag om een brief van het kabinet hierover. Snel een debat hierover, dus steun.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Voorzitter. Ook steun van D66 voor een snel debat. Mocht dat AO nou echt veel eerder zijn, dan moet het daarin gebeuren.

De heer Madlener (PVV):

Omdat het AO zeker eerder zal zijn, geen steun voor dit debat. Gewoon bespreken in het AO.

De heer Smaling (SP):

Wel steun om het hier een keer daarover te hebben. Als het AO echter eerder is — en daar ziet het naar uit — dan gaan we het wat mijn fractie betreft eerst daar over deze kwestie hebben.

De heer Jan Vos (PvdA):

Steun, maar de suggestie van de VVD die door een aantal woordvoerders is gevolgd, om het in het AO te bespreken, snijdt wel hout. Het verzoek van mevrouw Dik om een brief snijdt ook hout. Ik wil dat dus graag steunen.

De voorzitter:

Mevrouw Van Tongeren, er was al een debat …

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ja, er was al een debat en het lukt mij niet om het eerder geregeld te krijgen. Ik tel dus mijn knopen en wacht het AO af. Ik hoop dat er in de tussentijd verder geen ernstige incidenten zijn.

De voorzitter:

Er is ook om een brief gevraagd. Daarom stel ik voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Bashir.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Een op de zeven mensen die recht hebben op toeslagen, vragen die niet aan omdat zij simpelweg niet weten dat zij er recht op hebben. Het gaat vaak om bedragen tot €1.000 waar mensen recht op hebben maar die zij laten liggen. Dat is heel opmerkelijk, want de Belastingdienst heeft alle gegevens. Dus na het invullen van de belastingaangifte zou de Belastingdienst er simpel op kunnen wijzen dat iemand mogelijk nog recht heeft op zorgtoeslag, kindgebonden budget of misschien huurtoeslag. Ik wil hier graag over spreken met de staatssecretaris van Financiën, het liefst op zo kort mogelijke termijn. Wat mij betreft, zou dat in de vorm van een dertigledendebat kunnen.

De voorzitter:

Oh, u gaat er nu al van uit dat er geen meerderheid is. We gaan tellen.

De heer Krol (50PLUS):

U weet dat ik hierover ook mondelinge vragen had willen stellen. We zullen er zeker ook schriftelijke vragen over stellen, maar ik steun het verzoek.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

We steunen het voorstel voor een debat, misschien voorafgegaan door een brief zodat we het standpunt van het kabinet hebben.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik aarzel een beetje om een spoedig dertigledendebat aan te vragen, want die twee dingen verhouden zich niet zo lekker tot elkaar hier in de Kamer. Dat zal ook aan onszelf liggen, met de hoeveelheid dertigledendebatten die wij aanvragen. Wat ons betreft steun hiervoor, maar ook steun om eventueel donderdag tijdens de procedurevergadering Financiën te vragen om dit in een AO met de staatssecretaris van Financiën en de staatssecretaris van Sociale Zaken te bespreken, als dat zou worden besloten.

De heer Groot (PvdA):

Het is inderdaad een groot probleem dat mensen veel toeslagen mislopen. We weten hoe lang het duurt voordat debatten plenair georganiseerd worden. Mijn suggestie is om het te betrekken bij het AO dat heel snel komt en gaat over de Belastingdienst. Dat biedt de ruimte om dit probleem aan te kaarten. Als dat dan onvoldoende bevredigend is, kunnen we altijd nog een plenaire voortzetting doen.

De voorzitter:

Voorlopig dus geen steun?

De heer Groot (PvdA):

Mijn voorstel is om het bij het AO te betrekken. Voorlopig geen steun.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Wat ons betreft is het prima om daarover een brief te vragen en deze dan te betrekken bij het eerstvolgende AO; dat zou het AO Belastingdienst kunnen zijn.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Steun voor een plenair debat, want het toeslagensysteem is gewoon veel te ingewikkeld. Nu blijken een hoop mensen daar de dupe van te zijn. Ik vind dit helemaal niet passen bij een AO Belastingdienst, want dat gaat over het functioneren van de Belastingdienst en dit gaat over iets heel anders.

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Groot. Ik wil wel graag een uitgebreide brief van het kabinet en dan kunnen we op die manier daar het snelste over praten.

De voorzitter:

Mijnheer Bashir, u hebt wel steun voor een dertigledendebat.

De heer Bashir (SP):

Het voordeel van een plenair debat is ook dat we mogelijk meer mensen kunnen bereiken en daarmee kunnen laten zien dat ze wellicht recht hebben op toeslagen. Ik zou mijn verzoek dus toch willen handhaven. Waarom spoedig? Omdat de Belastingdienst natuurlijk ook tijd nodig heeft om de systemen aan te passen zodat mensen er na het doen van de aangifte op gewezen worden dat ze recht hebben op toeslagen. Daarom zou het dus fijn zijn als we nog voor het Belastingplan ergens een gaatje kunnen vinden om dit te bespreken met de staatssecretaris.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Leijten, namens de heer Van Gerven.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Zo meteen is er een VAO Geneesmiddelenbeleid. Dat gaat onder andere over een geneesmiddel dat per 1 mei niet meer vergoed wordt, terwijl een nieuw geneesmiddel duurder is, waardoor er enorme bijbetalingen zijn. Wij willen graag een vooraankondiging doen voor stemmingen. Het is mogelijk dat de minister een motie overneemt en de Kamer daarmee akkoord gaat. Dan zouden die stemmingen weer kunnen vervallen, maar ik wil toch aangeven dat wij er wel aan hechten dat, als het nodig is, we over de motie over dat geneesmiddel voor ADHD'ers kunnen stemmen, het liefst donderdag. Het gaat over een motie die wij nog gaan indienen en daar zit dus die tijdsdruk op.

De voorzitter:

Wij zullen bekijken hoe we daarmee omgaan.

Het woord is aan mevrouw Keijzer, namens het CDA.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. De Lelie zorggroep stopt met wijkverpleging in Zwolle en Amersfoort, omdat de tarieven die daarvoor betaald worden gewoon niet meer toereikend zijn. Dit is niet alleen een groot probleem voor de keuzevrijheid van mensen, maar is wat mij betreft het begin van een discussie die we in de huishoudelijke zorg al gehad hebben, namelijk over faillissement door te lage tarieven, en die nu dus blijkbaar langzamerhand overgaat naar de wijkverpleging.

De voorzitter:

En u wilt een debat?

Mevrouw Keijzer (CDA):

Hoe raadt u dat, voorzitter?

De voorzitter:

Ja, ongelooflijk.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik wil daar heel graag een debat over voeren met de staatssecretaris van VWS.

Mevrouw Agema (PVV):

Steun.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Van harte steun. Wij hebben in alle wetten de identiteitsgebonden zorg verankerd. We zien dat dit in de grote steden nu al ingewikkeld is, laat staan in wat kleinere gemeenten. Ik steun het debat dus van harte, en ik zou ook graag een brief van de staatssecretaris willen, waarin hij ingaat op de onderdelen van zorg, omdat mij berichten bereiken dat dit niet alleen de reguliere thuiszorg betreft, maar ook de terminale zorg. Dat zou natuurlijk helemaal verschrikkelijk zijn. Het is beide erg, maar de terminale zorg gaat ons allemaal zeer aan het hart. Ik wil daar graag duidelijkheid over.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor het debat en voor de brief die is gevraagd, omdat ook de SGP zich zorgen maakt over de verschraling van het zorgaanbod.

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Van D66 geen steun voor het debat maar wel voor een brief.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik steun het verzoek om een debat, maar ik zou mevrouw Keijzer willen meegeven dat we al een algemeen overleg over wijkverpleging gepland hebben, dat veel eerder zal plaatsvinden dan dit debat. Daarmee kunnen we ons allemaal misschien een beetje helpen.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Wel steun voor een brief; niet voor een debat. Een algemeen overleg lijkt mij ook de snelste manier om hierover te spreken.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks sluit zich aan bij mevrouw Leijten.

De heer Potters (VVD):

Steun voor een brief; geen steun voor een debat.

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, u hebt geen meerderheid voor het houden van een debat.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Nee, dat klopt, voorzitter; wel voor een dertigledendebat. Ik wil dat op de lijst laten zetten voor het geval dat er in het AO onvoldoende ruimte is om hierover te spreken of er onvoldoende antwoorden komen, wat ook zomaar zou kunnen. Dan hebben we nog een ander moment om dit te bespreken.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Omtzigt van het CDA.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Zojuist heb ik in het vragenuurtje een aantal vragen gesteld over de uitzending van Nieuwsuur van gisteren waaruit bleek dat de Belastingdienst geen absolute geheimhouding beloofd heeft aan een tipgever en dat niet eerlijk aan het hof in Arnhem-Leeuwarden en aan de Hoge Raad heeft medegedeeld. Bij bijna elke vraag verwees de staatssecretaris naar een brief die nog moest komen. Hij gaf dus eigenlijk geen antwoorden. Dat snap ik ook wel, want het is een vrij zware zaak. Daarom stel ik voor dat deze Kamer een schriftelijke vragenronde houdt via de commissie voor Financiën, waarin zij heel precies een aantal vragen kan formuleren …

De voorzitter:

Ja, dat moet via de commissie.

De heer Omtzigt (CDA):

Nou, als voorbereiding, want anders mag ik hier natuurlijk niet staan, dat weet ik, …

De voorzitter:

Nee, maar …

De heer Omtzigt (CDA):

… op een plenair debat over deze belangrijke zaak. Ik hoop daarvoor een meerderheid te kunnen krijgen, want het zou ernstig zijn als de Belastingdienst inderdaad niet de volledige waarheid verteld heeft bij de rechter.

De heer Van Weyenberg (D66):

Inderdaad, de Nieuwsuuruitzending riep heel veel vragen op en dat zijn er niet minder geworden bij mijn fractie na het vragenuurtje, dus van harte steun voor een debat. Het is inderdaad een goed idee om voorafgaand daaraan nog een ronde met vragen te doen in aanvulling op de toezeggingen die de minister reeds heeft gedaan in het vragenuurtje op de vragen van de heer Omtzigt en mijzelf.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ook steun van de PVV. Als de belastingbetaler niet de waarheid spreekt tegen de Belastingdienst, krijgt hij een dikke boete. De Belastingdienst doet dat dus zelf niet en daarom steun ik het verzoek. Ik heb inderdaad ook een aantal aanvullende vragen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Steun voor het schriftelijke vragenrondje en ook voor het debat. Het kan niet zo zijn dat de Belastingdienst onjuiste informatie doorgeeft aan het OM.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks.

De heer Groot (PvdA):

Volledige steun voor een schriftelijke vragenronde. We hebben zonet al een voorschot op het debat gehad. Ik stel voor om de beslissing om er een debat over te houden, pas te nemen na dat schriftelijke rondje. We moeten voorkomen dat Kamerdebatten en rechtszaken door elkaar gaan lopen, dus dat vereist een zorgvuldige voorbereiding. Dus volle steun voor een schriftelijke vragenronde. Laten we daarna beslissen of een debat zinnig is.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Steun voor een brief en een schriftelijke ronde. Het is een complex dossier. Ik denk dat dat ook het nodige vraagt van die brief van de staatssecretaris. Het lijkt me goed dat we als we de brief hebben, bepalen hoe we daarmee exact verder gaan, ook in het licht van alle juridische procedures.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor een zorgvuldig debat.

De voorzitter:

Mijnheer Omtzigt, er is geen meerderheid voor het houden van een debat.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik betreur dat in hoge mate; vooral omdat er op dit moment helemaal geen juridische procedures zijn. Het is tot aan de Hoge Raad geweest. Als hier serieus wordt gevraagd of in de rechtbank de waarheid is gesproken, dan snap ik echt niet waar de coalitiepartijen het lef vandaan halen om te zeggen dat we het daar niet over hoeven te hebben. Ik zet mijn verzoek om in een verzoek om een dertigledendebat. Na het antwoord op deze vragen zal ik hier terugkomen en zal ik vragen om een plenair debat met de staatssecretaris van Financiën en eventueel ook met de minister van Veiligheid en Justitie. Dit raakt namelijk de rechtsstaat. Ik ben toch een klein beetje teleurgesteld in een paar collega's.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan de heer De Graaf namens de PVV.

De heer De Graaf (PVV):

Voorzitter. Afgelopen zaterdag lazen we in De Telegraaf dat er in het azc in Alphen aan den Rijn zestien tv's zijn gejat, maar we lazen ook dat de natte ruimtes te smerig zijn om nog schoon te kunnen maken. De gevangenisdirecteur zegt: dat klopt, alleen dat hadden we eerder kunnen weten. Er was sprake van een ontkenning bij de Dienst Justitiële Inrichtingen, die door staatssecretaris Dijkhoff achteraf een beetje slapjes werd goedgepraat. Voorzitter, ik ben bijna klaar met het feitenrelaas voor de debataanvraag.

De voorzitter:

Ja, ik hoor het.

De heer De Graaf (PVV):

Er zijn reeds 51 incidenten geweest waarbij politie nodig was. Er is handel in drugs, een vermoeden van ronselen en ga zo maar door. Ga eens met een witgoedboer praten, want die haalt zijn omzet tegenwoordig alleen nog maar uit azc's. Daarnaast lazen we ook nog in Trouw dat alle asielzoekers een kniptangetje hebben om zogenaamd de fietsen van hun kinderen te repareren, terwijl ze daarmee vooral dingen stelen.

De voorzitter:

U hebt alles al gezegd.

De heer De Graaf (PVV):

Aangezien deze wetteloosheid regeert en deze lijst van incidenten in ieder geval suggereert dat het niet alleen in één azc plaatsvindt, maar in veel meer — dat klopt ook met de verhalen die je uit het land hoort — wil ik daarover een debat aanvragen met staatssecretaris Dijkhoff. Deze wetteloosheid moet aan de kaak worden gesteld, ze moet worden beëindigd en die azc's moeten dicht.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

We hebben net al geconcludeerd dat we een vrij uitgebreid debat gaan hebben over de DJI en misschien kan dit onderwerp daarin worden meegenomen.

De voorzitter:

Dus geen steun?

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Nee, voorzitter.

De heer Van Oosten (VVD):

Ook geen steun. Ik vind het wel interessant om een brief te ontvangen met daarin wat nadere duiding van het kabinet.

Mevrouw Volp (PvdA):

Ik denk dat mevrouw Van Toorenburg een goed voorstel doet. Ik kan mij ook vinden in een brief, maar niet in een apart debat.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Op dat laatste punt ben ik het echt helemaal niet eens met beide collega's. Ik denk dat de discussie over asielinstroom wel gevoerd zou moeten worden. Ik steun het verzoek van de PVV niet, ook niet omdat ik uit de media opmaak dat de DJI dit beeld helemaal niet herkent. Ik zou wel behoefte hebben aan een brief, waarin het kabinet dit punt uiteenzet; wat dat betreft val ik dus het verzoek van de heer Van Oosten bij.

De heer Voordewind (ChristenUnie):

We krijgen meteen na het reces weer een asieldebat. Ik steun het verzoek om een brief en om opheldering van het kabinet. We moeten deze signalen zeker serieus nemen en we moeten het kabinet ook zeker om een reactie vragen. Wellicht kan de brief voor het AO over asielopvang komen, dat we net na het reces hebben. Ik steun het verzoek om een debat niet.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Een brief lijkt mij prima en wie dat wil, kan die betrekken bij het AO over asielbeleid.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Prima. Verder sluit ik mij aan bij hetgeen mevrouw Van Toorenburg naar voren heeft gebracht.

De voorzitter:

Mijnheer De Graaf, u hebt geen meerderheid voor het houden van een debat.

De heer De Graaf (PVV):

Ik heb in ieder geval wel gehoord dat het aanbevelingswaardig is om dit punt aan het andere debat toe te voegen. Ik ga daar graag op in. Ik zou de brief ruim van tevoren willen hebben en ik zou ook graag een korte schriftelijke ronde vooraf willen.

De voorzitter:

Dat kan via de commissie.

De heer De Graaf (PVV):

Dan zal ik dat zeker op die manier regelen, voorzitter.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Tot slot geef ik het woord aan mevrouw Koşer Kaya, die spreekt namens D66.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Vinkjes en keurmerken: consumenten begrijpen er inmiddels nog maar heel weinig van. In de Volkskrant van vandaag staat een artikel daarover. Diëtisten, voedseldeskundigen en de Consumentenbond geven allemaal aan dat we daar een keer van af moeten stappen. Ik wil mede namens mevrouw Sjoera Dikkers van de PvdA een debat hierover aanvragen.

Mevrouw Lodders (VVD):

De VVD steunt dit verzoek niet. Volgens mij hebben we donderdag een procedurevergadering van de vaste Kamercommissie voor Economische Zaken, waarin mevrouw Koşer Kaya een bijzondere procedure of een gesprek aankondigt. Volgens mij zijn er een aantal debatten gaande, niet alleen bij EZ, maar ook bij VWS, waarin dit aan de orde komt. Geen steun dus voor een debat, want we kunnen dit veel eerder op een andere wijze bespreken.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

De heer Geurts heeft mij meegegeven dat er binnenkort een debat geagendeerd is over het WRR-rapport over voedsel. Wellicht kan het daarbij betrokken worden.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Bij dat laatste sluit ik me aan.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Uit het hele WRR-rapport over voedselbeleid heeft de regering helaas maar drie punten overgenomen waarop zij een tandje bij wil zetten. Eén van die punten betreft de keurmerken. Laten we dit onderwerp dus bij dat debat aan de orde stellen. Ik steun het verzoek om een apart debat dus niet.

De voorzitter:

U hebt geen meerderheid voor uw verzoek, mevrouw Koşer Kaya.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Het debat over het WRR-rapport is nog steeds niet geagendeerd. Toch is dit een wekelijks terugkerend punt. Maar goed, ik kan ook tellen en zie dat er op dit moment geen steun is voor een debat hierover. Ik zal dit donderdag nog een keer op de agenda zetten, samen met een ander punt over de keurmerken dat ik ook aan de orde wil stellen.

De voorzitter:

U hebt geen verzoek om een brief gedaan, dus dan hoef ik dit deel van het stenogram niet door te geleiden.

Dan zijn we aan het einde gekomen van de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven