Vragen van het lid Graus aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de minister van Justitie over de bloedige illegale dierenjacht met honden in het zuiden.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Gisteren in het RTL4-nieuws, NOVA, het NOS-Achtuurjournaal: men kon er niet omheen zappen, overal waren er gruwelijke beelden van de illegale jacht met honden, waarbij konijntjes, hazen, reeën, al dan niet drachtig, aan flarden worden gescheurd nadat ze minutenlang worden opgejaagd in hun eigen vertrouwde leefomgeving, eindigend in een marteldood. Er zouden de afgelopen jaren – er stond "al", maar ik maak daar "pas" van – drie professionele bendes zijn opgerold die zich schuldig maken aan deze walgelijke vorm van dierenkwelling, die met name plaatsvindt in het zuiden en in het zuidoosten van ons land. Volgens de politiewoordvoerder van de politie Brabant Zuidoost gebeurt dit al tientallen jaren. Mevrouw de voorzitter, u hoort het goed: tientallen jaren gebeurt dit al zonder dat ertegen wordt optreden. Dit is ontoelaatbaar. Getuigen durven meestal uit angst niet naar de politie te stappen, omdat de jagers niet schromen om geweld te gebruiken. Dat hebben wij gisteravond kunnen zien. Als zij zo met dieren omgaan, kun je wel nagaan hoe zij met mensen omgaan. Bovendien gaan de bendes in grote groepen op pad met speciaal geprepareerde auto's. Een aantal bendeleden was al bekend bij de politie. Over deze recidivisten heb ik het altijd met u. Zij worden in verband gebracht met vermogensdelicten, diefstal en geweld: de parameter, waar de PVV het altijd over heeft. Pak je dierenmishandeling aan, dan zul je ook zien dat die mensen in staat zijn tot andere zaken. Er wordt gewoon helemaal niets gedaan aan de recidivisten, de parameter, waar ik mij al anderhalf jaar echt hees voor aan het praten ben. Zij kunnen gewoon vijftien keer de fout in gaan en dan nog net niet met een schouderklopje naar buiten lopen.

De vorm van jacht valt volgens politie en justitie onder georganiseerde criminaliteit, aldus de verschillende woordvoerders van gisteren. Dit tuig, want het is gewoon tuig, moet keihard worden aangepakt. Hun honden en hun auto's dienen in beslag te worden genomen. Alles weg. Zelf moeten zij op de blaren zitten in een cel. Daar kom ik inderdaad weer met de minimumstraffen. Zij verdienen een gevangenisstraf opdat zij niet keer op keer de fout in kunnen gaan.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Graus (PVV):

Ik ben er bijna, mevrouw de voorzitter. Ik moet nu mijn vragen gaan stellen, hè? Ik zal even vlug de vragen stellen. Sorry, in mijn emotie ben ik even...

Is de minister net als ik van oordeel dat deze manier van jagen ook in strijd is met het verbod op dierenkwelling en de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren? Zo ja, wil zij dan minimumstraffen invoeren voor dit misdrijf? Zo nee, is zij dan net als ik van oordeel dat de huidige strafbaarstelling in de Wet op de economische delicten veel te licht is voor dit soort zware dierenkwelling? Wil zij de strafbaarstelling van de Wet op de economische delicten naar de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren overhevelen? Wil zij met de grootste spoed zorgen voor de uitvoering van een aantal van mijn moties ten behoeve van een alarmnummer voor dieren en van mijn door meer dan tien partijen ondertekende motie ten behoeve van meer handhavers tegen deze hufterigheid, illegaliteit en stroperij?

Minister Verburg:

Voorzitter. De beelden van NOVA zijn inderdaad schokkend. Het gaat om georganiseerde jacht met honden, hazewindhonden of lange honden zoals zij worden genoemd. Er vinden schrikbarende taferelen plaats in de jacht op konijnen, hazen en reeën. Ik ben het zeer met de heer Graus eens dat dit niet te tolereren is, walgelijk is en in strijd met de Flora- en faunawet en met alle andere wetgeving die wij rondom dieren en natuur hebben. Hier is inderdaad sprake van een grove vorm van illegale stroperij.

De heer Graus vraagt hoe ik die ga aanpakken, maar het geven van een antwoord daarop laat ik graag over aan de collega van Justitie. Ieder heeft zijn rol in dezen. De heer Graus vraagt ook of ik bereid ben om een loket en een telefoonnummer voor het melden van zaken rondom dieren te openen. Dat kan al via 112. Iedereen die daarvan gebruik wil maken om dit soort schadelijke en schandelijke dingen te melden, roep ik op om daarvan, zo nodig, ook gebruik te maken als men het niet gewoon bij de politie meldt.

Minister Hirsch Ballin:

Voorzitter. Net als mijn collega vind ik wat hier is vertoond, wat zich hier afspeelt, zo verwerpelijk dat er geen enkele twijfel over kan bestaan dat ertegen moet worden opgetreden. Precies om die reden hebben de politie en het Openbaar Ministerie hun volle medewerking aan deze uitzending verleend. De politie had er behoefte aan om dit op deze indringende manier onder de aandacht van ons allemaal te brengen. Het Openbaar Ministerie heeft daarmee ingestemd. Het probleem bij deze hoogst verwerpelijke vorm van stroperij is precies dat er te weinig aangifte wordt gedaan, dat mensen zich geïntimideerd voelen en dat mensen niet op de momenten dat aan de politie een signaal kan worden gegeven, dat doen. Daardoor komen er te weinig meldingen, te weinig aangiften binnen bij de politie. Zoals gezegd, moeten wij hier dus allemaal alert op zijn. Iedereen die dit in het vizier krijgt, wordt opgeroepen om hiervan aangifte te doen, want deze vorm van stroperij is zo verwerpelijk dat daartegen moet worden opgetreden, ook met de middelen van het strafrecht.

Dat deze stroperspraktijken verboden zijn en dat er stevige straffen op staan die kunnen variëren van twee tot zes jaar, is niet het probleem. De veranderingen die de heer Graus voorstelt, zijn dus niet nodig. Wel nodig is dat er meer zaken bij de politie worden aangebracht, zodat er meer zaken kunnen worden vervolgd door het Openbaar Ministerie. Gisteren is in de uitzending door de officier van justitie die deze zaken behandeld gezegd dat het Openbaar Ministerie, het functioneel parket, zeer gemotiveerd is om dit te doen. Ik kon mij de reacties die de heren Ormel en Heerts gisterenavond in de uitzending hebben gegeven zeer goed voorstellen. Hiertegen moet worden opgetreden. Er bestaat geen behoefte aan verandering van wetgeving. Er is wel behoefte aan meer mensen die de moed opvatten om aangifte te doen wanneer zij dit soort zaken in het vizier krijgen. Er is alertheid nodig als deze rondtrekkende bendes hun activiteiten ontplooien.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vragen. Ik heb van de minister van LNV niet gehoord of zij mijn motie voor meer handhavers tegen stroperij die ik vorig jaar heb ingediend en die door de Kamer werd gesteund, gaat uitvoeren. Zij had deze problemen voor kunnen zijn wanneer zij mijn motie had uitgevoerd. Ik heb er daarnaast op gewezen dat het nu valt onder de economische delicten onder de Flora- en faunawet. Daardoor kunnen dit soort hufters maximaal maar zes maanden krijgen. Maar dat krijgen zij natuurlijk niet. Zij krijgen een schouderklopje en een lage boete, die zij met het vlees weer terugverdienen. Dat interesseert hen dus niet. Ik heb gevraagd om het delict over te hevelen naar de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Dan kunnen zij tenminste maximaal drie jaar gevangenisstraf krijgen. Dan kan bovendien zo'n bende als criminele organisatie worden beschouwd. Dat kan niet op basis van de Flora- en faunawet. Waarom worden mijn moties om dit soort zieke idioten aan te pakken, niet uitgevoerd? Hoe vaak moet ik hier nog staan? Ik pleit er hier al anderhalf jaar voor. Steun mij toch eens een keer! Help mij eens een keer dat dit soort idioten uit de maatschappij kan worden verwijderd! Kom eens een keer in actie!

Minister Verburg:

Voorzitter. Moties die door de Tweede Kamer worden aangenomen, worden uitgevoerd. Dat geldt ook voor de aangenomen moties van de heer Graus. Ik wil er echter op wijzen dat het onmogelijk is om buitengewone opsporingsambtenaren, de boa's waarover de heer Graus het heeft, op elke plek in het bos en natuurgebieden aanwezig te hebben. Dat is onmogelijk. Daarom wil ik nog eens onderstrepen wat collega Hirsch Ballin heeft gezegd. Het is nodig dat aangiften worden gedaan. Het is nodig dat de pakkans wordt vergroot. Het Openbaar Ministerie is zeer gemotiveerd, maar er moet wel melding van dit soort zaken worden gedaan. Daarom moet er aandacht worden besteed aan dit fenomeen. Het is daarom een goede zaak dat de heer Graus deze vraag heeft gesteld. Het is te walgelijk om te laten gebeuren.

Minister Hirsch Ballin:

Voorzitter. Zoals ik zo-even zei, is een grotere aangiftebereidheid noodzakelijk. Op grond van de Wet op de economische delicten bestaan veel mogelijkheden, onder andere voor indringend onderzoek, het toepassen van dwangmiddelen en het opleggen van straffen die kunnen variëren van twee tot maximaal zes jaar. Getuigen van deze illegale praktijken worden door de betrokkenen bedreigd en soms gefilmd. Die imponerende handelwijze leidt ertoe dat de aangiftebereidheid veel te laag is. Net als ieder ander die deze beelden heeft gezien en waarneemt dat deze stroperspraktijken te weinig kunnen worden vervolgd door het ontbreken van aangiften, doen wij daarom hier een oproep aan eenieder om dergelijke aangiften te doen. Het probleem ligt dus – anders dan de heer Graus veronderstelt – niet in de wetgeving. Het probleem ligt bij de aangiften. Het Openbaar Ministerie is zeer gemotiveerd om hiertegen krachtig en vervolgend op te treden. In de gevallen waarin dadergroepen in beeld zijn gekomen, is al opgetreden en zijn arrestaties verricht. Waar nodig is dat gebeurd met een arrestatieteam, omdat het hierbij echt om gevaarlijke lieden gaat.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Als mensen zich geïntimideerd voelen om aangifte te doen, lijkt het mij een zaak voor de minister van Justitie om dat weg te nemen. Dat is immers vrij ernstig. Ik zou bijna zeggen dat de honden geen brood lusten van deze zaak. Mensen krijgen er een kick van om zich met dit soort walgelijke activiteiten bezig te houden. Hoe kan de angst om aangifte te doen worden weggenomen? Dat is een reëel probleem. Zal extra worden gecontroleerd in gebieden waar aanwijzingen bestaan dat deze walgelijke praktijken plaatsvinden? Moet het toezicht niet verbeteren? Dat kan niet op elke vierkante millimeter, maar het zou wel kunnen gebeuren in de gebieden waarvan nu wordt verondersteld dat dit soort activiteiten zich er afspeelt.

De voorzitter:

Er komt hierna nog een vraag aan de minister van Sociale Zaken. Ik vraag de leden en bewindslieden daarom nogmaals om beknopt te zijn.

Minister Hirsch Ballin:

Het probleem ligt niet in de politiecapaciteit en evenmin bij het functioneel parket. Het functioneel parket van het Openbaar Ministerie heeft stroperij in het Beleidskader 2007-2010 als een prioriteit aangemerkt. Wel is het nodig dat mensen aangifte doen, waar nodig ook van bedreiging en intimidatie. De politie kan niet optreden als deze zaken niet zichtbaar worden gemaakt doordat mensen deze zaken niet melden. Dit geldt overigens voor elke vorm van intimidatie en afpersing. Ook bestaat de mogelijkheid van een anonieme melding via Meld Misdaad Anoniem. Zonder melding kan de politie echter niet optreden. Deze bendes trekken namelijk het land door en opereren op onvoorspelbare plaatsen in het landelijk gebied. Ik zeg nogmaals dat de politie en het Openbaar Ministerie zeer gemotiveerd zijn om een vervolg te geven aan de aangifte. De uitzending waarover wij het nu hebben, is hiervan het resultaat.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Deze misselijkmakende praktijk bestaat al vijftien jaar. Politie en justitie hadden al veel eerder prioriteit moeten geven aan de bestrijding van deze zaak. Het probleem ligt uiteraard bij het toezicht. Laten wij dat over aan collega-jagers en -jachtopzichters, zoals tot nu toe gebeurt, of zetten wij onafhankelijke toezichthouders in, zodat deze misselijkmakende praktijken tijdig kunnen worden geconstateerd?

Minister Verburg:

Als antwoord op deze vraag moet ik herhalen wat mijn collega van Justitie heeft gezegd. Niet de mate van het toezicht, de inzetbaarheid van de politie of de motivatie van het Openbaar Ministerie is het probleem, maar het feit dat deze bendes door het land trekken en iedere keer een nieuw terrein zoeken om hun praktijken uit te voeren. Dit staat of valt dus met de bereidheid van mensen om aangifte te doen van hun waarnemingen. Als dat gebeurt, kan en moet er aangepakt worden. Daarom houd ik hier nog eens een ernstig pleidooi om aangifte te doen. Men kan anoniem aangeven of aangifte doen via 112; ik zei dit al tegen de heer Graus. Laat mensen echter melden, zodat wij deze zaken kunnen aanpakken.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Deze oproep van de ministers steun ik. Toen ik gisteren de uitzending bekeek, viel mij echter op dat er geen gewag van werd gemaakt dat deze zaak prioriteit heeft bij de diensten. De minister van Justitie noemde dit zojuist slechts in een bijzin. Ik denk aan het stropersteam in Friesland. Daarin werken diverse diensten samen. Door dit team is in pakweg een jaar tijd veel boven tafel gekomen. Ik hoor niet dat er ook aan zulke zaken wordt gedacht. Mag ik een dergelijke aanpak in de aandacht van de ministers aanbevelen? Behalve de oproep om te signalen, is ook zo'n aanpak nodig.

Minister Hirsch Ballin:

Ik dank de heer Cramer voor dit bericht uit Friesland. Dit bevestigt wat ik niet alleen in een bijzin zei, maar ook in twee hoofdzinnen. Deze zaak heeft prioriteit bij de politie maar ook bij het Openbaar Ministerie. Ik verwees al naar de prioriteiten 2007-2010 die zijn vastgesteld.

De heer Ormel (CDA):

Bij deze zaak speelt de vraag naar de kip of het ei. De overheid vraagt de burger om te melden en de burger is bang. Op het platteland kent iedereen elkaar en weet men elkaar te plaatsen. Men weet waar welke boer woont. De burger, zeker op het platteland, is bezorgd over dit platteland, wil graag melden maar is bang. Als de overheid daarom streeft naar een grotere bereidheid om te melden, behoort daartegenover de duidelijkheid voor de burger te staan, dat er na melding ook daadwerkelijk iets gebeurt. In dit kader wil ik de minister wijzen op initiatieven in steden waarbij de politie actief sms-berichten rondstuurt. In die berichten vraagt de politie burgers om op te letten of om bijvoorbeeld uit te kijken naar een auto met een bepaald kenteken die bij een roofoverval betrokken is geweest. Kan de minister dit sms-initiatief ook uitrollen in het landelijk gebied? Op die manier kan er gericht worden gespeurd door de burger die dit wel degelijk wil.

Minister Hirsch Ballin:

Ik zal de suggestie van het sms-alert, waarmee inderdaad tot nu toe goede ervaringen zijn opgedaan, graag onder de aandacht brengen. Over de inzet van de politie en het Openbaar Ministerie op dit terrein meld ik nog dat er uiteraard strafvervolging is ingezet in de gevallen die zijn aangebracht en waarbij dit mogelijk was. Er zijn en worden hierdoor drie echte bendes voor de rechter gebracht. Als wij dus meldingen krijgen – op de manier die de heer Ormel nu suggereert of op andere manieren – worden die door het Openbaar Ministerie met overtuiging ter hand genomen.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Zowel de minister van LNV als de minister van Justitie spreekt herhaaldelijk over de noodzaak van aangiftes. Is het bij stroperij wel noodzakelijk dat er aangifte is gedaan voordat kan worden ingegrepen? Ik refereer even aan hetgeen de heer Cramer zo-even zei. In Friesland is dat bij deze opzet niet noodzakelijk en kan er worden ingegrepen zonder dat in alle gevallen aangifte is gedaan. Ziet de minister van Justitie kans om stappen te ondernemen op basis van de beelden die gisterenavond zijn uitgezonden?

Minister Hirsch Ballin:

Voor zover mij bekend, zijn de beelden beschikbaar gesteld door de politie in het kader van de medewerking die zij heeft verleend aan deze uitzending en dateren ze van geruime tijd geleden. Ze gaan terug op een zaak die in 2002 is aangebracht. Desondanks zijn de beelden actueel, omdat ze de praktijken weergeven zoals deze ook nu nog voorkomen. Wij moeten zien te bewerkstelligen dat deze praktijken die op veel te grote schaal voorkomen, kenbaar gemaakt worden via aangifte of melding. Ik heb de mogelijkheid genoemd van Meld Misdaad Anoniem. In ieder geval moet er eerst een melding zijn om te kunnen overgaan tot gerichte actie en tot aanhouding van de stropersbendes die deze activiteiten uitvoeren. Dat is het punt. Met alle binnenkomende informatie zullen wij graag aan de slag gaan.

De heer Heerts (PvdA):

De beelden geven duidelijk aan dat deze praktijken niet deugen en dat de mensen die ze uitoefenen, niet helemaal sporen. Ik ben hierover duidelijk geweest. Is de minister bereid om bijvoorbeeld wildbeheereenheden, jachtopzichters en jagersverenigingen schriftelijk aan te geven hoe het opsporings- en vervolgingsbeleid in dezen is om de actieve aangiftebereidheid te doen herleven? Veel informatie is immers bij deze groepen bekend.

Minister Verburg:

Ook deze suggestie zal ik graag in overweging nemen, net als het sms-idee van de heer Ormel. De wildbeheereenheden en de jagers- en jachtverenigingen zijn zeer goed geïnformeerd over wat mogelijk is. Zij hebben er alle belang bij om daar waar zij dergelijke praktijken constateren, hiervan aangifte te doen. Tegen mevrouw Snijder zeg ik dat deze vorm van stroperij ook op heterdaad betrapt kan worden, al zal dit wel een toevalligheid zijn. Dit laatste voeg ik eraan toe, omdat ik mevrouw Snijder bedenkelijk zag kijken. Deze bendes die dit doen, zijn sterk georganiseerd en uiterst slim in het vinden van een plaats waar zojuist een medewerker van een beherende of controlerende instantie is langsgegaan. De suggestie van de heer Heerts zal ik meenemen. Ik zal een dergelijke oproep doen uitgaan naar wildbeheereenheden, faunabeschermers en jagersverenigingen.

Naar boven