55 Kiesrecht / Desinformatie en digitale inmenging

Aan de orde is het VAO Kiesrecht / Desinformatie en digitale inmenging (AO d.d. 19/06).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Kiesrecht/Desinformatie en digitale inmenging naar aanleiding van een algemeen overleg van 19 juni. Hartelijk welkom aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Het woord is aan de heer Middendorp, maar de heer Middendorp is nog niet aanwezig. Dan mevrouw Özütok.

Mevrouw Özütok (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. We hebben enige tijd geleden een goed AO gehad en we zullen over deze onderwerpen in de toekomst nog regelmatig komen te spreken. In het AO heb ik aandacht gevraagd voor het transparant openbaar maken door gemeenten van de verkiezingsuitslagen en voor het feit dat dit nu in de praktijk door sommige gemeenten op verschillende wijze gebeurt. Daarom een motie op dit punt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat gemeenten de bekendmaking van verkiezingsuitslagen nog altijd op uiteenlopende wijzen laten plaatsvinden, doordat bijvoorbeeld verschillende bestandsformaten gebruikt worden, de processen-verbaal niet altijd direct na zitting van het stembureau online worden gezet en verschillend wordt omgegaan met bijvoorbeeld het verzoek om foto's te mogen maken van uitslagen die ter inzage worden gelegd;

overwegende dat het voor de transparantie van het verkiezingsproces en het bekendmaken van de uitslag van groot belang is dat iedere burger op een eenvoudige en eenduidige manier van de volledige verkiezingsuitslag kennis moet kunnen nemen;

overwegende dat voorkomen moet worden dat gemeenten door kennelijk onduidelijke regels op hun eigen wijze en op uiteenlopende momenten de uitslagen bekendmaken;

verzoekt de regering om samen met de gemeenten en met de Kiesraad tot een heldere wijze van bekendmaking van de uitslagen te komen en ervoor zorg te dragen dat deze eenduidige wijze van bekendmaking duidelijk aan de burgers wordt gecommuniceerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Özütok. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 12 (35165).

De heer Middendorp is gearriveerd. Aan u het woord.

De heer Middendorp (VVD):

Voorzitter, dank voor de mogelijkheid. We hebben een goed debat gehad over kiesrecht, desinformatie en digitale inmenging. We hebben steeds gezien dat de technologie heel snel voortschrijdt en af en toe ook nieuwe neveneffecten creëert. Als dat ergens relevant is, dan is dat wel wanneer wij het hebben over onze democratie en de impact van bijvoorbeeld digitale inmenging op onze verkiezingen.

Voorzitter. Tijdens het debat hebben we het veel gehad over kennis en kunde. Ik heb het ook gehad over de manier waarop Emmanuel Macron in Frankrijk probeert uit te zoeken wat nou die impact is van die grote technologieplatformen waar al die social media messages, ook tijdens de verkiezingen, worden gepost. Hij heeft daar uitgebreid onderzoek naar gedaan en daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat nieuwe technologie als sociale media en internetzoekmachines bij onze verkiezingen steeds belangrijker worden;

overwegende dat techbedrijven vragen om slimme regels, bijvoorbeeld om digitale inmenging bij verkiezingen te voorkomen en de vrijheid van meningsuiting te beschermen;

overwegende dat in Frankrijk ambtenaren en toezichthouders een eenmalige tijdelijke intensieve kennisuitwisseling op de werkvloer van techbedrijven hebben georganiseerd en daarover een publiek rapport hebben gemaakt om zo kennis en kunde op te bouwen en in dialoog te gaan met de samenleving;

verzoekt de regering zorg te dragen voor kennisuitwisseling met techbedrijven, en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Middendorp. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 13 (35165).

De heer Middendorp (VVD):

Voorzitter. Ik denk dat als we het op deze manier afkijken in andere Europese landen, waar men zich ook zorgen maakt over mogelijke invloed van digitalisering op onze democratie, dan kunnen wij — in dit geval is dat het ministerie van Binnenlandse Zaken als verantwoordelijke voor die democratie — meer kennis opdoen. Ik denk dat we dan ook met veel vertrouwen de volgende verkiezingen in kunnen gaan.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de heer Van der Molen. Excuus, er staat nul minuten achter zijn naam op de sprekerslijst. U hebt volkomen gelijk, meneer Van der Molen. U bent wel aanwezig, dat scheelt.

Mevrouw Den Boer, aan u het woord.

Mevrouw Den Boer (D66):

Voorzitter. Ik heb één motie en een vraag aan de minister.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het op dit moment voor kiezers niet mogelijk is bij de Tweede Kamerverkiezingen of Europese verkiezingen in een andere gemeente te stemmen dan waar zij wonen zonder daarvoor tijdig een kiezerspas aan te vragen bij die andere gemeente;

overwegende dat kiezers mogelijk niet gaan stemmen als zij ver van hun gemeente werken en het als een extra belasting kunnen ervaren om dan tijdig een kiezerspas bij een andere gemeente aan te vragen;

overwegende dat het de opkomst ten goede kan komen wanneer elke kiezer overal in Nederland kan stemmen bij landelijke of Europese verkiezingen;

verzoekt de regering onderzoek te doen naar de haalbaarheid en uitvoerbaarheid om bij de Tweede Kamer- en Europese verkiezingen het voor kiezers mogelijk te maken overal in Nederland te kunnen stemmen zonder dit te hoeven aan te vragen bij een andere gemeente,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Den Boer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 14 (35165).

Mevrouw Den Boer (D66):

Voorts heb ik tijdens het AO aan de minister gevraagd hoe het staat met de discussie over het toestaan van hulp in het stemhokje aan mensen met een verstandelijke beperking. Deze mensen lopen nog dagdagelijks tegen allerlei praktische problemen op. De minister liet weten met het College voor de Rechten van de Mens en de Kiesraad hierover in gesprek te gaan. Ik vraag hierbij nog eens aan hem hoe het met die gesprekken staat en wat de concrete stappen zijn die worden gezet.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Öztürk.

De heer Öztürk (DENK):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb drie moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het produceren en versturen van papieren stempassen ten koste gaat van het milieu en de gemeenten miljoenen euro's kost;

constaterende dat er ieder jaar duizenden stempassen kwijtraken of worden weggegooid;

constaterende dat men hierdoor belemmerd wordt bij het stembureau en als gevolg vaak geen stem kan uitbrengen;

van mening dat we leven in een digitaal tijdperk, waar overheidgerelateerde zaken ook digitaal beschikbaar moeten zijn voor de burger;

verzoekt de regering onderzoek te doen naar de mogelijkheden van het digitaliseren van de stempassen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Öztürk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 15 (35165).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat na de afgelopen Provinciale Statenverkiezingen bij driekwart van de gemeenten de stembusuitslagen niet beschikbaar of lastig terug te vinden waren;

constaterende dat de publicatie van de stembusuitslagen een belangrijke taak is van de overheid, die nu aan de gemeenten is overgelaten;

van mening dat de verantwoordelijkheid van de publicatie van de stembusuitslagen niet bij de gemeente zou moeten liggen, maar bij een instantie die hiervoor meer middelen beschikbaar heeft;

verzoekt de regering te onderzoeken of de Kiesraad de taak van de gemeenten kan overnemen voor de publicatie van de stembusuitslagen voor de Tweede Kamerverkiezingen in 2021,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Öztürk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 16 (35165).

De heer Öztürk (DENK):

Dan mijn laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in vergelijking met de jaren zeventig, toen de opkomstplicht nog werd ingevoerd, de opkomstpercentages van Nederland in de loop der jaren flink zijn gedaald;

constaterende dat Nederland enkel een opkomstpercentage van 41% had voor de Europese Parlementsverkiezingen, maar in België, waar de opkomstplicht wel is ingesteld, dit resulteerde in 89%;

van mening dat het belangrijk is dat alle onderdelen van onze samenleving, rijk of arm, jong of oud, meedoen aan het proces van besluitvorming over de toekomst van ons land;

verzoekt de regering een voorstel naar de Kamer te sturen voor de invoering van de stemplicht (met een milde handhaving) voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 in Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Öztürk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 17 (35165).

Dank u wel. Dan schors ik voor enkele ogenblikken, zodat de minister zich kan voorbereiden op de beantwoording van de vragen en de appreciatie van de moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister voor de beantwoording van de vragen en de appreciaties van de ingediende moties.

Minister Knops:

Dank u wel, voorzitter. Allereerst reageer ik op de motie van mevrouw Özütok op stuk nr. 12, waarin de regering verzocht wordt om samen met de gemeenten en met de Kiesraad tot een heldere wijze van bekendmaking van de uitslagen te komen en ervoor zorg te dragen dat deze eenduidige wijze van bekendmaking duidelijk aan de burgers wordt gecommuniceerd. Ik zie dit voorstel, deze motie, als een ondersteuning van beleid, dat namelijk gericht is op meer transparantie in het proces van de vaststelling van de verkiezingsuitslag. Sinds 1 januari 2019 verplicht de wet gemeenten al om processen-verbaal van hun stembureaus op hun website te publiceren. Bij de verkiezingen in 2019 ging dat nog niet goed. Niet alle gemeenten hebben conform de wet gehandeld, maar ik verwacht dat dit snel beter zal gaan. Samen met de VNG zullen wij gemeenten actief wijzen op het belang van een eenduidige presentatie van de uitslag. Verder kan uw Kamer in het tweede kwartaal van volgend jaar een wetsvoorstel verwachten dat gemeenten verplicht om ook de bestanden met uitslagen te publiceren die worden gegenereerd door het gebruik van digitale hulpmiddelen bij de uitslagberekening. Ook werk ik aan een centrale digitale plek die toegang biedt tot alle gemeentelijke uitslagen. Zo hoeven belangstellenden niet te zoeken op de websites van alle individuele gemeenten, wat vaak, zo kan ik uit ervaring zeggen, een bewerkelijk proces is. Ik kan dus het oordeel over deze motie aan de Kamer laten.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 12 krijgt oordeel Kamer.

Minister Knops:

De motie op stuk nr. 13 van de heer Middendorp verzoekt de regering zorg te dragen voor kennisuitwisseling met techbedrijven en de Kamer hierover te informeren. Wat hier staat, is dagelijkse business, zou ik bijna zeggen. Frankrijk doet het eenmalig, wij doen het permanent. Dat is van belang omdat daar heel veel dingen gebeuren die uiteindelijk gevolgen kunnen hebben voor de wetgeving. Zoals ik al in eerdere debatten heb aangegeven is het ook van groot belang dat wij actief, buiten, met die bedrijven gesprekken hebben. In die zin zullen wij dat dus voortzetten. Wij hebben in september jongstleden ook al met een delegatie van ambtenaren van verschillende ministeries gesproken met Facebook. Dat zullen we ook met Twitter en Google doen. Ik ben zelf ook bij Google geweest. Op die manier proberen we het debat te voeren over waar techniek, wetgeving en grondrechten elkaar raken. Ik kan het oordeel over deze motie dus aan de Kamer laten.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 13 krijgt oordeel Kamer.

Minister Knops:

Dan kom ik op de motie op stuk nr. 14 van mevrouw Den Boer, waarin de regering verzocht wordt om onderzoek te doen naar de vraag hoe haalbaar en uitvoerbaar het is om het bij de Tweede Kamer- en Europese verkiezingen voor kiezers mogelijk te maken overal in Nederland te kunnen stemmen, zonder dit te hoeven aan te vragen bij een andere gemeente. Dat is natuurlijk de ultieme service, maar daar komt wel wat achter weg. Op dit moment kan een kiezer in Nederland namelijk al als gevolg van een eerdere wetswijziging uit 2010 in elk willekeurig stemlokaal in zijn gemeente terecht. Dat zijn er al heel veel. Het is al heel uitzonderlijk dat dat zo kan. Dat zie je namelijk niet veel, ook niet in de landen om ons heen. Maar die stembureaus hebben een negatieve lijst, uit het register ongeldige stempassen, met nummers van stempassen waarmee niet kan worden gestemd. Als je landelijk zou gaan stemmen zonder kiezerspas, zouden gemeenten de nummers van alle ongeldige stempassen de dag voor de verkiezing moeten uitwisselen en ook nog moeten distribueren onder alle stembureaus. Dat is een administratief toch wel complexe, maar ook foutgevoelige operatie, die bovendien een onhanteerbaar groot register oplevert voor het stembureau. Ik moet deze motie dus ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 14 wordt ontraden.

Mevrouw Den Boer (D66):

Ik snap de belemmeringen die door de minister worden uiteengezet, maar het gaat hier natuurlijk ook om een grote stap richting opkomstbevordering bij de verkiezingen in Nederland, zodat meer mensen mee kunnen doen aan de verkiezingen. Mijn motie bedoelt ook niet te vragen dat de minister alles uit de kast moet halen, helemaal opnieuw onderzoeken moet doen et cetera. Zoals de minister eigenlijk al een beetje aangeeft, denk ik dat er genoeg kennis en kunde op zijn ministerie aanwezig is om nog eens even op een rijtje te zetten hoe wij dit wel zouden kunnen doen, want de gemiddelde Nederlander is een stuk mobieler. Zou de minister in ieder geval bereid zijn om de motivatie om het wel of niet te doen in een brief nader uiteen te zetten?

Minister Knops:

Om met de opmerking van mevrouw Den Boer te beginnen dat er veel kennis en kunde op het ministerie is; dat kan ik bevestigen. Dat heeft ook geleid tot het antwoord dat ik u zojuist gaf. Als het gaat om het bevorderen van de opkomst, zijn wij daar ook voor. Wij hebben de tijden in de loop der jaren verruimd. Wij hebben het mogelijk gemaakt dat je op meerdere plekken in een gemeente kunt stemmen. Je kunt machtigen. Allemaal met het doel om de opkomst te vergroten. De vraag is dus of deze stap, die inderdaad verdergaat maar waar ook heel veel administratieve rompslomp en foutgevoeligheid achter wegkomt, met alle discussie van dien, een bijdrage levert aan de verhoging van de opkomst, want dat is de onderliggende gedachte van mevrouw Den Boer. Ik waag dat ernstig te betwijfelen. Als je ook de risico's weegt van wat we op dit moment kunnen en wat we ook netjes willen doen conform de wet — dat is ook het antwoord aan mevrouw Özütok — zodat er geen discussie is over de uitslagen en de manier waarop die tot stand komen, is dit wel een hoogrisicoprofiel en moet ik de motie echt ontraden. Ik zou daar nog een brief over kunnen sturen, maar dat voegt in essentie niets toe aan de conclusie dat het geen haalbare weg is op dit moment, maar ik kan niet in de toekomst kijken. Ik zeg altijd maar als mensen gaan stemmen: normaal stem je eens in de vier jaar. Wij hebben allerlei mogelijkheden gecreëerd voor mensen om deel te nemen aan dat proces, om gebruik te maken van hun kiesrecht. De vraag is of dit element, dat je nog op een andere plek zou kunnen stemmen, de opkomst vergroot. Ik waag dat echt te betwijfelen, dus ik blijf bij mijn oordeel.

De voorzitter:

Mevrouw Den Boer, heel kort aanvullend.

Mevrouw Den Boer (D66):

Ik hoor de minister in ieder geval zeggen dat hij opkomstbevordering ook echt belangrijk vindt. Ik denk dat wij allebei ook wel zien dat de gemiddelde Nederlander een stuk mobieler is dan voorheen. Ik zou de minister toch heel graag willen vragen of hij de Kamer in ieder geval kan informeren over de motivatie om hier wel of niet stappen in te zetten. Ik snap dat hier wetgeving voor nodig is, maar het zou fijn zijn als hier ook transparantie over verschaft kan worden aan de Kamer.

Minister Knops:

Dat kan ik bij dezen doen: wij gaan dat niet doen. Wij gaan dat voorstel van mevrouw Den Boer niet uitvoeren, omdat de risico's gewoon te groot zijn en ik van mening ben dat wij gelukkig een relatief hoge opkomst hebben in Nederland zonder de opkomstplicht, waar de heer Öztürk voor pleit. Die kan natuurlijk nog hoger, maar als je het met andere landen vergelijkt, dan doen wij het helemaal niet slecht. Juist het politieke debat en het feit dat er iets te beslissen is en dat mensen het gevoel hebben dat hun stem ertoe doet, zou mensen ertoe moeten bewegen om eens in de vier jaar voor de Tweede Kamerverkiezingen de gang naar de stembus te maken, maar er zijn nog meer verkiezingen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 14 blijft ontraden.

Minister Knops:

Dan heeft mevrouw Den Boer naar aanleiding van de begrotingsbehandeling waarin zij daar ook aan gerefereerd heeft, nog de vraag gesteld hoe we mensen, als ze eenmaal in het stemhokje zijn, zodanig kunnen helpen dat zij, zonder beïnvloeding, ook hun stem kunnen uitbrengen. Ik heb de Kamer eerder toegezegd om te werken aan een experimentenwet die hulp in het stemhokje van kiezers met een beperking mogelijk maakt. De voorbereidingen daarvoor lopen. Ik ben voornemens om het wetsvoorstel volgend voorjaar in consultatie te brengen. In die voorbereiding, als onderdeel van dat traject, worden daar gesprekken over gevoerd, onder andere met het College voor de Rechten van de Mens, maar ook met de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken en de VNG.

De heer Öztürk heeft de motie op stuk nr. 15 ingediend, waarin de regering wordt verzocht om onderzoek te doen naar de mogelijkheden van het digitaliseren van stempassen. Dat lijkt een hele sympathieke motie, maar ik vind dat moties altijd een eerlijk oordeel verdienen. Ik zal niet zeggen dat dit in de toekomst niet kan, maar gezien de wetswijziging waarbij een kiezer in elk willekeurig stemlokaal in de gemeente kan stemmen, zou invoering van een digitale stempas een centraal en online raadpleegbaar kiezersregister vereisen. Dat hebben we op dit moment niet. Dan kun je zeggen: dat kunnen we bouwen. Dat zou ooit kunnen, maar dat is niet iets wat naar ons idee op dit moment bijdraagt aan een verhoging van de snelheid. En ook daarbij spelen natuurlijk de digitale dreigingen een rol die eerder ten grondslag hebben gelegen aan het besluit om weer terug te gaan naar het gebruik van het potlood, waar veel over te doen is geweest. Er moet één ding buiten kijf staan en dat is dat het hele stemproces veilig kan verlopen. Dat kunnen we met dit voorstel in deze motie niet garanderen, dus ik moet de motie ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 15 wordt ontraden.

De heer Öztürk (DENK):

Wat ik eigenlijk bedoel, is het volgende. Iedereen krijgt een papieren stempas thuis. Maar je kunt iemand via DigiD ook een digitale stempas sturen. Stel dat je je papieren stempas bent verloren of kwijtgeraakt. Dan kun je naar het stembureau gaan en de digitale stempas op je telefoon laten zien, zodat je alsnog kunt stemmen. Dat bespaart heel veel tijd bij de gemeentes, die anders een nieuwe stempas zouden moeten maken, en dat zorgt ervoor dat mensen alsnog op de dag zelf kunnen stemmen. Daardoor kun je tijd en heel veel stemmen winnen. Je kunt er ook voor kiezen dat mensen zelf via hun DigiD een stempas kunnen aanvragen. Dan sturen we niet iedereen een digitale stempas, maar dan kan iemand zelf via zijn DigiD een stempas krijgen om alsnog te kunnen stemmen. Dat is ook een beetje service naar de burger.

Minister Knops:

Daar ben ik ontzettend voor, maar het moet wel werken. Ik heb al heel wat debatten gevoerd over digitaliseringsprojecten die qua bedoeling buitengewoon sympathiek waren, maar uiteindelijk gaat het om de uitvoering en om de vraag of het veilig blijft. Ik zeg niet dat het in de toekomst niet zou kunnen, maar ik voorzie dat niet voor de korte termijn. We hebben nog een aantal stappen te zetten qua verbeteringen, maar ik blijf bij mijn oordeel dat ik deze motie om die reden moet ontraden.

De voorzitter:

Nee, meneer Öztürk, we gaan het debat niet overdoen. De toelichting is gegeven. We doen de interrupties niet in tweeën. Ik geef u nog heel kort de gelegenheid.

De heer Öztürk (DENK):

Ik heb net een verheldering gegeven en nu wil ik een reactie geven op het oordeel. Het punt is dat ik om een onderzoek heb gevraagd. Ik heb niet gezegd: dat moet je even regelen. Ik heb gevraagd om te onderzoeken of dit nieuwe idee van DENK eventueel kan. Zo'n onderzoek moet toch geen probleem zijn? Ik vraag geen ...

Minister Knops:

Elk onderzoek moet ook deugdelijk zijn en terecht. Ik zie dit niet op korte termijn gebeuren, dus ik blijf bij mijn oordeel dat ik de motie ontraad. Maar de Kamer kan daar uiteraard zelf over stemmen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 15 wordt ontraden.

Minister Knops:

Ja.

In zijn motie op stuk nr. 16 verzoekt de heer Öztürk de regering om te onderzoeken of de Kiesraad de taak van de gemeenten kan overnemen voor de publicatie van de stembusuitslagen voor de Tweede Kamerverkiezingen in 2021. De Kiesraad heeft een databank met verkiezingsuitslagen. In het wetsvoorstel Nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen leg ik de verplichting vast dat gemeenten de informatie ook aan de Kiesraad ter beschikking stellen. Ik zie dit niet als een toegevoegde waarde, dus ik ontraad ook deze motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 16 wordt ontraden.

Minister Knops:

In zijn motie op stuk nr. 17 verzoekt de heer Öztürk de regering een voorstel naar de Kamer te sturen voor de invoering van een stemplicht, met een milde handhaving, voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2021. Dit debat is al eerder gevoerd, ook met de heer Öztürk. Hij heeft er kennelijk goede ervaringen mee. Ik heb de stemplicht zelf nooit meegemaakt. In 1970 is de opkomstplicht afgeschaft en toen was ik nog niet geboren. Ik heb alleen maar meegemaakt dat ik vrijwillig mocht stemmen en ik heb daar altijd gebruik van gemaakt. Ik vind ook dat het debat dat we voeren erop gericht moet zijn dat mensen niet gedwongen worden om iets te vinden, maar dat ze uitgedaagd en uitgenodigd worden om deel te nemen aan het democratische debat. Dat kan door te gaan stemmen. Ik denk ook niet dat een stemplicht in dat opzicht in deze tijd hét middel is om te doen wat we allemaal graag willen, namelijk bevorderen dat de opkomst verhoogd wordt. Ook de staatscommissie heeft daar in deze bewoordingen over gesproken. We kunnen ook terugkijken op de afgelopen jaren: als er politieke activiteiten zijn, dan is die opkomst ineens hoger omdat mensen het gevoel hebben dat er iets op het spel staat. Zo hoort het ook. Je ziet ook dat er in andere landen, bijvoorbeeld in Vlaanderen, waar een opkomst- en stemplicht was, plannen zijn om die af te schaffen. Dan zouden wij als Nederland de tegengestelde beweging maken. Om die reden ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 17 is ontraden.

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van het VAO Kiesrecht/Desinformatie en digitale inmenging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties stemmen we aanstaande dinsdag.

Naar boven