Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 410 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2024

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2023–2024

GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Koninkrijksrelaties (IV)

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen Koninkrijksrelaties (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 222.203.000 mln.

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen Koninkrijksrelaties (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 49.958.000 mln.

BES-fonds (H)

Figuur 3 Geraamde uitgaven BES-fonds (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 71,2 mln.

Figuur 4 Geraamde ontvangsten BES-fonds (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 71,2 mln

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

In afwijking van het eerste lid is besloten de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties en de begrotingsstaat van het BES-fonds in één wet te laten vaststellen, op grond van artikel 2.3, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,H.M.de Jonge

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1. Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt de begroting 2024 voor Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H).

Groeiparagraaf

Ten opzichte van de begroting 2023 zijn er geen wijzigingen.

Beleidsagenda

De beleidsagenda Koninkrijksrelaties geeft een overzicht van de hoofdlijnen van het beleid.

Het BES-fonds is een beleidsarm fonds en heeft daarom geen beleidsagenda. Via de vrije uitkeringen uit het BES-fonds ontvangen de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen om de aan hen toebedeelde en deels wettelijke taken naar behoren uit te voeren, net zoals gemeenten middelen krijgen uit het gemeentefonds in Europees Nederland. Het gaat hierbij om vrij besteedbare middelen. Het is - net als bij gemeenten – aan de lokale democratie om ambities te formuleren, aanvullende inkomsten te genereren en beleidskeuzes te maken. Het is aan de eilanden om verantwoording af te leggen over de via het BES-fonds verstrekte middelen.

De beleidsagenda voor Koninkrijksrelaties (IV) wordt afgesloten met vijf overzichten:

  • Belangrijkste beleidsmatige mutaties

  • Strategische Evaluatie Agenda

  • Overzicht risicoregelingen

  • Implementatie van mensenrechtenverdragen

  • Coronamaatregelen.

De begrotingsartikelen

De begroting van Koninkrijksrelaties bestaat uit vier beleidsartikelen en twee niet-beleidsartikelen. In de beleidsartikelen staat de beleidsinformatie en de financiële informatie over de voorgenomen uitgaven. In de niet-beleidsartikelen staan de voorgenomen uitgaven verantwoord die niet met beleid te maken hebben, zoals apparaatsuitgaven. De vier beleidsartikelen zijn:

  • artikel 1. Versterken rechtsstaat

  • artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

  • artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

  • artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden.

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

  • A. Algemene doelstelling

  • B. Rol en verantwoordelijkheid

  • C. Beleidswijzigingen

  • D. Tabel budgettaire gevolgen van beleid

  • E. Toelichting op de instrumenten.

De peildatum voor de onder onderdeel D gepresenteerde geschatte budgetflexibiliteit (het percentage juridisch verplicht) is 1 januari 2024.

De twee niet-beleidsartikelen zijn:

  • artikel 6. Apparaat

  • artikel 7. Nog onverdeeld.

Een niet-beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

  • A. Tabel budgettaire gevolgen van beleid;

  • B. Toelichting op de instrumenten.

De begroting van het BES-fonds kent één beleidsartikel:

  • artikel 1. BES-fonds.

Het beleidsartikel van het BES-fonds is opgebouwd uit dezelfde vijf elementen als de beleidsartikelen van de begroting van Koninkrijksrelaties. De apparaatsuitgaven/-ontvangsten voor de uitvoering van het BES-fonds zijn opgenomen in de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

Bijlagen

De bijlagen 1 en 2 bevatten de verdiepingsbijlagen voor Koninkrijksrelaties en het BES-fonds. Bijlage 3 is een overzicht van de moties en toezeggingen voor beide hoofdstukken.

Daarna volgt voor Koninkrijksrelaties een overzicht subsidies (bijlage 4), de Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda (bijlage 5) en het overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland (bijlage 6).

Met betrekking tot het BES-fonds volgen het Overzicht belasting- en premie ontvangsten Caribisch Nederland (bijlage 7), het Overzicht eilandelijke inkomsten (bijlage 8) en het Overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland (bijlage 9).

Het uitgangspunt is om in de verdiepingsbijlage de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2023 (RBV 2023) is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV 2023

Begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

1. Versterken rechtsstaat

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

6. Apparaat

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

7. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

1. BES-fonds

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 4 mln.

2. Beleidsagenda

2.1 Beleidsprioriteiten

Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid

In het Koninkrijk werken we vanuit een gezamenlijk verleden naar een gedeelde toekomst. Nederland wil zich inzetten voor een betere toekomst voor het gehele Koninkrijk. Deze inzet van Nederland vindt plaats op basis van de principes van wederzijds vertrouwen, betrokkenheid en wederkerigheid, en gelijkwaardigheid.

In Caribisch Nederland blijven we ons inspannen om Bonaire, Saba en Sint Eustatius een gelijkwaardig deel van Nederland te laten zijn. Verschillende ontwikkelingen, zoals inflatie en specifiek de stijging van energieprijzen, hebben grote invloed op de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. In 2024 wordt verder gegaan met de inzet van de middelen voor Caribisch Nederland van € 30 mln. om onder andere (sociale) voorzieningen en de levensstandaard te verbeteren. Daarnaast worden - met de verdere invulling van het 'comply or explain'-principe in 2024 - Europees Nederlandse beleidsintensiveringen ook toegepast in Caribisch Nederland, tenzij er redenen zijn om dit niet te doen. BZK maakt bestuurlijke afspraken met de eilandbesturen op basis van door hen gestelde prioriteiten om de prestaties van de overheden te verbeteren. Wanneer de overheden aan beide kanten van de oceaan beter presteren, zal de levensstandaard van de inwoners van Caribisch Nederland kunnen verbeteren. Daarom worden om de gestelde prioriteiten waar te maken concrete afspraken gemaakt over het sociaal domein, infrastructuur, duurzaamheid en economie, waarbij oog wordt gehouden voor de specifieke omstandigheden van elk eiland.

Het kabinet spant zich in 2024 in voor de drie autonome Caribische Landen in het Koninkrijk. Deze inspanning is onder andere zichtbaar in de samenwerking voor de uitvoering van de hervormingen van de Landspakketten. Sinds eind 2020 werken Aruba, Curaçao en Sint Maarten (hierna: de Landen) samen met Nederland aan noodzakelijke hervormingen in hun publieke sector, met als doel de economieën van de Landen te versterken, met het oog op de bevordering van het welzijn van hun inwoners. Tot 2023 lagen aan deze samenwerking drie tijdelijke bilaterale onderlinge regelingen ten grondslag, vooruitlopend op een nader juridisch fundament voor de samenwerking. Op 4 april 2023 hebben de ministers-presidenten van de Landen en de Staatssecretaris van BZK een onderlinge regeling ondertekend waarmee dit juridisch fundament is gecreëerd. Met deze onderlinge regeling verbinden de regeringen van de Landen zich voor meerdere jaren aan de uitvoering van de hervormingen in hun publieke sectoren. Nederland verbindt zich aan het bieden van ondersteuning daarbij door het beschikbaar stellen van mensen en middelen. Hiermee zetten BZK en de Landen in elk geval tot 2027 de samenwerking voort zoals die de afgelopen twee jaar heeft vorm gekregen. De leidende beginselen voor die samenwerking – zoals vastgelegd in de inleidende tekst van de regeling – zijn eigenaarschap, gelijkwaardigheid en gemeenschappelijkheid.

Caribisch Nederland (CN)

Bestuurlijke afspraken Caribisch Nederland

Op 21 maart 2023 is de voortgang onder de huidige (eenjarige) bestuurlijke afspraken met de Eerste en Tweede kamer gedeeld.1 Om invulling te geven aan de ambities voor de periode vanaf medio 2023, worden er samen met de openbare lichamen nieuwe bestuurlijke afspraken gemaakt met bijbehorende uitvoeringsagenda’s voor Bonaire en Sint Eustatius en een meerjarige uitvoeringsagenda voor Saba. Hiervoor wordt er gekeken naar de huidige bestuurlijke afspraken, maar ook naar de nieuwe prioriteiten per eiland. De eilandbesturen leveren daarvoor prioriteiten aan en samen met de bestuurscolleges en departementen worden er concrete afspraken gemaakt over wat er nodig is om deze ambities te behalen. Voorbeelden van thema's waarover concrete afspraken worden gemaakt zijn het sociaal domein, infrastructuur en duurzaamheid, maar verschillen per eiland. Zoals in de intentiebrief economische ontwikkeling is benoemd, wordt er samen met de eilanden onderzocht wat er per eiland nodig is om de lokale economie te diversifiëren en economische groei te genereren. Daarnaast is bestuurs- en uitvoeringskracht een belangrijk onderwerp voor alle drie de eilanden in de bestuurlijke afspraken, waarin organisatieontwikkeling en sterk personeelsbeleid een rol spelen. De beleidsinzet van BZK ten behoeve van de bestuurlijke afspraken voor 2024 wordt voornamelijk bepaald door de onderwerpen die de openbare lichamen in dit proces ter tafel brengen.

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

In 2024 wordt voortgebouwd op bestaande programma’s en activiteiten voor het versterken van de bestuurs- en uitvoeringskracht in Caribisch Nederland. Als onderdeel van de nieuwe bestuurlijke afspraken wordt verder gekeken naar aanvullende stappen die nodig zijn om de uitvoeringskracht van de openbare lichamen te versterken. De precieze uitwerking hiervan is onderwerp van gesprek met de eilanden. We maken middelen vrij voor het voortzetten van het gemeentelijk uitwisselingsnetwerk van de VNG, waarmee kennis en expertise wordt uitgewisseld tussen gemeenten in Europees-Nederland en Caribisch Nederland. Hierdoor kunnen de openbare lichamen verzoeken voor de inzet van expertise indienen, die vervolgens door de VNG gematcht worden met kennis en expertise uit Europees Nederlandse gemeenten. Ook wordt geïnvesteerd in het weerbaarder maken van het openbaar bestuur.

Comply or explain

In 2024 wordt verder invulling gegeven aan de toepassing van het principe van 'comply or explain'. Dit principe houdt in dat nieuwe Europees-Nederlandse beleidsdoelen of beleidsintensiveringen, waaronder bijbehorende nieuwe regelgeving, ook van toepassing is in Caribisch Nederland, tenzij er redenen zijn om dat niet te doen. Dit kan betekenen dat de omstandigheden maatwerk vragen, om hiermee alsnog het gewenste resultaat te bereiken in Caribisch Nederland. De passendheid van maatwerkmaatregelen in de lokale context is van groot belang. De departementen hebben hun inzet voor Caribisch Nederland veelal ondergebracht in beleidsagenda’s. Voorts worden standaardformulieren en handboeken aangepast om het proces rondom de toepassing van het principe van ‘comply or explain’ te standaardiseren.

Financieel beheer

BZK ziet erop toe dat de openbare lichamen het financieel beheer op een adequaat niveau brengen en vervolgens houden. Het College financieel toezicht BES (Cft BES) adviseert de minister van BZK over de financiën van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Het niveau van het financieel beheer in Caribisch Nederland is gemengd. Bonaire en Sint Eustatius werken ook in 2024 met verbeterplannen om het financieel beheer op niveau te brengen. De inspanningen van Bonaire beginnen zijn vruchten af te werpen. Over de jaarrekening 2022 heeft het openbaar lichaam een goedkeurende accountantsverklaring ontvangen. In 2024 gaat Bonaire verder met het verbeteren en verstevigen van het financieel beheer en de borging daarvan binnen de organisatie.

Sint Eustatius werkt aan het verstevigen van de administratieve organisatie en interne beheersing (AO/IB). Eind 2023 zijn het normenkader en de werkprocessen uitgewerkt in een AO/IB handboek en volledig geïmplementeerd binnen de organisatie. 2024 staat in het teken van de monitoring en maandelijkse audit van de AO/IB. De werkzaamheden moeten ertoe leiden dat er uiterlijk over de jaarrekening 2024 een goedkeurende accountantsverklaring kan worden afgegeven.

Saba kan al jaren een goedkeurende accountantsverklaring overleggen als bewijs van goed financieel beheer. Tegelijkertijd blijft Saba investeren in de kwaliteit van het financieel beheer door werkprocessen te optimaliseren en te digitaliseren en door werving en training van medewerkers. Voor de uitvoering van de verbeterplannen hebben we financiële middelen verstrekt aan Bonaire en Sint Eustatius. Waar nodig zal BZK ook expertise aanbieden om de verbeteringen te bewerkstelligen. Jaarlijks informeert BZK de Tweede Kamer over de stand van het financieel- en begrotingsbeheer en de verbeterplannen van de openbare lichamen.

Landen

Landspakketten

De Landspakketten, zoals die eind 2020 met ieder land zijn overeengekomen, blijven de basis voor de samenwerking. Ter ondersteuning van de uitvoering van de Landspakketten blijft de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) binnen het ministerie van BZK bestaan. De TWO voert haar taak uit in gezamenlijkheid met de Uitvoeringsorganisaties, die in ieder van de Landen zijn ingesteld onder de ministers-presidenten. Samen zijn zij belast met de ondersteuning, begeleiding en monitoring van de uitvoering van de hervormingen. De TWO heeft hiertoe tot en met 2027 jaarlijks ruim € 35 mln. beschikbaar. Circa € 6,5 mln. hiervan wordt besteed aan apparaatskosten, voor zowel het eigen personeel van de TWO als voor de inzet van experts van andere departementen. De resterende middelen kunnen worden aangewend voor de financiering van hervormingsprojecten of voor het beschikbaar stellen van aanvullende deskundigheid of uitvoeringscapaciteit.

Sinds 2020 zijn de nodige stappen gezet voor de realisatie van een breed palet aan hervormingen en investeringen. Deze hervormingen en investeringen moeten bijdragen aan de versterking van de weerbaarheid en veerkracht van de economie en samenleving van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. De economieën van de Landen moeten aan duurzame groei- en verdienvermogen winnen, nieuwe kansen bieden aan burgers en bedrijven en beter bestand zijn tegen economische, sociale en andere crises die de lokale maatschappij kunnen ontwrichten en het welzijn van burgers negatief beïnvloeden. In de Landspakketten zijn maatregelen opgenomen op de volgende gebieden: financieel beheer, kosten en effectiviteit van de publieke sector, belastingen, de financiële sector, de economie, zorg, onderwijs en het versterken van de rechtsstaat. Voorbeelden van activiteiten die in 2024 zijn voorgenomen zijn de afronding van de doorlichting van de overheidsorganisatie van Aruba, implementatie van het programma verbeteren overheid in Curaçao en de start van de implementatie van het nieuwe ICT-systeem van de belastingdienst in Sint Maarten, waarmee online belastingaangifte mogelijk zal worden. Verder worden in Aruba de achterstanden in de eindafrekeningen van subsidieverlening weggewerkt en wordt de eerstelijns gezondheidszorg onder andere versterkt door een uitbreiding van het aantal huisartsen dat wordt opgeleid, wordt een groot deel van de hervormingen bij de Belastingdienst Curaçao geïmplementeerd en gaat Sint Maarten door met de implementatie van een nieuw digitaal (financieel) managementsysteem voor de gehele overheid.

Daarnaast wordt gewerkt aan het onderhoud aan scholen in Curaçao. De concrete afspraken waar deze maatregelen uit bestaan, zijn opgenomen in een uitvoeringsagenda, die minimaal halfjaarlijks bestuurlijk wordt vastgesteld door de Landen en de Staatssecretaris van BZK. Over de voortgang van de gemaakte afspraken wordt gerapporteerd in periodieke uitvoeringsrapportages die ook ter informatie aan de Kamer worden gestuurd.

Versterken economische structuur

Het Nederlandse kabinet hecht veel waarde aan het verder versterken van de samenwerking binnen het Koninkrijk. Dit vanuit de visie dat we in het Koninkrijk een verleden én een toekomst delen en dat we die toekomst samen vormgeven. Het Nederlandse beleid richting de Landen is gericht op het versterken van de economische structuur van de Landen. Met de Landspakketten wordt beoogd de economische structuur van de Landen via structurele hervormingen te versterken. Met gerichte investeringen wordt beoogd het duurzaam verdienvermogen verder te verstevigen met ruimte voor verschillen in structuur en omvang van de economieën van de drie Landen. Hierbij wordt invulling gegeven aan de afspraak uit het coalitieakkoord dat «we rendabel [gaan] bijdragen aan de economische ontwikkeling van de Caribische landen door garantieregelingen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), het Nationaal Groeifonds en regelingen voor duurzame energieproductie (SDE++) open te stellen voor aanvragen uit het hele Koninkrijk.»

Versterken rechtstaat

Een goed functionerende rechtsstaat is een randvoorwaarde voor economische ontwikkeling, houdbare overheidsfinanciën en rechtmatigheid van bestedingen. De Caribische landen van het Koninkrijk, mede als gevolg van de geografische positionering, worden geconfronteerd met relatief veel drugscriminaliteit en de (migratie-)gevolgen van de crisis in Venezuela. Daarnaast drukt de kleinschaligheid op de uitvoeringscapaciteit van de landen, onder meer op de slagkracht van de organisaties binnen de rechtshandhavingsketen. Goed bestuur, rechtshandhaving en veiligheid zijn aangelegenheden van de autonome Landen. Nederland ondersteunt Aruba, Curaçao en Sint Maarten hierbij. Het ministerie van BZK werkt hierin nauw samen met de ministeries van Justitie en Veiligheid, Financiën en Defensie.

In 2024 worden verdere stappen gezet  in de uitvoering van de plannen van aanpak versterking grenstoezicht die Nederland en de Caribische landen uitvoeren. Dit gaat bijvoorbeeld met kennisoverdracht door Nederlandse medewerkers in tweetallen samen te laten werken met Caribische collega’s, de inrichting van multidisciplinaire ruimten op luchthavens en opleidingen voor Caribisch personeel. In het kader van de uitbreiding van de duurzame ondermijningsaanpak op Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden investeringen gedaan in het Recherche Samenwerkingsteam (RST), Openbare ministeries en Gemeenschappelijk Hof. Met deze investeringen worden onder andere strafrechtelijke onderzoeken gedaan naar criminaliteit met een sterk financieel-economische component, waaronder belastingfraude, verduistering van overheidsgeld, vervalsing van documenten en witwassen.

Het kabinet is tevens betrokken bij de structurele verbeteringen van het gevangeniswezen van Sint Maarten, gelet op het naleven van de mensenrechtenstandaarden. In 2024 stelt BZK incidenteel middelen beschikbaar voor de bouw van een nieuwe gevangenis en structurele verbeteringen van de huidige detentieomstandigheden. Daarnaast moet worden bekeken of de Samenwerkingsregeling Waarborging Plannen van Aanpak Landstaken Curaçao en Sint Maarten in 2024 (wederom) moet worden verlengd, omdat de plannen van aanpak Politie en Detentiewezen op Sint Maarten nog niet zijn afgerond.

Overheidsfinanciën, financieel beheer, en financieel toezicht

Duurzame houdbare overheidsfinanciën zijn een randvoorwaarde voor de economische ontwikkeling. Het begrotingsbeleid in de Landen vormt reeds voor de Covid-19 pandemie een uitdaging met sterk oplopende overheidsschuld als gevolg. Door de Covid-19 pandemie zijn de overheidsfinanciën van Aruba, Curaçao en Sint Maarten verslechterd en zijn de landen door Nederland ondersteund met de liquiditeits­steun van Nederland. Door het krachtig economisch herstel van de drie Landen resulteerde dit in 2023 dat de begrotingen van elk van de drie Landen voldoen aan de begrotingsnormen. Van belang is nu dat deze ontwikkeling wordt voortgezet en versterkt.

Door middel van het financieel toezicht en de hulp bij de implementatie van de hervormingen uit de Landspakketten worden de landen daarbij ondersteund. Het College Aruba financieel toezicht (CAft) en het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) adviseren de Rijksministerraad en de Landen over de overheidsfinanciën van de Landen, gericht op het bewerkstelligen van een duurzame financiële overheidshuishouding. Dit doen het Cft voor Curaçao en Sint Maarten op basis van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) en voor Aruba op basis van de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft) in combinatie met het Protocol Aruba-Nederland uit 2018. Ook voor het financieel toezicht op Aruba is voorzien dat dit gaat geschieden op basis van een rijkswet.

De mate waarin de Landen de hervormingen uit de Landspakketten effectief implementeren is van grote invloed op de ontwikkeling van overheidsuitgaven. BZK continueert hiervoor de technische en financiële ondersteuning om belangrijke stappen te kunnen zetten om de begroting te versterken. Zo zal de hervorming van de belastingdienst kunnen bijdragen aan een hogere bereidheid tot het doen van belastingaangifte, zal verbetering van financieel beheer de sturing op inkomsten en uitgaven kunnen bevorderen en kan middels hervorming van de publieke sector de effectiviteit en de beoogde kostenverlaging van de publieke sector het vertrouwen van investeerders en consumenten verhogen.

Het op orde brengen van het financieel beheer in Aruba, Curaçao en Sint Maarten is een belangrijk thema en doelstelling in de Landspakketten. Naast specifieke knelpunten die een goedkeurende accountantsverklaring bij de jaarrekening in de weg staan, wordt de problematiek veroorzaakt door fundamentele problemen in de wetgeving, de financiële organisatie, de financiële processen en de administratie. Daar waar 2023 vooral in het teken stond van de basis op orde brengen, het verbeteren van de controleerbaarheid van de financiële gegevens en de implementatie van zogenaamde quick wins, worden in 2024 de eerste stappen gezet naar de optimalisering van de financiële organisatie, processen en systemen. Doel is dat de Landen stapsgewijs in staat worden hun inkomsten en uitgaven beter beheersen.

Wederopbouw

In 2017 trokken de orkanen Irma en Maria over de Bovenwindse Eilanden met verwoestende gevolgen. Met name het land Sint Maarten werd zwaar getroffen. Als autonoom land binnen het Koninkrijk is het zelf verantwoordelijk voor de wederopbouw. Nederland ondersteunt Sint Maarten financieel bij de wederopbouw, met de inzet van de Wereldbank (trustfonds) en met technische assistentie. Het trustfonds is actief tot eind 2028.

Het trustfund is volledig overgegaan in de fase van uitvoering. Hierdoor zijn steeds meer zichtbare en tastbare resultaten voor de bevolking van Sint Maarten geboekt. Deze lijn wordt doorgetrokken in 2024. Uiteraard zal daarbij worden ingezet op de realisatie van de blijvende Nederlandse prioriteiten: herstel van de luchthaven, afvalproblematiek en good governance.

2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Uitgaven Koninkrijksrelaties

Tabel 2 Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

 

196.454

169.707

168.985

186.909

185.603

        

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

 

‒ 39.020

64.111

7.947

‒ 8.913

9.497

6.611

Mutatie Nota van wijziging op eerste suppletoire begroting 20231

 

33.470

     

Extrapolatie

 

152.703

        

Belangrijkste mutaties

       

1) Overboeking LPO tranche 2023: RST

1

‒ 669

‒ 2.104

‒ 2.045

‒ 3.075

0

0

2) Kasschuif TWO - bijdrage landen

4

‒ 4.000

1.000

1.000

1.000

1.000

0

3) Eilandelijke taken

4

‒ 2.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

4) Uitvoeringskracht

4

‒ 1.334

‒ 1.334

‒ 1.334

‒ 1.334

‒ 1.334

‒ 1.334

5) Kasschuif noodmaatregelen klif St. Eustatius

4

‒ 1.600

1.600

0

0

0

0

6) Koopkracht en armoede bestrijding CN

4

0

900

1.000

1.000

1.000

1.000

7) Wisselkoerseffecten

7

‒ 15.255

‒ 19.020

0

0

0

0

8) Wisselkoerseffecten

div

4.861

10.886

0

0

0

0

        

Stand ontwerpbegroting 2024

 

167.045

223.203

172.553

172.587

192.766

155.980

X Noot
1

Kamerstukken II, 2022/23, 36350 IV, nr 3.

Toelichting

1. Overboeking LPO tranche 2023: Recherche Samenwerkingsteam (RST)

Dit betreft een overboeking van LPO-middelen van de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) naar de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het RST. Deze overboeking vindt plaats op grond van het Convenant Financieringssytematiek.

2. Kasschuif Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) - bijdrage landen

Dit betreft een kasschuif als gevolg van een herziening van de uitgaven van de TWO. In 2023 worden niet alle middelen uitgeput vanwege het trager verlopen van de uitvoering door de Landen. Voor de TWO worden de middelen daarom in het juiste ritme gezet.

3. Eilandelijke taken

Dit betreft een overboeking van de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) naar het BES-fonds ten behoeve van de eilandelijke taken die worden uitgevoerd door Bonaire, St. Eustatius en Saba.

4. Uitvoeringskracht

Dit betreft een overboeking van de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) naar het BES-fonds ten behoeve van de uitvoeringskracht van Bonaire en St. Eustatius.

5. Kasschuif noodmaatregelen klif St. Eustatius

Er wordt in 2023 gestart met het stabiliseren van de klif op St. Eustatius. Een deel van de middelen zijn later nodig en schuiven daarom door naar 2024.

6. Koopkracht en armoedebestrijding CN

Om de koopkracht op Caribisch Nederland te verbeteren en de armoede te verminderen, neemt het kabinet in afwachting van het binnenkort te verschijnen rapport van de commissie Sociaal Minimum Caribisch Nederland een breder pakket aan maatregelen. Concreet worden de uitkeringen (onderstand, AOV en AWW) naar het Europees Nederlandse bijstandsniveau getrokken en de kinderbijslag met USD 90 per kind per maand verhoogd. Verder worden er in 2024 verschillende incidentele maatregelen genomen om de kosten van levensonderhoud te verminderen, zoals het verlagen van de kosten van nutsvoorzieningen. Voor deze maatregelen is in 2024 is er € 30 mln. beschikbaar en vanaf 2025 betreft dit € 32 mln. aan structurele middelen. Deze middelen worden op de desbetreffende departementale begrotingen geboekt. Voor de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) betreft dit allereerst structurele middelen (€ 0,7 mln.) vanaf 2024 voor de openbare lichamen ten behoeve van openbaar vervoer, zodat de vervoerskosten voor inwoners op de eilanden kunnen worden verlaagd. Daarnaast betreft dit middelen vanaf 2024 voor de voedselbanken (€ 0,3 mln.).

Ten slotte wordt er structureel circa € 15 mln. gereserveerd op de Aanvullende Post voor aanvullende koopkracht-/armoedemaatregelen, voor de opvolging van het hierboven genoemde nog te verschijnen rapport van de commissie sociaal minimum CN.

7. Wisselkoerseffecten

Begin 2023 is er een inschatting gemaakt van de impact van de wisselkoersfluctaties en de gevolgen daarvan voor de begroting van Koninkrijksrelaties en het BES-fonds. Dit heeft geleid tot een toedeling van middelen naar diverse artikelen om de nadelige wisselkoerseffecten op te vangen. Daarom wordt het budget van de wisselkoersreserve op dit artikel uit de begroting gehaald.

8. Wisselkoerseffecten

Dit betreft een toevoeging van middelen aan de diverse artikelen van begroting van Koninkrijksrelaties (IV) ter dekking van de nadelige koerseffecten.

Ontvangsten Koninkrijksrelaties

Tabel 3 Belangrijkste beleidsmatige ontvangstenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

 

1.090.372

48.861

178.646

198.318

122.095

        

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

 

77.201

1.097

8.253

5.581

5.581

96.726

Mutatie incidentele suppletoire begroting 2023

 

‒ 1.114.308

0

0

0

0

0

Extrapolatie

 

122.095

        

Belangrijkste mutaties

       

1) Geraamde ontvangsten

6

990

0

0

0

0

0

        

Stand ontwerpbegroting 2024

 

54.304

49.958

186.899

203.899

127.676

218.821

Toelichting

1. Geraamde ontvangsten

De geraamde ontvangsten van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) en het College Financieel Toezicht worden weer ingezet voor de uitgaven op apparaat.

Uitgaven BES-fonds

Tabel 4 Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

 

53.094

46.583

49.482

49.064

48.445

        

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

 

5.017

4.510

4.736

4.704

4.655

4.655

Extrapolatie

 

48.445

        

Belangrijkste mutaties

       

1) Eilandelijke taken

1

2.000

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

2) Uitvoeringskracht

1

2.735

1.334

1.334

1.334

1.334

1.334

3) Wisselkoerseffecten

1

10.126

15.743

0

0

0

0

        

Stand ontwerpbegroting 2024

 

73.057

71.170

58.552

58.102

57.434

57.434

Toelichting

1. Eilandelijke taken

Dit betreft een overboeking van de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) naar het BES-fonds ten behoeve van de eilandelijke taken die worden uitgevoerd door Bonaire, St. Eustatius en Saba.

2. Uitvoeringskracht

Dit betreft deels een overboeking van structurele middelen vanaf artikel 4 van de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) naar het BES-fonds ten behoeve van de uitvoeringskracht van Bonaire en St. Eustatius. Ook betreft dit een overboeking van incidentele middelen vanaf artikel 7 van de begroting van KR (IV) naar het BES-fonds voor een extra versterking van de uitvoeringskracht van alle BES-eilanden.

3. Wisselkoerseffecten

Dit betreft een toevoeging van middelen aan het BES-fonds ter dekking van de nadelige koerseffecten.

Ontvangsten BES-fonds

Tabel 5 Belangrijkste beleidsmatige ontvangstenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

 

53.094

46.583

49.482

49.064

48.445

        

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

 

5.017

4.510

4.736

4.704

4.655

4.655

Extrapolatie

 

48.445

        

Belangrijkste mutaties

       

1) Wet Financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

1

14.946

20.077

4.334

4.334

4.334

4.334

        

Stand ontwerpbegroting 2024

 

73.057

71.170

58.552

58.102

57.434

57.434

Toelichting

1. Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Op basis van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES) dienen de uitgaven en ontvangsten over ieder uitkeringsjaar voor het BES-fonds gelijk te zijn. Ten behoeve van de dekking van deze uitgaven is een post ontvangsten geraamd. De voeding van het BES-fonds is direct afkomstig uit de belastingontvangsten van het Rijk.

2.3 Strategische Evaluatie Agenda

De Strategische Evaluatie agenda (SEA) is een instrument dat is ontwikkeld aan de hand van de vierde voortgangsrapportage Inzicht in Kwaliteit (Kamerstukken II 2020/21, 31865, nr. 184). De SEA biedt een overzicht van de beleidsthema’s, een korte toelichting op de inzichtbehoefte per thema, en een daarbij passende agendering van evaluatieonderzoek. Het doel is om meer inzicht in de beleidsthema’s te krijgen, en continue verbetering van beleid en uitvoering te stimuleren.

De SEA bevat een overzicht van alle geplande beleidsdoorlichtingen per beleidsartikel eens in de vier tot zeven jaar. Ook biedt de SEA een overzicht van alle overige ex-ante, ex-durante en ex-post onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid. Hieronder vallen ook de evaluaties van subsidies en andere instrumenten, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen (ZBO).

Bijlage 5 Uitwerking strategische evaluatie agenda bevat een nadere toelichting op de SEA. Daarnaast kan hier de volledige onderzoeksprogrammering gevonden worden.

Tabel 6 Strategische Evaluatieagenda

Thema

Type onderzoek

Afronding

Status

Toelichting onderzoek

Begrotingsartikel(en)

Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid

Ex post

2023

Afgerond

Beleidsdoorlichting Versterken rechtsstaat

1 Versterken rechtsstaat

Ex durante

2023-2024

Lopend

Evaluatie van de bevindingen en aanbevelingen van de Raad van State

4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

Ex durante

2024

Te starten

Evaluate Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten

Ex post

2024

Te starten

Beleidsdoorlichting Bevorderen sociaaleconomische structuur

Ex post

2024

Lopend

Beleidsdoorlichting schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Ex post

2027

Te starten

Evaluatie van de herfinanciering van de liquiditeitsleningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Ex post

2023

Afgerond

Beleidsdoorlichting Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Voor een overzicht van afgeronde evaluaties en beleidsdoorlichtingen zieJaarverslag Koninkrijksrelaties 2022, Bijlage 1: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek.

2.4 Overzicht risicoregelingen

Garanties

Voor de begroting 2024 zijn er geen verstrekte garanties.

Leningen

Tabel 7 Overzicht verstrekte leningen (bedragen x € 1.000) (stand per 1 augustus 2023)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande lening in andere valuta

Uitstaande lening in €

Looptijd lening

Totaal verstrekte leningen

2.646.870

 
     

Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

2.608.291

 
     

Totaal leningen Curaçao

1.529.256

 
 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75%

ANG 139.735

55.720

15 jaar (2010-2025)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,875

ANG 370.000

147.539

20 jaar (2010-2030)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 3,0%

ANG 474.900

189.369

25 jaar (2010-2035)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 3,125%

ANG 582.391

232.231

30 jaar (2010-2040)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75%

ANG 62.604

25.226

30 jaar (2013-2043)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,45%

ANG 247.036

103.186

30 jaar (2014-2044)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,6%

ANG 180.000

95.883

30 jaar (2015-2045)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,62%

ANG 33.296

17.997

30 jaar (2015-2045)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,0%

ANG 59.050

29.702

30 jaar (2016-2046)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,24%

ANG 60.000

28.448

30 jaar (2017-2047)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 0,92%

ANG 69.100

34.167

30 jaar (2019-2049)

 

Onderhandse lineare lening Curaçao 0,00%

ANG 82.000

41.132

15 jaar (2020-2035)

 

Lening ter afwikkeling van de Girobank 0,00%

ANG 170.000

80.338

16 jaar (2021-2037)

 

Liquiditeitslening Curaçao 0,00% (verlenging)

ANG 911.000

448.318

1,5 jaar (2022-2023)

     

Totaal leningen Sint Maarten

373.578

 
 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,625%

ANG 73.500

29.461

15 jaar (2010-2025)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,75 %

ANG 78.571

31.494

20 jaar (2010-2030)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,875%

ANG 50.000

20.042

25 jaar (2010-2035)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 3,0%

ANG 50.000

20.042

30 jaar (2010-2040)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,25%

ANG 58.652

24.765

15 jaar (2014-2029)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,375%

ANG 44.818

18.739

20 jaar (2014-2034)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,45%

ANG 39.526

16.510

30 jaar (2014-2044)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 1,8%

ANG 22.199

9.896

30 jaar (2014-2044)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,83%

ANG 14.470

6.831

25 jaar (2017-2032)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,74%

ANG 29.497

14.756

30 jaar (2019-2049)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,5%

ANG 5.200

2.801

7 jaar (2016-2023)

 

Onderhandse lineare lening 0,00%

ANG 49.875

22.985

15 jaar (2020-2035)

 

Liquiditeitslening Sint Maarten 0% (verlenging)

ANG 316.400

155.256

1,5 jaar (2022-2023)

     

Totaal leningen Aruba

704.116

 
 

Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%

14

30 jaar (1992-2022)

 

Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%

247

30 jaar (1993-2023)

 

Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%

188

30 jaar (1994-2024)

 

Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%

44

30 jaar (1995-2025)

 

Water en Energiebedrijf Aruba 2,5%

AWG 4.575

2.242

30 jaar (1995-2025)

 

Rentelastverlichting 2021 Aruba 2,64%

AWG 177.100

83.826

8 jaar (2021-2028)

 

Rentelastverlichting 2022 Aruba 2,64%

AWG 346.000

175.371

8 jaar (2022-2029)

 

Liquiditeitslening Aruba 0% (verlenging)

AWG 915.500

442.184

1,5 jaar (2022-2023)

     

Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen

1.341

 
 

Lening Ontwikkelingsbank Nederlandse Antillen

1.341

29 jaar (2001-2030)

     

Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

38.579

 
 

Liquiditeitslening Sint Maarten 0,0%

ANG 50.000

22.790

30 jaar (2018-2048)

 

Liquiditeitslening Sint Maarten 0,0%

ANG 32.600

15.789

30 jaar (2018-2048)

Toelichting

De leningen aan de landen worden meestal afgesloten in Antilliaanse guldens (ANG) of Arubaanse florins (AWG) en vastgelegd in de begroting in euro's (€). Deze vastlegging gebeurt op basis van de geldende begrotingskoers op het moment van aangaan van de lening (historische waarde). De aan Caribisch Nederland verstrekte renteloze leningen in dollars (USD) zijn in bijlage 9 te vinden.

De huidige stand van de leningen afgesloten in voorgaande boekjaren zijn geactualiseerd tot 1 augustus 2023. De in 2023 afgesloten leningen zijn opgesteld op basis van de gerealiseerde dagkoers. Het ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt plaats op hoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).

Artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen

Curaçao en Sint Maarten

Leningen lopende inschrijving

Om ervoor te kunnen zorgen dat Curaçao en Sint Maarten een gezonde financiële huishouding kunnen voeren, waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de landen voorop blijft staan, zijn afspraken gemaakt tussen deze landen en Nederland. Deze afspraken zijn geformaliseerd in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) en betreffen een deugdelijk begrotingsbeleid, het op orde brengen van het financieel beheer en een effectief financieel toezicht ter voorkoming van nieuwe opbouw van schulden. Daarnaast is afgesproken dat Nederland een lopende inschrijving aanbiedt voor leningen aan Curaçao en Sint Maarten, tegen het actuele rendement op staatsleningen van de desbetreffende looptijd. Het merendeel van de leningen zijn zogenaamde «bulletleningen» met aflossing ineens aan het einde van de looptijd.

De lopende inschrijving Sint Maarten van 2019 is een lening voor 30 jaar, die aan Sint Maarten verstrekt is om de liquiditeitspositie van Sint Maarten te versterken. Deze positie was ernstig verzwakt na de orkaan Irma. Dit is een uitzondering op de regel dat van de lopende inschrijving alleen gebruik gemaakt mag worden voor de kapitaaldienst en bij een sluitende begroting (art. 25 Rft).

Onderhandse leningen

Voor de landen Curaçao en Sint Maarten zijn in 2020 twee «2010-2020 Obligatieleningen» (bulletleningen) afgelopen, die behoren tot de afspraken over de schuldsanering. Deze leningen zijn onder gewijzigde voorwaarden omgezet. Voor Curaçao betreft het een omzetting van de lening naar een onderhandse lineaire lening. Beide leningen hebben een duur van 15 jaar met begindatum 15 oktober 2020. De leningen hebben een rentepercentage van 0% en waren de eerste drie jaar aflossingsvrij.

Liquiditeitsleningen (verlenging)

Curaçao en Sint Maarten hebben in verband met de pandemie in 2020-2022 verschillende liquiditeitsleningen ontvangen. De liquiditeitsleningen van Curaçao en Sint Maarten liepen tot en met april 2022 en hadden een rentepercentage van 0,0%. De leningen zijn in 2022 verlengd tot en met 10 oktober 2023 tegen dezelfde voorwaarden.

Lening ter afwikkeling van de Girobank

Curaçao heeft een lening ontvangen om de afwikkeling van de failliete Girobank te kunnen uitvoeren. Het jaarlijkse rentepercentage is 0,0% en een looptijd van 16 jaar. De aflossing start op 1 augustus 2023. Curaçao mag de lening geheel of gedeeltelijk vervroegd aflossen.

Leningen Aruba

Maatregel Tussenbalans

In het kader van de Maatregel Tussenbalans zijn met ingang van 1991 begrotingsleningen verstrekt aan Aruba ter financiering van projecten, waarvan een bepaald rendement verwacht mag worden. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar, waarvan de eerste acht jaar aflossingsvrijwaren. Nu wordt jaarlijks conform afspraken afgelost. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%. In 2025 zullen de laatste aflossingen plaatsvinden.

Water- en Energiebedrijf Aruba

Het betreft een begrotingslening uit 1995 ten behoeve van het Water- en Energiebedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het Water- en Energiebedrijf. De lening heeft een looptijd tot 30 juni 2026, waarvan de eerste acht jaar aflossingsvrij waren. Nu wordt jaarlijks conform afspraken afgelost. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%.

Liquiditeitsleningen (verlenging)

Aruba heeft in 2020 om bijstand gevraagd op grond van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden om de gevolgen van Covid-19 op te kunnen vangen. De liquiditeitsleningen hadden een looptijd tot en met april 2022 en een rentepercentage van 0,00%. De leningen zijn in 2022 tot en met 10 oktober 2023 verlengd tegen dezelfde voorwaarden.

Rentelastverlichting Aruba

Aruba heeft in 2021 en 2022 lening ter verlichting van de rentelast ontvangen als onderdeel van de landspakketten. Deze leningen hebben een rentepercentage van 2,64%. De eerste vier jaar zijn aflossingsvrij, daarna wordt jaarlijks afgelost.

Lening Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen

Dit betreft een vordering op de Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) vanwege middelen die destijds ter beschikking zijn gesteld voor het bevorderen van de economie op de Nederlandse Antillen.

Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Liquiditeitsleningen Sint Maarten

In 2018 zijn twee dertigjarige renteloze leningen aan Sint Maarten verstrekt om de liquiditeitspositie van het land te verstevigen na de schade van orkaan Irma. De eerste vijf jaar waren aflossingsvrij, daarna wordt jaarlijks afgelost.

2.5 Implementatie van mensenrechtenverdragen

De regering informeert jaarlijks de Staten-Generaal in de memorie van toelichting op de begroting Koninkrijksrelaties over de stand van zaken rond de implementatie van mensenrechtenverdragen in het Caribische deel van het Koninkrijk (Kamerstukken II 2018/19, 33826, nr. 29).

In het afgelopen begrotingsjaar zijn geen verdragen met een dergelijk karakter voor dit deel van het Koninkrijk in werking getreden. Wat de implementatie van mensenrechtenverdragen in het Caribische deel betreft, kan worden gewezen op verschillende bijeenkomsten die het afgelopen begrotingsjaar over dit onderwerp hebben plaatsgevonden in de mensenrechtenverdragencommissie, een overlegorgaan waarin de vier landen van het Koninkrijk zijn vertegenwoordigd. Deze bijeenkomsten hebben geleid tot een prioritering van te implementeren verdragen. Zo hopen de Caribische landen in de nabije toekomst vorderingen te boeken rond de implementatie in het Caribisch deel van het Koninkrijk van het Verdrag van Istanbul inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld en het Haags Kinderontvoeringsverdrag. Het gaat in beide gevallen om verdragen waarvan de inwerkingtreding naar verwachting een wezenlijke impact zal hebben op de rechtsbescherming van kwetsbare vrouwen en kinderen in Aruba, Curaçao en Sint Maarten en die door de landen reeds als prioritair zijn aangemerkt. Wat precies nog verder aan uitvoering nodig is om de twee verdragen te kunnen ratificeren, verschilt per land. De uitvoering van een verdrag vergt maatwerk en het ene Caribische land is hier al verder mee dan het andere. Concreet is daarom afgesproken dat eerst waar nodig in overleg met elkaar in kaart wordt gebracht welke maatregelen hiertoe nog zijn vereist (implementatieplan) en dat vervolgens, waar nodig en gewenst met ondersteuning van Nederland, wordt overgegaan tot de daadwerkelijke uitvoering van de betreffende twee verdragen.

2.6 Coronamaatregelen

Tabel 8 Begrote uitgaven coronamaatregelen op de begroting Koninkrijksrelaties (bedragen x € 1 mln.)
  

Uitgaven

 

Ontvangsten

 

Art

Maatregel

2022

2023

2024 t/m 2028

 

2022

2023

2024 t/m 2028

Vindplaats

4

Noodpakketten Rode Kruis

0,0

0,0

0,0

 

1,6

0,0

0,0

Dit betreffen ontvangsten vanuit verschillende tranches: Vierde incidentele suppletoire begroting over 2020 (Kamerstukken II 2019/20, 35545, nr. 1), Eerste incidentele suppletoire begroting over 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 35712, nr. 1), Tweede incidentele suppletoire begroting over 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 35793, nr. 1) en tweede nota van wijziging op eerste suppletoire begroting over 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 35850 IV, nr. 5).

4

Inkomstenderving Bonaire International Airport

0,0

0,0

0,0

 

2,2

0,0

0,0

Vierde incidentele suppletoire begroting inzake voedselhulp en compensatie inkomstenderving Caribisch Nederland (Kamerstukken II 2019/20, 35545, nr. 1)

5

Reservering liquiditeitslening Aruba 2022

6,1

0,0

0,0

 

0,0

0,0

0,0

Nota van wijziging op Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 32)

5

Reservering liquiditeitslening Sint Maarten 2022

13,6

0,0

0,0

 

0,0

0,0

0,0

Nota van wijziging op Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 32)

5

Raming aflossing Liquiditeitsleningen (covid) - Aruba

0,0

0,0

0,0

 

0,0

‒ 448,6

0,0

Vanaf de begroting 2023 worden ook de aflossingen op de liquiditeitsleningen (covid) van Aruba als ontvangsten geraamd.

5

Raming aflossing Liquiditeitsleningen (covid) - Curacao

0,0

0,0

0,0

 

0,0

‒ 446,4

0,0

Vanaf de begroting 2023 worden ook de aflossingen op de liquiditeitsleningen (covid) van Curacao als ontvangsten geraamd.

5

Raming aflossing Liquiditeitsleningen (covid) - SXM

0,0

0,0

0,0

 

0,0

‒ 143,3

0,0

Vanaf de begroting 2023 worden ook de aflossingen op de liquiditeitsleningen (covid) van Sint Maarten als ontvangsten geraamd.

 

Totaal

19,7

0,0

0,0

 

3,8

‒ 1.038,3

0,0

 

Voor het BES fonds zijn er geen coronamaatregelen meer vanaf 2022.

3. Beleidsartikelen Koninkrijksrelaties

3.1 Artikel 1. Versterken rechtsstaat

A. Algemene doelstelling

Het bevorderen van goed bestuur door een bijdrage te leveren aan het versterken van de rechtsstaat van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit krijgt vorm door samenwerking op het gebied van veiligheid, rechtshandhaving, grensbewaking en mensenrechten en ondersteuning van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

Rechtshandhaving en veiligheid zijn aangelegenheden van de landen van het Koninkrijk. De minister stimuleert de versterking van de rechtsstaat in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit doet de minister door de landen te ondersteunen en invulling en uitvoering te geven aan protocollen, samenwerkingsregelingen en rijkswetten. Daarbij werkt de minister nauw samen met de betrokken bewindspersonen van de ministeries van Justitie en Veiligheid, Financiën en Defensie, die de operationele capaciteit voor de ondersteuning en versterking leveren.

Deze ondersteuning komt voort uit artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden waarin is bepaald dat de landen binnen het Koninkrijk elkaar hulp en bijstand verlenen, en komt tot stand door het treffen van onderlinge regelingen op grond van artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.

C. Beleidswijzigingen

Er zijn geen beleidswijzigingen te melden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Versterken rechtsstaat (bedragen x € 1.000)
  

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Art.

Verplichtingen

32.741

19.402

80.049

67.942

67.941

87.397

87.397

         
 

Uitgaven

32.418

19.402

80.049

67.942

67.941

87.397

87.397

         

1.0

Versterken rechtsstaat

32.418

19.402

80.049

67.942

67.941

87.397

87.397

 

Subsidies (regelingen)

1.000

1.132

1.044

1.044

1.044

1.044

1.044

 

Detentie - Algemeen

1.000

132

0

0

0

0

0

 

Bestuurlijke aanpak

0

1.000

1.044

1.044

1.044

1.044

1.044

 

Opdrachten

275

1.873

2.118

2.118

2.118

0

0

 

Detentie - Algemeen

107

1.868

2.118

2.118

2.118

0

0

 

Diverse opdrachten

168

5

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan medeoverheden

14.300

0

0

0

0

0

0

 

Overige bijstand aan de landen

14.300

0

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

3.741

0

17.882

0

0

0

0

 

Detentie - Vastgoed

3.741

0

17.882

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

13.102

16.397

59.005

64.780

64.779

86.353

86.353

 

Grensbewaking (Defensie)

6.673

8.402

27.576

30.190

30.190

30.190

30.188

 

Recherchecapaciteit (JenV)

0

0

15.233

17.579

17.528

40.402

40.404

 

Rechterlijke macht (JenV)

6.429

6.608

11.332

12.147

12.197

10.897

10.897

 

Douane (Financiën)

0

1.387

4.864

4.864

4.864

4.864

4.864

         
 

Ontvangsten

4.000

0

0

0

0

0

0

         

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 10 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 1
 

2024

juridisch verplicht

0,0%

bestuurlijk gebonden

99,0%

beleidsmatig gereserveerd

0,0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

1,0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 0,0% juridisch verplicht.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Subsidies (regelingen)

Bestuurlijke aanpak

BZK stelt structureel € 1 mln. beschikbaar voor de bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit. Met dit geld worden de landen in staat gesteld om instrumentaria te ontwikkelen waarmee ondermijning wordt tegengegaan (Kamerstukken II 2020/21, 35925 IV, nr. 37). Zo wordt bijgedragen aan een duurzame, regionale en integrale aanpak van ondermijning.

Opdrachten

Detentie Algemeen

Vanuit het akkoord over de derde tranche liquiditeitssteun van 22 december 2020 met Sint Maarten is er € 30 mln. beschikbaar gesteld voor verbetering van het gevangeniswezen in Sint Maarten (Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 203). Hiervan zal € 10 mln. grotendeels ten goede komen aan het verbeteren van onderdelen van het gevangeniswezen die al langere tijd in Sint Maarten niet op orde zijn, maar niet vallen onder de bouw van een nieuwe gevangenis. Het budget is verdeeld over vijf begrotingsjaren, te beginnen in 2022 en eindigend in 2026. Activiteiten kunnen worden aangedragen door Sint Maarten zelf, maar worden ontleend aan het door Sint Maarten uit te voeren plan van aanpak detentie dat valt onder de Samenwerkingsregeling waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten (Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 224). Vanuit de beschikbare € 2 mln. in 2022 is een subsidie van € 1 mln. verstrekt aan Sint Maarten, waarin middels verschillende onderliggende projecten uitvoering wordt gegeven aan het plan van aanpak.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Detentie Vastgoed

Met de € 20 mln. van de beschikbaar gestelde € 30 mln. vanuit het landspakket zal de bouw van een nieuwe gevangenis in Sint Maarten gedeeltelijk door Nederland worden gefinancierd. Het ontwerp van de nieuwe gevangenis zal worden uitgevoerd door de United Nations Office for Project Services (UNOPS). Op 7 december 2022 is een overeenkomst ondertekend voor fase 1 van dit project, waarover de Kamers diezelfde dag over zijn geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr 35). Gedurende 2023 wordt gewerkt aan een overeenkomst voor fase 2, de daadwerkelijke bouw van de gevangenis. Na ondertekening zal deze zal naar verwachting in 2024 van start kunnen gaan. Omdat de kosten van Fase 1 € 4 mln. bedroegen zijn de middelen die oorspronkelijk voor 2023 begroot waren gedeeltelijk doorgeschoven naar 2024. De € 20 mln. is daarmee nu verdeeld over de begrotingsjaren 2022 en 2024.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Grensbewaking (Defensie)

Nederland stelt voor onbepaalde tijd personeel van de Koninklijke Marechaussee (KMar) beschikbaar ter ondersteuning van het grenstoezicht in Aruba, Curaçao en Sint Maarten conform het protocol inzake de inzet van personeel vanuit de flexibel inzetbare pool Koninklijke Marechaussee (Kamerstukken II 2018/19, 35000 IV, nr. 40). Deze flexibele pool van 43 fte’s levert een bijdrage aan de uitvoering van grensgerelateerde politietaken in de landen. Het gaat hierbij om grensbewaking, het uitvoeren van de politietaak op respectievelijk de luchthaven en de maritieme grenzen en de bestrijding van drugs-, wapen- en migratiecriminaliteit.

Aanvullend versterken de Caribische landen met de hulp van Nederland de grenstoezicht op basis van een op 4 februari 2021 overeengekomen protocol over de versterking van het grenstoezicht (Kamerstukken II 2020/21, 35570 IV, nr. 33). De KMar ondersteunt op basis van dit protocol de lokale diensten om de transnationale georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit te bestrijden. De operationele inzet van de medewerkers vanuit de flexpool en het protocol over de versterking grenstoezicht in de Caribische landen van het Koninkrijk vindt plaats onder het bevoegd gezag van het land waar de betreffende werkzaamheden worden verricht.

Recherchecapaciteit (JenV)

Zoals vastgelegd in de Rijkswet Politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het Protocol inzake gespecialiseerde recherchesamenwerking heeft het Recherche Samenwerkingsteam (RST) de taak om zware, georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit te onderzoeken, die gezien de ernst, frequentie of het georganiseerde verband waarin ze worden gepleegd, een ernstige inbreuk op de rechtsorde maken. Hieronder valt ook de aanpak van (internationale) corruptie. Daarnaast verricht het RST de afhandeling van internationale rechtshulpverzoeken. Het RST werkt onder gezag van de lokale openbaar ministeries.

Jaarlijks worden de reguliere budgetten van de begroting van Koninkrijksrelaties (KR) ten behoeve van het RST overgeheveld naar de begroting van Justitie en Veiligheid (JenV). Hiermee wordt recht gedaan aan de Politiewet 2012 https://wetten.overheid.nl/BWBR0031788/2020-01-01, die bepaalt dat alleen de minister van JenV opdrachten aan de Politie mag verstrekken. Het beleidsmatig instrument wordt in de begroting van het ministerie van BZK verantwoord, gezien haar politieke verantwoordelijkheid voor het beschikbaar stellen van de middelen.

De overige middelen op de begroting van 2024 worden ingezet om capaciteit beschikbaar te stellen voor de duurzame ondermijningsaanpak op Sint Maarten, Curaçao en Aruba. De aanpak richt zich onder meer op financieel-economische criminaliteit, waaronder corruptie en betrokkenheid van politiek prominente personen, ambtenaren en overheid NV’s. Hierbij werkt het RST samen met het Openbaar ministerie van Curaçao, Sint Maarten en de BES-eilanden, het Openbaar ministerie van Aruba en het Gemeenschappelijk Hof. 

Rechterlijke macht (JenV)

Ter versterking van de rechtsstaat is volledige bezetting van de openbaar ministeries en het Gemeenschappelijk Hof van groot belang. Vanwege een gebrek aan lokale personele capaciteit draagt Nederland hier op verzoek van de landen aan bij door officieren van justitie en rechters ter beschikking te stellen. Deze treden in lokale dienst, waarbij een buitenlandtoelage wordt vergoed door het ministerie van BZK. Bij de openbaar ministeries en het Gemeenschappelijk Hof werken ook officieren van justitie en rechters specifiek ten behoeve van de duurzame ondermijningsaanpak. 

Douane (Financiën)

Het ministerie van BZK stelt personeel van Douane Nederland beschikbaar ter ondersteuning van grenstoezicht in Aruba, Curaçao en Sint Maarten in het kader van het protocol over de versterking van het grenstoezicht (Kamerstukken II 2020/21, 35570 IV, nr. 33). Douane Nederland versterkt de lokale diensten met kennis en ervaring en verzorgt de benodigde opleidingen om de transnationale georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit te bestrijden.

3.2 Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

A. Algemene doelstelling

Het bewerkstelligen van een merkbare, positieve verandering in het leven van de burgers in de Caribische delen van het Koninkrijk door te ondersteunen bij het creëren van een betrouwbare en goed functionerende overheid, het verbeteren van de arbeidsmarkt, het versterken van de bestaanszekerheid, de zorg en de rechtsstaat. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) draagt daaraan bij middels het versterken van de uitvoeringskracht, het inzetten van kennis en expertise en het coördineren van de inzet van het Rijk.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • De minister ondersteunt waar gewenst en mogelijk de Caribische delen van het Koninkrijk bij de uitvoering van taken door middel van technische assistentie en het delen van kennis.

  • De minister ondersteunt waar gewenst en mogelijk de Caribische delen van het Koninkrijk bij de uitvoering van taken door middel van praktische samenwerking en het opzetten van samenwerkingsovereenkomsten.

  • De minister ondersteunt via de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) de Landen bij het ontwikkelen en implementeren van maatregelen op diverse gebieden met betrekking tot de sociaal economische structuur, zoals de arbeidsmarkt, zorg, onderwijs, en veiligheid.

Regisseren

  • De minister coördineert de rijksbrede inzet in Caribisch Nederland en bevordert de integrale samenwerking.

  • De minister is verantwoordelijk voor het bevorderen van goed bestuur in Caribisch Nederland.

  • De minister geeft invulling aan haar taken zoals omschreven in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft), Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft), het protocol Afspraken tussen de regeringen van Aruba en Nederland over de openbare financiën van Aruba en het protocol Aruba-Nederland 2019-2021.

  • De minister houdt financieel toezicht op de openbare lichamen op basis van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES).

  • De minister monitort samen met de Uitvoeringsorganisaties van de Landen de uitvoering van de hervormingen en ontwikkelingen uit de landspakketten via de uitvoeringsagenda's en voortgangsrapportages die periodiek door de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) en de landen worden opgesteld.

C. Beleidswijzigingen

Op 4 april 2023 is de Onderlinge Regeling ‘Samenwerken bij hervormingen’ ondertekend door de staatsecretaris van Koninkrijksrelaties en de minister-presidenten van de Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De Onderlinge Regeling geldt in principe voor vier jaar. Na die datum is er de mogelijkheid van verlenging met telkens maximaal twee jaar. De in deze regeling afgesproken werkwijze komt overeen met de manier waarop sinds 2021 is samengewerkt aan de hervormingen. In de preambule van de regeling zijn drie leidende beginselen voor de samenwerking bij de uitvoering van de Landspakketten vastgelegd, namelijk eigenaarschap, gelijkwaardigheid en gemeenschappelijkheid. De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) ondersteunt de Landen bij de uitvoering van de hervormingen. Dit doet zij gezamenlijk met de Uitvoeringsorganisaties, die in ieder van de Landen zijn ingesteld onder de minister-presidenten.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur (bedragen x € 1.000)
  

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Art.

Verplichtingen

81.410

52.143

81.525

49.153

49.153

43.891

9.079

         
 

Uitgaven

76.265

46.368

83.919

49.947

49.947

49.684

13.079

         

4.1

Curaçao, Sint Maarten en Aruba

57.089

26.154

62.154

44.042

44.042

43.779

7.174

 

Subsidies (regelingen)

2.190

15.026

53.388

36.868

36.868

36.605

0

 

Diverse subsidies

0

2.662

100

0

0

0

0

 

Noodpakketten

2.138

0

0

0

0

0

0

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

52

7.164

38.988

36.868

36.868

36.605

0

 

Onderwijshuisvesting Curaçao

0

5.200

14.300

0

0

0

0

 

Opdrachten

3.815

4.488

1.662

1.762

1.762

1.762

1.762

 

Opdrachten landen

129

88

1.662

1.762

1.762

1.762

1.762

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

3.686

4.400

0

0

0

0

0

 

Inkomensoverdrachten

1.016

950

5.268

5.268

5.268

5.268

5.268

 

Toeslagen op pensioenen NA

1.016

950

5.268

5.268

5.268

5.268

5.268

 

Bijdrage aan medeoverheden

49.947

5.546

1.678

0

0

0

0

 

Bijdrage landen

23.129

0

0

0

0

0

0

 

Onderwijshuisvesting Curaçao

9.956

610

1.678

0

0

0

0

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

16.862

4.936

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

121

144

158

144

144

144

144

 

Diverse bijdragen

121

144

158

144

144

144

144

4.2

Caribisch Nederland

19.176

20.214

21.765

5.905

5.905

5.905

5.905

 

Subsidies (regelingen)

2.090

2.459

1.139

835

835

835

835

 

Subsidies Caribisch Nederland

2.090

2.459

1.139

835

835

835

835

 

Opdrachten

612

1.719

1.636

1.708

1.708

1.708

1.708

 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

612

1.319

1.636

1.708

1.708

1.708

1.708

 

Opdrachten Caribisch Nederland

0

400

0

0

0

0

0

 

Inkomensoverdrachten

3.135

2.149

1.349

1.349

1.349

1.349

1.349

 

Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers

3.135

2.149

1.349

1.349

1.349

1.349

1.349

 

Bijdrage aan medeoverheden

13.339

13.337

17.641

2.013

2.013

2.013

2.013

 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

13.339

13.337

17.641

2.013

2.013

2.013

2.013

 

Bijdrage aan agentschappen

0

550

0

0

0

0

0

 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

0

550

0

0

0

0

0

         
 

Ontvangsten

8.336

49

0

0

0

0

0

         

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 12 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 4
 

2024

juridisch verplicht

9,3%

bestuurlijk gebonden

66,2%

beleidsmatig gereserveerd

3,2%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

21,3%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 9,3 % juridisch verplicht en dit betreft de instrument Subsidies en Inkomensoverdrachten.

Subsidies

De subsidies zijn voor 2,1 % juridisch verplicht. Dit betreffen de subsidies Caribisch Nederland aan o.a. de voedselbank Bonaire en een subsidie aan de Samenwerkende Fondsen Cariben.

Inkomensoverdrachten

De inkomstenoverdrachten zijn voor 100% juridisch verplicht. De uitgaven voor inkomstenoverdrachten liggen vast in de Vaste verrekenkoersregeling pensioenen (1990). Daarnaast is Nederland volgens artikel 4 lid 3 van de Onderlinge regeling rechtsopvolging en boedelscheiding Algemeen Pensioenfonds Nederlandse alsmede de rechtsopvolging van een aantal niet kapitaal gefinancierde pensioen(vervangende) verplichtingen van het Land de Nederlandse Antillen verplicht de pensioenen en uitkeringen van gewezen politieke ambtsdragers van de eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba te betalen (Stcrt. 2010, 14723).

E. Toelichting op de financiële instrumenten

4.1 Curaçao, Sint Maarten en Aruba

Subsidies (regelingen)

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)_De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) van het ministerie van BZK ondersteunt de ontwikkeling en uitvoering van de maatregelen, onder meer in de vorm van technische assistentie. Periodiek wordt een gezamenlijke uitvoeringsagenda opgesteld door de TWO en de Landen om de afspraken in de landspakketten nader te concretiseren. De TWO monitort samen met de Uitvoeringsorganisaties van Aruba, Curaçao, en Sint Maarten vervolgens de voortgang in de uitvoering van de maatregelen en stelt tenminste ieder half jaar een uitvoeringsrapportage op. In 2023 is voor programmakosten van de TWO gezamenlijk € 17,2 mln. gereserveerd. Voor de jaren 2024 is voor de programma en apparaatskosten € 39,- mln. beschikbaar. Voor 2025 en 2026 is dit € 36,9 mln. en in 2027 € 36,6 mln. De gereserveerde middelen in de jaren 2023-2027 zullen telkens bij eerste suppletoire begroting van het betreffende uitvoeringsjaar over de verschillende financiële instrumenten (bijdragen, subsidies, opdrachten, apparaatskosten).

Onderwijshuisvesting CuraçaoBij het instemmen met het landspakket Curaçao heeft Nederland aan Curaçao een bijdrage toegezegd van totaal € 30 mln. ten behoeve van verbetering van de onderwijshuisvesting. In 2023 staat € 5,2 mln. geraamd voor het onderhoud aan de scholen in Curaçao, in 2024 € 14,3 mln. De overige middelen, die bij instemming met het Landspakket zijn toegezegd, zijn reeds in 2021 en 2022 betaald.

Opdrachten

Opdrachten Landen

Afhankelijk van de vraag en behoefte van het lokaal bestuur worden vanuit de begroting van Koninkrijksrelaties gerichte opdrachten aan organisaties betaald die als doel hebben goed bestuur en gezonde overheidsfinanciën te bevorderen. Hiermee wordt de uitvoeringskracht van de overheden in de Landen bevorderd, rekening houdend met lokale omstandigheden en de specifieke bestuurlijke context per land.

Inkomensoverdrachten

Toeslagen op pensioenen NA

Conform de regeling vaste verrekenkoers pensioeninkomen voormalig Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse pensioengerechtigden worden nadelige koersverschillen als gevolg van wisselkoersfluctuatie tussen de Antilliaanse gulden (ANG) en Arubaanse florin (AWG) enerzijds en de Euro (€) anderzijds gecompenseerd uit de begroting van Koninkrijksrelaties.

Bijdrage medeoverheden

Onderwijshuisvesting Curacao

Dit betreft een toevoeging van budget aan artikel 4 vanwege de nadelige wisselkoers. Bij 1e suppletoire begroting 2024 zal dit bedrag gerealloceerd worden naar het instrument Subsidies, zodat de volledige uitgaven op het juiste instrument kunnen worden verantwoord.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Diverse bijdragen

Dit betreft het Kleine Projecten Fonds waarmee de vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten kleine projecten financiert.

4.2 Caribisch Nederland

Subsidies

Subsidies Caribisch Nederland

Er worden in 2024 net als in 2023 middelen vrij gemaakt voor de Voedselbank Bonaire. De Voedselbank Bonaire ziet een stijging in het aantal cliënten dat zich aanmeldt voor een voedselpakket. Vanwege de stijgende prijzen van levensmiddelen is de verwachting dat het aantal cliënten verder zal toenemen. Ook de prijs van voedselpakketten is door inflatie toegenomen. Om de stijging van de kosten te kunnen dekken zijn daarom extra middelen vrijgemaakt. Daarnaast wordt de samenwerking met de VNG voor het uitwisselingsnetwerk Cariben in 2023 versterkt met een verhoging van circa € 2 mln incidenteel.

Om de koopkracht op Caribisch Nederland te verbeteren en de armoede te verminderen, neemt het kabinet in afwachting van het binnenkort te verschijnen rapport van de commissie Sociaal Minimum Caribisch Nederland een breder pakket aan maatregelen. Concreet worden de uitkeringen (onderstand, AOV en AWW) naar het Europees Nederlandse bijstandsniveau getrokken en de kinderbijslag met USD 90 per kind per maand verhoogd. Verder worden er in 2024 verschillende incidentele maatregelen genomen om de kosten van levensonderhoud te verminderen, zoals het verlagen van de kosten van nutsvoorzieningen. Voor deze maatregelen is in 2024 is er € 30 mln. beschikbaar en vanaf 2025 betreft dit € 32 mln. aan structurele middelen. Deze middelen worden op de desbetreffende departementale begrotingen geboekt. Voor de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) betreft dit allereerst structurele middelen (€ 0,7 mln.) vanaf 2024 voor de openbare lichamen ten behoeve van openbaar vervoer, zodat de vervoerskosten voor inwoners op de eilanden kunnen worden verlaagd. Daarnaast betreft dit middelen vanaf 2024 voor de voedselbanken (€ 0,3 mln.). Ten slotte wordt er structureel circa € 15 mln. gereserveerd op de Aanvullende Post voor aanvullende koopkracht-/armoedemaatregelen, voor de opvolging van het eerder genoemde nog te verschijnen rapport van de commissie sociaal minimum CN.

Opdrachten

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

BZK richt zich op het verhogen van de kwaliteit en slagkracht van het openbaar bestuur op Caribisch Nederland en zet zich in om samen met de openbare lichamen de bestuurlijke kaders te versterken. Daarnaast wordt gericht de uitvoeringskracht van de ambtelijke apparaten van de openbare lichamen versterkt, rekening houdend met lokale omstandigheden en de specifieke bestuurlijke context per eiland. Er wordt door het ministerie geïnvesteerd in menselijk kapitaal, onder andere door middel van het trainen van de ambtelijke lokale apparaten, en het gericht ondersteunen met kennis en expertise.

Inkomensoverdrachten

Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers

Uit deze middelen worden de rechtspositionele regelingen van (voormalige) politieke ambtsdragers gefinancierd. Het betreft de pensioenen van gewezen politieke gezagdragers van het voormalige land Nederlandse Antillen (bewindspersonen, statenleden en gezaghebbers) afkomstig van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Met het opheffen van het land Nederlandse Antillen in 2010 is bepaald dat deze pensioenen ten laste van Nederland komen (Stcrt. 2010, 14723).

Bijdrage aan medeoverheden

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

Dit betreft de middelen voor bestuurlijke ontwikkeling (€ 1,5 mln.), incidentele middelen voor eilandelijke achterstanden (€ 2,7 mln.) en de middelen voor de versteviging van de klif op St. Eustatius (€ 12,6 mln.)die in 2024 via dit begrotingsartikel worden verstrekt.

Om de koopkracht op Caribisch Nederland te verbeteren en de armoede te verminderen, neemt het kabinet in afwachting van het binnenkort te verschijnen rapport van de commissie Sociaal Minimum Caribisch Nederland een breder pakket aan maatregelen. Concreet worden de uitkeringen (onderstand, AOV en AWW) naar het Europees Nederlandse bijstandsniveau getrokken en de kinderbijslag met USD 90 per kind per maand verhoogd. Verder worden er in 2024 verschillende incidentele maatregelen genomen om de kosten van levensonderhoud te verminderen, zoals het verlagen van de kosten van nutsvoorzieningen. Voor deze maatregelen is in 2024 is er € 30 mln. beschikbaar en vanaf 2025 betreft dit € 32 mln. aan structurele middelen. Deze middelen worden op de desbetreffende departementale begrotingen geboekt. Voor de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) betreft dit allereerst structurele middelen (€ 0,7 mln.) vanaf 2024 voor de openbare lichamen ten behoeve van openbaar vervoer, zodat de vervoerskosten voor inwoners op de eilanden kunnen worden verlaagd. Daarnaast betreft dit middelen vanaf 2024 voor de voedselbanken (€ 0,3 mln.). Ten slotte wordt er structureel circa € 15 mln. gereserveerd op de Aanvullende Post voor aanvullende koopkracht-/armoedemaatregelen, voor de opvolging van het eerder genoemde nog te verschijnen rapport van de commissie sociaal minimum CN.

Overzicht bijzondere uitkeringen

Conform artikel 94 Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt jaarlijks uiterlijk op de derde woensdag van mei een overzicht van alle bijzondere uitkeringen gepubliceerd, met de daarvoor in de lopende begroting beschikbare bedragen.

3.3 Artikel 5. Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen

A. Algemene doelstelling

Het ondersteunen van de duurzaam houdbare overheidsfinanciën van Curaçao en Sint Maarten door ten eerste de kwijtschelding van een deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten (in 2010) en ten tweede door de een lopende inschrijving door Nederland op de financiering van investeringen van de landen tegen het actuele rendement op Nederlandse staatsleningen van de desbetreffende looptijd.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Gelet op de autonomie hebben de Landen een eigen verantwoordelijkheid voor duurzaame houdbare overheidsfinanciën. Daarnaast is het financieel toezicht op Curaçao en Sint Maarten op grond van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) bij aan de duurzaam houdbare overheidsfinanciën. Dit toezicht wordt uitgeoefend door de Rijksministerraad.

De Rijksministerraad oefent op basis van de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft) en het protocol financieel toezicht uit op Aruba.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:

Financieren

De minister financiert de kosten die voortkomen uit de schuldsanering en heeft een lopende inschrijving op leningen van Curaçao en Sint Maarten via de begroting van Koninkrijksrelaties. Dit is terug te voeren op de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt in de aanloop naar de nieuwe staatkundige verhoudingen per 10 oktober 2010. Daarbij heeft Nederland een oplossing geboden voor de toenmalige schuldenproblematiek, door de verplichting op zich te nemen een belangrijk deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten over te nemen. Deze regeling loopt nog tot 2030.

Nederland heeft in de periode 2020-2022 liquiditeitsleningen verstrekt aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten om de gevolgen van de Covid-pandemie op te vangen. Daarnaast heeft Nederland in 2021 en 2022 aan Aruba leningen verstrekt om het land te helpen aan haar buitenlandse aflossingsverplichtingen te kunnen voldoen en de rentelasten te verlagen.

Uitvoeren

Afspraken over het financieel beheer van Curaçao en Sint Maarten zijn vastgelegd in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) en van Aruba in de Landsverordening financieel toezicht (LAft). Op basis van deze wetten begeleidt de minister de adviezen van het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) en van het College Aruba financieel toezicht (CAft) naar de Rijksministerraad. Tevens is in de Rft bepaald dat Nederland een lopende inschrijving aanbiedt voor leningen aan Curaçao en Sint Maarten, tegen het actuele rendement op Nederlandse staatsleningen van de desbetreffende looptijd.

Op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden kunnen de Landen binnen het Koninkrijk eventueel in aanmerking komen voor hulp en bijstand van Nederland.

C. Beleidswijzigingen

Momenteel ligt in de Tweede Kamer ter vaststelling de ontwerp-Rijkswet Aruba financieel toezicht (RAft). Doel van de RAft is het bieden van een actueel wettelijk kader voor het financieel toezicht door de Rijksministerraad. Dit wetgevingstraject ligt al enige tijd stil. De regeringen van beide landen zijn in gesprek over het vervolg.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen (bedragen x € 1.000)
  

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Art.

Verplichtingen

31.129

33.471

0

0

0

0

0

         
 

Uitgaven

223.627

61.987

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

         

5.1

Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

 

Leningen

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

 

Schuldsanering

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

5.2

Leningen / garanties Curaçao, Sint Maarten en Aruba

195.110

33.470

0

0

0

0

0

 

Leningen

195.110

33.470

0

0

0

0

0

 

Leningen aan Aruba

181.478

0

0

0

0

0

0

 

Lopende inschrijving en leningen Curaçao en Sint Maarten

13.632

33.470

0

0

0

0

0

         
 

Ontvangsten

81.583

53.265

49.958

186.899

203.899

127.676

218.821

         

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 14 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2024

juridisch verplicht

100,0%

bestuurlijk gebonden

0,0%

beleidsmatig gereserveerd

0,0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 betreft het instrument leningen en is 100% juridisch verplicht.

Leningen

Het totale uitgavenbudget op artikel 5 is bestemd voor de liquiditeitsleningen vanuit de schuldsanering van Curaçao en Sint Maarten - via de begroting Koninkrijksrelaties - die zijn verstrekt tijdens de coronapandemie en voor de herfinanciering van Arubaanse aflossingsverplichtingen op buitenlandse leningen in 2021 en 2022.

Conform overeenkomst met het Land Aruba, heeft het in 2021 ingestelde deel een looptijd tot en met 2028, het deel wat is ingesteld in 2022 heeft een looptijd tot en met 2029.

De schuldsanering is terug te voeren naar de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt in aanloop naar de nieuwe staatkundige verhoudingen per 10 oktober 2010. Daarbij heeft Nederland een oplossing geboden voor de toenmalige schuldenproblematiek door de verplichting op zich te nemen een belangrijk deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten over te nemen.

Met de liquiditeitsleningen aan de drie Landen en met de herfinancieringsleningen aan Aruba heeft Nederland in de periode 2020-2022 de grote liquiditeitstekorten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten aangevuld. Deze liquiditeitstekorten waren ontstaan door de zware economische recessie tijdens de coronapandemie.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

5.1 Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten

Leningen

Schuldsanering

In de Slotverklaring van 2 november 2006 heeft Nederland zich met het oog op een gezonde financiële positie bij de start van de nieuwe staatkundige verhoudingen bereid verklaard om de schulden van (de collectieve sector van) de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten grotendeels te saneren of te herfinancieren. Het gaat hierbij om de schuldomvang op 31 december 2005, bestaande uit openbare en onderhandse geldleningen die zijn aangegaan jegens derden buiten de desbetreffende collectieve sector (inclusief de leningen die jegens Nederland zijn aangegaan). Deze leningen zijn, voor zover zij in omvang boven de rentelastnorm van dat jaar uitgaan, door Nederland gesaneerd. Dat wil zeggen dat de jaarlijkse uitgaven aan rente door een collectieve sector als geheel hoger mogen zijn dan 5% van de over drie voorafgaande jaren gemiddeld gerealiseerde inkomsten in die collectieve sector.

Ook de herfinanciering van deze leningen en de financiering van de rentelasten op deze leningen vallen onder de regeling van de schuldsanering. Bij de inwerkingtreding van de nieuwe staatkundige verhoudingen heeft Nederland de toen nog resterende hoofdsom van de bovenbeschreven schulden overgenomen. De in de begroting opgenomen bedragen komen overeen met de rente en aflossingen van de schuldpapieren die Nederland heeft overgenomen van de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten. Elk jaar worden de aflossingen op deze leningen verrekend met het ministerie van Financiën, die de schulden namens de Nederlandse Staat heeft overgenomen.

Om de landen bij te staan ten tijde van de coronapandemie heeft Nederland de drie landen uit het Koninkrijk leningen verstrekt om de liquiditeitstekorten van de landen te dichten. Hierdoor kon de publieke dienstverlening worden gecontinueerd. Daarnaast stelden de liquiditeitsleningen Aruba, Curaçao en Sint Maarten in staat om ondersteuningsprogramma’s voor burgers en bedrijven op te starten zodat zij de gevolgen van de recessie konden verzachten en verdere economische neergang kon worden voorkomen.

Daarnaast heeft Nederland tijdens de coronapandemie aan Aruba twee leningen verstrekt om in 2021 en 2022 aan haar buitenlandse aflossingsverplichtingen te kunnen voldoen waardoor een default is voorkomen.

In de tabel wordt vooralsnog verondersteld dat de landen gaan aflossen. Dat is voor nu terecht nu er nog geen herfinancieringsafspraken zijn gemaakt. Voorzien is dat op 10 oktober 2023 de leningen worden geherfinancierd. Afhankelijk van het moment van besluitvorming wordt dit op een later begrotingsmoment verwerkt.

Ontvangsten

De ontvangsten binnen dit artikel hebben betrekking op aflossingen en rentebedragen van uitstaande leningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Vanaf deze begroting worden ook de aflossingen op de leningen geraamd zoals eerder aan de Kamer gemeld (Kamerstukken II 2021/22, 35420, nr. 477). Voorheen werden alleen de renteontvangsten geraamd.

3.4 Artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

A. Algemene doelstelling

Het bevorderen dat de basisvoorzieningen (inclusief infrastructuur) voor de burgers in Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba weer op het niveau van voor de orkanen Irma en Maria komen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) coördineert het beschikbaar stellen van de middelen vanuit Nederland en het toezicht op de besteding daarvan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:

Financieren

  • De minister financiert een deel van de wederopbouw van Sint Maarten. Tot eind 2021 zijn er middelen beschikbaar waarmee het trustfonds bij de Wereldbank wordt gevuld. Dit trustfonds blijft tot en met 2028 operationeel.2 Deze bijdrage is verbonden aan de politieke voorwaarden waarmee Sint Maarten akkoord is gegaan, waaronder de reeds ingestelde integriteitskamer en het versterken van het grenstoezicht waarover nadere afspraken zijn gemaakt (Stcrt. 2014, nr. 72542 en Landsverordening Integriteitskamer). Nederland zal gedurende de wederopbouw toezien op de naleving van de voorwaarden.

  • De minister levert naast het trustfonds directe steun voor de wederopbouw van Sint Maarten. Het gaat hier bijvoorbeeld technische assistentie op gebied van institutionele en financiële hervormingen binnen de overheid van Sint Maarten .

Regisseren

  • De minister regisseert de Rijksbrede aanpak van de wederopbouwfase op de eilanden Saba en Sint Eustatius.

  • De minister is vertegenwoordigd in de stuurgroep van het Sint Maarten Reconstruction, Recovery and Resilience trustfund waarin ook Sint Maarten zitting heeft. Prioriteiten voor Nederland zijn economische ontwikkeling en bereikbaarheid, de afvalproblematiek en goed bestuur.

Ook de ministeries van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) zijn betrokken bij de wederopbouw voor onder andere het herstel van schoolgebouwen en infrastructuur. De middelen voor deze projecten staan op de begrotingen van de betreffende ministeries.

C. Beleidswijzigingen

Er zijn voor dit artikel geen beleidswijzigingen te melden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden (bedragen x € 1.000)
  

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Art.

Verplichtingen

6.984

3.669

0

0

0

0

0

         
 

Uitgaven

8.456

3.669

0

0

0

0

0

         

8.1

Wederopbouw

8.456

3.669

0

0

0

0

0

 

Subsidies (regelingen)

762

0

0

0

0

0

0

 

Diverse subsidies

762

0

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

694

3.669

0

0

0

0

0

 

Wederopbouw op Sint Maarten

694

3.669

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

7.000

0

0

0

0

0

0

 

Wederopbouw op Sint Maarten

7.000

0

0

0

0

0

0

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

         
E. Toelichting op de financiële instrumenten

In 2024 is geen budget geraamd op dit artikel.

4. Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 6. Apparaat

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 16 Budgettaire gevolgen artikel 6 Apparaat (bedragen x € 1.000)
  

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Art.

Verplichtingen

34.526

35.287

29.045

24.264

24.264

24.264

24.264

         
 

Uitgaven

34.195

35.287

29.045

24.264

24.264

24.264

24.264

         

6.0

Apparaat

34.195

35.287

29.045

24.264

24.264

24.264

24.264

 

Personele uitgaven

17.927

22.774

16.327

13.489

13.489

13.489

13.489

 

Eigen personeel

16.543

20.342

15.770

13.042

13.042

13.042

13.042

 

Inhuur externen

1.384

2.432

557

447

447

447

447

 

Materiële uitgaven

16.268

12.513

12.718

10.775

10.775

10.775

10.775

 

Overige materiële uitgaven

16.268

12.513

12.718

10.775

10.775

10.775

10.775

         
 

Ontvangsten

10.109

990

0

0

0

0

0

         

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Op dit artikel worden de apparaatsuitgaven voor de volgende organisaties begroot:

  • Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO CN);

  • Colleges financieel toezicht (Cft);

  • Vertegenwoordiging Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN-ACS) exclusief de uitgaven voor ambtelijk personeel die op hoofdstuk VII worden begroot;

  • Tijdelijke Werkorganisatie (TWO);

  • Rijksvertegenwoordiger.

Daarnaast worden de vergoedingen voor leden van raden en commissies op dit artikel begroot.

Personele uitgaven

Eigen personeel

Dit betreffen de uitgaven aan het eigen personeel van de SSO CN, Rijksvertegenwoordiger CN, Cft en het lokaal personeel van de VN-ACS.

Materiële uitgaven

Overige materiële uitgaven

De materiële uitgaven van alle onder dit begrotingshoofdstuk vallende onderdelen zijn hier opgenomen. De materiële uitgaven voor de SSO CN maken hier het merendeel van uit.

4.2 Artikel 7. Nog onverdeeld

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 17 Budgettaire gevolgen artikel 7 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
  

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Art.

Verplichtingen

0

332

1.673

1.883

1.918

2.904

2.723

         
 

Uitgaven

0

332

1.673

1.883

1.918

2.904

2.723

         

7.0

Nog onverdeeld

0

332

1.673

1.883

1.918

2.904

2.723

 

Nog te verdelen

0

332

1.673

1.883

1.918

2.904

2.723

 

Onvoorzien

0

29

1.673

1.863

1.898

2.884

2.703

 

Wisselkoersreserve

0

303

0

20

20

20

20

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

         

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Onvoorzien

Deze middelen worden op een later moment toegekend aan de relevante beleidsartikelen.

Wisselkoersreserve

De begroting van Koninkrijksrelaties en het BES-fonds bevat wisselkoersfluctuaties, waarbij er sprake kan zijn van zowel meevallers als tegenvallers. Begin 2023 is er een inschatting gemaakt van de impact van deze wisselkoersfluctaties en de gevolgen daarvan voor de begroting van Koninkrijksrelaties en het BES-fonds. Dit heeft geleid tot een toedeling van middelen naar diverse artikelen om de nadelige wisselkoerseffecten op te vangen. Het bedrag dat nu nog op deze post staat is specifiek gereserveerd voor de fluctuaties in de wisselkoers.

5. Beleidsartikel BES-fonds

5.1 Artikel 1. BES-fonds

A. Algemene doelstelling

Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om de tussen het Rijk en de eilanden overeengekomen taakverdeling van de eilanden naar behoren uit te voeren.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Openbare Lichamen mogen zelf bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren waarbij zij voor de bekostiging mede op de algemene middelen zijn aangewezen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:

Financieren

De minister is verantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden en in die hoedanigheid financiert de minister het BES-fonds.

C. De Beleidswijzigingen

In 2023 is een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd naar de eilandelijke middelen. Het onderzoek heeft als doel inzichtelijk te maken welke eilandelijke taken de openbare lichamen uitvoeren en welke kosten hiermee gemoeid zijn. Ook is gekeken naar welke keuzes het openbaar lichaam kan maken in het niveau van de uitvoering van deze taken en hoe kan worden omgegaan met het inhalen van achterstanden. Bij het onderzoek zijn ook de (structurele) inkomsten van het openbaar lichaam meegenomen en is bezien of er vergelijkingen zijn te trekken met Europees Nederlandse gemeenten. Tot slot heeft het onderzoeksbureau advies uitgebracht over het toekomstigbestendig maken van de vrije uitkering. Dit ook in samenhang met de motie van de leden Van der Berg en Ceder om het BES-fonds meer in overeenstemming te brengen met de demografische ontwikkelingen (Kamerstukken II 2020/21, 35830 IV, nr. 8).

Eind september is het eindrapport over het onderzoek eilandelijke taken en vrije uitkering opgeleverd. Na oplevering is het rapport gedeeld met de Tweede Kamer. Voor het opstellen van de reactie op het rapport zijn gesprekken gevoerd met de vakdepartementen en de eilanden. De verdere uitkomsten en aanbevelingen zullen met een advies worden voorgelegd aan het nieuw te vormen kabinet.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 18 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 BES-fonds (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

 

Verplichtingen

67.092

73.057

71.170

58.552

58.102

57.434

57.434

         
 

Uitgaven

67.092

73.057

71.170

58.552

58.102

57.434

57.434

         

01.1

Bijdrage aan medeoverheden

       
 

Vrije uitkering

67.092

73.057

71.170

58.552

58.102

57.434

57.434

         
 

Ontvangsten

67.092

73.057

71.170

58.552

58.102

57.434

57.434

Geschatte budgetflexibiliteit

Het BES-fonds kent geen budgetflexibiliteit. De openbare lichamen ontvangen middelen voor de aan hen toebedeelde en wettelijke taken.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Bijdrage aan medeoverheden

Vrije uitkering

De middelen, die de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba uit de vrije uitkering ontvangen, zijn vrij besteedbaar. Op de vrije uitkering wordt een aantal bedragen ingehouden. Het betreft aflossingslasten voor eerder afgesloten renteloze leningen die het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft verstrekt ter bekostiging van achterstanden op Sint Eustatius en Bonaire (de lening van Saba is in 2021 afgelost) in de onderwijshuisvesting en de lening van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de weginfrastructuur op Saba. Een overzicht van de verstrekte renteloze leningen aan de openbare lichamen treft u aan in bijlage 9 van deze begroting.

In 2022 zijn er per eerste suppletoire begroting 2022 vanuit de Caribisch Nederland envelop extra middelen toegevoegd aan het BES-fonds. Dit betreft een oplopende reeks tot € 13 mln. in 2025. Deze forse verhoging stelt de openbare lichamen beter in staat om hun eilandelijke taken uit te voeren.

Tot slot heeft voor de jaren 2023 en 2024 een wisselkoerscorrectie op het BES-fonds plaatsgevonden.

Ontvangsten

Artikel 88, derde lid van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES) regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar middelen van het Rijk worden afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten geraamd.

6. Bijlagen

Bijlage 1: Verdiepingsbijlage Koninkrijksrelaties

Artikel 1. Versterken rechtsstaat

Uitgaven

Tabel 19 Uitgaven beleidsartikel 1. Versterken rechtsstaat (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

76.166

60.268

66.738

84.662

82.662

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

‒ 55.156

19.451

3.249

‒ 13.646

4.735

4.735

Extrapolatie

     

82.662

       

Nieuwe mutaties

‒ 1.608

330

‒ 2.045

‒ 3.075

0

0

Waarvan:

      

1) Overboeking LPO tranche 2023: RST

‒ 1.517

‒ 2.104

‒ 2.045

‒ 3.075

0

0

2) Wisselkoerseffecten

‒ 390

1.882

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2024

19.402

80.049

67.942

67.941

87.397

87.397

Toelichting

1) Overboeking LPO tranche 2023: Recherche Samenwerkingsteam (RST)

Dit betreft een overboeking van LPO-middelen van de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) naar de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het RST. Deze overboeking vindt plaats op grond van het Convenant Financieringssytematiek.

2) Wisselkoerseffecten

Dit betreft een toevoeging van middelen aan de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) ter dekking van de nadelige koerseffecten.

Ontvangsten

Tabel 20 Ontvangsten beleidsartikel 1. Versterken rechtsstaat (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

0

0

0

0

0

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

0

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Waarvan:

      
       

Stand ontwerpbegroting 2024

0

0

0

0

0

0

Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

Uitgaven

Tabel 21 Uitgaven beleidsartikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

62.106

55.887

48.687

48.687

48.438

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

‒ 13.320

24.538

3.594

3.594

3.580

875

Extrapolatie

15.538

       

Nieuwe mutaties

‒ 2.418

3.494

‒ 2.334

‒ 2.334

‒ 2.334

‒ 3.334

Waarvan:

      

1) Herdenking slavernijverleden

1.762

0

0

0

0

0

2) Kasschuif TWO - bijdrage landen

‒ 4.000

1.000

1.000

1.000

1.000

0

3) Wisselkoerseffecten

2.765

4.301

0

0

0

0

4) Eilandelijke taken

‒ 2.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

‒ 3.000

5) Uitvoeringskracht

‒ 1.334

‒ 1.334

‒ 1.334

‒ 1.334

‒ 1.334

‒ 1.334

6) Kasschuif noodmaatregelen klif St. Eustatius

‒ 1.600

1.600

0

0

0

0

7) RVB

2.089

0

0

0

0

0

8) Koopkracht en armoede bestrijding CN

0

900

1.000

1.000

1.000

1.000

       

Stand ontwerpbegroting 2024

46.368

83.919

49.947

49.947

49.684

13.079

Toelichting

1) Herdenking slavernijverleden

Dit betreft een overboeking van de begroting van BZK (VII) naar de begroting van KR (IV). Deze middelen worden geboekt op het instrument Subsidies ten behoeve van activiteiten in het kader van de Herdenking slavernijverleden.

2) Kasschuif Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)- bijdrage landen

Dit betreft een kasschuif als gevolg van een herziening van de uitgaven van de TWO. In 2023 worden niet alle middelen uitgeput vanwege het trager verlopen van de uitvoering door de Landen. Voor de TWO worden de middelen daarom in het juiste ritme gezet.

3) Wisselkoerseffecten

Dit betreft een toevoeging van middelen aan de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) ter dekking van de nadelige koerseffecten.

4) Eilandelijke taken

Dit betreft een overboeking van de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) naar het BES-fonds ten behoeve van de eilandelijke taken die worden uitgevoerd door Bonaire, St. Eustatius en Saba.

5) Uitvoeringskracht

Dit betreft een overboeking van de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) naar het BES-fonds ten behoeve van de uitvoeringskracht van Bonaire en St. Eustatius.

6) Kasschuif noodmaatregelen klif St. Eustatius

Er wordt in 2023 gestart met het stabiliseren van de klif op St. Eustatius. Een deel van de middelen zijn later nodig en schuiven daarom door naar 2024.

7) Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

Er worden middelen overgeheveld vanaf artikel 7 naar artikel 4 om bijdrage aan St. Eustatius te kunnen doen voor het financieel beheer. Ook worden er middelen toegevoegd aan dit artikel voor het onderhoud van diverse panden door het RVB op St. Eustatius.

8) Koopkracht en armoede bestrijding CN

Om de koopkracht op Caribisch Nederland te verbeteren en de armoede te verminderen, neemt het kabinet in afwachting van het binnenkort te verschijnen rapport van de commissie Sociaal Minimum Caribisch Nederland een breder pakket aan maatregelen. Concreet worden de uitkeringen (onderstand, AOV en AWW) naar het Europees Nederlandse bijstandsniveau getrokken en de kinderbijslag met USD 90 per kind per maand verhoogd. Verder worden er in 2024 verschillende incidentele maatregelen genomen om de kosten van levensonderhoud te verminderen, zoals het verlagen van de kosten van nutsvoorzieningen. Voor deze maatregelen is in 2024 is er € 30 mln. beschikbaar en vanaf 2025 betreft dit € 32 mln. aan structurele middelen. Deze middelen worden op de desbetreffende departementale begrotingen geboekt. Voor de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) betreft dit allereerst structurele middelen (€ 0,7 mln.) vanaf 2024 voor de openbare lichamen ten behoeve van openbaar vervoer, zodat de vervoerskosten voor inwoners op de eilanden kunnen worden verlaagd. Daarnaast betreft dit middelen vanaf 2024 voor de voedselbanken (€ 0,3 mln.).

Ontvangsten

Tabel 22 Ontvangsten beleidsartikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

0

0

0

0

0

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

0

       

Nieuwe mutaties

49

0

0

0

0

0

Waarvan:

      

1) Geraamde ontvangsten

49

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2024

49

0

0

0

0

0

Toelichting

1) Geraamde ontvangsten

De geraamde ontvangsten van de voedselhulp St. Eustatius van het jaar 2020 worden weer ingezet voor de uitgaven aan voedselhulp in 2023.

Artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Uitgaven

Tabel 23 Uitgaven beleidsartikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

0

0

0

0

0

0

Mutatie nota van wijziging op eerste suppletoire begroting 2023

33.470

     

Extrapolatie

28.517

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Waarvan:

      
       

Stand ontwerpbegroting 2024

61.987

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

Ontvangsten

Tabel 24 Ontvangsten beleidsartikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

1.090.372

48.861

178.646

198.318

122.095

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

77.201

1.097

8.253

5.581

5.581

96.726

Mutatie incidentele suppletoire begroting 2023

‒ 1.114.308

0

0

0

0

0

Extrapolatie

122.095

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

waarvan

      
       

Stand ontwerpbegroting 2024

53.265

49.958

186.899

203.899

127.676

218.821

Artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Uitgaven

Tabel 25 Uitgaven beleidsartikel artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

3.300

0

0

0

0

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

380

0

0

0

0

0

Extrapolatie

0

       

Nieuwe mutaties

‒ 11

0

0

0

0

0

Waarvan:

      

1) Overboeking stormwaterpompen

‒ 11

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2024

3.669

0

0

0

0

0

Toelichting

1) Overboeking stormwaterpompen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) ontvangt een bijdrage voor een aanvullende opdracht met betrekking tot stormwaterpompen op St. Maarten. Deze uitgaven worden naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) overgeboekt vanwege het gecentraliseerd opdrachtgeverschap van RVO.

Ontvangsten

Tabel 26 Ontvangsten beleidsartikel artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

0

0

0

0

0

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

0

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Waarvan

      
       

Stand ontwerpbegroting 2024

0

0

0

0

0

0

Artikel 6. Apparaat

Uitgaven

Tabel 27 Uitgaven niet-beleidsartikel 6. Apparaat (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

22.924

20.754

20.754

20.754

20.754

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

7.050

1.210

1.210

1.210

1.210

1.210

Extrapolatie

20.754

       

Nieuwe mutaties

5.313

7.081

2.300

2.300

2.300

2.300

Waarvan:

      

1) Loon- en prijsbijstelling

2.300

2.300

2.300

2.300

2.300

2.300

2) Overboeking Tijdelijke Werkorganisatie

‒ 2.778

0

0

0

0

0

3) Diverse reallocaties

2.329

191

0

0

0

0

4) Wisselkoerseffecten

2.486

4.703

0

0

0

0

5) Inzet geraamde ontvangsten

990

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2024

35.287

29.045

24.264

24.264

24.264

24.264

Toelichting

1) Loon- en prijsbijstelling 2023

Dit betreft de loon- en prijsbijstelling tranche 2023.

2) Overboeking Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

Dit betreft een overboeking naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de financiële dekking van de capaciteit van TWO.

3) Diverse reallocaties

Er zijn diverse reallocaties van andere artikelen, grootste overboeking is van artikel 4 voor het werknemerschap Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

4) Wisselkoerseffecten

Dit betreft een toevoeging van middelen aan de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) ter dekking van de nadelige koerseffecten.

5) Inzet geraamde ontvangsten

De geraamde ontvangsten van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) en het College Financieel Toezicht worden weer ingezet voor de uitgaven op apparaat.

Ontvangsten

Tabel 28 Ontvangsten niet-beleidsartikel 6. Apparaat (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

0

0

0

0

0

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

     

0

       

Nieuwe mutaties

990

0

0

0

0

0

waarvan

      

1) Geraamde ontvangsten

990

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2024

990

0

0

0

0

0

Toelichting

1) Geraamde ontvangsten

De geraamde ontvangsten van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) en het College Financieel Toezicht worden weer ingezet voor de uitgaven op apparaat.

Artikel 7. Nog onverdeeld

Uitgaven

Tabel 29 Uitgaven niet-beleidsartikel 7. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

3.441

4.281

4.289

4.289

5.232

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

22.026

18.912

‒ 106

‒ 71

‒ 28

‒ 209

Extrapolatie

5.232

       

Nieuwe mutaties

‒ 25.135

‒ 21.520

‒ 2.300

‒ 2.300

‒ 2.300

‒ 2.300

Waarvan:

      

1) Diverse reallocaties

‒ 4.013

‒ 200

0

0

0

0

2) Overboekingen naar BES fonds

‒ 1.446

0

0

0

0

0

3) Verdeling loon- en prijsbijstelling tranche 2023

‒ 3.671

‒ 2.300

‒ 2.300

‒ 2.300

‒ 2.300

‒ 2.300

4) Wisselkoerseffecten

‒ 15.255

‒ 19.020

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2024

332

1.673

1.883

1.918

2.904

2.723

Toelichting

1) Diverse reallocaties

Er zijn diverse reallocaties naar andere artikelen, grootste overboeking is naar artikel 4 voor de bijdrage aan St. Eustatius voor het financieel beheer.

2) Overboekingen naar BES fonds

Er zijn twee overboekingen naar het BES fonds voor het versterken van de uitvoeringskracht op de BES-eilanden en voor het aanstellen van een EU-gezant voor meer focus en toegang tot de EU fondsen om de economische betrekkingen op de BES-eilanden te verbeteren.

3) Verdeling loon- en prijsbijstelling tranche 2023

Dit betreft de verdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2023 voor de begroting Koninkrijksrelaties (IV).

4) Wisselkoerseffecten

Begin 2023 is er een inschatting gemaakt van de impact van de wisselkoersfluctaties en de gevolgen daarvan voor de begroting van Koninkrijksrelaties en het BES-fonds. Dit heeft geleid tot een toedeling van middelen naar diverse artikelen om de nadelige wisselkoerseffecten op te vangen. Daarom wordt het budget van de wisselkoersreserve op dit artikel uit de begroting gehaald.

Ontvangsten

Tabel 30 Ontvangsten niet-beleidsartikel 7. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

0

0

0

0

0

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

0

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

waarvan

      
       

Stand ontwerpbegroting 2024

0

0

0

0

0

0

Bijlage 2: Verdiepingsbijlage BES-fonds

Uitgaven

Tabel 31 Uitgaven beleidsartikel 1. BES-fonds (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

53.094

46.583

49.482

49.064

48.445

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

5.017

4.510

4.736

4.704

4.655

4.655

Extrapolatie

     

48.445

       

Nieuwe mutaties

14.946

20.077

4.334

4.334

4.334

4.334

Waarvan:

      

1) Eilandelijke taken

2.000

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

2) Uitvoeringskracht

2.735

1.334

1.334

1.334

1.334

1.334

3) Wisselkoerseffecten

10.126

15.743

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2024

73.057

71.170

58.552

58.102

57.434

57.434

Toelichting

1) Eilandelijke taken

Dit betreft een overboeking van de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) naar het BES-fonds ten behoeve van de eilandelijke taken die worden uitgevoerd door Bonaire, St. Eustatius en Saba.

2) Uitvoeringskracht

Dit betreft deels een overboeking van structurele middelen vanaf artikel 4 van de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) naar het BES-fonds ten behoeve van de uitvoeringskracht van Bonaire en St. Eustatius. Ook betreft dit een overboeking van incidentele middelen vanaf artikel 7 van de begroting van KR (IV) naar het BES-fonds voor een extra versterking van de uitvoeringskracht van alle BES-eilanden.

3) Wisselkoerseffecten

Dit betreft een toevoeging van middelen aan het BES-fonds ter dekking van de nadelige koerseffecten.

Ontvangsten

Tabel 32 Ontvangsten beleidsartikel 1. BES-fonds (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Stand ontwerpbegroting 2023

53.094

46.583

49.482

49.064

48.445

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2023

5.017

4.510

4.736

4.704

4.655

4.655

Extrapolatie

     

48.445

       

Nieuwe mutaties

14.946

20.077

4.334

4.334

4.334

4.334

Waarvan:

      

1) Wet Financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

14.946

20.077

4.334

4.334

4.334

4.334

       

Stand ontwerpbegroting 2024

73.057

71.170

58.552

58.102

57.434

57.434

Toelichting

1) Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Op basis van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES) dienen de uitgaven en ontvangsten over ieder uitkeringsjaar voor het BES-fonds gelijk te zijn. Ten behoeve van de dekking van deze uitgaven is een post ontvangsten geraamd. De voeding van het BES-fonds is direct afkomstig uit de belastingontvangsten van het Rijk.

Bijlage 3: Moties en toezeggingen

Tabel 33 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die zijn afgerond (stand per 30 juni 2023)

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Wuite c.s.; Verzoekt de regering om de herijking van het sociaal minimum van Caribisch Nederland mee te nemen in de al lopende Commissie voor de herijking van het sociaal minimum in Europees Nederland of een nieuwe commissie hiervoor in te stellen, om zo te onderzoeken of het sociaal minimum in Caribisch Nederland niet eerder herijkt moet worden, en de Tweede Kamer voor het begrotingsdebat Koninkrijksrelaties 2024 te informeren over de onderzoeksresultaten.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 12

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van SZW.

De motie van het lid Wuite c.s.; Verzoekt de regering om bij elke Kamerbrief waarin nieuw beleid wordt aangekondigd, standaard een passage op te nemen over Caribisch Nederland met een uitleg waarom het beleid wel of niet van toepassing is; Verzoekt de regering de Tweede Kamer in het eerste kwartaal van 2023 te informeren over de vorderingen van het projectteam «comply or explain» en hoe zij vertegenwoordigers en burgers van Caribisch Nederland betrekken en informeren.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 13

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 85).

De motie van de leden Wuite en Van Raan; Verzoekt de regering te onderzoeken hoe de culturele samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk versterkt kan worden, bijvoorbeeld door een cultureel attaché aan te stellen bij de vertegenwoordiging op Curaçao, Aruba en Sint-Maarten, die een helpdeskfunctie kan vervullen en bijvoorbeeld de haalbaarheid verkent voor een cultureel erfgoedfonds en een stimuleringsregeling voor samenwerking en creatieve vernieuwing tussen kunstenaars en culturele instellingen; en de Tweede Kamer uiterlijk voor 1 februari 2023, te informeren over de werkzaamheden én kansen voor samenwerking.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 14

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van OCW.

De motie van de leden Van den Berg en Kamminga; Verzoekt de regering, in overleg met de BES-eilanden, Wageningen University & Research het land- en tuinbouwbeleid te laten onderzoeken en aanbevelingen te doen voor de korte en middellange termijn, en de Tweede Kamer daarover voor april 2023 te informeren.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 15

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van LNV.

De motie van het lid Ceder; Verzoekt de regering bij de reactie op het rapport van de Dialooggroep Slavernijverleden en het 18 oktober aangeboden delegatieverslag nadrukkelijk de vraag te betrekken hoe samen met de eilanden gezamenlijke symbolen, narratieven en instituten kunnen worden gevonden om deze gezamenlijkheid ook in de toekomst te behouden.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 17

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 140).

De motie van de leden Ceder en Wuite; Verzoekt de regering om samen met de lokale besturen, Rijkswaterstaat en de deltacommissaris in kaart te brengen wat er nodig is aan klimaatadaptatieve maatregelen voor de BES-eilanden en over deze thematiek ook met de landen in gesprek te gaan.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 18

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van I&W.

De motie van de leden Ceder en Kuiken; Verzoekt de regering voor de behandeling van het commissiedebat Sociaal minimum BES inzichtelijk te maken hoe te verwachten uitvoeringskosten en te verwachten inkomsten van de kinderopvangvergoeding in Caribisch Nederland zich tot elkaar verhouden.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 19

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 november 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 XV, nr. 9).

De motie van het lid Den Haan c.s.; Verzoekt de regering Caribisch Nederland mee te nemen in de opdracht aan de Staatscommissie Demografische ontwikkelingen 2050.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 23

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van SZW.

De motie van het lid Den Haan c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken in hoeverre een regionaal netwerk van social workers aan meer ondersteuning zou kunnen bijdragen en, zo ja, hoe dit dan vorm moet krijgen en hoeveel capaciteit qua menskracht dan nodig is.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 24

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van VWS.

De motie van het lid Sylvana Simons c.s.; Verzoekt de regering om, in navolging van het breed ingestoken onderzoek van het Instituut voor Milieuvraagstukken, onderzoeken naar de gevolgen van de klimaatcrisis voor Bonaire, Statia en Saba zo snel mogelijk te (laten) uitvoeren, en daarin ook de gevolgen mee te nemen voor de cultuur, het cultureel erfgoed, de volksgezondheid, de leefomgevingen en de economie; Verzoekt de regering om te onderzoeken hoe Nederland Aruba, Curaçao en Sint-Maarten kan ondersteunen in het uitvoeren van soortgelijke onderzoeken en beleid.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 26

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van I&W.

De motie van het lid Van Raan c.s.; Spreekt uit dat Gezaghebbers bij het verlenen van vergunningen en het wijzigen van bestemmingsplannen daadwerkelijk een neutrale rol dienen te vervullen.

Kamerstukken II 2021/22, 36100 IV, nr. 18

Afgedaan. Dit betreft een spreekt uit-motie. Er is geen actie vanuit BZK noodzakelijk.

De motie van de leden Van den Berg en Kuiken; Verzoekt de regering te borgen dat de voorstellen voor de besteding van de gelden die op basis van de Caribisch Nederland Envelop in het coalitieakkoord beschikbaar komen, worden vormgegeven als integraal plan onder regie van BZK, om op die wijze de samenhang te borgen en zorg te dragen dat ze aanvullend zijn op lopende projecten en gesteund worden door de BES-eilanden zelf.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 57

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 69).

De motie van de leden Van den Berg en Kuiken; Verzoekt de regering te borgen dat de vrije uitkering voor Saba met ingang van begrotingsjaar 2022 op niveau wordt gebracht door structureel 1,5 miljoen toe te voegen vanuit de gelden die op basis van de Caribisch Nederland Envelop in het coalitieakkoord beschikbaar komen opdat ook Saba een structureel sluitende begroting krijgt.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 58

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 69).

De motie van de leden Kamminga en Wuite; Verzoekt de regering om bij die verduurzaming er zorg voor te dragen dat dit bijdraagt aan het structureel verlagen van de kosten voor de nutsvoorzieningen van de inwoners; Verzoekt de regering voorts om te bezien op welke wijze de verduurzamingsslag kan bijdragen aan het vergroten van de werkgelegenheid voor de bewoners en het mkb, en de Tweede Kamer daarover te informeren.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 47

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1116).

De motie van het lid Ceder c.s.; Verzoekt de regering in gesprek te gaan met de openbaar lichamen om te komen tot een beter inzicht en beleid op de eilanden ten aanzien van mensen die te maken hebben met armoedeproblematiek, bijvoorbeeld door de (bijzondere) onderstand via de openbaar lichamen te laten lopen.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 53

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 7).

De motie van het lid Wuite c.s.; Verzoekt de regering om het bestrijden van klimaatverandering en de gevolgen hiervan onderwerp van gesprek te maken tijdens het premiers-overleg en de samenwerking hierop te verstevigen.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 14

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 4).

De motie van de leden Ceder en Kuiken; Spreekt uit dat niet de datum van december 2022 maar de daadwerkelijke resultaten bepalend moeten zijn om over te gaan naar de volgende fase in het herstel van voorzieningen op Sint-Eustatius; Verzoekt de regering, de gevraagde capaciteit, hulp en opleiding te bieden om dit proces te bespoedigen.

Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 338

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 40).

De motie van het lid Rösenmöller; Spreekt uit dat het nieuwe kabinet een hogere prioriteit dient te geven aan de Koninkrijksrelaties door op bovengenoemde terreinen de Nederlandse inzet te intensiveren om zo de banden concreet en duurzaam te verbeteren.

Kamerstukken I 2020/21, 35570 IV, nr. L

Afgedaan. De Eerste Kamer is de afgelopen periode geïnformeerd middels brieven, mondelinge overleggen en dergelijke.

Tabel 34 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die nog niet zijn afgerond (stand per 30 juni 2023)

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Wuite; Verzoekt de regering in afwachting van het eindrapport van de commissie Sociaal minimum CN financiële scenario’s uit te werken, waaronder het mogelijk invoeren van het sociaal minimum in 2024, en de Tweede Kamer voorafgaand aan de begrotingsbehandeling SZW te informeren.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 74

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in november 2023 geïnformeerd.

De motie van de leden Van Raan en Sylvana Simons; Verzoekt de regering in overleg te gaan met instituties, zoals Centraal Bureau voor de Statistiek en Centraal Planbureau, om afspraken te maken over het verbeteren van data ten behoeve van beleidsvorming.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 21

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in november 2023 geïnformeerd.

De motie van de leden Bouchallikh en Wuite; Verzoekt de regering om samen met Aruba, Curaçao en Sint-Maarten te evalueren hoe de onderlinge hulp en bijstand kan worden versterkt.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 87

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor eind 2023 geïnformeerd.

De motie van de leden Van Raak en Bosman; Verzoekt de regering, samen met Sint-Eustatius en de Verenigde Staten voorbereidingen te treffen voor een viering op 16 november 2026 op Fort Oranje, liefst in aanwezigheid van onze beide staatshoofden.

Kamerstukken II 2018/19, 35000 IV, nr. 19

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde 2023 geïnformeerd.

De motie van de leden Van den Berg en Kamminga; Verzoekt de regering bij het bepalen van de aflossingscapaciteit van de landen, meerjarige financiële en begrotingseffecten van de hervormingen mee te wegen.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 81

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd.

De motie van de leden Kamminga en Van den Berg; Verzoekt de regering de liquiditeitsleningen alleen langjarig op basis van gunstige voorwaarden te herfinancieren als er sprake is van financieel toezicht op basis van een rijkswet; Verzoekt de regering voorts zolang er geen sprake is van financieel toezicht middels een rijkswet de reguliere rente op de kapitaalmarkt te hanteren en in het geval er de komende periode betekenisvolle stappen richting een rijkswet worden gezet, tot de inwerkingtreding hiervan de leningen alleen kortlopend te herfinancieren en daarbij een bij de situatie passend rentepercentage te hanteren dat in ieder geval hoger ligt dan bij de gunstige voorwaarden.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 79

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd.

De motie van het lid Wuite c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de woningbouwcorporaties dan wel het Openbaar Lichaam te voorzien van een renteloze lening voor de bouw van betaalbare huur- en/of koopwoningen, en de Tweede Kamer hierover schriftelijk te informeren voorafgaand aan de behandeling van de Voorjaarsnota 2022.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 56

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in oktober 2023 geïnformeerd.

De motie van de leden Van der Berg en Ceder; Verzoekt de regering, voorstellen te doen voor een sterkere coördinerende rol voor de bewindspersoon belast met Koninkrijksrelaties, te onderzoeken hoe de vrije uitkering in het BES-fonds in overeenstemming kan worden gebracht met de demografische ontwikkelingen, en meerjarige incidentele uitgaven te bundelen en onder te brengen in structurele bijdragen.

Kamerstukken II 2020/21, 35830 IV, nr. 8

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 geïnformeerd.

De motie van de leden Aukje de Vries en Van de Berg; Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat het financieel beheer op Bonaire en Sint-Eustatius, waaronder de jaarrekening, zo snel mogelijk (maar uiterlijk 2024) op orde wordt gebracht en daarvoor de noodzakelijke ondersteuning te leveren.

Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 11

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De motie van de leden Van den Berg en Wuite; Verzoekt de regering de resultaten daarvan te verwerken in de begroting 2025; Verzoekt de regering met een plan van aanpak te komen om meer overzicht te krijgen over de bijzondere uitkeringen die andere departementen doen en hoe deze structureel gemaakt kunnen worden.

Kamerstukken II 2022/23, 36360 IV, nr. 12

In behandeling. De Tweede Kamer wordt uiterlijk in voorjaar 2024 geïnformeerd.

De motie van het lid Sylvana Simons c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken hoe zij desgevraagd en op maat gesneden technische assistentie, ervaringen en expertise in kan zetten om de andere autonome landen te assisteren bij de aanpak van de bovenstaande problematiek, en om het gesprek aan te gaan met de regeringen van de autonome landen over de rol die ngo's hierbij kunnen spelen, in het bijzonder mensenrechtenorganisaties.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 25

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd.

De motie van het lid Van Raan c.s.; Verzoekt de regering om in gesprek met het openbaar lichaam Bonaire ervoor te zorgen dat er geen onomkeerbare stappen worden genomen voor wat betreft bouwen op Plantage Bolivia totdat het ontwikkelingsprogramma is vastgesteld.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 22

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2023 nader geïnformeerd.

De motie van het lid Bouchallikh; Verzoekt de regering om op korte termijn in gesprek te treden met de bewoners van Bonaire die via een brief hun zorgen hebben geuit en hen te betrekken bij een voortvarende uitwerking van klimaatbeleid voor Caribisch Nederland.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 72

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd.

De motie van de leden Wuite en Van Raan; Roept de regering op in overleg te treden met de Caribische eilanden om in 2023 een Koninkrijksconferentie te organiseren met onderwerpen zoals het Statuut, het Unierecht in relatie tot het Koninkrijk, mensenrechten, klimaatverandering, economische versterking en regionale/ internationale samenwerking.

Kamerstukken II 2021/22, 36100 IV, nr. 17

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in oktober 2023 geïnformeerd.

De motie van het lid Van den Berg c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze opleidingsmogelijkheden, zowel praktisch als theoretisch, op de eilanden voor de lokale beroepsbevolking versterkt kunnen worden, en de Tweede Kamer daarover voor Prinsjesdag 2023 te informeren.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 69

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor Prinsjesdag 2023 geïnformeerd.

De motie van het lid Wuite c.s.; Verzoekt de regering te verkennen welke experimentele (hybride) samenwerkingsverbanden haalbaar zijn op het gebied van vervolgonderwijs en op korte termijn kunnen worden gestart ter versterking van de lokale economie, en de Tweede Kamer hierover in het vierde kwartaal te informeren.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 70

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2023 geïnformeerd.

De motie van de leden Van den Berg en Kamminga; Verzoekt de regering te inventariseren of er ook behoefte is aan traineeplaatsen voor ambtenaren van Curaçao, Aruba en Sint-Maarten, zodat zij belangrijke kennis en ervaring kunnen opdoen.

Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 80

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd.

De motie van het lid Bosman; Verzoekt de regering, om voor 1 oktober 2020 met een voorstel te komen om heldere, duidelijke en werkbare verhoudingen en verantwoordelijkheden vast te leggen binnen het Koninkrijk.

Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 18

In behandeling. Op het bestuurlijk vierlandenoverleg in Sint Maarten (12-13 januari jl.) is het voornemen uitgesproken een Koninkrijksconferentie (deels) te wijden aan de thematiek die centraal staat in de motie Van Raak c.s. (35 099 (R2114)). Uitvoering van de motie Bosman wordt daarom nog steeds prematuur geacht.

Tabel 35 Door bewindslieden gedane toezeggingen die zijn afgerond (stand per 30 juni 2023)

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Recourt (PvdA), toe de Kamer te informeren over de exacte invulling van de dialoogtafels in het kader van het Adviescollege dialooggroep slavernijverleden (T03274).

Plenair debat Beleidsdebat Koninkrijksrelaties d.d. 6 april 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 33, item 7)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 18 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 36200 IV, nr. B).

De staatsecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Gerkens (SP), toe in gesprek te treden met de Caribische Landen van het Koninkrijk over de uitvoering van de Eerste Kamermotie-De Graaf en de Tweede Kamermotie-Van Raak inzake de verantwoordelijkheidsverdeling binnen het Koninkrijk der Nederlanden (T03275).

Plenair debat Beleidsdebat Koninkrijksrelaties d.d. 6 april 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 33, item 7)

Afgedaan. Tijdens het vierlandenoverleg op Sint Maarten is besloten de thematiek van de motie Van Raak onderwerp te maken van een eind dit jaar te organiseren Koninkrijksconferentie. De organisatie van deze conferentie wordt momenteel ambtelijk voorbereid door de landen. De Eerste Kamer is hierover mondeling geïnformeerd door de staatssecretaris tijdens het Mondeling Overleg van 4 april 2023.

Het kabinet ziet het belang van integraal werken en het tegengaan van verkokering. Het kabinet maakt om deze reden, in opvolging van de lopende bestuursakkoorden, in juni 2022 nieuwe bestuurlijke afspraken met Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De gesprekken met de bestuurders van de openbare lichamen zijn op dit moment gaande. De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer voor de zomer over de resultaten en voortgang.

Kamerbrief Stand van zaken uitvoering kabinetsreactie Raad van State/IBO d.d. 8 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 60)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 69).

De staatssecretaris zegt toe dat voor de zomer het kabinet de Eerste en Tweede Kamer informeert over de uitwerking van de aanpak op basis van bestuurlijke afspraken met Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Daarin zullen de doelen, maatregelen en investeringen (besluitvorming bij Voorjaarsnota) om de basisvoorzieningen en de levensstandaard van de inwoners van Caribisch Nederland te verbeteren beschreven worden.

Kamerbrief Hoofdlijnenbrief Koninkrijksrelaties d.d. 7 maart 2022 (Kamerstukken I 2021/22, 35925 IV, nr. K)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 69).

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer nader over de ervaringen met de Caribische trainees in Nederland en vice versa.

Commissiedebat Governance Caribisch Nederland d.d. 14 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 64)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 69).

Bij de voorjaarsnota ontvangt de Tweede Kamer een overzicht van de middelen vanuit het kabinet op de verschillende terreinen en inclusief de verdeling over de eilanden. In deze brief wordt de Kamer ook geïnformeerd over een regeling voor Caribisch Nederland voor toegang tot het Nationaal Groeifonds.

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat Koninkrijksrelaties d.d. 23 maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 59)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1116).

De staatssecretaris zal de Tweede Kamer in september informeren over de uitkomsten van de sociale dialoog (Centraal Dialoog).

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat Koninkrijksrelaties d.d. 23 maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 59)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 7).

Het kabinet stelt (samen met de openbare lichamen) per eiland een concreet actieplan voor verduurzaming op. Het plan is gericht het plan is gericht op substantiële verduurzaming op de korte termijn en het perspectief van duurzame klimaat-neutrale eilanden op de lange termijn. Ook de betekenis voor energietarieven en bestaanszekerheid maken deel uit van dit plan. Op korte termijn informeren de staatssecretaris en de minister voor Energie en Klimaat de Eerste en Tweede Kamer hierover.

Kamerbrief Hoofdlijnenbrief Koninkrijksrelaties d.d. 7 maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. K)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1116).

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te informeren over een analyse van de effecten van huursubsidie op de huurprijzen in CN in de praktijk, omdat er berichten zijn dat die juist prijsopdrijvend werkt in plaats van verlagend. Toezegging om hierover te berichten in de volgende Voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland.

Commissiedebat IJkpunt bestaanszekerheid d.d. 16 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 35570 IV, nr. 52)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 7).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe in de volgende voortgangsrapportage ook te rapporteren over de voortgang van de bootverbinding tussen de bovenwindse eilanden.

Commissiedebat IJkpunt bestaanszekerheid d.d. 16 juni 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 35570 IV, nr. 52)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 juli 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 69).

De staatssecretaris zal de Tweede Kamer voor het meireces informeren over het wel of niet versnellen van de invoering van de dubbele kinderbijslag.

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat Koninkrijksrelaties d.d. 23 maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 59)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 7).

De staatssecretaris zegt toe dat de Kamer voor april 2022 een overzicht van het kabinet ontvangt van de verschillende uitkeringen en de huidige financiering van de sociale zekerheid en nutsvoorzieningen.

Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld tijdens de begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) d.d. 14 oktober 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 12, item 14)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 7).

De staatssecretaris zegt toe voor de zomer de Eerste en Tweede Kamer te informeren over het ijkpunt sociaal minimum.

Kamerbrief Hoofdlijnenbrief Koninkrijksrelaties d.d. 7 maart 2022 (Kamerstukken I 2021/22, 35925 IV, nr. K)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 7).

De staatssecretaris stuurt de Tweede Kamer een tussenrapportage over het oplossen van de onvolkomenheden van de ICT bij RCN.

Wetgevingsoverleg over het jaarverslag en slotwet 2021 (Koninkrijksrelaties) d.d. 4 juli 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 36100 IV, nr. 20)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 8).

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer over de uitkomsten van overleg met de landen over hun deelname aan internationale handelsmissies (staand beleid), over hun ervaringen en wensen op dit gebied, eventueel resulterend in een overleg met de minister voor BHOS.

Wetgevingsoverleg over het jaarverslag en slotwet 2021 (Koninkrijksrelaties) d.d. 4 juli 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 36100 IV, nr. 20)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 8).

De staatssecretaris zal in kaart brengen wat de obstakels in wet- en regelgeving zijn voor toegang van het Caribisch gebied van het Koninkrijk tot subsidies en fondsen, zoals bijvoorbeeld het Groeifonds, en informeert de Tweede Kamer daar zo snel mogelijk over.

Commissiedebat Landspakketten en hervormingen CAS d.d. 10 maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35420, nr. 476)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 september 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 32813, nr. 1116).

De staatssecretaris komt schriftelijk terug op vragen over het bepalen van het ijkpunt sociaal minimum, welke indicatoren worden meegenomen en hoe verhoudt zich dat tot het sociaal minimum in Europees Nederland. Het onderzoek van de Consumentenbond van de BES-eilanden wordt hierin betrokken. De Tweede Kamer ontvangt deze informatie bij de voortgangsrapportage die na de zomer komt.

Wetgevingsoverleg over het jaarverslag en slotwet 2021 (Koninkrijksrelaties) d.d. 4 juli 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 36100 IV, nr. 20)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 7).

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te informeren zodra in de RMR besluitvorming heeft plaats gevonden over het CAft-advies met betrekking tot de artikel 11-procedure.

Kamerbrief Beantwoording Kamervragen leden Kamminga (VVD) en Van den Berg (CDA) over het bericht ‘Aruba heeft geen boodschap aan RMR en Cft: Geld vliegt de deur uit’ (ingezonden 2 juni 2022), met kenmerk 2022Z10996 d.d. 6 juli 2022 (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 3419)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 28).

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer in de brief over de herziening van de WolBES en FinBES die voor de zomer naar de Kamer komt tevens over de positie van de Rijksvertegenwoordiger en het eventueel elders beleggen van diens taken.

Commissiedebat Governance Caribisch Nederland d.d. 14 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 64)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 38).

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer over relevante ontwikkelingen rondom GTI Statia en de stand van zaken op dat moment voor de begrotingsbehandeling in het najaar.

Wetgevingsoverleg over het jaarverslag en slotwet 2021 (Koninkrijksrelaties) d.d. 4 juli 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 36100 IV, nr. 20)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 4).

De staatssecretaris verwacht de Eerste en Tweede Kamer in de tweede helft van 2022 nader te informeren over het ziekenhuisproject en andere trustfonds projecten, na ommekomst van de halfjaarrapportage 2022.

Kamerbrief Aanbieding jaarrapportage 2021 wederopbouw Sint Maarten, risicoreserve liquiditeitssteun en afschrift antwoordbrief aan Babs d.d. 10 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 34773, nr. 26)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 34773, nr. 27).

De staatssecretaris zegt toe dat zij het voorstel in de motie van Simons en Van Raan (36100-IV, nr. 9) over een jaarlijkse meerdaagse conferentie zal meenemen in het overleggen met de minister van BZK over de kabinetsreactie op het rapport van het Adviescollege dialooggroep Slavernijverleden.

Wetgevingsoverleg over het jaarverslag en slotwet 2021 (Koninkrijksrelaties) d.d. 4 juli 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 36100 IV, nr. 20)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 140).

De staatssecretaris zegt toe voor het einde van het jaar 2022 de Eerste en Tweede Kamer te informeren over de streefdata voor het bereiken van fase 2.2 en de daaropvolgende fasen uit de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius.

Kamerbrief 9de Voortgangsrapportage over de bestuurlijke ingreep Sint Eustatius d.d. 29 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 67)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 40).

De staatssecretaris zegt toe in de volgende voortgangsrapportage de Eerste en Tweede Kamer te informeren over de eerste resultaten van het Water Drainage-project.

Kamerbrief 9de Voortgangsrapportage over de bestuurlijke ingreep Sint Eustatius d.d. 29 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 67)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 40).

De staatssecretaris zegt toe de Eerste en Tweede Kamer in de volgende voortgangsrapportage te informeren over de voortgang van het notarieel protocol voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius.

Kamerbrief 9de Voortgangsrapportage over de bestuurlijke ingreep Sint Eustatius d.d. 29 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 67)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 40).

De staatssecretaris hoopt de Eerste en Tweede Kamer in de volgende voortgangsrapportage nader te informeren over de uitvoering van de maatregelen naar aanleiding van het onderzoek van de Statia Heritage Committee (SHRC).

Kamerbrief 9de Voortgangsrapportage over de bestuurlijke ingreep Sint Eustatius d.d. 29 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 67)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 40).

De staatssecretaris zegt toe dat volgend jaar de Tweede Kamer wederom geïnformeerd zal worden met betrekking tot de voortgang van de uitvoering van de verbeterplannen financieel beheer CN en aanvullend ook over de uitkomsten van de indicatoren begrotings- en financieel beheer voor het begrotingsjaar 2021. Het streven is om dat uiterlijk oktober 2022 te doen. De jaarlijkse informatievoorziening sluit dan ook beter aan bij de begrotingsbehandeling in de Kamer.

Kamerbrief Informatievoorziening financieel- en begrotingsbeheer CN 2021 d.d. 6 december 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 33)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 41).

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van diverse leden toe, de Kamer ieder kwartaal te informeren over de voorzieningen die bij de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius zijn en worden getroffen. De eerste kwartaalrapportage zal uiterlijk 1 juni 2018 met de Kamer worden gedeeld (in het kader van toezegging T02531). Daarbij gaat het onder andere over de voortgang in de criteria en indicatoren die zijn ontwikkeld om de afbouw van het bijzondere regime mogelijk te maken. De resultaten op bestuurlijk vlak, de infrastructuur en op sociaal-economisch terrein, waaronder de bestrijding van armoede. En om de stappen die de regeringscommissaris, de staatssecretaris en het bewindspersonenoverleg Caribisch Nederland zetten of mogelijk maken (T02532).

Plenair debat Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius (34.877) d.d. 6 februari 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 18, item 5)

Afgedaan. De Eerste Kamer heeft op 13 december 2022 besloten de toezegging als voldaan te beschouwen.

De staatssecretaris zal de Tweede Kamer regelmatig updaten over het in kaart brengen van achterstanden op het gebied van wetgeving en verwacht dit overzicht eind van het jaar compleet te hebben.

Commissiedebat Governance Caribisch Nederland d.d. 14 april 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 64)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 44).

De staatsecretaris zegt toe de Tweede Kamer per brief te informeren over de toegankelijkheid voor de individuele ondernemer van de middelen die beschikbaar zijn gesteld voor het versterken van landbouw op de eilanden. (toezegging aan het lid Van den Berg) (TZ202210-176).

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties Voortzetting d.d. 20 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 15, item 2)

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van LNV.

De staatsecretaris zegt toe de Tweede Kamer per brief te informeren over het mogelijk versnellen van de afschaffing van de Krankzinnigenwet. (toezegging aan het lid Van de Berg) (TZ202210-178).

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties Voortzetting d.d. 20 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 15, item 2)

Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van VWS.

De staatsecretaris zegt toe de Tweede Kamer per brief te informeren over hoe de National Focal Points in de Small Island Developing States kunnen worden meegenomen in het verzoek aan de regering om te onderzoeken hoe Nederland Aruba, Curaçao en Sint-Maarten kan ondersteunen bij onderzoeken en beleid rondom het thema van klimaat. (toezegging aan het lid Wuite) (TZ202210-179).

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties Voortzetting d.d. 20 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 15, item 2)

Afgedaan. De uitvoering van de toezegging is overgedragen aan het ministerie van I&W.

De staatsecretaris zegt toe om de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te verzoeken om de Tweede Kamer te informeren over hoe er onderzoek wordt gedaan naar de impact van klimaatverandering in het Natuur- en milieubeleidsplan. (toezegging aan het lid Simons) (TZ202210-180).

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties Voortzetting d.d. 20 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 15, item 2)

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van LNV.

De staatssecretaris van BZK gaat uitzoeken of het CBS ook informatie verzamelt op de eilanden over vertrouwen in de politiek en instituties en informeert de Kamer daar voor eind februari over. (n.a.v. vragen van het lid Wuite) (TZ202211-167).

Commissiedebat Sociaal domein en bestuursakkoorden BES d.d. 15 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 6200 IV, nr. 37)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 42).

De staatssecretaris zegt toe dat zij het voorstel in de motie van Simons en Van Raan (36100-IV, nr. 10), over een in te stellen commissie van experts voor opbouw van kennis en advisering over het koloniale en slavernijverleden, zal meenemen in de bredere reflectie op de aanbevelingen van het Adviescollege dialooggroep slavernijverleden.

Wetgevingsoverleg over het jaarverslag en slotwet 2021 (Koninkrijksrelaties) d.d. 4 juli 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 36100 IV, nr. 20)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 140).

De staatssecretaris van BZK zal de Tweede Kamer informeren over haar bezoek aan Bonaire en de te nemen maatregelen in verband met de huidige wateroverlast. (n.a.v. vragen van het lid Van den Berg) (TZ202211-170).

Commissiedebat Sociaal domein en bestuursakkoorden BES d.d. 15 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 6200 IV, nr. 37)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 58).

De staatssecretaris zegt toe dat de voortgang van de bestuurlijke afspraken aan het begin van 2023 wordt opgemaakt en met de Tweede Kamer zal worden gedeeld.

Kamerbrief Reisverslagen, uitwerking hoofdlijnenbrief, bestuurlijke afspraken Caribisch Nederland en CN-envelop en overige thema's d.d. 1 juli 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 69)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 21 maart 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 58).

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer voor de stemmingen op 23 mei te informeren over een begrotingstekort Sint Eustatius, als reactie op motie Van den Berg.

Plenair debat Tweeminutendebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 17 mei 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 82, item 6)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35422, nr. 26).

Wanneer er bij de uitwerking van de onderlinge regeling iets fundamenteels wijzigt, dan informeert de staatssecretaris de Tweede Kamer daarover. (n.a.v. vragen van het lid Kamminga) (TZ202301-026).

Parlementair agenda punt [25-01-2023] - Commissiedebat Landspakketten en hervormingen CAS d.d. 25 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 53)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 4 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 60).

De staatssecretaris gaat in gesprek met de minister van Onderwijs van Curaçao over de signalen die er zijn over het onderzoek naar de staat van het onderwijs en informeert de Tweede Kamer daar zo snel mogelijk over. (n.a.v. vragen van het lid Van den Berg) (TZ202301-027).

Commissiedebat Landspakketten en hervormingen CAS d.d. 25 januari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 53)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 1 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 33845, nr. 50).

Het opheffen van het democratisch deficit en de toegankelijkheid van verkiezingen voor het Europees Parlement in de Caribische landen zijn twee onderwerpen uit het coalitieakkoord. Het democratisch deficit is een onderwerp dat primair onder politieke verantwoordelijkheid van de staatssecretaris valt, het onderwerp Europese parlementsverkiezingen wordt primair getrokken door de mBZK, vanwege haar verantwoordelijkheid voor het kiesrecht. Beide onderwerpen hebben prioriteit. Deze week spreekt de staatssecretaris met de MP’s van de landen over de planning van een bestuurlijk overleg, vermoedelijk eind november, over onder andere het democratisch deficit. Over de uitkomsten dit bestuurlijk overleg zal de staatssecretaris de Tweede Kamer zo spoedig mogelijk informeren.

Beantwoording Kamervragen gesteld tijdens eerste termijn begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties d.d. 19 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 48)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 46).

Het vraagstuk van democratische vertegenwoordiging in het Koninkrijk is een belangrijk thema. Er zijn verschillende oplossingsrichtingen voor dit vraagstuk denkbaar. De toekenning van kwaliteitszetels, zoals gebeurt in Denemarken en Nieuw-Zeeland, is daar één van. Net zoals wellicht de instelling van een Koninkrijkssecretariaat. Zoals mevrouw Wuite in haar bijdrage zelf ook aangaf, zullen we daarover eerst op een ordentelijke manier een debat moeten starten. En dat begint met een gesprek met de Caribische landen zelf. Daar wil de staatssecretaris voor einde jaar 2022 werk van maken. Zodra dat gesprek is gestart, zal zij de Tweede Kamer hierover informeren en kan er een debat starten over de merites van de verschillende oplossingsrichtingen.

Beantwoording Kamervragen gesteld tijdens eerste termijn begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties d.d. 19 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 48)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 20 januari 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 46).

De staatssecretaris komt schriftelijk terug op de plek van de klimaatadaptatie in de hervormingsagenda, en gaat kijken of we iets kunnen doen voor het Caribisch gebied vanwege de geopolitieke ontwikkelingen en de nutsvoorzieningen. Welke zaken kunnen wij daar voor de BES-eilanden doen? En zijn er misschien dingen waarin we ook voor de CAS-landen wat kunnen betekenen?

Commissiedebat Landspakketten en hervormingen CAS d.d. 10 maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35420, nr. 476)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 14 oktober 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 8, bladzijde 2).

De staatssecretaris van BZK zegt de Eerste Kamer toe te bezien of het voor de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst mogelijk is om een overzicht te delen van de fiscale thema’s aangaande Caribisch Nederland die het kabinet wil adresseren.

Commissiedebat Mondeling overleg commissie Koninkrijksrelaties (KOREL) met de staatssecretaris van BZK d.d. 4 april 2023 (Kamerstukken I 2022/23, 36200 IV, nr. R)

Afgedaan. De boodschap is overgebracht aan de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst. Op het moment dat de Belastingplannen bekend zijn, zal het gevraagde overzicht worden opgesteld in het najaar van 2023.

De staatssecretaris verwacht de Tweede Kamer voor het zomerreces te informeren over de uitwerking van meer specifieke criteria en uitgangspunten bij Comply or Explain waardoor Caribisch Nederland zich wezenlijk kan onderscheiden van Europees Nederland.

Kamerbrief Beantwoording schriftelijke inbreng SO vaste commissie voor Koninkrijksrelaties d.d. 22 maart 2023 en periodieke update wetgevingsoverzicht Caribisch Nederland d.d. 11 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr.)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 85).

De staatssecretaris zegt de Tweede Kamer toe in het kader van transparante besluitvorming en verwachtingsmanagement de Kamer voor het zomerreces van 2023 te informeren over het tijdspad van fase 3.0, 3.1 en 4.0. In de Elfde Voortgangsrapportage Sint Eustatius zal de staatssecretaris informeren over het tijdspad voor de laatste fasen van de bestuurlijke ingreep.

Kamerbrief Beantwoording schriftelijke inbreng SO vaste commissie voor Koninkrijksrelaties d.d. 2 februari 2023 d.d. 21 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 35422, nr. 21)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 84).

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer voor de zomer over de aangepaste criteria voor toegang tot het Nationale Groeifonds en SDE++, en de ondersteuning vanuit de Rijksoverheid bij de aanvragen.

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 13 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 67)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 16 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 2023Z08479).

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer voor de zomer op hoofdlijnen over de scenario's die ontwikkeld worden voor de toekomst van GTI (TZ202304-155).

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 13 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 67)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 83).

De staatsecretaris zegt de Tweede Kamer toe om in de loop van 2023 met een plan te komen voor industrieën (economische sectoren) met potentie op de eilanden. (toezegging aan het lid Kamminga) (TZ202210-175).

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties Voortzetting d.d. 20 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 15, item 2)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 2023Z06183).

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te informeren over de uitkomst van de gesprekken met de nieuwgekozen gedeputeerden en eilandsraadsleden en de beoogde datum van inwerkingtreding van het Koninklijk Besluit houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 15 van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius (beter bekend als fase 2.2).

Kamerbrief inzake proces fase 2.2 Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius d.d. 23 februari 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 35422, nr. 22)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 35422, nr. 25).

De staatssecretaris bereidt een passende overbruggingsmaatregel voor voor toekomstige studenten uit het Caribische deel van het Koninkrijk, die een BSN krijgen. De staatssecretaris zal samen met de minister van OCW de Tweede Kamer informeren zodra hier keuzes in gemaakt zijn.

Kamerbrief Voortgangsbrief Bestuurlijke afspraken Caribisch Nederland d.d. 21 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 58)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 mei 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 29362, nr. 324).

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer over de gesprekken met de eilanden over de uitwerking van de kabinetsreactie over het slavernijverleden (TZ202304-157).

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 13 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 67)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 23 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 2023Z11865).

De staatssecretaris gaat bekijken of het Handboek Crisisbeheersing, al dan niet geredigeerd, met de Tweede Kamer gedeeld kan worden, en informeert de Kamer daarover (TZ202305-129).

Commissiedebat Onderlinge regeling en Wederopbouw Sint Maarten d.d. 25 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 88)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 22 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 83).

Op 11 oktober jl. heeft de Eilandsraad van Bonaire debat gevoerd over (bestuurlijke) integriteit. M.b.t. aangenomen motie: Roept op tot een onafhankelijk onderzoek naar het handelen van de gezaghebber van Bonaire. De gezaghebber heeft aangegeven in functie te blijven, en op het moment dat een integriteitsonderzoek start vakantie op te nemen. Het is de bevoegdheid van de Eilandsraad en de lokale bestuurders om uitvoering aan deze moties te geven. De staatssecretaris volgt de situatie uiteraard nauwgezet. De staatssecretaris zal de Tweede Kamer informeren over de uitkomsten van het onderzoek en over het vervolgproces.

Kamerbrief Ontwikkelingen Bonaire d.d.18 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 9)

Afgedaan. Er wordt geen vervolg gegeven aan de motie, aangezien het onderwerp niet meer op Bonaire aan de orde is. Er is geen onderzoek gedaan, om deze reden vervalt deze toezegging.

De staatssecretaris zegt toe de Eerste en Tweede Kamer te informeren over de resultaten van de activiteiten van het trustfonds wederopbouw Sint Maarten.

Kamerbrief Aanbieding halfjaarrappotage update wederopbouw Sint Maarten na orkaan Irma d.d. 15 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 34773, nr. 27)

Afgedaan. De toezegging is onderdeel van BZK-beleid.

De staatssecretaris zegt toe het Wetgevingsoverzicht Comply or Explain, dat reeds is gedeeld met de Tweede Kamer, ook op korte termijn te doen toekomen aan de Eerste Kamer.

Commissiedebat Mondeling overleg commissie Koninkrijksrelaties (KOREL) met de staatssecretaris van BZK d.d. 4 april 2023 (Kamerstukken I 2022/23, 36200 IV, nr. R)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 11 april 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 36200 IV, nr. Q).

De staatssecretaris verzoekt de minister van OCW de Tweede Kamer op korte termijn te informeren over de resultaten van de programma's voor training en onderwijs in relatie tot werkgelegenheid (TZ202304-156).

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 13 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 67)

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van OCW.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rosenmöller (GroenLinks), toe zich ervoor in te spannen om de Caribische landen van het Koninkrijk, op basis van aanbevelingen in het AIV-rapport, getiteld «Fundamentele rechten in het Koninkrijk: eenheid in bescherming», aan te spreken op de implementatie van een aantal internationale verdragen, waaronder het EVRM-proof uitwerken van de vluchtelingenprocedure op Curaçao (T03272).

Plenair debat Beleidsdebat Koninkrijksrelaties d.d. 6 april 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 33, item 7)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 12 juni 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022/23, 36200 IV, nr. W).

Tabel 36 Door bewindslieden gedane toezeggingen die nog niet zijn afgerond (stand per 30 juni 2023)

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer voor 31 juli over het onderzoek naar de hoogte van de vrije uitkeringen en de stappen die het kabinet zal gaan zetten naar aanleiding van de resultaten (TZ202304-153).

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 13 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 67)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe de Eerste en Tweede Kamer in de zomer van 2023 nader te informeren over de resultaten van de acties van de Taskforce Knelpunten én over de resultaten van de taskforce met betrekking tot de andere geïdentificeerde knelpunten.

Kamerbrief Voortgangsbrief Bestuurlijke afspraken Caribisch Nederland d.d. 21 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 58)

In behandeling. De Eerste en Tweede Kamer worden in het najaar 2023 nader geïnformeerd.

De staatssecretaris komt schriftelijk terug op de aanpak van praktische basisvoorzieningen zoals postcodes, bancaire voorzieningen, digitalisering, BSN en andere zaken.

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat Koninkrijksrelaties d.d. 23 maart 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 59)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar 2023 nader geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe na de zomer van 2023 de Tweede Kamer nader te informeren over de stand van zaken van de acties die benoemd worden in de Intentiebrief economische ontwikkeling Caribisch Nederland.

Kamerbrief Intentiebrief economische ontwikkeling Caribisch Nederland d.d. 6 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 62)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2023 geïnformeerd.

De staatsecretaris zegt toe om in de Kamerbrief over de uitvoering van de Koninkrijksconferentie in te gaan op welke wijze betrokkenheid van burgers wordt vormgegeven in de voorbereiding en uitvoering van de Koninkrijksconferentie. (toezegging aan het lid Wuite) (TZ202210-177).

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties Voortzetting d.d. 20 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 15, item 2)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt oktober 2023 geïnformeerd.

De staatssecretaris zal de agenda en de Nederlandse inzet voor de Koninkrijksconferentie vooraf met de Tweede Kamer delen (TZ202305-130).

Commissiedebat Onderlinge regeling en Wederopbouw Sint Maarten d.d. 25 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 88)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in oktober 2023 geïnformeerd.

De staatssecretaris komt schriftelijk terug op de vragen van het lid Van den Berg over onderlinge stages (TZ202305-131).

Commissiedebat Onderlinge regeling en Wederopbouw Sint Maarten d.d. 25 mei 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 88)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor het einde van 2023 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer dit jaar per brief in te lichten over het verdere proces en daarin ook melden hoe het staat met de evaluaties die aan de beleidsdoorlichting van artikel 4 ten grondslag liggen.

Kamerbrief Opzet en vraagstelling beleidsdoorlichting artikel 5 Koninkrijksrelaties d.d. 12 september 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 30985, nr. 59)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2023 geïnformeerd.

De staatssecretaris van BZK en de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen informeren ook de Eerste Kamer voor de begrotingsbehandeling SZW over het rapport van de commissie Sociaal minimum CN.

Commissiedebat Mondeling overleg commissie Koninkrijksrelaties (KOREL) met de staatssecretaris van BZK d.d. 4 april 2023 (Kamerstukken I 2022/23, 36200 IV, nr. R)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt in november 2023 geïnformeerd.

De staatssecretaris van BZK en de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen zullen ten behoeve van de discussie over het ijkpunt sociaal minimum in het kader van het onderzoek van de onafhankelijke commissie in kaart laten brengen wat de resultaten en/of de te verwachten resultaten zijn van de genomen en te nemen maatregelen om de kosten van levensonderhoud te verlagen en informeren de Kamer daarover. (n.a.v. vragen van het lid Kamminga) (TZ202211-168).

Commissiedebat Sociaal domein en bestuursakkoorden BES d.d. 15 november 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 6200 IV, nr. 37)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in het najaar van 2023 geïnformeerd.

Eind dit jaar stuurt de staatssecretaris de Tweede Kamer een update over de opvolging van de beleidsdoorlichting inzake de versterking van de rechtshandhavingsketen (TZ202306-302).

Wetgevingsoverleg Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2022 d.d. 27 juni 2023

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde 2023 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe de Eerste en Tweede Kamer te informeren over de resultaten van de evaluatie van de ferry-verbinding.

Kamerbrief 9de Voortgangsrapportage over de bestuurlijke ingreep Sint Eustatius d.d. 29 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 67)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt eind 2023 geïnformeerd.

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer over de uitkomsten van de verschillende sessies tussen schoolbesturen en minister van Onderwijs van Curaçao en het verdere proces, waaronder een eventueel vervolgonderzoek (TZ202306-272).

Plenair debat Tweeminutendebat Landspakketten en hervormingen CAS d.d. 21 juni 2023

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer het rapport van de beleidsdoorlichtingen van artikel 5 (Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen) van begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties voor het einde van 2023 toe te sturen.

Kamerbrief Opzet en vraagstelling beleidsdoorlichting artikel 5 Koninkrijksrelaties d.d. 12 september 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 30985, nr. 59)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde 2023 geïnformeerd.

De staatssecretaris zal de Tweede Kamer informeren over de nieuwe bestuurlijke afspraken, inclusief de laatste stand van zaken van de uitvoering van de huidige bestuurlijke afspraken.

Kamerbrief Voortgangsbrief Bestuurlijke afspraken Caribisch Nederland d.d. 21 maart 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 58)

In behandeling. De Eerste en Tweede Kamer worden voor eind 2023 geïnformeerd.

In de bestuursakkoorden die in het najaar worden afgesloten en met de Tweede Kamer worden gedeeld, wordt de voortgang op het gebied van capaciteitsproblemen en de besteding van reeds uitgekeerde maar nog niet besteedde bijzondere uitkeringen meegenomen (TZ202306-303).

Wetgevingsoverleg Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2022 d.d. 27 juni 2023

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2023 geïnformeerd.

De staatssecretaris verwacht de Tweede Kamer eind van het jaar 2023 een totaaloverzicht aan te bieden van wet- en regelgeving die op de wat langere termijn wordt opgesteld voor Caribisch Nederland.

Kamerbrief Beantwoording schriftelijke inbreng SO vaste commissie voor Koninkrijksrelaties d.d. 22 maart 2023 en periodieke update wetgevingsoverzicht Caribisch Nederland d.d. 11 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 63)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde 2023 geïnformeerd.

De staatssecretaris komt in samenspraak met SZW op een later moment terug op de voorstellen van de Centraal Dialoog op het gebied van het sociaal minimum en de kabinetsreactie daarop (TZ202304-154).

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 13 april 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 IV, nr. 67)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde 2023 geïnformeerd.

De Staatssecretaris zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Laurier (GroenLinks), de voortgangsrapportages over de uitvoering van de plannen van aanpak inzake de AMvRB «Waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint-Maarten» tweemaal per jaar aan de Eerste Kamer te doen toekomen (T01222).

Plenair debat Behandeling van het wetsvoorstel Regeling van de inrichting, de organisatie en het beheer van de openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba d.d. 6 juli 2020 (Handelingen I 2009/10, nr. 36, pagina 1583-1587).

In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor einde jaar 2023 nader geïnformeerd.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe met de Caribische landen van het Koninkrijk te bespreken dat in het Caribisch deel van het Koninkrijk de mogelijkheid wordt geboden tot het aangaan van een huwelijk tussen partners van gelijk geslacht en de Eerste Kamer daarover te informeren (T03273).

Plenair debat Beleidsdebat Koninkrijksrelaties d.d. 6 april 2021 (Handelingen I 2020/21, nr. 33, item 7)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor 1 januari 2024 geïnformeerd.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van het lid Kok (PVV) toe, de discussie over autonomie in Caribisch Nederland en wat de Commissie van Wijzen daarover in haar rapport heeft geschreven, te willen voeren maar niet voor de zomer van 2018 (T02536).

Plenair debat Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius (34.877) d.d. 6 februari 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 18, item 5)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor einde jaar 2023 geïnformeerd.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van diverse leden toe, de Raad van State op korte termijn om voorlichting te vragen over de wijze waarop de Nederlandse regering met Caribisch Nederland omgaat (inclusief de rol van de gezaghebber, het Cft en de Rijksvertegenwoordiger in relatie tot de bewindspersoon) en over de coördinerende rol van de staatssecretaris van BZK ten aanzien van Caribisch Nederland. De voorlichtingsaanvraag zal met de Kamer worden gedeeld (T02533).

Plenair debat Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius (34.877) d.d. 6 februari 2018 (Handelingen II, 2017/18, nr. 18, item 5)

In behandeling. Aan toezegging is voldaan door middel van het toezenden van de Kabinetsreactie. De Eerste Kamer wordt op de hoogte gehouden via wetswijziging WolBES/FinBES.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ten Horn (SP), toe om een Koninklijk Besluit dat ziet op het vervallen van de rijkswet financieel toezicht ook voor te hangen bij de Eerste Kamer (T01220).

Plenair debat Consensus rijkswetsvoorstellen (32017 t/m 320020, 32026, 32041, 32178 en 32179, 32186, 32213) d.d. 6 juli 2010 (Handelingen II, 2009/10, nr. 36, 1594-1611 en 1566-1582)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio 2025 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe, naar aanleiding van de motie Van Raak en Bosman (35570 IV, nr. 11), de Tweede Kamer te informeren over de wijze waarop een onderzoek naar de besluitvorming rondom de nieuwe staatkundige verhoudingen ("10-10-10") gedaan kan worden, ook in relatie met de eerdere motie Van Raak over dit onderwerp.

Plenair debat Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties d.d. 6 oktober 2020 (Handelingen II 2020/21, nr. 10, item 14)

In behandeling. Er is nog geen actie ondernomen m.b.t. deze toezegging vanwege allerlei andere lopende trajecten, die hieraan raken.

De staatssecretaris informeert de Eerste en Kamer voor de zomer over de mogelijke oplossingsrichtingen en de voortgang van de besprekingen met de landen met betrekking tot hoe de landen democratisch versterkt kunnen worden.

Kamerbrief Hoofdlijnenbrief Koninkrijksrelaties d.d. 7 maart 2022 (Kamerstukken I 2021/22, 35925 IV, nr. K)

In behandeling. Het democratisch tekort is aan de orde geweest tijdens een bestuurlijk overleg op 12-13 januari tussen de vier landen in Sint Maarten. Het belang van dit onderwerp werd tijdens dit overleg breed onderkend. De betrokken bestuurders zijn daarom voornemens een Koninkrijksconferentie te organiseren over – onder meer – het thema van een democratisch tekort. Er wordt, in het licht hiervan, vooralsnog van afgezien de Kamers te informeren over mogelijke oplossingsrichtingen.

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer over de stappen die gezet moeten worden om de onvolkomenheid SSO CN op te lossen en de voortgang hierop aan het einde van dit jaar (TZ202306-301).

Wetgevingsoverleg Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2022 d.d. 27 juni 2023

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2023 geïnformeerd.

Bijlage 4: Subsidieoverzicht

Tabel 37 Subsidies (bedragen x 1.000 euro)

Artikel

Naam subsidies (regelingen)

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Laatste evaluatie

Volgende evaluatie

Einddatum subsidie

            

Versterken rechtsstaat

1

Detentie algemeen1

1.000

132

0

0

0

0

0

2

2027

incidenteel

1

Bestuurlijke aanpak1

0

1.000

1.044

1.044

1.044

1.044

1.044

2

2027

incidenteel

            

Bevorderen sociaaleconomische structuur

4.1

Diverse subsidies

0

2.662

100

0

0

0

0

2

2023

incidenteel

4.1

Noodpakketten

2.138

0

0

0

0

0

0

2

2023

incidenteel

4.1

COHO / samenwerking bij hervorming

0

6.814

38.988

36.868

36.868

36.605

0

2

2023

incidenteel

4.1

COHO

52

350

0

0

0

0

0

2

2023

incidenteel

4.1

Onderwijshuisvesting Curacao

0

5.200

14.300

0

0

0

0

  

incidenteel

4.2

Subsidie Caribisch Nederland

2.090

2.459

1.039

535

535

535

535

2

2023

incidenteel

            

Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

8.1

Diverse subsidies

762

0

0

0

0

0

0

2

2023

incidenteel

            

Totaal subsidies (regelingen)

6.042

18.617

55.471

38.447

38.447

38.184

1.579

   
X Noot
1

Deze subsidies worden in de beleidsevaluatie/beleidsdoorlichtingen meegenomen.

X Noot
2

Evaluatie heeft nog niet plaatsgevonden.

Bijlage 5: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda

BZK ontwikkelt en voert beleid langs zeven inhoudelijke richtingwijzers. Deze richtingwijzers vormen de thematische basis van de SEA. In deze bijlage wordt het thema ‘Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid’ nader uitgewerkt en toegelicht aan de hand van een inzichtbehoefte en bijpassende onderzoeksprogrammering per thema.

Deze onderzoeksprogrammering biedt een overzicht van de geplande ex ante, ex durante en ex post evaluaties van beleid. Hieronder vallen ook de evaluaties van subsidies, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen (ZBO). Tevens wordt de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gehele beleid binnen de (sub)thema’s eens in de vier tot zeven jaar onderzocht middels een periodieke rapportage. Ook deze onderzoeken zijn opgenomen in de SEA.

Tabel 38 Thema een koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Toelichting onderzoek

Begrotingsartikelonderdeel

Versterken rechtsstaat

Beleidsdoorlichting

2023

Beleidsdoorlichting Versterken rechtsstaat

1

Bevorderen sociaaleconomische structuur

Ex durante

2023

Evaluatie bijstand aan Aruba en Curaçao in het kader van de gevolgen van de situatie in Venezuela

4

Ex durante

2023

Evaluatie coronasteunpakketten Caribisch Nederland

Ex durante

2023

Evaluatie noodhulpprogramma's Caribische landen (voedselhulp)

Ex durante

2023

Evaluatie TOP Bonaire

Ex post

2023

Evaluatie financieel beheer BES

Ex durante

2023-2024

Evaluatie van de bevindingen en aanbevelingen van de Raad van State

Ex durante

2024

Evaluate Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten

Beleidsdoorlichting

2024

Beleidsdoorlichting Bevorderen sociaaleconomische structuur

Ex post

2025

Evaluatie van de Wet taakverwaarlozing Sint Eustatius en de Wet herstel voorzieningen Sint Maarten

Ex post

2025

Evaluatie Regio Enveloppe Caribisch Nederland

Ex post

2026

Evaluatie Rijkswet financieel toezicht Aruba

Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Beleidsdoorlichting

2024

Beleidsdoorlichting schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

5

Ex post

2027

Evaluatie van de herfinanciering van de liquiditeitsleningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Beleidsdoorlichting

2023

Beleidsdoorlichting Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

8

Toelichting

Artikel 1 Versterken rechtsstaat

Evaluatie protocol inzake de inzet van de flexpool van de Koninklijke Marechaussee

In 2022 is het protocol inzake de flexpool van de Koninklijke Marechaussee geëvalueerd. Hierbij wordt onderzocht in hoeverre de bestedingen ten aanzien van het functioneren van de rechtshandhavingsketen van Caribisch Nederland (CN) doelmatig en doeltreffend zijn geweest. Deze keten bestaat uit: de Koninklijke Marechaussee, het Recherche Samenwerkingsteam, de Openbaar ministeries en het Hof van Justitie. Deze evaluatie is ook in 2022 afgerond.

Beleidsdoorlichting artikel 1 Versterken rechtsstaat

De Eerste en Tweede Kamer zijn geïnformeerd over de uitkomsten van de beleidsdoorlichting artikel 1 (Kamerstukken II 2022/23, 33189, nr. 17). In 2024 wordt opvolging gegeven aan de aanbevelingen uit het rapport. Er zijn voorlopig geen nieuwe evaluaties voorzien.

Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

Evaluatie bijstand aan Aruba en Curaçao in het kader van de gevolgen van de situatie in Venezuela

Bij de eerste suppletoire begroting 2019 zijn respectievelijk €1,7 miljoen voor diverse bijstandsprojecten op Aruba en €2 miljoen voor de uitbreiding en optimalisering van de vreemdelingenbewaring op Curaçao beschikbaar gesteld door het Nederlands kabinet. Dit naar aanleiding van hulp- en bijstandsverzoeken van Aruba en Curaçao in het eerste kwartaal van 2019. De mate van doeltreffendheid en doelmatigheid van de bestedingen die via de BZK begroting liepen zijn in 2023 geëvalueerd.

Beleidsdoorlichting artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

In deze beleidsdoorlichting zal worden onderzocht in hoeverre de ingezette beleidsinstrumenten doelmatig en doeltreffend ingezet zijn ter bevordering van de sociaaleconomische structuur. Deze beleidsdoorlichting zal in 2024 worden afgerond. Hier is de Kamer op 9 december 2022 over geïnformeerd.

Evaluatie van de bevindingen en aanbevelingen van de Raad van State

Na de kabinetsreactie op de voorlichting van de Raad van State (Voorlichting vormgeving Caribisch Nederland) en het interdepartementaal beleidsonderzoek is er een programma ontwikkeld om deze bevindingen en aanbevelingen uit te werken. Hieruit zijn bestuurlijke afspraken en uitvoeringsagenda’s ontstaan om de rechtstaat in CN te versterken. De bestuurlijke afspraken die in juni 2022 worden afgesloten met de openbare lichamen worden in 2023 geëvalueerd.

Evaluatie financieel beheer BES

Ondanks veel inspanningen gedurende twaalf jaar is het financieel beheer op Bonaire en Sint Eustatius nog niet op orde. Ook op Saba zijn er nog aandachtspunten. Met behulp van de evaluatie financieel beheer BES wordt getracht deze problemen op te lossen door te onderzoeken welke instrumentaria effectief zijn. Ook zal er worden getracht lessen te trekken uit verbetertrajecten op andere kleine eilanden. De evaluatie is uitgevoerd en afgerond in 2023.

Evaluatie van de Wet taakverwaarlozing Sint Eustatius en de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius

In 2018 heeft het Kabinet bestuurlijk ingegrepen op Sint Eustatius in verband met grove taakverwaarlozing. Sindsdien wordt het eiland bestuurd door een regeringscommissaris die door het Kabinet benoemd is. Er is de afgelopen periode gewerkt aan het inhalen van achterstanden en aan de uitvoering van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius. De bevoegdheden zijn daarbij gefaseerd teruggegeven aan het lokale bestuur. In 2025 zal worden onderzocht in hoeverre deze ontwikkelingen aan de teruggave van de bevoegdheden hebben bijgedragen.

Evaluatie Onderlinge Regeling Samenwerking bij Hervormingen

In 2023 is de Onderlinge Regeling Samenwerking bij Hervormingen getekend door Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland. Op basis van deze Onderlinge Regeling wordt gewerkt aan het doorvoeren van hervormingen in de publieke sectoren van de Caribische Landen zoals vastgelegd in de Landspakketten, teneinde de economische weerbaarheid en bestuurskracht van de drie Landen te verhogen. Binnen drie jaar na inwerkingtreding wordt deze Onderlinge Regeling geëvalueerd, waarbij inzicht verkregen dient te worden in de doeltreffendheid en doelmatigheid van de regeling. Met het oog op deze evaluatie wordt tijdig een evaluatiecommissie ingesteld door de ministers van Algemene Zaken van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Evaluatie Regio Enveloppe Caribisch Nederland (CN)

In het bestedingsplan van de CN-enveloppe (€ 30 mln.) is een evaluatiebepaling opgenomen. Het doel van de evaluatie is om inzicht te verkrijgen in of de ingezette beleidsinstrumenten hebben geleid tot het behalen van de beoogde doelstellingen. Deze evaluatie zal deels opgebouwd zijn uit deelevaluaties van andere ministeries, zoals Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De afronding van de evaluatie is gepland in 2026.

Evaluatie noodhulp Curaçao, Aruba en Sint Maarten als gevolg van corona

Aan de Caribische landen is gedurende corona noodhulp verleend, bestaande uit ready-to-eat maaltijden, voedsel/hygiëne-pakketten, en e-vouchers. Het Rode Kruis heeft namens Nederland het noodhulpprogramma opgestart en gedurende één jaar uitgevoerd, in samenwerking met lokale NGO’s. Met deze evaluatie wordt bekeken of de beschikbaar gestelde middelen voor de noodhulp doelmatig en doeltreffend zijn besteed. Daarnaast draagt de evaluatie bij aan de beleidsdoorlichting van artikel 4 in 2024.

Artikel 5 Schuldsaneringen/lopende inschrijving/leningen

Evaluatie van de herfinanciering van de liquiditeitsleningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten

In 2022 heeft de evaluatie van de liquiditeitsleningen plaatsgevonden, zoals in de toetsingskaders van de risicoregelingen is aangekondigd. De evaluatie geldt tevens als een voorbereiding op de beleidsdoorlichting van artikel 5 die grotendeels is uitgevoerd in 2023.

Beleidsdoorlichting artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

In deze beleidsdoorlichting zal worden onderzocht in hoeverre de ingezette beleidsinstrumenten doelmatig en doeltreffend ingezet zijn ter ondersteuning van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Deze beleidsdoorlichting wordt begin 2024 afgerond.

Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Beleidsdoorlichting artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

De Eerste en Tweede Kamer zijn geïnformeerd over de uitkomsten van de beleidsdoorlichting artikel 8 (Kamerstukken II 2022/23, 33189, nr. 18). In 2024 wordt opvolging gegeven aan de aanbevelingen uit de rapporten. Er zijn voorlopig geen nieuwe evaluaties voorzien.

Bijlage 6: Rijksuitgaven Caribisch Nederland

Naar aanleiding van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33000 IV, nr. 28) wordt jaarlijks een overzicht van alle rijksuitgaven aan Caribisch Nederland (met uitzondering van de vrije uitkering ofwel het BES-fonds) toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties.

Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) volgt het kabinet de aanbeveling op om het overzicht Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 11). Doel hiervan is om de rol van het ministerie van BZK te verstevigen en een meer integrale afweging van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland te bevorderen.

Onderstaand is eerst een totaal overzicht te vinden met alle Rijksuitgaven die voor Caribisch Nederland op de (departementale) begrotingen staan.

In de kabinetsreactie is aangekondigd dat naast deze toelichting ook een toelichting gegeven zou worden op de wijze van financiering welke gekoppeld aan de beoogde beleidsdoelen (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 11). Zoals in de ontwerpbegroting van 2021 aangekondigd, is vanaf dit jaar deze uitbreiding inclusief de uitsplitsing per instrument in de bijlage van de betreffende (departementale) begrotingen terug te vinden en hieronder alleen voor de begroting Koninkrijksrelaties.

Tabel 39 Departementaal overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland (bedragen x € 1.000)

Begroting

realisatie

ontwerpbegroting 2024

  

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

         
 

Totaal Rijksuitgaven

540.722

527.864

531.812

482.399

477.032

469.392

476.423

IIB

Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad

404

400

400

400

400

400

400

IV

Koninkrijksrelaties1

19.175

19.054

19.849

5.905

5.905

5.905

5.905

VI

Justitie en Veiligheid

51.375

60.072

55.408

56.789

56.476

56.489

56.353

VII

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

12.1182

11.225

13.178

12.455

12.285

12.535

12.485

VIII

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

86.7993

68.818

61.676

59.772

57.520

44.987

44.987

IX

Financiën en Nationale Schuld

18.323

19.825

18.725

18.725

18.725

18.725

18.725

X

Defensie1

XII

Infrastructuur en Waterstaat

29.266

18.695

17.938

15.780

11.104

10.309

10.309

XIII

Economische Zaken en Klimaat

40.147

29.269

23.442

9.566

9.566

9.566

9.566

XIV

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

3.212

11.725

16.475

800

800

800

800

XV

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

79.1954

106.873

126.211

119.909

117.911

121.292

125.027

XVI

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

200.708

181.908

178.510

182.298

186.340

188.384

191.866

X Noot
1

De daadwerkelijke uitgaven zijn hoger omdat een deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland niet te bepalen is.

X Noot
2

Bij jaarverslag 2022 was dit 12.169

X Noot
3

Bij jaarverslag 2022 was dit 85.501

X Noot
4

Bij jaarverslag 2022 was dit 79.194

Begroting Koninkrijksrelaties

Hieronder zijn de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland voor de begroting Koninkrijksrelaties afzonderlijk weergegeven, uitgesplitst per instrument. In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken of rijkstaken, of er sprake is van incidentele of structurele bekostiging en wordt een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen.

Tabel 40 Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak1

Bijdrage2

realisatie

ontwerpbegroting 2024

   

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Totaal uitgaven

  

19.175

19.054

19.849

5.905

5.905

5.905

5.905

          

Artikel 1 Versterken rechtsstaat

       

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

E

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

19.175

19.054

19.849

5.905

5.905

5.905

5.905

Subsidies (regelingen)

R

I

2.090

1.993

1.049

835

835

835

835

Opdrachten

E

I

612

1.382

1.708

1.708

1.708

1.708

1.708

Inkomensoverdrachten

R

S

3.135

2.149

1.349

1.349

1.349

1.349

1.349

Bijdrage aan medeoverheden

E

I

13.338

13.530

15.743

2.013

2.013

2.013

2.013

X Noot
1

R =Rijk, E = eilandelijk

X Noot
2

S =Structureel, I = Incidenteel

Toelichting

Artikel 1 Versterken rechtsstaat

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Recherche is een eilandelijke taak. Op grond van het Protocol inzake gespecialiseerde recherchesamenwerking ondersteunt het Recherche Samenwerkingsteam (RST) in deze taak. Het protocol is voor onbepaalde tijd. Met de Politiewet 2012 is bepaald dat er tussen de politie en het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) een gesloten systeem voor financiering van de politie bestaat. Jaarlijks worden de budgetten van begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties ten behoeve van het RST overgeheveld naar begrotingshoofdstuk VI JenV. Daarom is vanaf 2020 deze post te vinden onder het instrument bijdrage aan (andere) hoofdstukken.

Het RST is zowel in CN als in de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten actief. Hierdoor is niet uit te splitsen welk deel ten goede komt aan CN en welk deel aan de landen.

Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

Subsidies(regelingen)

Er worden incidentele subsidies verstrekt aan initiatieven die verbindingen bevorderen op het gebied van cultuur, educatie en wetenschap. Voor 2024 gaat het onder meer om een subsidie aan UNICEF voor de ontwikkeling van de kinderrechten op de openbare lichamen.

Opdrachten

Er worden incidentele opdrachten verstrekt, met als doel om de kwaliteit en slagkracht van het openbaar bestuur te vergroten en de bestuurlijke kaders in CN te versterken. Het gaat dan onder andere om het trainen van de ambtelijke lokale apparaten en het gericht ondersteunen met kennis en expertise op het terrein van goed bestuur en gezonde overheidsfinanciën.

Inkomensoverdrachten

Uit deze middelen worden de pensioenen van gewezen politieke gezagdragers van het land Nederlandse Antillen (bewindspersonen, statenleden en gezaghebbers) afkomstig van Bonaire, Sint Eustatius en Saba gefinancierd. Met het opheffen van het land Nederlandse Antillen in 2010 is bepaald dat deze pensioenen ten laste van Nederland komen (Stcrt. 2010, 14723). Daarmee is dit een structurele rijkstaak.

Bijdrage aan medeoverheden

In afstemming met het lokaal bestuur in CN worden incidentele bijzondere uitkeringen verleend om gerichte initiatieven te kunnen ondersteunen op het gebied van het ontwikkelen van goed openbaar bestuur en versterken van het financieel beheer. In dit kader zijn middelen beschikbaar om de projecten en activiteiten die in de akkoorden met Bonaire en Saba staan uit te voeren.

Bijlage 7: Overzicht belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland

De Miljoenennota 2024 bevat een gedetailleerd overzicht van de raming van de belasting- en premieontvangsten op kasbasis voor 2024. In onderstaande tabel wordt het totale bedrag van de voor 2024 geraamde belasting- en premieontvangsten op kasbasis uit Caribisch Nederland op gedetailleerdere wijze gepresenteerd door de geraamde kasontvangsten voor 2024 uit te splitsen over alle in Caribisch Nederland geheven rijksbelastingen en premies.

Tabel 41 Raming belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland 2024 op basis van Miljoenennota 2024 (bedragen x € 1 mln.)

Beschrijving

 

Indirecte belastingen

54,6

Algemene bestedingsbelasting

37,0

Accijnzen

5,6

Overdrachtsbelasting

12,0

  

Directe belastingen

163,5

Loonbelasting en premies volks- en werknemersverzekeringen

144,3

Inkomstenbelasting

0,2

Vastgoedbelasting

12,3

Opbrengstbelasting

4,8

Kansspelbelasting

1,9

Ontvangsten oude belastingstelsel

0,0

  

Overig

38,4

  

Totaal

256,5

Bijlage 8: Overzicht eilandelijke inkomsten

Net als bij de begroting van het gemeentefonds, verstrekt het kabinet jaarlijks een overzicht van de ontwikkeling van de opbrengsten uit lokale heffingen als bijlage bij de begroting van het BES-fonds. De in dit overzicht gebruikte gegevens zijn afkomstig van de door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begrotingen en jaarverslagen van de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

De lokale heffingen worden vastgesteld door de openbare lichamen. De afweging en de verantwoording over de hoogte van de tarieven vindt plaats in de eilandraden. De doorberekening van de rechten, de rioolheffing en de reinigingsheffing mag maximaal 100% kostendekkend zijn. Het bedrag van de inkomsten voor de openbare lichamen kan fluctueren, zoals dat ook bij Europees-Nederlandse gemeenten het geval is.

De tabellen bevatten een overzicht van de opbrengsten van de lokale heffingen van de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit is op basis van de meest recent ingediende en vastgestelde eilandelijke begrotingen en jaarverslagen. In de tabellen is te zien dat de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba aanmerkelijk van elkaar verschillen voor wat betreft de samenstelling van de eigen belastingen.

Tabel 42 Overzicht opbrengsten lokale heffingen Bonaire (bedragen x USD 1.000)

Lokale heffingen

Realisatie

Begroot

 

2019

2020

2021

2022

2023

Motorrijtuigenbelasting

4.497

4.363

5.123

5.213

5.400

Toeristenbelasting

5.868

1.618

1.898

10.954

12.400

Verhuurautobelasting

245

719

1.064

1.176

0

Erfpachten en huur

3.058

2.827

2.148

3.158

3.250

Reinigingsrechten

1.386

1.386

1.386

1.440

1.400

Leges en retributies

1.946

552

1.036

1.039

976

Havenbelasting

937

600

479

873

650

Grondbelasting

1.547

1.513

1.757

2.306

1.875

Opcenten op de Vastgoedbelasting

1.036

2.109

2.000

3.455

2.200

Precariorechten

467

488

510

562

500

Cruisepax

1.000

372

196

1.066

0

Diverse opbrengsten

0

1.1981

294

1.139

300

      

Totaal

21.987

17.745

17.891

32.381

28.951

X Noot
1

Diverse opbrengsten 2020 betreft een dotatie voorziening dubieuze debiteuren, diverse afboekingen Belastingdienst Caribisch Nederland, diverse terug stortingen en verminderingen, openbare verkoop en diverse afboekingen in verband met jaarrekening, inclusief vijval inhoudingen t/m 2019 - pensioen gezagdragers.

Tabel 43 Overzicht opbrengsten lokale heffingen Sint Eustatius (bedragen x USD 1.000)

Lokale heffingen

Realisatie

Begroot

 

2019

20201

20211

20221

2023

Motorrijtuigenbelastingen

398

434

0

0

0

Afvalstoffenheffingbelasting

301

300

256

282

350

Toeristenbelasting

117

60

0

0

0

Motorrijtuigenbelastingen en toeristenbelasting2

0

0

271

434

587

Onroerend goed exploitatie

365

250

415

124

250

Luchthaven

452

184

141

173

330

Zeehaven

2.510

2.157

1.967

2.028

2.485

Leges

81

99

67

70

61

Vergunningen

236

195

227

96

115

Overige opbrengsten

96

156

278

403

327

      

Totaal

4.556

3.835

3.622

3.610

4.505

X Noot
1

De lokale heffingen worden in de jaarrekeningen niet uitgesplitst en kunnen als zodanig niet uit de jaarrekeningen worden herleid. De realisatiecijfers voor 2019 afkomstig uit de begroting 2021, de cijfers voor 2020 afkomstig uit de begroting 2022 en de realisatiecijfers over 2022 uit de begroting 2023. De motorrijtuigenbelasting, afvalstoffenheffing en afvalstoffenheffing zijn in de begroting 2019 en 2020 opgenomen in één post.

X Noot
2

De realisatiecijfers voor de motorrijtuigenbelastingen en de toeristenbelasting zijn bij elkaar opgeteld.

Toelichting

Vanaf begrotingsjaar 2019 is de indeling bij Sint Eustatius verfijnd.

Tabel 44 Overzicht opbrengsten lokale heffingen Saba (bedragen x USD 1.000)

Lokale heffingen

Realisatie

Begroot

 

2019

2020

2021

2022

2023

Motorrijtuigbelasting

154

158

192

175

185

Havengelden

106

22

41

107

110

Erfpacht/Verhuur gebouwen

80

38

83

87

84

Logeerbelasting

144

34

2

44

75

Kinderopvang

77

65

83

77

102

Luchthaventoeslag en landingsgelden

158

55

90

122

175

Afvalstoffenheffing

138

139

141

143

142

Burgerzaken

28

22

33

30

29

Verklaring omtrent gedrag

2

18

1

2

2

Bouwleges

4

10

12

6

10

Vervoer Studenten

4

2

1

1

5

Rijbewijzen

16

14

17

19

17

Handel en Industrie

75

64

80

85

86

Horecavergunningen

77

42

82

89

95

      

Totaal

1.063

683

858

987

1.117

Bijlage 9: Overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland

Volgens lid 4 van artikel 89 van de Wet FinBES stelt de ministerraad jaarlijks vast welk bedrag ieder van de openbare lichamen verschuldigd is aan aflossing van de renteloze leningen. De tot op heden aan Caribisch Nederland verstrekte renteloze leningen zijn in onderstaande tabel weergegeven.

Tabel 45 Overzicht reeds aangegane leningen aan Caribisch Nederland (bedragen x USD 1 mln.)

Openbaar Lichaam

Leningverstrekkend departement

Onderwerp

Oorspronkelijke omvang lening

Looptijd lening

2023

Af te lossen in 2024

Openstaand ultimo 2024

Bonaire

OCW

Onderwijshuisvesting

25,0

2013-2037

1,0

1,0

13,0

Sint Eustasius

OCW

Onderwijshuisvesting

4,4

2013-2034

0,2

0,2

2

Saba

I&W

Infrastructuur

2,5

2015-2026

0,3

0,3

0,5

        

Totaal Caribisch Nederland

  

31,9

 

1,5

1,5

15,5

Onderwijshuisvesting

Met elk van de eilanden zijn door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) afspraken gemaakt om er voor te zorgen dat alle scholen in Caribisch Nederland kunnen beschikken over fatsoenlijke onderwijshuisvesting. Dat is een randvoorwaarde voor het realiseren van de basis onderwijskwaliteit. In 2013 zijn renteloze leningen door het ministerie van OCW aan elk van de drie eilanden verstrekt zodat de openbare lichamen de grote achterstanden in de huisvesting van het onderwijs op de BES-eilanden op termijn weg kunnen werken. Sindsdien is de aan Saba verstrekte lening volledig afgelost. De leningen aan Bonaire en Sint Eustatius zullen resepectievelijk in 2037 en 2034 worden afgelost.

Infrastructuur Saba

In 2015 is door het toenmalige ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M) een renteloze lening verstrekt aan Saba voor urgente infrastructurele werkzaamheden. Deze lening heeft een looptijd van 11 jaar. De lening zal in 2026 volledig worden afgelost.


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 200-IV, nr. 58

X Noot
2

In juni 2022 is besloten om de einddatum van het trustfonds wederopbouw Sint Maarten budgetneutraal te verlengen met 36 maanden; Kamerstukken II, 2022/23, 33 189, nr. 18.

Naar boven