38 Circulaire economie

Aan de orde is het VSO Circulaire economie (32852, nr. 119).

De voorzitter:

Aan de orde is het VSO Circulaire economie. Ik heet de staatssecretaris van harte welkom in ons midden, evenals de leden. Ik geef graag mevrouw Kröger als eerste het woord. Zij spreekt namens de fractie van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb een drietal moties, dus ik ga heel snel van start.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Europese Single-Use Plastics-richtlijn vanaf 2021 ingaat, waar onder andere een verbod op bepaalde plastic wegwerpproducten in opgenomen is;

overwegende dat verschillende Europese lidstaten, zoals Duitsland en Frankrijk, de richtlijn al in hun wetgeving hebben doorvertaald;

verzoekt de regering om een ambitieuze uitwerking van de SUP-richtlijn spoedig naar de Kamer te sturen, inclusief ambitieuze bindende nationale doelstellingen voor consumptievermindering, een verbod op het gratis verstrekken van kunststofproducten voor eenmalig gebruik, concrete acties om hergebruik te promoten en maatregelen om kwalitatief hoogwaardig te monitoren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 120 (32852).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dan een motie over de aanbestedingsregels voor de rijksoverheid en het gebruik van zeer zorgwekkende stoffen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering een voorbeeldfunctie heeft met betrekking tot duurzaam inkopen;

constaterende dat de regering schoenen en kleding aanschaft voor Defensie en hulpdiensten waarin GenX en pfoa zit verwerkt in het membraan;

constaterende dat er alternatieven zonder zeer zorgwekkende stoffen mogelijk zijn;

constaterende dat er in het aanbestedingsbeleid en de technische specificaties voor kleding en schoenen voor Defensie en hulpdiensten momenteel geen rekening wordt gehouden met de recyclebaarheid van het materieel;

verzoekt de regering om te onderzoeken of de recyclebaarheid van kleding en schoenen in de aanbestedingsregels kan worden opgenomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 121 (32852).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Tot slot.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de coronacrisis en geopolitieke ontwikkelingen hebben gezorgd voor een lage olieprijs, waardoor de prijs van virgin plastic gigantisch gedaald is;

constaterende dat dit heeft geleid tot een recyclingcrisis, omdat de recyclingsector geen afnemers kan vinden voor het inmiddels duurdere plasticrecyclaat;

constaterende dat de brancheorganisaties voor zowel de Nederlandse als de Europese recyclingsector hebben gewaarschuwd dat een groot deel van de industrie haar productie zal moeten neerleggen;

overwegende dat deze crisis de ambities van de regering op het gebied van circulaire economie in de weg staat;

verzoekt de regering om op korte termijn in beeld te brengen welke concrete acties ondernomen kunnen worden om de recyclingsector te steunen, en hierover de Kamer na het zomerreces te informeren;

verzoekt de regering tevens om zich daarnaast spoedig en actief in te zetten voor een Europese minimumeis voor de hoeveelheid plasticrecyclaat in producten en voor een Europese belasting op virgin plastic,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 122 (32852).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Dan geef ik nu graag het woord aan de heer Laçin. Hij spreekt namens de fractie van de SP. Gaat uw gang.

De heer Laçin (SP):

Dank, voorzitter. Het is goed dat er eindelijk werk wordt gemaakt van het invoeren van statiegeld op kleine plastic flesjes. Het is goed dat dit traject ook voor blik is ingezet. Als het aan ons had gelegen, was het allemaal wat sneller gegaan, maar ook dit is goed. Maar om uiteenlopende redenen vallen er nog veel drankverpakkingen buiten statiegeld, die vervolgens wel in het zwerfafval terechtkomen. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat voor kleine plastic flessen statiegeld ingevoerd zal worden;

overwegende dat een soortgelijke traject ook voor blikjes is ingezet;

overwegende dat nog vele soorten drankverpakkingen in het zwerfafval terechtkomen die buiten deze uitbreiding van het statiegeldsysteem vallen;

verzoekt de regering te onderzoeken welke drankverpakkingen beter gerecycled zouden worden wanneer deze ook onder het statiegeldsysteem zouden vallen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Laçin. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 123 (32852).

De heer Laçin (SP):

Voorzitter. Zolang nieuw plastic goedkoper is dan gerecycled plastic zal echt hergebruik nooit vanzelf van de grond komen. Maar we zamelen plastic niet voor niets in. Vandaar de volgende motie, om dit proces toch op gang te helpen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat nieuw plastic nog altijd goedkoper is dan gerecycled plastic;

overwegende dat bedrijven hierdoor weinig tot geen gebruik maken van gerecycled plastic in nieuwe producten;

overwegende dat dit hergebruik van gerecycled plastic ernstig belemmert, met ophoping van bruikbaar ingezameld plastic tot gevolg;

verzoekt de regering te onderzoeken voor welke plasticstromen en -producten een verplicht percentage gerecycled plastic ingevoerd kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Laçin. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 124 (32852).

De heer Laçin (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Dan geef ik nu graag het woord aan de heer Aalst. Hij spreekt namens de fractie van de PVV. Gaat uw gang.

De heer Van Aalst (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik ga het vandaag eens anders doen. Ik ga het vandaag een keer niet met een motie doen, maar ga gebruikmaken van het gezonde verstand van deze staatssecretaris. Althans, dat hoop ik.

Want welk probleem gaan we oplossen met de importheffing op afval? Het enige wat wij constateren is dat er zo meteen een verhoging komt van alle afvaltarieven, dat er een overcapaciteit komt bij alle afvalverbranders en dat er verliezen komen bij de afvalverbranders, die gedekt moeten worden door al die decentrale overheden, die allemaal aandeelhouder zijn. Dat betekent vervolgens weer dat het terugkomt bij de belastingbetaler. Uiteindelijk gaan we dus meer afval storten in plaats van verbranden. Ik doe daarom een beroep op de staatssecretaris om haar gezonde verstand te gebruiken en te stoppen met deze kolder en deze importheffing te schrappen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Dan geef ik nu het woord aan de heer Ziengs. Hij spreekt namens de fractie van de VVD.

De heer Ziengs (VVD):

Voorzitter. Ik zou de staatssecretaris kunnen laten schrikken door te zeggen dat ik weer veel moties heb, maar ik heb die vandaag niet. Ik wil deze twee minuten even gebruiken om aandacht te vragen voor een aantal punten.

Er is in Nederland een bedrijf actief dat uit niet-recycleerbaar afval toch een bepaald product maakt. Dat product heeft een hoog biomassagehalte, is ook bekend. Het bedrijf levert dit spul al in 26 landen, waarmee het een enorme CO2-uitstootbesparing kan regelen. Het bedrijf wil dolgraag een keer in gesprek met de staatssecretaris dan wel met haar ministerie. Ik wil graag van de staatssecretaris weten of zij bereid is om onderzoek te doen naar de mogelijkheden, gezien de mogelijke vermindering van de uitstoot van CO2. Dat is immers toch een ding dat op de agenda van de staatssecretaris staat.

Verder nog het punt van recycling van tapijt. Dat is ook zo'n belangrijk ding. Ik geloof dat mevrouw Van Eijs daar ook al vaker aandacht voor gevraagd heeft. Zo kwam ik het tegen. Ik zie dat in die branche heel weinig samengewerkt wordt. De specialistische kennis en capaciteiten zijn aanwezig om het proces te verbeteren, maar eigenlijk komt het nog niet tot de ketensamenwerking die essentieel is voor deze groep, in ieder geval om het circulair te maken. Is de staatssecretaris bereid te onderzoeken wat de kansen zijn voor het versnellen van die circulaire economie door de verschillende industrieën en sectoren in het veld nauw te laten samenwerken? Wellicht kan de staatssecretaris een dergelijke dialoog en ketensamenwerking faciliteren en waar nodig ook de regie pakken.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Er is een vraag van de heer Van Aalst. Gaat uw gang.

De heer Van Aalst (PVV):

De VVD was vroeger een ondernemerspartij. Kan de heer Ziengs van de VVD aangeven welke positieve invloed de importheffing heeft op ondernemers?

De heer Ziengs (VVD):

Dan zal ik er echt even over moeten gaan nadenken hoe positief dat zou moeten zijn. Wat ik wel weet, is dat de maatregel waar de heer Van Aalst waarschijnlijk op doelt uiteindelijk is genomen in het kader van het Belastingplan en ook in het kader van de Urgenda-uitspraak over de besparing op de uitstoot van CO2. Op grond daarvan is een plan gemaakt en in het Belastingplan meegenomen. Dat is een zaak die toch bij Financiën ligt en niet direct IenW raakt.

De voorzitter:

De heer Van Aalst, afrondend.

De heer Van Aalst (PVV):

Ik ben blij met het antwoord, want ik kan concluderen dat de VVD ook niet weet wat ze hiermee aanmoet en ook niet weet wat dit voor positieve bijdrage levert aan ondernemers. Maar goed, dan is in ieder geval duidelijk welke partij wel aanwezig is voor de ondernemers en welke partij niet.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Ziengs.

De heer Ziengs (VVD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan geef ik graag het woord aan de heer Von Martels. De heer Von Martels spreekt namens de fractie van het CDA. Gaat uw gang.

De heer Von Martels (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Een aantal onderwerpen is al besproken, dus daar hoef ik geen aandacht meer aan te schenken. Ik heb ook geen moties. Eén punt dat echter nog niet is besproken is het onderwerp zwerfafval. Het CDA heeft altijd gepleit voor een landelijke campagne. Ik ben erg benieuwd wanneer die van start gaat. Dat wilde ik aan de staatssecretaris vragen. Ik wil ook vragen op welke manier dat vorm krijgt. Er zijn namelijk geluiden tot mij gekomen dat het een regionale campagne gaat worden in plaats van een landelijke campagne. De laatste landelijke campagne was "Met hetzelfde gemak gooi je 't in de afvalbak". Daarna is het stil gebleven, maar de behoefte aan het voortzetten van de zwerfafvalaanpak is groot.

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is nog een vraag van de heer Van Aalst.

De heer Van Aalst (PVV):

Ik ga het nog een keer proberen. We hebben nu de heer Von Martels van het CDA, iemand met boerenverstand, zoals we dat zeggen. Kan de heer Von Martels exact hetzelfde uitleggen? Welke positieve invloed heeft de importheffing op afval voor ondernemers?

De heer Von Martels (CDA):

Het zou flauw zijn om het antwoord dat de heer Ziengs gegeven heeft te herhalen, maar daar komt het inhoudelijk wel op neer. Ik zou zijn woorden kunnen onderstrepen. Ik ben maar wat blij dat nota bene de VVD — dat ontbrak nog aan het antwoord van de heer Ziengs — destijds zelf een motie heeft ingediend met de strekking: ga nou monitoren wat de gevolgen zijn van het feit dat die importheffing er is gekomen; breng duidelijk in beeld wat de gevolgen daarvan zijn. Ik ben dus ook erg benieuwd of de staatssecretaris misschien al iets kan zeggen over hoe het ervoor staat en welke trend er waarneembaar is.

De voorzitter:

De heer Van Aalst, afrondend.

De heer Van Aalst (PVV):

Ik trek weer dezelfde conclusie. Het is goed om te zien dat er partijen in de Kamer zitten die er wel voor de ondernemer zijn, en heel veel partijen die dat niet zijn. Dank u wel, meneer Von Martels.

De voorzitter:

U was aan het einde van uw betoog, meneer Von Martels?

De heer Von Martels (CDA):

Inderdaad. Alleen die laatste conclusie deel ik uiteraard niet met de heer Van Aalst.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu graag het woord aan de heer Stoffer. De heer Stoffer spreekt namens de fractie van de SGP. Gaat uw gang.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. Ik dacht: laat ik de heer Van Aalst maar een interruptie besparen. Ik zal gewoon het antwoord geven dat hij volgens mij graag wil horen. Dan ga ik ervan uit dat hij straks ook voor mijn motie stemt, want ik heb een prachtige motie, en die luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet wat betreft de Urgendamaatregelen heeft aangegeven dat het ongewenst is om maatregelen te treffen die gepaard gaan met significante weglekeffecten naar het buitenland;

overwegende dat TNO en CE Delft in recente rapporten aangeven dat het totale effect van de importheffing voor buitenlands afval leidt tot een verhoging van de CO2-uitstoot in plaats van een verlaging, en andere rapporten (ook) wijzen op meer storten van afval in het Verenigd Koninkrijk met bijbehorende methaanemissies;

verzoekt de regering in het kader van de voorbereiding van het nieuwe Belastingplan de importheffing voor buitenlands afval te heroverwegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Stoffer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 125 (32852).

Ook voor u is er een vraag van de heer Van Aalst.

De heer Van Aalst (PVV):

Misschien heb ik een toevoeging op de heer Stoffer en misschien kan hij die ook beamen. Dan is het wat mij betreft ook voldoende. Hij is het waarschijnlijk met mij eens dat op het moment dat je te weinig capaciteit hebt in de afvalverbrandingscentrales en je daar vervolgens een heel stadsverwarmingsnetwerk op aansluit, het gevolg is dat je allerlei dieselaggregaten moet laten lopen om diezelfde wijk te verwarmen. Is de heer Stoffer dat met mij eens? Want dat had hij nog niet in zijn motie staan.

De heer Stoffer (SGP):

Dat zou zomaar kunnen, maar ik weet het natuurlijk niet helemaal zeker, want daar heb ik me niet enorm in verdiept. Ik denk dat dat een van de mogelijkheden zou zijn. Je kunt natuurlijk ook iets anders bedenken, maar dit zou ook kunnen. Ik zie de heer Van Aalst knikken, dus hij is vast heel blij met mijn antwoord.

De voorzitter:

Dank u wel. Er is nog een vraag van mevrouw Kröger. Ik wachtte even, omdat de microfoon anders lawaai zou maken. Mevrouw Kröger, gaat uw gang; korte vraag.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

De heer Stoffer richt zich in zijn motie op de vermeende weglekeffecten. De heffing is, zoals die nu is vormgegeven, natuurlijk juist bedoeld om ervoor te zorgen dat andere landen ook stappen gaan zetten in de circulaire economie. Op die manier importeren we niet vanuit heel Europa afval naar Nederland om hier te verbranden, maar gaat dat juist in het Verenigd Koninkrijk zelf ...

De voorzitter:

Uw vraag?

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

... echt verwerkt worden. Hoe kijkt de heer Stoffer daarnaar, naar die doelstelling?

De heer Stoffer (SGP):

Dat zou uiteindelijk het mooiste zijn, want met afval slepen ... Het mooiste is als je helemaal weinig afval hebt. Laten we daarmee beginnen. Hoe minder, hoe beter. Maar als je er al wat mee moet, wil je dat op je eigen plek oplossen. Maar dat is op dit moment niet zo. Ik ga dus uit van de huidige realiteit. Die capaciteit is daar niet, maar hier wel. Dan moet je die met elkaar gebruiken. Het is voor mij dus echt even een oplossing voor de korte en middellange termijn. Maar op de lange termijn zou ik daarnaartoe willen. En op de hele lange termijn moet je eigenlijk naar een wereld zonder afval. Dat zou het mooiste zijn.

De voorzitter:

Afrondend, mevrouw Kröger.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dat is op zich wel een mooi antwoord, maar het is natuurlijk een beetje een kip-eisituatie. Zolang wij afval zonder heffing blijven importeren dat concurreert met binnenlands afval, waar wel heffingen op zitten, wat is dan de incentive voor het Verenigd Koninkrijk om die verwerkingscapaciteit zelf op te zetten?

De heer Stoffer (SGP):

Uiteindelijk denk ik dat zij ook zullen zeggen: laten we dat zo veel mogelijk in onze eigen omgeving doen, want dan hoef je er niet mee te slepen. Maar goed, als men dat daar niet wil, denk ik: dan doen we het op deze manier. Het is voor mij nu ook een van de dingen om bedrijven op weg te helpen, want je laat nu gewoon een heleboel capaciteit leeg liggen. Het is dus voor mij echt een oplossing voor de korte en middellange termijn. Ik ga ervan uit dat men in het Verenigd Koninkrijk — ze zijn daar heel verstandig — uiteindelijk zelf wel de keuze zal maken om een stap die richting op te zetten. Maar vooralsnog is dit dus mijn lijn.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu graag het woord aan mevrouw Van Eijs. Zij spreekt namens de fractie van D66. Gaat uw gang, mevrouw Van Eijs.

Mevrouw Van Eijs (D66):

Dank u wel, voorzitter. Ik begin met mijn motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Rijkswaterstaat de milieukostenindicator (MKl-waarde) gebruikt bij de beoordeling van de beste prijs-kwaliteitverhouding voor aanbestedingen;

overwegende dat deze MKl-waarde alleen wordt gebruikt voor innovaties waarvan is vastgesteld dat ze aan de eisen voldoen en veilig kunnen worden toegepast in de reguliere productie;

overwegende dat de MKl-waarde de impact op het milieu weegt en dus het zwaarder meewegen van de MKI-waarde het opschalen en toepassen van circulaire bouw bevordert;

verzoekt de regering nog dit jaar te onderzoeken hoe de MKI-waarde zwaarder kan worden meegewogen in het aanbestedingstraject van Rijkswaterstaat, en de Kamer daarover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Eijs. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 126 (32852).

Mevrouw Van Eijs (D66):

Dan zou ik het nog even willen hebben over het schriftelijk overleg dat we hebben gehad over een heel brede waaier aan onderwerpen. Dat krijg je ervan als je Kamerleden geen maximumspreektijd oplegt. Maar we hebben ook wel een aantal fundamentele vragen behandeld. Zoals ik bij het algemeen overleg Externe veiligheid al naar voren bracht, vraag ik: moeten we alles wel willen, bijvoorbeeld rondom plastic? Plastic is super praktisch en blijft enorm lang goed. Het is enorm veelzijdig. De staatssecretaris zet zich met het Plastic Pact in Nederland en de EU natuurlijk in voor betere omgang met plastics, maar de industrie lijkt soms nog een beetje te veel te denken aan een beetje minder hier en een beetje minder daar. Van D66 mag dat wel iets radicaler. Ik vraag de staatssecretaris dus hoe we bijvoorbeeld met de Single-Use Plastics-richtlijn in de hand de verpakkingen echt radicaal anders kunnen gaan ontwerpen. Op die manier kijken we niet naar een beetje minder plastic hier en een beetje minder plastic daar, maar stappen we misschien gewoon echt af van plastic.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik tot slot het woord aan mevrouw Dik-Faber. Mevrouw Dik-Faber spreekt namens de fractie van de ChristenUnie. Gaat uw gang.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter.

Ik wil graag een motie indienen over een van mijn favoriete onderwerpen. Dat zeg ik eigenlijk wel met spijt. Ik weet dat de staatssecretaris er ook precies zo inzit. Het betreft kledingrecycling. Kleding is — dat weten veel mensen niet — na olie de meest vervuilende industrie ter wereld. We hebben gezien dat in de periode van covid de inzameling en verwerking van textiel echt fors onder druk heeft gestaan. Als wij de ambitie willen realiseren van 20% recyclaat in nieuwe kleding in 2025, dan hebben we echt de hulp van Europa nodig om dat waar te maken. Ik zou het heel goed vinden als we de Europese markt voor kleding veel meer gaan versterken. Dat is de achterliggende gedachte van de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de rijksoverheid als doelstelling heeft dat in 2025 nieuwe kleding bestaat uit 20% gerecyclede content;

overwegende dat die doelstelling nog ver weg is en onder invloed van covid textielinzameling en -verwerking nog verder onder druk zijn komen te staan;

overwegende dat het van belang is dat de Nederlandse textielinzameling en -verwerking door de covidcrisis heen geholpen wordt, zodat Nederland ook op het gebied van textiel koploper kan worden in de circulaire economie;

verzoekt de staatssecretaris, in overleg met de Nederlandse textielketen, zich binnen Europa in te zetten voor fondsen die de Nederlandse ambitie ondersteunen en daarbij ook nadrukkelijk in te zetten op een gesloten keten in Europa inclusief producentenverantwoordelijkheid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dik-Faber. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 127 (32852).

Hartelijk dank.

De staatssecretaris heeft aangegeven vijf minuten te willen gebruiken ter voorbereiding op het oordeel over de moties.

De vergadering wordt van 17.44 uur tot 17.52 uur geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is de beantwoording en de appreciatie van de staatssecretaris over de ingediende moties bij het VSO Circulaire economie. Ik geef daarvoor graag het woord aan de staatssecretaris. Gaat uw gang.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Dank u wel, voorzitter. Dank aan de leden voor de moties. Ik zal ze snel van een reactie voorzien.

De motie van mevrouw Kröger op stuk nr. 120 vraagt om een ambitieuze uitwerking van de SUP-richtlijn spoedig naar de Kamer te sturen. Het ontwerpbesluit voor deze wetgeving ter implementatie van de SUP-richtlijn zit momenteel in de internetconsultatie. Dat ontwerpbesluit is afgerond en openbaar. We zijn dus volop bezig met implementatie. Zodra de consultatie is afgerond, komen we zo snel mogelijk terug naar uw Kamer met de vervolgstappen. Kortom, ik kan er nog veel meer over vertellen, maar ik zou mevrouw Kröger willen vragen om deze motie aan te houden.

De voorzitter:

Ik kijk in de richting van mevrouw Kröger. Houdt u de motie aan? U mag dat ook op afstand aangeven.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Misschien kan de staatssecretaris het tempo schetsen? Wanneer komt het naar de Kamer? Hoe gaan we de besluitvorming doen? Een beetje ambitie.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Er zit altijd een bepaalde termijn aan een consultatie. Die loopt tot en met 9 augustus. Zodra de consultatie is afgerond, komen we natuurlijk snel naar de Kamer. Dus, zeg maar, als u weer terug bent van reces. Dan hopen we ook snel de reactie op de consultatie verwerkt te hebben en naar de Kamer te kunnen sturen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ik denk dat ik de motie gewoon in stemming breng, want deze motie vraagt gewoon om een bepaalde ambitie.

De voorzitter:

Helder. Dan vraag ik aan de staatssecretaris om het oordeel over de motie.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Dan moet ik haar ontraden, omdat er specifiek naar een aantal punten wordt gevraagd die nog niet uit de SUP-richtlijn volgen. Ik kan niet zomaar toezeggen dat we dat ook gaan doen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 120 wordt ontraden. Dan de volgende motie.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Dan de motie op stuk nr. 121 van mevrouw Kröger waarin de regering wordt verzocht om te onderzoeken of de recyclebaarheid van kleding en schoenen in de aanbestedingsregels kan worden opgenomen. Die motie krijgt oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 121 krijgt oordeel Kamer.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

De motie op stuk nr. 122 van mevrouw Kröger bevat een heel aantal verzoeken. Over het eerste verzoek hebben we net een brief gestuurd. Het tweede verzoek gaat over een Europese belasting op virgin plastic. Dat kan ik zo niet toezeggen. Dus ik moet deze motie ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 122 wordt ontraden.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

De motie op stuk nr. 123 van de heer Laçin vraagt om te onderzoeken welke drankverpakkingen beter gerecycled zouden kunnen worden wanneer deze ook onder het statiegeldsysteem zouden vallen. Ik zou de heer Laçin willen vragen om deze motie aan te houden. De belangrijkste verpakkingssoorten die in de praktijk onder een statiegeldsysteem gebracht kunnen worden, zijn onderdeel van beleidsvoornemens. We komen dus nog met een brief. Die staat nog voor de zomer, dus die komt echt heel erg snel. Ik zou hem dus willen vragen om deze motie aan te houden tot die brief er is.

De heer Laçin (SP):

Als die brief zo snel komt, ben ik zeker bereid om de motie aan te houden. De vraag is alleen wel: wordt er in die brief ook ingegaan op verschillende soorten drankverpakkingen en het aandeel in het zwerfafval?

De voorzitter:

Helder.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Er wordt ingegaan op verschillende soorten drankverpakkingen. Glazen flesjes worden bijvoorbeeld ook in die brief besproken. Dat staat er dus in. Ik zeg niet alle soorten drankverpakkingen, maar zeker de glazen flesjes.

De heer Laçin (SP):

Dan houd ik de motie aan en dan hoop ik dat die brief morgen wellicht komt.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

"Voor de zomer" is voor het kabinet nog net ietsje ruimer dan voor de Kamer. Wij gaan nog een, twee weken door. Maar de brief is er voor de zomer. Dus dan kunt u hem na de zomer in ieder geval bespreken.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Laçin stel ik voor zijn motie (32852, nr. 123) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Dan de motie op stuk nr. 124 die vraagt om het aandringen in Europees verband op een verplichting van een percentage recyclaat. Die motie is al uitgevoerd voordat die is ingediend, want in de afgelopen Milieuraad heb ik daarvoor gepleit. De motie is dus eigenlijk al uitgevoerd. Daarom ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 124 wordt ontraden.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Dan de motie op stuk nr. 125 over de importheffing. Ik ben bekend met de wens van de sector met betrekking tot alternatieven die evenveel doen op het gebied van CO2-reductie. Ik ben daarover ook in gesprek met hen geweest. Maar er ligt nu voor 2021 geen alternatief met een gelijkwaardige CO2-reductie, en die hangt toch vast aan het Urgendavonnis. Daar moeten wij ons als kabinet natuurlijk ook aan houden. Dus zonder alternatief is het moeilijk om dit zo te schrappen. Daarom moet ik de motie ontraden. Maar ik ben uiteraard wel met mijn collega van Financiën in gesprek. Dat zal overigens voor 2021 in ieder geval geen oplossing zijn, maar we kennen de vragen van de sector om na te denken. Ik ben ook zeker nog volop met hen in gesprek.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 125 wordt ontraden.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

De motie op stuk nr. 126 van mevrouw Van Eijs krijgt oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 126 krijgt oordeel Kamer.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

De motie op stuk nr. 127 krijgt oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 127 krijgt oordeel Kamer.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Dan de vragen van de heer Ziengs over de tapijtsector. Inderdaad ligt er een aangenomen motie van de Kamer om een verkenning uit te voeren. De heer Ziengs vraagt of we daar actief achteraan willen gaan, zo vat ik zijn inbreng even samen. Daar ben ik graag toe bereid. De verkenning loopt en eind van dit jaar hopen we de resultaten te hebben. Dan kunnen we de heer Ziengs via een Kamerbrief laten weten hoe we hebben geprobeerd om ook hier de versnelling in te zetten, samen met al die partijen en al die ondernemers die daar zo hard aan werken.

Dan een vraag over einde-afval. In de breedte ben ik er natuurlijk naar op zoek om alle mogelijkheden te benutten om CO2-reductie via materialen te realiseren. De heer Ziengs brengt hier een specifieke casus naar voren. Ik ben zeker heel geïnteresseerd om daarover te horen, dus ik stel voor dat we ervoor zorgen dat wij ook kennis krijgen van deze casus, want ik denk dat CO2-reductie via materialen een terrein is waarop we met elkaar nog veel te winnen hebben.

Dan een vraag van de heer Von Martels over zwerfafval. Ik ben momenteel in gesprek met partijen om samen met hen een nationale campagne vorm te geven. Wij verwachten deze voor het eind van het jaar te presenteren.

Dan de vraag van D66 of er radicaal anders ontworpen kan worden. Niet alle alternatieven voor plastic zijn altijd beter, maar er zijn wel veel alternatieven die moeilijk recyclebaar zijn en die bijdragen aan de plasticsoep. Ik wil binnen het Plastic Pact en de producentenverantwoordelijkheid werken aan een reductie van plasticgebruik en ook hergebruik stimuleren. We moeten dus niet alleen inzetten op recycling, maar ook op hergebruik daar waar mogelijk. Nogmaals, in de brief waarover ik het richting de heer Laçin had, zal daarover ook nog een en ander terugkomen.

Voorzitter, daarmee heb ik de vragen van de leden en de moties hopelijk beantwoord.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Ik zie dat de heer Van Aalst nog een vraag heeft, die kort en bondig is.

De heer Van Aalst (PVV):

Ja, die is heel kort. Ik had de staatssecretaris gevraagd het gezonde verstand te gebruiken. Daar heb ik volgens mij geen antwoord op gekregen, maar daar concludeer ik uit dat ze dat niet gaat doen.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Volgens mij heb ik op de inhoud waarop de vraag van de heer Van Aalst betrekking had, antwoord gegeven door aan te geven dat er geen alternatief is op dit moment, maar dat we uiteraard met de sector in gesprek zijn.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het VSO Circulaire economie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties wordt aanstaande donderdag, waarschijnlijk bij aanvang van de middagvergadering, gestemd. U houdt dat uiteraard zelf in de gaten.

Naar boven