Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | nr. 92, pagina 5612-5613 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | nr. 92, pagina 5612-5613 |
Vragen van het lid Bussemaker aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het feit dat de helft van de jongeren bij vakantiewerk geen contract heeft en ook anderszins onder slechte voorwaarden werkt.
Mevrouw Bussemaker (PvdA):
Voorzitter. Elk jaar rond deze tijd zijn er weer enorm veel jongeren die vakantiewerk gaan doen. De verwachting is dat een op de vijf ondernemers gebruik gaat maken van vakantiekrachten. De helft van de middelbare scholieren wil vakantiewerk gaan doen. Dat is allemaal mooi, maar het moet dan wel goed gebeuren, met inkomensbescherming en een arbeidscontract, met redelijke pauzes en bescherming bij ongevallen en ziekte.
Het CNV heeft al een aantal jaren een meldpunt en op grond van vierduizend gemelde gevallen blijkt al voor de zomer dat 40% van de jongeren geen loonstrookje krijgt, terwijl dat wel zou moeten en dat is onverminderd hoog. 25% heeft werk waaraan gevaren zijn verbonden. 30% heeft geen pauze volgens de norm van dertig minuten per werktijd van 4,5 uur. Dit zijn dezelfde gegevens die ons vorig jaar al bereikten en die ook bleken uit het meldpunt op de website van de PvdA. Ook uit de verslagen van de Arbeidsinspectie blijkt dat de overtredingen onverminderd hoog zijn.
Ik heb dan ook de volgende vragen voor de staatssecretaris. Gaat de Arbeidsinspectie dit jaar meer en ook meer gericht controleren, vooral bij bedrijven waar zich eerder problemen hebben voorgedaan? Gaat men niet juist minder controleren, zoals het geval was in 2004 ten opzichte van voorafgaande jaren? Hoe gaat men jongeren beter voorlichten? Een jongerenloket op de site van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vind ik echt onvoldoende. Ook het CWI geeft op zijn site niet direct informatie aan jongeren.
Ik stel een makkelijk te vinden schijf van vijf voor op de website van het ministerie van SZW, met informatie over loon, arbeidstijden, veiligheid en pauzes. Daarbij hoort ook de mogelijkheid tot het melden van klachten. Ik vraag de staatssecretaris of hij wil nadenken over een goed zichtbaar meldpunt voor vakantiewerkers, waar zij hun klachten kunnen deponeren. Tot slot zou ik graag zien dat er boetes komen bij herhaalde overtredingen. De boetes liggen nu tussen € 100 bij overtreding van de regels voor arbeidstijden en € 1350 bij ontbreken van deskundig toezicht bij gevaarlijk werk. Mijn fractie wil dat de boetes worden verhoogd. Zij kunnen gemakkelijk worden verdubbeld. Dat zou een afschrikwekkend effect kunnen hebben op de werkgevers die zich niet houden aan de afspraken die wij hebben gemaakt.
Staatssecretaris Van Hoof:
Voorzitter. Ik ben het met mevrouw Bussemaker eens dat, wanneer jongeren werk doen in het kader van vakantiebaantjes, dat werk goed georganiseerd, goed geregeld en vooral ook veilig moet zijn. Met betrekking tot de afspraken die jongeren maken met werkgevers gelden de normale regels. Wanneer de afspraken mondeling worden gemaakt, is niet na te gaan wat die afspraken zijn, maar is dat wel een contract. Het is veel beter om afspraken schriftelijk te maken. Dat neemt niet weg dat, als er geen schriftelijk arbeidscontract is, een jongere volgens het Burgerlijk Wetboek een aantal relevante gegevens schriftelijk van de werkgever moet krijgen. Dat betreft het tijdstip van indiensttreding, de duur van de arbeidsovereenkomst, de aard van het werk, de gebruikelijke arbeidsduur, het loon en de termijn van uitbetaling. De werkgever is verplicht dergelijke zaken desgevraagd schriftelijk aan te reiken aan de jongere. Het is dus van belang dat wij dat gaan communiceren naar de jongeren die dit aangaat.
De veiligheid is natuurlijk de verantwoordelijkheid van de jongere zelf, maar ook van de werkgever. Daar zijn niet alleen de regels van de arbeidsomstandighedenwetgeving van toepassing, maar ook alle specifieke eisen die gelden met betrekking tot jongeren, die u waarschijnlijk allemaal kent. Ik zal daarover nu niet uitweiden.
Natuurlijk controleert de Arbeidsinspectie dit. Ik kan mevrouw Bussemaker mededelen dat de inspectie ook dit jaar weer een inspectieproject vakantiewerk zal uitvoeren, dat start op 3 juli a.s. Het zal zich vooral richten op een aantal sectoren, zoals land- en tuinbouw, gezondheids- en welzijnszorg, recreatie, horeca en detailhandel in de ruime zin van het woord. Dan zal men ook, afhankelijk van de sector, bij heel specifieke zaken verschillende accenten leggen. In ieder geval zijn arbeidsrusttijden, voorlichting, onderricht en toezicht in al die sectoren prioritaire inspectieonderwerpen.
Er is op dit moment al het een en ander op het gebied van voorlichting. Er is een folder met informatie over kinder- en jeugdarbeid voor werkgevers en binnenkort komt de folder Vakantiewerk 2006 uit, die vooral op jongeren is gericht. Er staat allerlei relevante informatie voor hen in. Dat moeten zij ook te weten komen. De informatie staat niet alleen in de folders, maar ook op de SZW-site. Wij zullen jongeren via krantenadvertenties wijzen op de informatie die beschikbaar is en waar deze te vinden is.
Mevrouw Bussemaker (PvdA):
Het is mooi dat de Arbeidsinspectie ook dit jaar weer gaat controleren bij het vakantiewerk. Ik verwachtte niet anders. Ik vraag de staatssecretaris toch om eens met de inspectie te kijken of er niet meer gericht moet worden gecontroleerd. Eervorig jaar bleek dat bij 35% van de bedrijven waar jongeren in dienst waren, overtredingen voorkwamen. Ik vind dat ongekend veel en eerlijk gezegd ook onaanvaardbaar veel. Ik vraag de staatssecretaris hoe hij daarover denkt en welke maatregelen hij op grond daarvan wil treffen. Ik zou zeggen: laat de Arbeidsinspectie, in tegenstelling tot eerdere jaren, vooral niet minder gaan controleren ten aanzien van jongeren, maar meer, en laat haar ook gerichter gaan controleren. Uit de CNV-website blijkt dat 40% van de jongeren geen loonstrookje krijgt. Dat vind ik veel te hoog. De Arbeidsinspectie zou nu al moeten beginnen met de controle, want er zijn nu al heel veel jongeren aan het werk, onder anderen degenen die zijn afgestudeerd. Begin dus niet op 3 juli, maar morgen al, of liever nog vandaag.
Tot slot. Ik heb nog geen antwoord gekregen op mijn vraag over het instellen van een meldpunt. Dit acht ik zeer belangrijk om de ervaringen van jongeren te weten te komen. Daar zullen wij het uiteindelijk toch van moeten hebben. Folders zijn prachtig, maar alles moet erop gericht zijn om ervoor te zorgen dat jongeren ze ook onder ogen krijgen, want dat is het belangrijkste.
Staatssecretaris Van Hoof:
Voorzitter. Ik denk dat mevrouw Bussemaker en ik het in beginsel wel eens zijn. Ik weet niet welk signaal zij heeft gekregen, maar het is zeker niet de bedoeling om minder te inspecteren. En ik heb al aangegeven op welke sectoren wij ons bij de inspecties zullen richten. Haar suggestie om heel gericht te inspecteren en na te gaan of er sprake is van recidive, zal de Arbeidsinspectie zeker bij haar inspectieprogramma ter harte nemen. Het lijkt mij alleen niet verstandig om nu breed uit te meten hoe dit precies zal worden ingericht. Verder heb ik aangegeven hoe de gang van zaken met het loonstrookje in de sfeer van de arbeidsovereenkomst zou moeten zijn. De Arbeidsinspectie kijkt niet primair naar arbeidsvoorwaarden, maar zij gaat hier in ander verband wel meer aan doen. En wat het meldpunt betreft, het is nu al mogelijk om contact op te nemen met de Arbeidsinspectie, maar bij de voorlichting zullen wij onder andere op de genoemde site en in advertenties ook nog aangeven waar men informatie kan verkrijgen en klachten kan deponeren.
De heer De Wit (SP):
Op zichzelf zijn de genoemde cijfers al alarmerend, zou je zeggen, maar het gaat mij erom dat een heleboel jongeren blijkbaar niet het loon krijgen waar zij recht op hebben: ten minste het minimumjeugdloon. Hoe kan de staatssecretaris er nu voor zorgen dat de jongeren dit wel krijgen? Kan de Arbeidsinspectie hierbij in die zin een rol spelen dat zij de werkgever bijvoorbeeld nog een week de gelegenheid geeft om te betalen, met een sanctiemogelijkheid? Ziet de staatssecretaris hier iets in?
Staatssecretaris Van Hoof:
Ik denk dat de Arbeidsinspectie hierbij op dezelfde manier moet werken als normaal. Op het ogenblik controleert zij niet actief en gericht op het uitbetalen van het wettelijk minimumloon, maar zodra het gevraagd wordt, komt de Arbeidsinspectie in actie. De achtergrond van zo'n vraag moet dan zijn het afdwingen van het recht op het minimumloon via civiele rechterlijke procedures. Zodra jongeren zich tot de Arbeidsinspectie wenden, kan die wel degelijk haar reguliere rol vervullen, dus het geldt ook voor vakantiewerk voor jongeren.
Mevrouw Verburg (CDA):
Voorzitter. Er is ook goed nieuws te melden, er is namelijk dit jaar weer heel veel vakantiewerk; dit is in de afgelopen jaren wel anders geweest. Het andere goede nieuws is dat de CVN-jongerenorganisatie al jarenlang een campagne rondom vakantiewerk voert om jongeren te informeren en te helpen. Toch mogen wij niet veronachtzamen dat er ook dingen verkeerd kunnen gaan, zoals zojuist al is aangegeven. Is het mogelijk om een directe verbinding te maken tussen de Arbeidsinspectie en het meldpunt dat de CNV-jongerenorganisatie eventueel zal inrichten, opdat de inspectie ter plekke kan gaan controleren wat er misgaat en zo nodig een boete kan opleggen?
Staatssecretaris Van Hoof:
Wat mij betreft is dit mogelijk; wat ik over een meldpunt zeg, geldt natuurlijk ook voor de CNV-jongerenorganisatie. Als deze organisatie of welke dan ook er behoefte aan heeft om afspraken te maken met de Arbeidsinspectie, dan sta ik daarvoor open.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20052006-5612-5613.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.