35 422 Herstel van de voorzieningen in het bestuur van het openbaar lichaam Sint Eustatius (Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius)

Nr. 25 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2023

In mijn brief van 21 maart jl. (Kamerstuk 35 422, nr. 24) heb ik uw Kamer geïnformeerd dat ik zo spoedig mogelijk na de verkiezingen in gesprek zou gaan met de nieuwgekozen gedeputeerden en eilandsraadleden van Sint Eustatius en hen zou vragen zich te committeren aan de verbeterstappen financieel beheer die ná de verkiezingen gezet moeten worden.

Op 22 april jl. heb ik met de nieuwgekozen gedeputeerden en eilandsraadleden gesproken. Zij onderschrijven het belang van het doorvoeren van de resterende verbeterstappen. Dit commitment is vastgelegd in een Memorandum of Understanding waarmee de eilandsraad en het bestuurscollege op respectievelijk 24 en 25 april jl. hebben ingestemd (zie bijlagen). Hiermee is voldaan aan de tweede – en laatste – voorwaarde opgenomen in het ontwerp-Koninklijk Besluit voor fase 2.2.1

Ik wil de gedeputeerden en eilandsraadleden bedanken voor het commitment dat zij hebben gegeven. Het eilandbestuur onderkent de noodzaak van het doorvoeren van de verbeterstappen in het financieel beheer en neemt ook de verantwoordelijkheid om deze uit te voeren. Dit geeft mij het vertrouwen dat de stappen die gezet moeten worden in de verbetering van het financieel beheer van het openbaar lichaam, ook gezet zullen worden.

De eilandsraad heeft expliciet aangegeven ondersteuning nodig te hebben bij de uitvoering van de verbeterstappen en het structureel borgen van het financieel beheer. Om het openbaar lichaam daarbij te ondersteunen heb ik $ 1,1 miljoen ter beschikking gesteld aan het openbaar lichaam van Sint Eustatius. Ook hebben wij afgesproken dat wij hierover met elkaar in gesprek blijven.

Zoals toegezegd in mijn brieven van 23 februari jl. (Kamerstuk 35 422, nr. 23) en 8 maart jl. (Kamerstuk 35 422, nr. 22) geef ik uw Kamer graag twee weken de tijd – te rekenen vanaf 9 mei a.s. gegeven het meireces – om te reageren op het bereikte resultaat. Daarna zal het koninklijk besluit ter ondertekening aan de Koning worden aangeboden.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen


X Noot
1

Zie bijlage.

Naar boven