35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 203 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2020

Middels deze brief informeer ik uw Kamer over de overeenstemming die Sint Maarten en Nederland hebben bereikt over de derde tranche liquiditeitssteun 2020, in combinatie met een pakket aan maatregelen dat gericht is op het realiseren van structurele hervormingen in Sint Maarten. Tevens beantwoord ik in deze brief de vragen gesteld door het lid Van Raak (SP) over de vergelijkingen die door Sint Maartense parlementariërs zijn gemaakt tussen mijzelf en Escobar, Napoleon en Hitler (ingezonden op 16 december jl., met kenmerk 2020Z25129).

Liquiditeitssteun Sint Maarten

Sint Maarten ontvangt sinds april 2020 liquiditeitssteun van Nederland om de gevolgen van de pandemie voor de bevolking, het bedrijfsleven en de werkgelegenheid op Sint Maarten te beperken. Deze liquiditeitssteun is sinds mei 2020 (tweede tranche liquiditeitssteun 2020) niet meer vrijblijvend. Er worden voorwaarden aan gekoppeld, die tot doel hebben de financieel-economische weerbaarheid van Sint Maarten te vergroten. Over de strekking van deze voorwaarden heb ik uw Kamer regelmatig geïnformeerd1.

In de Rijksministerraad van 10 juli jl. lag de besluitvorming voor over de derde tranche liquiditeitssteun 2020. Hierover kon niet direct overeenstemming worden bereikt. Enerzijds omdat Sint Maarten nog niet voldaan had aan de voorwaarden die aan de tweede tranche liquiditeitssteun waren gesteld en anderzijds omdat Sint Maarten niet kon instemmen met de voorwaarden die door Nederland aan de derde tranche liquiditeitssteun werden gesteld2.

Politieke steun

Nederland en Sint Maarten hebben de afgelopen weken gesprekken gevoerd over de voorwaarden voor de derde tranche liquiditeitssteun. Nadat op ambtelijk niveau overeenstemming was bereikt, heb ik Minister-President Jacobs laten weten dat een akkoord alleen mogelijk zou zijn als er op Sint Maarten voldoende politieke steun is hiervoor, niet alleen in het kabinet maar ook in de Staten.

Het samenwerkingstraject dat onze twee landen met elkaar aangaan, heeft alleen kans op succes wanneer alle partijen bereid zijn zich hiervoor in te zetten.

Op 14 december jl. is het voorstel besproken in de Sint Maartense Staten. Uiteraard heb ik kennisgenomen van hetgeen daar is gewisseld. Het is niet aan mij om voor te schrijven hoe parlementariërs binnen het Koninkrijk hun woorden wegen en kiezen. Niettemin vind ik dit soort uitspraken niet passend bij het ambt van een parlementariër. Met name de vergelijking tussen mijzelf en Adolf Hitler zie ik als een absoluut dieptepunt. Specifiek deze uitspraak is gedaan door het enige Statenlid dat uiteindelijk geen steun heeft uitgesproken voor een akkoord. Tegelijkertijd had de opstelling van de overige Statenleden – die wel hun steun gaven – voor mij aan betekenis gewonnen als zij van zo’n uitspraak nadrukkelijk(er) afstand hadden genomen. Inmiddels heeft de Minister-President van Sint Maarten mij per brief verzekerd dat deze uitspraak niet onderschreven wordt door haar kabinet.

Uiteraard begrijp ik ook de zorgen van het lid Van Raak (SP) over het aanstaande samenwerkingstraject. De ervaringen rond de wederopbouw leren dat een politiek akkoord met Sint Maarten geen garantie is voor een soepele samenwerking3. Toch moet dit niet afleiden van het resultaat «onder de streep». Op dit moment heeft een zeer ruime meerderheid van de Statenleden expliciet steun uitgesproken voor een akkoord. Deze steun is bovendien schriftelijk bevestigd door de voorzitter van de Staten. Als land binnen ons Koninkrijk verdient Sint Maarten dan ook het voordeel van de twijfel en zal Nederland hulp en bijstand bieden in deze tijden van crisis, zolang als Sint Maarten de gemaakte afspraken nakomt.

Voorwaarden derde tranche liquiditeitssteun 2020

Tijdens de Rijksministerraad van 18 december jl. heeft Sint Maarten formeel laten weten akkoord te gaan met de inhoud van het voorstel van de consensus Rijkswet Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling (COHO) en aan te sluiten bij het voor advies bij de Raad van State van het Koninkrijk (RvSK) ingediende voorstel. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld op 2 november jl. wordt het COHO vormgegeven als bestuursorgaan met zelfstandige taken en bevoegdheden4. Het COHO krijgt de rechtsvorm van een Nederlandse rechtspersoon. Het COHO heeft ten behoeve van het welzijn van de bevolking van Sint Maarten de taak ervoor te zorgen dat hervormingen van bestuurlijke aard worden doorgevoerd, duurzaam houdbare overheidsfinanciën worden gerealiseerd en de weerbaarheid van de economie wordt versterkt. Het voorstel van de consensus Rijkswet zal gelijktijdig met het Nader rapport aan uw Kamer worden toegezonden.

Onderdeel van de consensus Rijkswet is het aangaan van het zogeheten landspakket: een samenhangend pakket van maatregelen voor de korte termijn en structurele hervormingen voor de langere termijn die noodzakelijk zijn om Sint Maarten financieel, economisch en bestuurlijk weerbaar te maken. De Minister-President van Sint Maarten en ik tekenden op 22 december jl. de overeenkomst welke de regeringen van Sint Maarten en Nederland bindt aan de uitvoering van de maatregelen in het landspakket Sint Maarten. De onderlinge regeling Landspakket Sint Maarten is als bijlage aan deze brief toegevoegd5.

Tevens stemde Sint Maarten in de Rijksministerraad van 18 december jl. in met het aanpassen van de Rijkswet financieel toezicht en het definitief bekrachtigen en met terugwerkende kracht uitvoeren van de voorwaarden van de tweede tranche liquiditeitssteun in de Staten van Sint Maarten. Ten slotte stemde Sint Maarten ermee in om maximale transparantie te bieden en gehoor te geven aan alle verzoeken van het Cft omtrent informatieverstrekking met betrekking tot de overheidsentiteiten.

Budgettaire gevolgen liquiditeitssteun

De instemming van Sint Maarten met de genoemde set voorwaarden maakte voor de Rijksministerraad de weg vrij om mij te machtigen om over te gaan tot het verstrekken van een derde tranche liquiditeitssteun van ANG 61,2 mln. voor de periode van 1 juli tot en met 31 december 2020. Dit bedrag zal zo snel mogelijk na het ondertekenen van de onderlinge regeling op 22 december jl. worden overgeboekt. Tevens wordt begin 2021 een voorschot op de vierde tranche liquiditeitssteun verstrekt van ANG 8,7 mln. Dit naar aanleiding van advies van het Cft van 8 december jl., waarin wordt vastgesteld dat Sint Maarten voor de eerste zes weken van 2021 een liquiditeitstekort zal kennen van ANG 8,7 mln. Daarom adviseert het Cft Sint Maarten voor deze periode een voorschot te verlenen van ANG 8,7 mln., vooruitlopend op besluitvorming over verstrekking van de vierde tranche liquiditeitssteun, welke is voorzien tijdens de Rijksministerraad van 12 februari 2021. Ook aan Aruba wordt een dergelijk voorschot verleend, waarover ik u separaat heb geïnformeerd.

Eveneens besloot de Rijksministerraad tot verlenging van de bulletlening 2010–2020 van ANG 49,9 mln., waarbij de lening wordt omgezet in een onderhandse lineaire lening met een duur van 15 jaar (te beginnen op 15 oktober 2020), tegen nul rentepercentage, waarbij de eerste drie jaar vrij van aflossing zijn.

De derde tranche liquiditeitssteun van € 30,6 mln. is reeds bij Najaarsnota begroot en wordt nog in 2020 verstrekt aan Sint Maarten. De budgettaire gevolgen van het voorschot op de vierde tranche en van het toegelichte investeringspakket worden in een incidentele suppletoire begrotingswet in januari aan u voorgelegd. Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitstel van uitvoering van het verstrekken van de vierde tranche liquiditeitssteun niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet deze tranche begin 2021 uitkeren aan Sint Maarten. Hiermee wordt gehandeld conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016. Het investeringspakket wordt pas na autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal in uitvoering genomen.

De toetsingskaders risicoregelingen voor de derde en vierde tranche en voor de verlengede lening zijn als bijlagen bij deze brief gevoegd6.

Investeringen

Met de instemming van Rijkswet Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling (COHO) en de ondertekening die de regeringen van Sint Maarten en Nederland bindt aan het landspakket Sint Maarten, breekt een nieuw hoofdstuk aan van vrijwillige, maar niet vrijblijvende meerjarige samenwerking tussen beide Landen. Zoals ik uw Kamer meerdere malen heb laten weten is het kabinet in ruil voor hervormingen niet alleen bereid liquiditeitssteun te bieden, maar ook bereid om op meerdere terreinen te investeren in de ontwikkeling van Sint Maarten.

Zo stelt het kabinet eenmalig een bedrag van € 30 mln. beschikbaar voor het gevangeniswezen, ten behoeve van de bouw van een nieuwe gevangenis en structurele verbeteringen in de detentiesituatie. Deze middelen zullen via de begroting van en onder regie en toezicht van het Ministerie van BZK in samenwerking met het Ministerie van Justitie en Veiligheid en in overleg met Sint Maarten ter besteding worden gebracht, op basis van objectieve behoeftestelling en planvorming. De besteding van de middelen wordt periodiek geëvalueerd.

Voorts is met Sint Maarten afgesproken dat Nederland een bedrag van maximaal € 15 mln. beschikbaar zal stellen voor de uitvoering van de maatregelen in het landspakket die zien op het versterken van de financiële kolom (landspakket A.2) en de modernisering van de Belastingdienst (landspakket C.4). Dit ter vervanging van de Development Policy Operation (DPO), die in april 2019 in voorbereiding is genomen binnen het trustfonds voor de wederopbouw. Met de DPO werd beoogd om beleidshervormingen te realiseren om het overheidsbestuur en overheidsfinanciën te versterken. Vooraf zou een set hervormingen moeten worden overeengekomen en wanneer die hervormingen zijn doorgevoerd, zou Sint Maarten tweemaal $ 15 mln. vrije begrotingssteun ontvangen. Het is echter nooit tot vaststelling van een set hervormingen gekomen, waardoor het project nog steeds in de voorbereidende fase is. Gezien de budgetuitputting binnen het trustfonds en de noodzaak om een buffer aan te houden voor eventuele budgetoverschrijdingen op lopende projecten en de overlap van de DPO met het landspakket, is besloten geen verdere invulling te geven aan dit project. Het bedrag van maximaal € 15 mln. zal worden onttrokken aan de wederopbouwmiddelen. Een besluit over de hoogte van het bedrag wordt genomen medio 2021 en zal afhankelijk zijn van de actuele en verwachte budgetuitputting van het trustfonds. Voorwaarde hierbij is dat projecten in uitvoering binnen het trustfonds naar behoren kunnen worden afgerond.

Het kabinet is tot slot van oordeel dat een functionerende rechtsstaat voorwaardelijk is voor economische ontwikkeling, bijdraagt aan houdbare overheidsfinanciën en toeziet op de rechtmatigheid van bestedingen. Daarom stelt het structureel middelen beschikbaar voor de uitvoering van maatregelen opgenomen in het landspakket, gericht op de versterking van de rechtsstaat van Sint Maarten. Zo zal er structureel een bedrag oplopend tot € 2,7 mln. vrijkomen voor nadere ondersteuning door de Koninklijke Marechaussee en de Douane bij de versterking van het grenstoezicht. Er zal worden voortgebouwd op de basis die gelegd is met de onderlinge regeling versterking grenstoezicht Sint Maarten. De middelen voor de Kustwacht Caribisch Gebied zijn al vrijgekomen met het akkoord van Curaçao en dienen ook ter versterking van de maritieme grenzen van Sint Maarten.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Kamerstuk 35 420

X Noot
2

Kamerstuk 35 240, nr. 106

X Noot
3

Kamerstuk 34 773, nr. 21

X Noot
4

Kamerstuk 35 420, nr. 177

X Noot
5

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
6

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven