35 925 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2022

Nr. 69 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2022

Afgelopen maand heb ik meerdere bezoeken gebracht aan Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Saba, Sint Eustatius en Bonaire. In deze brief doe ik verslag van deze reizen en ga ik in op een aantal belangrijke inhoudelijke ontwikkelingen. Ik ga daarbij eerst in op mijn reis naar Caribisch Nederland en de bestuurlijke afspraken; vervolgens doe ik verslag van mijn reizen naar Aruba, Curaçao en Sint Maarten en ga ik in op een aantal overige thema’s die betrekking hebben op de landen in het Koninkrijk.

A. Caribisch Nederland

Van 12 tot en met 17 juni heb ik een bezoek gebracht aan Saba, Sint Eustatius en Bonaire. Het ondertekenen van de bestuurlijke afspraken, waarmee het kabinet een basis legt voor verdere samenwerking op de prioritaire thema’s, was een belangrijk onderdeel van dit bezoek. Tegelijkertijd bracht ook de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening een bezoek aan de eilanden. Dat gaf de mogelijkheid om enkele programmaonderdelen gezamenlijk te doen. In deze brief doe ik verslag van mijn reis en ga ik in op de bestuurlijke afspraken. Die treft u bijgevoegd aan. De gemaakte afspraken bestaan onder andere uit de thema’s uit mijn hoofdlijnenbrief en de inzet van de middelen uit de CN-envelop om tot resultaten en effect voor de inwoners van Caribisch Nederland te komen. Dit wordt in de brief nader toegelicht en ook op deze onderdelen ga ik nader in.

Met deze brief beantwoord ik het verzoek van de Vaste commissie voor Koninkrijksrelaties, van 8 juni 2022, om voor het einde van het reces een brief te sturen met de stand van zaken met betrekking tot de bestuurlijke afspraken, de voortgang van het klimaatbeleid voor Caribisch Nederland en de gezondheidszorg voor Caribisch Nederland.1 Dit sluit aan bij mijn toezegging om de Eerste en de Tweede Kamer voor de zomer te informeren over de uitwerking van de aanpak op basis van de bestuurlijke afspraken met Bonaire, Saba en Sint Eustatius en de inzet van CN-envelop.2 Met deze brief wordt uitvoering gegeven aan een aantal lopende toezeggingen en moties, deze staan gemakshalve in de verschillende voetnoten vermeld.

1. Bezoek Saba, Sint Eustatius en Bonaire

Het bezoek aan Saba, Sint Eustatius en Bonaire heb ik als zeer waardevol ervaren. Ik heb gezien en gehoord wat er speelt onder de bevolking. De gezamenlijke programmaonderdelen met Minister De Jonge waren van meerwaarde. Door die benadering konden wij samen met de eilandsbesturen spreken over een integrale aanpak van de problematiek op het terrein van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Verbetering op dat terrein is mede afhankelijk van departement overstijgende onderwerpen waarvoor ik een coördinerende rol heb, zoals de bancaire dienstverlening, de aanwezigheid van een notaris en voldoende uitvoeringscapaciteit op de eilanden.

Op Saba heb ik, naast het ondertekenen van Saba Package 2.0, nader kennis gemaakt met de rijke cultuur en natuur van het eiland. Zo heb ik een bezoek gebracht aan het museum waarin de geschiedenis van Saba wordt getoond en heb ik een culturele avond bijgewoond waar de lokale cultuur werd gevierd. Ook heb ik samen met Minister De Jonge met de bestuurders van Saba gesproken over de problematiek rondom betaalbare woningen voor de gewone Sabaan en een betere inrichting van de schaarse ruimte. In de Saba Package hebben we afgesproken dat wij gezamenlijk aan oplossingen gaan werken. Zo komt er een taskforce die zich gaat richten op problemen rondom de bancaire dienstverlening en de aanwezigheid van een notaris. Ook heb ik gesproken met verschillende ambtenaren van het openbaar lichaam Saba. Ik was onder de indruk van hun inzet en resultaten, onder andere op het gebied van kinderopvang, jeugd, het stimuleren van beweging, en de ondersteuning van kwetsbare groepen.

Op Sint Eustatius heb ik het afsprakenakkoord ondertekend. Eén van de onderdelen van dit akkoord is de problematiek die de hoge populatie geiten met zich meebrengt. Ik heb met de bestuurders en met lokale stakeholders gesproken over deze problematiek en we hebben afgesproken dat de uitvoering van de plannen op dit onderwerp wordt geïntensiveerd, omdat het van groot belang is voor het behoud van het eiland. Ook heb ik gesproken met het management van GTI, de olieterminal op Sint Eustatius. Hier zijn grote zorgen over het voortbestaan van de olieterminal en de mogelijke gevolgen voor de lokale bevolking. Daarnaast heb ik gesproken met inwoners die zich inzetten voor de lokale cultuur. Minister De Jonge heeft met bestuurders, woningstichting en inwoners gesproken over de problematiek op het terrein van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Vooruitlopend op de gezamenlijke Beleidsagenda Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor Caribisch Nederland, heeft Minister De Jonge tijdens zijn werkbezoek een samenwerkingsovereenkomst getekend met het Openbaar Lichaam Sint Eustatius. De afspraken betreffen bouw en renovatie van sociale huurwoningen, eilandelijke regelgeving met betrekking tot betaalbaarheid en het bevorderen van eigen woningbezit. Tevens zijn Minister De Jonge en ik in gesprek gegaan met de bevolking in een townhallmeeting. Hier is het gesprek gevoerd over onder andere democratie, cultuur, volkshuisvestingsbeleid en natuurbehoud. Over de te nemen stappen in de terugkeer naar democratie verwijs ik u naar de 9e Voortgangsrapportage Sint Eustatius die op woensdag 29 juni jl. met beide Kamers is gedeeld (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 67).

Op Bonaire heb ik samen met Minister De Jonge met de gezaghebber en leden van het bestuurscollege gesproken over handhaving en toezicht, met name in relatie tot ruimtelijke ordening. Ook heb ik gesproken met de leden van de Eilandsraad over de prioriteiten die zij zien in hun werk en over de voorgenomen wijziging van de WolBES en de FinBES. Ik heb verder uitgebreid de kans gekregen om te spreken met de inwoners van Bonaire, in het bijzonder met de (beginnende) ondernemers die ik heb ontmoet bij het BusinesSpark. Dit is de eerste business incubator van Bonaire die dient als broedplaats voor lokale ondernemers. Ook mijn ontmoetingen met een groep ouderen op Bonaire, alsook met een groep jongeren en het bezoek aan de lokale markt waren voor mij waardevol om contact en gevoel te krijgen bij hoe de inwoners in het dagelijks leven staan. Ook bracht ik een bezoek aan de stichting Fuhikubo, waar ik meer leerde over de geschiedenis en cultuur van Bonaire, in het bijzonder stonden wij stil bij het slavernijverleden en de Papiamentu bibliotheek.

Op zowel Bonaire, Saba als Sint Eustatius gold dat de bestuurders en de leden van de eilandsraden en inwoners hun zorgen hebben geuit over de hoge kosten van levensonderhoud, de stijgende kosten en de inflatie als gevolg van de politieke geografische ontwikkelingen in de wereld. Ook benadrukken zij het belang van goede gezondheidszorg, diversificatie van de economie, en het belang van kwalitatief goed onderwijs. Ik begrijp deze zorgen en zal mij inspannen om, in samenwerking met mijn collega’s in het kabinet en de openbare lichamen, oplossingen te vinden voor deze problematiek.

2. Bestuurlijke afspraken

Het belangrijkste onderwerp van de reis was de ondertekening van de bestuurlijke afspraken. Er is door de openbare lichamen en de departementen hard gewerkt om de ambities van het kabinet, de hoofdlijnenbrief, de prioriteiten zoals opgesteld door de bestuurders van Bonaire, Saba en Sint Eustatius, en de verdeling van de CN-envelop, uit te werken in gerichte en concrete afspraken.

Het werken met bestuurlijke afspraken om zo tot een prioritering te komen en op die manier tot resultaten te komen voor de inwoners van CN, wordt geadviseerd door de werkgroep Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) en de Raad van State (RvS). Zij benadrukken het belang van een integrale, Rijksbrede aanpak.3 Een manier om dit te bereiken is volgens deze rapporten het opstellen van uitvoeringsagenda’s. In de kabinetsreactie RvS/IBO is aangegeven dat het kabinet in 2022 uitvoeringsagenda’s gaat opstellen om op deze manier de samenwerking op basis van wederzijdse inspanningen en resultaatsverplichtingen, te versterken en uit te breiden. Met de bestuurlijke afspraken die ik tijdens mijn reis samen met de lokale bestuurders heb ondertekend, is hier invulling aan gegeven. Ik ben zeer verheugd met dat resultaat. Voor Bonaire en Sint Eustatius gaat het om een eenjarige afspraken, en voor Saba om een meerjarig akkoord (2022 – 2025) met een uitvoeringsagenda voor 2022–2023.4

a. Saba Package 2.0 (2022–2025)

Tijdens mijn bezoek aan Saba heb ik op maandag 13 juni 2022 samen met gedeputeerde Zagers, het meerjarig bestuursakkoord Saba Package 2.0 ondertekend. Hierin staan concrete afspraken tussen het openbaar lichaam Saba en het Rijk over de verdere ontwikkeling van een duurzaam en zelfvoorzienend Saba. Het akkoord is opgebouwd uit vier thema´s: het verbeteren van de bestaanszekerheid, economische en ruimtelijke ontwikkeling, klimaat en natuur en goed bestuur. Deze thema´s sluiten aan bij de Saba Visie 2030, de hoofdlijnenbrief Koninkrijksrelaties en bouwt voort op resultaten uit de eerste Saba Package (2019–2022), die in mei van dit jaar afliep.

In de bestuurlijke afspraken zijn onder meer afspraken gemaakt over het verbeteren van de bestaanszekerheid, versnelde overgang naar meer dan 90% duurzame energie en behoud en onderhoud van veelzijdige natuur. Daarnaast gaat het akkoord een impuls geven aan de cultuur van Saba en is er aandacht voor jongerenparticipatie. Een belangrijke stap is verder de verhoging van de vrije uitkering. Hierdoor hebben het bestuurscollege en de eilandsraad de ruimte om zelf te bepalen wat goed is voor de inwoners van Saba en waarin geïnvesteerd wordt vanuit de lokale begroting. Hiermee geef ik invulling aan de motie van de leden Van den Berg en Kuiken.5

b. Afsprakenakkoord Sint Eustatius (2022–2023)

Op woensdag 15 juni heb ik tijdens mijn bezoek aan Sint Eustatius samen met de regeringscommissaris Francis het Afsprakenakkoord Sint Eustatius 2022–2023 ondertekend. Het Afsprakenakkoord Sint Eustatius is gebaseerd op de gezamenlijke prioriteiten die uit het mediation-traject tussen de regeringscommissaris en de eilandsraad zijn gekomen. Daarnaast wordt er per onderwerp een link gelegd met het meerjarenbeleid van Sint Eustatius om samen één en dezelfde koers te varen. Er zijn afspraken gemaakt om tastbare vooruitgang voor de burger te realiseren, zoals over volkshuisvesting, infrastructuur en het strategisch plan loslopend vee. Ook zijn er afspraken gemaakt over minder tastbare, maar niet minder belangrijke prioriteiten voor de burger zoals over notariële dienstverlening, economische ontwikkeling en goed bestuur. Onderdeel van de afspraken zijn het versterken van jongerenparticipatie en aandacht voor de lokale cultuur en historisch erfgoed. De ambitie is om na de verkiezingen van 2023 met het nieuwe Bestuurscollege en de nieuwe Eilandsraad een akkoord te sluiten voor langere termijn.

Zoals ook uiteengezet in de hoofdlijnenbrief (prioritair thema 7. Bestuurlijke ingreep Sint Eustatius) ondersteunt het Afsprakenakkoord ook de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius. Om de verbeteringen als resultaat van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius in de toekomst door te kunnen blijven zetten zijn er in het akkoord afspraken gemaakt over de doorontwikkeling van de organisatie en het versterken van de lokale capaciteit. De 9e Voortgangsrapportage Sint Eustatius gaat hier nader op in. Deze is op woensdag 29 juni jl. naar beide Kamers verzonden.

c. Bestuurlijke werkafspraken Bonaire (2022-2023)

Op donderdag 16 juni heb ik met de gezaghebber van Bonaire, de heer Rijna, een akkoord met bestuurlijke werkafspraken getekend. Dit akkoord loopt tot aan de eilandsraadsverkiezingen van 2023 en sluit aan bij het Bestuursakkoord Bonaire 2018 – 2022. Het doel van de bestuurlijke werkafspraken is om merkbare verbeteringen voor de inwoners van Bonaire te realiseren. Dit wordt gedaan door in te zetten op drie prioritaire thema´s:

  • De sociale agenda

  • Organisatieontwikkeling en dienstverlening

  • Ruimtelijke ontwikkeling en economie

De gemaakte afspraken over de sociale agenda moeten bijdragen aan het oplossen van de problematiek bij mensen achter de voordeur. Ook is er aandacht voor de cultuursector, zoals de bibliotheek, en via initiatieven voor wijkontwikkeling en jeugdparticipatie worden jongeren gestimuleerd en gefaciliteerd om zich politiek en maatschappelijk in te zetten voor de ontwikkeling van Bonaire. De ambitie is om na de verkiezingen van 2023 met het nieuwe Bestuurscollege en de nieuwe Eilandsraad een akkoord voor langere termijn te sluiten.

Monitoring voortgang bestuurlijke afspraken

De voortgang van de afspraken en andere belangrijke thema’s worden maandelijks besproken tijdens mijn bestuurlijk overleggen met de bestuurscolleges van de eilanden. Aan het begin van 2023 wordt de voortgang van de afspraken opgemaakt en met uw Kamer gedeeld. Na de eilandsraadsverkiezingen en het aanstellen van gedeputeerden op Sint Eustatius in 2023, zullen vervolgens alle afspraken worden herijkt en zal verder invulling gegeven worden aan de ambities voor de periode vanaf medio 2023. Het Ministerie van BZK en het Bestuurscollege van Saba stellen jaarlijks een voortgangsreportage op van de Saba Package 2.0, dit gebeurt in combinatie met een nieuwe uitvoeringsagenda voor het volgende jaar.

3. Inzet CN-envelop en uitwerking en voortgang acties Hoofdlijnenbrief

De bestuurlijke afspraken bevatten een uitwerking van de inzet van de CN-envelop, die mede voortkomen uit de prioriteiten uit mijn hoofdlijnenbrief. Bij het coalitieakkoord is 30 miljoen structureel (23 miljoen euro in 2022) ter beschikking gesteld voor Caribisch Nederland – de zogeheten CN-envelop. De middelen voor de CN-envelop zijn via de Voorjaarsnota (Kamerstuk 36 120, nr. 1) en eerste suppletoire begrotingswetten grotendeels aan de departementale begrotingswetten toegevoegd. Met deze investering wordt een extra impuls gegeven om de levenstandaard van de inwoners van Caribisch Nederland te verbeteren. Daarnaast gaat de vrije uitkering van de openbare lichamen fors omhoog.

Het bedrag van 30 miljoen euro structureel kan een impuls geven aan de voorzieningen in Caribisch Nederland. Tegelijkertijd is het van belang een relatie te leggen met de middelen die jaarlijks door departementen in Caribisch Nederland worden geïnvesteerd, onder andere in het kader van «comply or explain». Een groot deel van deze middelen gaan naar de doelen die in het coalitieakkoord worden genoemd (versterken basisvoorzieningen, arbeidsmarkt en economie).

Hoewel sommige bijdragen van incidentele aard zijn, worden er ook structurele maatregelen genomen vanuit de eigen begrotingen van de departementen. Zo stelt mijn ministerie structureel 667.000 euro beschikbaar ter versterking van de bestuurs-en uitvoeringskracht, en incidenteel stelt het in 2022 1 miljoen euro beschikbaar per eiland en draagt het Ministerie van SZW vanuit comply or explain structureel € 8 miljoen bij voor maatregelen gericht op inkomensverbeteringen en participatie op de arbeidsmarkt. In de bijlage treft u het overzicht aan van de verdeling van de middelen en de eigen bijdragen van de departementen. Daarnaast is in het coalitieakkoord voor het Natuur en Milieubeleidsplan (NMBP) in totaal 35 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het behoud en herstel van natuur. Hiermee is uitvoering gegeven aan de motie van de leden Van den Berg en Kuiken om de middelen uit de envelop vorm te geven als een integraal plan onder de regie van het Ministerie van BZK.6

Verhogen van het sociaal welzijn

Het verbeteren van de bestaanszekerheid en het verminderen van de armoede in Caribisch Nederland is, zoals ik al schreef in de hoofdlijnenbrief, een van de belangrijkste thema’s in Caribisch Nederland (prioritair thema 1. Verhogen van het sociaal welzijn en de levensstandaard van de inwoners). Ook het coalitieakkoord onderschrijft dit, en stelt dat de CN-envelop in dat licht bezien moeten worden. Deze heeft dus betrekking op maatregelen aan de kosten- en aan de inkomstenkant en het versterken van de economie en de arbeidsmarkt met als doel een beter leven voor iedereen (zie bijlage 5). Voor zowel de uitvoering van rijkstaken als voor de uitvoering van eilandelijke taken gaat het om een aanpak waarin de inwoners centraal staan. Het verhogen van de uitkeringen en het verlagen van de kosten van levensonderhoud heeft direct effect op de koopkracht van de inwoners van Caribisch Nederland.

Hieronder treft u de uitwerking van de CN-envelop aan met de volgende inzet op de inkomstenkant:

  • 1. Het wettelijk minimumloon en de uitkeringen worden vanaf 2023 jaarlijks verhoogd, zodat het wettelijk minimumloon in 2025 op het sociaal minimum ligt (+28% op Bonaire, + 18% op Sint Eustatius, + 23% op Saba). Dit is onder voorbehoud van de ruimte die belanghebbende partijen zien om het minimum loon vanaf 2023 te verhogen bovenop de inflatiecorrectie.

  • 2. De toeslagen in de onderstand voor zelfstandig wonen en gezamenlijke huishouding zijn per 1 juli 2022 verhoogd en worden per 1 januari 2023 verder verhoogd.

  • 3. Het bedrag van de kinderbijslag is per 1 juli 2022 verhoogd met $ 10 en gaat per 1 januari 2023 met nog eens $ 10 per maand per kind omhoog.

  • 4. Er wordt een werkloosheidsregeling ingevoerd in Caribisch Nederland;

Daarnaast worden de volgende kostenbesparende maatregelen doorgevoerd:

  • 5. De tijdelijke subsidiering van de kosten voor vast internet (met 25 USD per aansluiting per maand voor Bonaire en 35 USD per aansluiting per maand voor Sint Eustatius en Saba) wordt over de tweede helft van 2022 gecontinueerd. Voor 2023 en verder is er sprake van structurele subsidiering van de kosten van vast internet, in vorm gelijk aan de huidige subsidies.

  • 6. Er komen structurele subsidies voor drinkwater.

  • 7. Voor volkshuisvesting komen middelen beschikbaar, waardoor de bouw van 204 sociale huurwoningen op Bonaire met ongeveer twee jaar kunnen worden versneld en een eerste tranche van 20 woningen op Sint Eustatius kunnen worden gerenoveerd.

En zijn de laatste twee maatregelen een investering in de sociaaleconomische ontwikkeling van Caribisch Nederland:

  • 8. Versterken van de arbeidsbemiddeling door onder andere budget beschikbaar te stellen voor opleidings- en ontwikkelingsprogramma’s en om- en bijscholingsprogramma» s.

  • 9. Versterken van duurzame regionale samenwerking in beroepsonderwijs, onder andere door een stagefonds voor mbo-studenten die een stage elders in het Koninkrijk doen (Europees Nederland of één van de andere eilanden) en het versterken van de samenwerking van de opleidingen in de toerismesector van het leermodel op Curaçao.

Daarnaast heeft de Staatssecretaris van VWS onlangs een bezoek aan Caribisch Nederland gebracht. Hij heeft met Bonaire, Saba en Sint Eustatius gesproken over de ontwikkelingen in de gezondheidszorg. Hij zal uw Kamer hier na het zomerreces middels de toegezegde visiebrief zorg over informeren.

Vrije uitkering

Daarnaast is er een forse verhoging van de financiële middelen voor de openbare lichamen gerealiseerd, in het bijzonder van de vrije uitkering. Dit is van groot belang voor de openbare lichamen. Het stelt hen in staat de taken waarvoor zij staan beter uit te voeren. Dit heeft ook een directe relatie met het armoedevraagstuk, omdat de bestuurscolleges van Bonaire, Sint Eustatius en Saba daar een belangrijke rol in hebben. De eilandbesturen krijgen gezamenlijk vanaf 2025 structureel € 13 miljoen meer middelen voor eilandelijke taken. Daarnaast is € 10 miljoen beschikbaar voor incidentele achterstanden, wat onder andere wordt ingezet op het gebied van verbeteringen in de fysieke infrastructuur, de uitvoer van lokaal armoedebeleid, en het versterken van de uitvoeringskracht.

Natuur, duurzame energie, VRO en bereikbaarheid

Het Rijk en de openbare lichamen werken samen aan de uitvoering van het Natuur en Milieu Beleidsplan 2020–2030 (NMBP) (Prioritair thema 2. Behoud en herstel van natuur). Hierbij wordt onder andere ingezet op een verbetering van de waterkwaliteit, afvalbeheer en natuurherstel van land en water. Deze doelen worden bereikt door middel van een integrale gebiedsaanpak waarbij wordt ingezet op de verschillende drukfactoren. De inzet sluit aan op het coalitieakkoord, waarin de ambitie is gesteld de unieke cultuur en natuur van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, zowel boven als onder water, beter te beschermen. De eilandbesturen van Sint-Eustatius en Saba hebben de lokale uitvoeringsagenda´s voor het natuur- en milieubeleidsplan vastgesteld. Het bestuur van Bonaire heeft aangegeven deze binnenkort aan de eilandsraad ter vaststelling aan te bieden.

Op dit moment vinden er constructieve gesprekken plaats tussen het bestuurscollege van elk van de drie eilanden en de Minister voor Klimaat en Energie over de verduurzaming van de energievoorziening. De planvorming bevindt zich nu in de afrondende fase, om in stappen naar gemiddeld 80% en uiteindelijk 100% duurzame energie voor Caribisch Nederland te komen (prioritair thema 3. Duurzame energie). Uw Kamer wordt voor Prinsjesdag door de Minister voor Klimaat en Energie geïnformeerd over de voortgang op het klimaatbeleid.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) heeft, zoals reeds gezegd, samen met mij Caribisch Nederland bezocht. Hij heeft daar gesproken met bestuurders, ontwikkelaars, bouwers en de lokale bevolking over meer betaalbare woningen voor inwoners van de eilanden en over een betere inrichting van de ruimte. Die gesprekken vormen de bouwstenen voor de op te stellen gezamenlijke Beleidsagenda volkshuisvesting en ruimtelijke ordening Caribisch Nederland en ruimtelijke ontwikkelingsprogramma’s per eiland (prioritair thema 4. Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening). De beleidsagenda ontvangt u na het zomerreces.

Daarnaast is het belangrijk om de bereikbaarheid te verbeteren (prioritair thema 5). De ferryverbinding-pilot tussen Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius vaart sinds eind 2021. Er is tot op heden veel belangstelling voor de ferryverbinding. Na een jaar vindt er een tussenevaluatie plaats. Hiermee is beschouw ik de toezegging te rapporteren over de voortgang van de bootverbinding tussen de Bovenwindse eilanden, als afgedaan.7

Uitvoeringskracht

Het kabinet investeert in uitvoeringskracht. Mijn ministerie heeft ten aanzien van dit onderwerp een belangrijke rol en die wordt verder versterkt. Ook vanuit de eigen begroting wordt er meer geïnvesteerd. Los van de financiën worden er ook lessen getrokken uit succesvolle projecten; de best practices kunnen worden benut over de grenzen van de (ei)landen heen. Een goed voorbeeld – waar uw Kamer ook vaker interesse in heeft getoond – is het Talent Ontwikkel Programma (TOP) Bonaire en het TOP traineeship. Het programma is in 2016 gestart met een leertraject voor ambtenaren die op Bonaire wonen en werken. Vanaf 2017 kwam daar het TOP traineeship bij, dit is gericht op het tegengaan van braindrain, het bieden aan kansen aan young professionals om op Bonaire aan de slag te gaan en daarmee de lokale capaciteit te versterken. De TOP trainees doen ervaring op binnen de (semi)overheid en werken tijdens het TOP traject naar een vaste aanstelling toe. Inmiddels bestaat de TOP Community uit 95 personen, waarvan 69 lokale ambtenaren zijn en 26 recent afgestudeerde young professionals uit Aruba, Bonaire of Curaçao. Jaarlijks worden er 5 tot 10 nieuwe trainees geworven en een vergelijkbaar aantal ambtenaren worden aangenomen voor het leertraject. Het succesvolle TOP programma wordt gecontinueerd en ik ben in gesprek met Saba en Sint Eustatius om een dergelijke programma ook daar aan te bieden vanuit mijn ministerie. Op deze manier versterkt TOP de lokale uitvoeringskracht en daar ga ik de komende jaren mee door. Met deze toelichting beschouw ik de toezegging om de Kamer te informeren over de ervaringen met Caribische trainees, als afgedaan. 8

4. Vooruitblik

Op dit moment wordt er, zoals ik ook aangaf in mijn brief over de uitvoering kabinetsreactie RvS/IBO, en met u heb besproken in het debat Governance CN met uw Kamer, gewerkt aan de wijziging van de WolBES en de FinBES. Op dit moment worden de inhoudelijke ambtelijke gesprekken met de openbare lichamen gevoerd over de wijziging van de wetgeving. We zitten nu in de fase dat de inhoudelijke wijzigingen verder uitgewerkt en ingevuld worden, en ik wil niet op de uitkomsten van de gesprekken en consultatie vooruitlopen. Ik zal uw Kamer daarom dit najaar informeren over de inhoudelijke voorstellen voor de wijziging van de wetgeving.9

Het vastleggen van de taakverdeling tussen het Rijk en de openbare lichamen is een nog openstaande aanbeveling van de Raad van State. De taakverdeling wordt betrokken bij het onderzoek naar de eilandelijke middelen, dat ik heb aangekondigd in mijn brief van 16 april 2022. Het onderzoek dient om een actueel beeld te krijgen van de huidige referentiekosten van eilandelijke taken. Ik verwacht uw Kamer in de eerste helft van 2023 te informeren over de uitkomsten van dit onderzoek. Aan de hand daarvan zal de taakverdeling worden vastgesteld.

Wat betreft de voortgang ten aanzien van de gezondheidszorg Caribisch Nederland, kan ik u melden dat voorafgaand aan het op 5 oktober 2022 geplande commissiedebat zorg BES, de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de Kamer de toegezegde visiebrief zorg zal sturen.

Ik heb daarnaast uw Kamer toegezegd dat u in de voortgangsrapportage sociaal minimum nader geïnformeerd zou worden over een aantal onderwerpen:

  • Een overzicht van de verschillende uitkeringen en de huidige financiering van de sociale zekerheid en nutsvoorzieningen.10

  • Een analyse van de effecten van huursubsidie op de huurprijzen in CN.11

  • De stand van zaken rondom de invoering van de dubbele kinderbijslag.12

Hoewel voorzien was om uw Kamer de voortgangsrapportage sociaal minimum voor de zomer te doen toekomen, zal de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioen uw Kamer deze rapportage spoedig na het zomerreces sturen. Dit komt de volledigheid van de rapportage ten goede en biedt de mogelijkheid om in de rapportage ook de inzet van de openbare lichamen te betrekken; alsook de relevante informatie, zoals de ruimte die de belanghebbende partijen in Caribisch Nederland zien om het minimumloon te verhogen. In de voortgangsrapportage zal de Minister ook ingaan op eventuele mogelijkheden om de invoering van dubbele kinderbijslag voor kinderen met een intensieve zorgbehoefte in Caribisch Nederland te versnellen13. Daarnaast zal expliciet in worden gegaan op de maatregelen die getroffen worden om de bestaanszekerheid te verbeteren. Daarmee raakt de voortgangsrapportage ook aan de brief van UNKOBON van 5 juni jl. waarin deze organisatie ervoor pleit om op zo kort mogelijke termijn een adequaat sociaal vangnet te realiseren.

Tot slot, wil ik meegeven dat ik onder de indruk ben inzet van de mensen die ik tijdens mijn bezoeken heb gesproken en over de kansen die zij zien en creëren op de eilanden. De uitdagingen zijn groot en verdienen passende oplossingen, die een verschil maken voor de inwoners van Caribisch Nederland. In de afgelopen maanden is op de eilanden en in Den Haag hard gewerkt aan de totstandkoming van de nieuwe bestuurlijke afspraken en het uitwerken van de investeringen uit het coalitieakkoord. Dat heeft geleid tot een pakket aan maatregelen die het sociaal welzijn moeten gaan verhogen en de bestaanszekerheid moet verbeteren. Daarbij speelt het beschermen van de unieke natuur en cultuur van de eilanden een centrale rol. De komende tijd ga ik, samen met mijn collega’s uit het kabinet, en de eilanden hard aan de slag met de uitvoering van de gemaakte afspraken.

B. Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Van 23 tot en met 27 mei jl. bezocht ik Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Vervolgens bracht ik van 18 t/m 20 juni jl. nogmaals een bezoek aan Aruba, waar ik bestuurlijk overleg voerde over de voorstellen van Rijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (COHO) en Rijkswet Aruba financieel toezicht (RAft). Middels deze brief doe ik verslag van deze reizen en informeer ik u over de stand van zaken van beide wetsvoorstellen. Tevens geef ik met deze brief antwoord op uw vragen inzake de uitvoering van een aantal ambities uit het coalitieakkoord van dit kabinet. Tot slot ontvangt u bij deze brief de uitvoeringsagenda’s voor het derde kwartaal van Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

I. Bezoek Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Tijdens mijn bezoek aan de drie landen eind mei jl. heb ik mogen spreken met veel bewoners en de rijke cultuur beter leren kennen. Op alle landen heb ik bovendien gelegenheid gehad om kennis te maken met vertegenwoordigers van vele verschillende maatschappelijke organisaties. Zo sprak ik op Aruba in het Centro di Bario Dakota met verschillende stichtingen met uiteenlopende inspirerende missies: van het organiseren van naschoolse culturele programma’s voor kinderen tot opvang voor daklozen. Stichting Rancho heeft mij tijdens een werkbezoek meegenomen in het belangrijke werk dat zij doen voor minderbedeelden, het cultureel erfgoed, en de sociale cohesie van de wijk Rancho in Oranjestad. Op uitnodiging van Minister-President Wever-Croes heb ik mogen spreken tijdens het Women Leadership Seminar. Ik heb daar vooral ook goed geluisterd naar de andere sprekers. Qua vrouwelijk leiderschap hebben Aruba en de andere Caribische landen in het Koninkrijk het immers al tijden beter voor elkaar dan Europees Nederland.

Op Curaçao mocht ik een inspirerende avond beleven in Parke Leyba, waar ik werd meegenomen in de kansen en uitdagingen die maatschappelijke organisaties zien op het eiland en genoot van een fantastische traditionele tambu zangeres. De Vereniging Bedrijfsleven Curaçao heeft mij uitgenodigd als keynote speaker bij hun algemene vergadering. De aanwezige ondernemers heb ik opgeroepen om – samen met de overheid – hun denk- en ondernemingskracht in te zetten als motor voor nieuwe economische kansen. Ook heb ik de ondernemers gevraagd om hun steun voor het uitvoeren van de noodzakelijke hervormingen.

Op Sint Maarten heb ik gedineerd met verschillende young professionals die na een studie in het buitenland zijn teruggekeerd naar het moederland. Deze jongeren zijn ontzettend belangrijk voor de toekomst van Sint Maarten en ik heb mij laten inspireren door hun verhalen. Tevens sprak ik met meer ervaren professionals, die mij vertelden over de kansen en uitdagingen waar Sint Maarten voor staat en hun mogelijke bijdragen aan verbetering. Indrukwekkend was ook mijn bezoek aan de prachtige galerie van Ruby Bute, vooral in combinatie met de mooie verhalen die zij kon vertellen over haar leven op Sint Maarten. Tot slot heb ik een bezoek gebracht aan het Sint Maarten Medical Center, waar ik de nieuwe operatiekamer heb mogen zien die recent is opgeleverd mede dankzij een bijdrage vanuit het trustfonds voor de wederopbouw. Ik heb gezien hoe de bouw van het nieuwe orkaanbestendige ziekenhuis stap voor stap vorm krijgt. De sterk gestegen kosten voor bouwmaterialen zorgen daarbij voor de nodige hoofdbrekens. Oplossingen daarvoor worden op dit moment verkend.

Uiteraard sprak ik op alle landen ook met de gouverneurs en de Ministers-Presidenten. Deze gesprekken gingen vooral over de afbouw van de salariskortingen, het COHO en de RAft. Tevens heb ik op Aruba en Sint Maarten gesproken met de vakbonden, waarbij ik heb geluisterd naar hun zorgen over de salariskortingen. Over de afbouw van de salariskortingen bent u separaat geïnformeerd14. Over het COHO en de RAft is hieronder een nadere toelichting opgenomen over de huidige stand van zaken.

Deze reis heeft mij weer veel nieuwe inzichten gebracht in de kansen en uitdagingen voor de landen en hun inwoners. Ik was onder de indruk van de vele getalenteerde en gepassioneerde mensen die ik heb mogen ontmoeten. Met het talent in de landen en de kracht die het Koninkrijk kan toevoegen, moeten veel van de problemen die tijdens de reis onder mijn aandacht zijn gebracht kunnen worden aangepakt.

II. Bestuurlijke overleggen op Aruba

Na mijn bezoek aan Caribisch Nederland ben ik op 18 juni doorgereisd naar Aruba voor een aantal bestuurlijke overleggen. Ik sprak de Minister-President van Aruba over de uitgebrachte verslagen naar aanleiding van de RAft. Nederland en Aruba zullen in consensus een nota naar aanleiding van het verslag opstellen. Dit vergt nadere afstemming en zal na het zomerreces volgen.

Ook vond op Aruba het bestuurlijk overleg over het wetsvoorstel COHO plaats. In dat kader ontmoette ik de Minister-Presidenten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Het was goed om elkaar voor de eerste keer in deze setting «live» te treffen. Centraal bij onze gesprekken stond dat het door ons allen gedeelde doel, namelijk dat de noodzakelijke hervormingen ten behoeve van de inwoners van de landen op een zo hoog mogelijk tempo worden gerealiseerd. Zodat de landen weerbaarder en sterker worden, met welvaart en welzijn voor alle inwoners van het Koninkrijk nu en in de toekomst.

Hoewel we hierover met elkaar een goed gesprek hebben gevoerd, is er op dit moment geen gedeelde voorkeursrichting. De Caribische landen hebben op basis van de bespreking aangegeven een richting voor het vervolg gezamenlijk uit te willen werken. De landen hebben aangegeven op basis van hun nadere uitwerking graag begin september weer bestuurlijk overleg te willen voeren. Ik wil dit traject samen met de landen zorgvuldig doorlopen. Dat vergt tijd, wat betekent dat de nota naar aanleiding van het verslag niet vóór het zomerreces zal worden ingediend.

III. Uitvoering coalitieakkoord en Motie Van Raak

Op 7 april 2022 heeft u mij per brief gevraagd uw Kamer te informeren over het proces, waaronder de verantwoordelijk bewindspersoon, en het tijdspad van de uitwerking van drie onderwerpen die genoemd zijn in het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) van dit kabinet, namelijk

  • 1) opheffen registratieplicht verkiezingen Europees Parlement op de eilanden;

  • 2) het democratisch deficit in het Koninkrijk; en

  • 3) de mogelijkheid tot het aanpassen en/of herzien van het Statuut.

Ten aanzien van het punt over de verkiezingen voor het Europees Parlement staat in het coalitieakkoord vermeld: «We maken het voor stemgerechtigde inwoners van Aruba, Curaçao en Sint Maarten bij verkiezingen voor het Europees Parlement net zo toegankelijk om te stemmen als in Europees Nederland». De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verkent op welke wijze verbeteringen mogelijk zijn. Het voornemen is hierover voor het einde van het jaar een hoofdlijnennotitie aan uw Kamer te sturen die richting geeft aan de uitwerking van het coalitieakkoord op dit punt. Hieraan voorafgaand zal overleg met de landen plaatsvinden, zodat het standpunt van de Caribische landen door uw Kamer bij het overleg over de hoofdlijnennotitie kan worden betrokken.

De uitwerking van de vraag naar het democratisch deficit in het Koninkrijk en de aanpassing en het herzien van het Statuut raakt aan de uitvoering van de motie van het lid Van Raak15, waarin de regeringen van Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en Nederland worden verzocht om in gezamenlijk overleg te komen tot een nadere invulling van de verantwoordelijkheden van de landen afzonderlijk en het Koninkrijk als geheel en de parlementen hierover te informeren.

Naar aanleiding van deze motie is een ambtelijke werkgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van de vier landen. Deze werkgroep heeft in gezamenlijkheid een document opgesteld om te komen tot een visie op de verantwoordelijkheden binnen het Koninkrijk. Daarbij is afgesproken dat ieder land voor zich deze notitie voorlegt aan de binnen elk van de regeringen verantwoordelijke bewindspersonen. In de notitie wordt het verzoek in de motie aan een eerste inhoudelijke analyse onderworpen, waarbij wordt stilgestaan bij de kansen en valkuilen van een overleg over verantwoordelijkheden binnen het Koninkrijk en voorstellen worden gedaan voor een verder proces rond de uitvoering van de motie.

Graag had ik tijdens het vierlandenoverleg op 20 juni met de Ministers-Presidenten verder gesproken over de uitvoering van deze motie, maar omdat de bespreking van de rijkswet COHO meer tijd vergde, zijn we aan dit belangrijke agendapunt niet toegekomen. Tijdens het eerstvolgende bestuurlijk overleg na de zomer zal bespreking alsnog plaatsvinden. In de hoop dat ik u daarna kan meedelen hoe we de motie concreet invulling gaan geven.

IV. Uitvoeringsagenda’s Aruba, Curaçao en Sint Maarten

In de afgelopen twee weken zijn de uitvoeringsagenda’s voor het derde kwartaal van 2022 voor de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten door zowel respectievelijk de Minister-President van Aruba, mevrouw Wever-Croes, de Minister-President van Curaçao, de heer Pisas, en de Minister-President van Sint Maarten, mevrouw Jacobs, als mijzelf vastgesteld en ondertekend.

De uitvoeringsagenda’s zijn in samenwerking met de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten tot stand gekomen en geven richting aan de uitvoering van een gericht aantal maatregelen voor de komende periode. Na de Rijksministerraad van 15 juli a.s. zal u tevens geïnformeerd worden over de voortgang op de uitvoeringsagenda’s gedurende het afgelopen kwartaal.

Tot slot

In de bijlage treft u gemakshalve een overzicht aan van de wijze waarop aan de toezeggingen en moties is voldaan met deze brief. Eveneens is uiteengezet welk departement op welke wijze opvolging geeft aan de nog openstaande Kamervragen, toezeggingen en moties. Het merendeel zal betrokken worden bij de hierboven genoemde brieven en rapportages vanuit de departementen.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen


X Noot
1

Over de onderwerpen klimaatbeleid en gezondheidszorg wordt u separaat door de respectievelijke bewindspersonen geïnformeerd.

X Noot
2

Kamerbrief Hoofdlijnenbrief Koninkrijksrelaties d.d. 7 maart 2022 (Kamerstuk 35 925 IV, nr. K)) en Kamerbrief Stand van zaken uitvoering kabinetsreactie Raad van State/IBO d.d. 8 april 2022 (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 60).

X Noot
3

Kamerstuk 35 300 IV, nr. 11.

X Noot
4

Kamerbrief Stand van zaken uitvoering kabinetsreactie Raad van State/IBO d.d. 8 april 2022 (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 60).

X Noot
5

Motie van de leden Van den Berg en Kuiken, Kamerstuk 35 925-IV, nr. 58 (tvv nr. 46).

X Noot
6

Motie van de leden Van den Berg en Kuiken, Kamerstuk 35 925 IV, nr. 57 (tvv nr. 45).

X Noot
7

Parlementair agenda punt [16-06-2021] – Commissiedebat IJkpunt bestaanszekerheid d.d. 16 juni 2021 (Kamerstuk 35 570 IV, nr. 52).

X Noot
8

Parlementair agenda punt [14-04-2022] – Commissiedebat Governance Caribisch Nederland d.d. 14 april 2022 (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 64).

X Noot
9

Parlementair agenda punt [14-04-2022] – Commissiedebat Governance Caribisch Nederland d.d. 14 april 2022 (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 64).

X Noot
10

Kamerbrief Antwoorden op vragen gesteld tijdens de begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) d.d. 14 oktober 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 12, item 14).

X Noot
11

Parlementair agenda punt [16-06-2021] – Commissiedebat IJkpunt bestaanszekerheid d.d. 16 juni 2021 (Kamerstuk 35 570 IV, nr. 52).

X Noot
12

Parlementair agenda punt [23-03-2022] – Commissiedebat Verzamel-commissiedebat Koninkrijksrelaties d.d. 23 maart 2022 (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 59).

X Noot
13

Kamerbrief toezegging informatie over invoering dubbele kinderbijslag Caribisch Nederland (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 62.)

X Noot
14

Kamerstuk 35 420, nr. 493.

X Noot
15

Kamerstuk 35 099 (R2114), nr. 23

Naar boven