28 VAO Matchfixing

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 22 mei 2013 over matchfixing.

De voorzitter:

Ik heet de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van harte welkom.

De heer Bontes (PVV):

Voorzitter. Ik dien direct mijn motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Amsterdamse hoofdofficier van justitie, met als portefeuille "voetbal", tevens aanklager is bij de KNVB;

overwegende dat de aanklager bij de KNVB bepaalt of een integriteitscommissie aan het werk moet om matchfixing te onderzoeken;

overwegende dat de hoofdofficier van justitie met de portefeuille "voetbal" informatie over matchfixing kan hebben, op basis waarvan hij binnen de KNVB de integriteitscommissie aan het werk zou moeten zetten;

overwegende dat deze "dubbele pet" de schijn van belangenverstrengeling met zich brengt;

verzoekt de regering, deze mogelijke belangenverstrengeling te beëindigen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bontes. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 6 (33296).

Mevrouw Bruins Slot is niet aanwezig om het woord te voeren. De heer Van Dekken ziet ook af van het leveren van een inbreng. Daarmee komt er een einde aan de eerste termijn van de Kamer.

Minister Opstelten:

Voorzitter. Ik zal reageren op de motie van de heer Bontes. We hebben hier in het AO ook al over gesproken. Ik ontraad de motie. Ik herhaal wat ik heb gezegd. De aanklager betaald voetbal is een vrijwillige, onbezoldigde functie in het tuchtrecht. Die functie wordt in de regel ingevuld door een aantal officieren van justitie. Het kunnen ook rechters zijn. Zij zijn vrijwilligers. Als ze in die functie zitten, is dat ook vermeld op de lijst van nevenfuncties. Het is dus volstrekt openbaar. De betrokken hoofdofficier heeft geen functie in het kader van het onderzoek en het aankaarten van matchfixing, want dat wordt gedaan door het Functioneel Parket. Dat valt niet onder zijn leiding. Het kan zijn dat hij als hoofdofficier van Amsterdam erbij betrokken is in de Amsterdamse situatie. Er is ook de duidelijke afspraak dat als er mogelijk een raakvlak is met het eigen werk, een andere aanklager de zaak behandelt. Dat is dan aan de KNVB. Er is geen enkele aanleiding om deze motie anders te beoordelen dan deze te ontraden.

De heer Bontes (PVV):

Ik ben het niet eens met de minister. Ik wil zijn oordeel dus ook weerleggen. Misschien kan de minister daarop reageren. Die hoofdofficier heeft als portefeuille voetbal. Vanuit die hoedanigheid kun je als hoofdofficier informatie hebben waaruit blijkt dat matchfixing plaatsvindt. Kan de minister erkennen of bevestigen dat dit zo is?

Als die hoofdofficier dan die informatie heeft, is het zijn taak als aanklager bij de KNVB om de integriteitscommissie aan het werk te zetten. Die integriteitscommissie van de KNVB is met name in het leven geroepen om matchfixing te onderzoeken. Ik zie dat de minister nee schudt, maar die commissie is met name in het leven geroepen om matchfixing te onderzoeken. Er kan dus sprake zijn van belangenverstrengeling of een tegenstrijdig belang. De KNVB kan immers zeggen: ik heb helemaal geen behoefte aan een onderzoek van de integriteitscommissie, want het kan leiden tot imagoschade en het kan geld kosten; ik wil dat niet. Er zijn dus verschillende belangen, die van het OM en die van de KNVB. Die belangen kunnen tegenstrijdig zijn. Dat betekent een "zware dubbele pet" met tegenstrijdige belangen. Het is niet zo simpel dat kan worden gezegd: die officier bemoeit zich niet met voetbalonderzoeken. Als hoofdofficier van justitie kan hij informatie hebben waaruit blijkt dat er wel degelijk matchfixing plaatsvindt. De minister denkt er dus echt te licht over als hij nu zegt: het is allemaal niet interessant en niet belangrijk.

De voorzitter:

Misschien is het een goed idee als we de minister eerst de vragen laten beantwoorden.

Minister Opstelten:

De vraag is helder. Die is ook tijdens het AO gesteld. Natuurlijk kan een officier van justitie informatie hebben. De heer Bontes doet het voorkomen alsof het er één is, maar er zijn er meer. Het gaat niet alleen om officieren van justitie of rechters, maar ook anderen. Het is aan de KNVB om dat te zeggen. Maar de betrokken hoofdofficier is niet verantwoordelijk voor het matchfixingonderzoek. Dat doet hij niet, maar dat doet het Functioneel Parket. Er is dus sprake van een strak georganiseerde situatie, waar ook weer de "need to know" is. Wat daar gebeurt, zullen anderen ook niet weten. Dat hoeft niet. Zoals ik heb afgesproken in het AO, leg ik dit neer bij degene die het aangaat. Dat doe ik altijd als dit soort situaties aan de orde zijn. Ik vind dit een absolute verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie zelf. Ik heb dat ook aangegeven. Er is dus geen aanleiding om een andere positie in te nemen dan ik nu heb aangegeven en voor mijn rekening heb genomen.

De heer Bontes (PVV):

Het is helemaal niet relevant of deze hoofdofficier het onderzoek daadwerkelijk uitvoert. Het feit dat hij informatie heeft of kan hebben over matchfixing in zijn algemeenheid, kan al een tegenstrijdig belang zijn met betrekking tot zijn KNVB-pet. Als hij die informatie heeft, kan hij denken: ik zet de integriteitscommissie toch maar niet aan het werk, want het geeft wel een hoop gedoe. Misschien wil de KNVB het nog even afwachten. Je kunt in de knel komen daarmee. Dit moet je gewoon niet willen.

Minister Opstelten:

Het is een herhaling van zetten, maar dat geeft niet. Dit soort vragen zijn belangrijk genoeg. De betrokken hoofdofficier is dus niet verantwoordelijk voor het onderzoek naar het onderwerp waar we over spreken. Dat wordt geleid door het OM, door het Functioneel Parket. Het is ook heel belangrijk dat het daar zo stevig zit, dat wil ik nog een keer herhalen. Als er een punt komt dat ook hij in aanraking komt met informatie, dat zou kunnen, dan dient hij dat ook te melden aan de KNVB. Op dat moment kan hij binnen de KNVB niet in die zaak treden en dan zal een ander die zaak krijgen. Zo is het al jaren en zo gaat het ook door.

Mevrouw Leijten (SP):

We hebben hier wel een probleem. Ik heb niet het woord gevoerd bij het verslag van dit algemeen overleg, omdat ik wist dat de heer Bontes hierover een motie zou indienen. De minister zegt dat de desbetreffende officier van justitie in Amsterdam niet betrokken is bij het voorbereidend vooronderzoek naar mogelijke matchfixing, maar hij is in het verleden wel degelijk degene geweest die twee van onze Kamerleden heeft gesproken die met bewijzen kwamen die zij ernstig genoeg vonden om bij het OM te melden, om onderzoek te doen naar matchfixing. Ik vind het heel vervelend om over personen te spreken, maar het is niet anders. Ik heb in het AO aan de minister gevraagd of hij wilde gaan praten en ons daarover wilde informeren, maar dat wilde hij niet. Deze persoon heeft wel degelijk in het verleden geoordeeld dat bepaalde zaken niet zouden leiden tot onderzoek en hij heeft wel die dubbele pet. Ik vraag de minister het volgende: als er in het vervolg mensen zijn die matchfixing willen aangeven of melden, dan zal dat dus nooit meer zijn bij de desbetreffende officier van justitie.

Minister Opstelten:

Men kan gewoon aangifte doen van deze zaken bij het OM, en dat is het Functioneel Parket. Daar worden ze behandeld. Daar wordt het aangestuurd. Daar gebeurt het. Het kan zo zijn dat er gesproken is met de betrokken officier van justitie, dat heb ik ook gehoord. Dat is ook geen enkel punt. Maar het gaat erom wie de zaak doet. Hoe ga je daarmee om? Dat is volstrekt integer. Het is volstrekt zuiver binnen de spelregels die daarvoor gelden. Daar ben ik heel open over. Ik heb het neergelegd bij het OM, dat er zelf over gaat, naar aanleiding van het AO. Dat heb ik ook gezegd. Als personen aan de orde komen in een Kamerdebat, wat gelukkig niet vaak gebeurt, dan is het altijd mijn stijl om dat weer neer te leggen bij degenen die daarvoor verantwoordelijkheid dragen. Ik heb alleen gezegd dat er van mij geen verandering hoeft te komen; dat is mijn stelling. Het is uiteindelijk ook hun verantwoordelijkheid.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik zit met een dilemma ...

De voorzitter:

Ja, ik zit ook met een dilemma. Ik snap wel dat ik u wat ruimte moet geven naar aanleiding van de motie, maar uw interruptie was wel heel erg op één persoon gericht. Daar moeten we echt heel voorzichtig in zijn. Ik geef nu mevrouw Leijten het woord en daarna krijgt de minister weer het woord, maar ik vraag haar om het in algemene termen te stellen, want dat is het probleem wat zij op wil lossen.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik ben het geheel met u eens dat het ongemakkelijk is. Dat heb ik in het algemeen overleg ook aan de minister voorgelegd. Ik heb hem de middenweg gegeven om in overleg te gaan en ons daarover te rapporteren, maar de minister hield staande dat hij geen probleem zag in een vrijwillige functie waardoor die persoon op beide terreinen in de knel kan komen, zoals de heer Bontes heeft gezegd. Niemand heeft de integriteit van deze man in twijfel getrokken. Ik wilde interrumperen omdat de minister zegt dat deze persoon het niet zal doen, als het over matchfixing gaat, maar dat heeft hij in het verleden wel gedaan. Ik herhaal mijn vraag of de minister zegt dat vanaf nu duidelijk is dat als er signalen zijn van matchfixing, de desbetreffende persoon, omdat hij nu eenmaal verschillende functies heeft, deze niet zal afhandelen. Zo hoorde ik de minister toch antwoorden op de motie?

Minister Opstelten:

Ik herhaal het nog een keer: ook in die situaties. Ik ga dat toch hoog opnemen, want er mag geen enkel misverstand zijn over deze hoofdofficier. Als er gesprekken hebben plaatsgevonden, dan geeft hij dat gewoon door. Hij handelt dat helemaal niet af, maar hij geeft dat door aan het Functioneel Parket. Zo gaan die zaken. Dat zijn de feiten en zo blijft het. Er zijn intern bij de KNVB spelregels opgesteld: als er een conflict of interest zou kunnen ontstaan – alleen de schijn daarvan is al voldoende – wordt dit uit elkaar gehaald en zal iemand anders die functie bij de KNVB behartigen voor die zaak.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De stemming over de ingediende motie vindt komende dinsdag plaats.

De vergadering wordt van 17.55 uur tot 18.00 uur geschorst.

Naar boven