Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in verband met de uitbreiding van de personele werkingssfeer van de Ziekenfondswet met een bepaalde categorie van AOW-gerechtigden alsmede de samenstelling van de Ziekenfondsraad (24093).

(Zie wetgevingsoverleg van 27 Voorzitternovember 1995.)

De voorzitter:

Er is om een korte heropening gevraagd. Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Oudkerk. Ik verzoek de leden, deze heropening tevens te benutten voor het afleggen van stemverklaringen.

De heer Oudkerk (PvdA):

Voorzitter! Afgelopen maandag hebben wij een overleg gehad over de evaluatie van de wet-Van Otterloo. Toen is ons gebleken dat de minister zeer veel oog had voor het probleem dat werd gesignaleerd, namelijk dat sommige 65-plussers per jaar ƒ 800 tot ƒ 2700 te veel premie voor hun ziektekostenverzekering betalen. De minister vond het ook wenselijk dat er een oplossing komt voor dit vraagstuk en het liefst op zo kort mogelijke termijn.

De Kamer heeft toen de minister gevraagd, nog voor vandaag een brief te sturen waarin de verschillende varianten voor reparatie werden aangegeven. De minister heeft ons deze brief vannacht om 24.00 uur doen toekomen. Daarin stelde zij, dat zij, ondanks dat zij een aantal varianten gaf, niet over één nacht ijs wilde gaan, maar dat er van de zijde van het kabinet wel voorstellen zijn te verwachten voor een eventuele reparatie. Wij willen de minister de gelegenheid geven om met verschillende voorstellen ter zake te komen.

Ons is uit de brief gebleken dat de voorstellen pas per 1 januari 1997 gerealiseerd kunnen worden. De mogelijkheid van reparatie in 1996 zal nog nader bestudeerd worden. Indien dit mogelijk blijkt, kan er al in dat jaar iets voor de betrokken categorieën worden gedaan. Dit zal dan kabinetsbeleid zijn. Ik trek dan ook ik mijn amendement op stuk nr. 15 in.

De voorzitter:

Aangezien het amendement-Oudkerk/Oedayraj Singh Varma (stuk nr. 15) is ingetrokken, maakt het geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

De heer De Jong (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Wij hebben afgelopen maandag in het overleg over de reparatie-Van Otterloo de minister een voorstel gedaan om per 1 maart te komen met een reparatie die op meer betrekking zou hebben dan alleen op de mensen ouder dan 65 jaar. Gelukkig was er in ons midden een zeer ervaren collega Van der Vlies, die terugrekenend zei: zou je per 1 januari 1997 wetswijziging willen doorvoeren, dan is die nota per 1 maart volstrekt noodzakelijk. Hij noemde die termijn zelfs "krap zat".

Tot mijn verbijstering heeft de minister deze motie ontraden. Zij heeft gezegd er bijna zeker van te zijn dat die notitie niet komt per 1 maart a.s. Daarmee dreigt de reparatie-Van Otterloo ook achter de horizon van 1 januari 1997 te verdwijnen.

Wij staan daarom voor de keuze: òf niets doen en wachten tot na 1997 òf iets doen. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door voor het amendement-Oudkerk te stemmen. Hij heeft dat echter net ingetrokken. Ik dien dat amendement daarom opnieuw in, opdat wij toch over dat amendement kunnen stemmen op dit moment, zodat wij althans iets kunnen doen voor die groep bejaarden.

De heer Van Boxtel (D66):

Voorzitter! Zoals hier al eerder gezegd, ontvingen wij gisteravond een brief van het kabinet met daarin de intentie om in 1997 de problemen voor de groep AOW-gerechtigden die tengevolge van de wet-Van Otterloo niet in het ziekenfonds kunnen blijven, op te lossen. Wij hebben de brief zo verstaan dat in die poging de mogelijkheid ligt opgesloten om ook in 1996 de getroffen categorie, afhankelijk van de financiële ruimte en de technische mogelijkheden met terugwerkende kracht tegemoet te komen. Daarom kunnen wij met dit wetsvoorstel instemmen. Wij hebben dan ook geen problemen met het intrekken van het amendement.

Mevrouw Nijpels-Hezemans (groep-Nijpels):

Voorzitter! Ik handhaaf mijn amendement op stuk nr. 12. Als dat amendement verworpen zal worden, zal ik in ieder geval stemmen voor het amendement dat zojuist door de heer De Jong is overgenomen. Mocht ook dit amendement verworpen worden, dan zullen wij toch voor het wetsvoorstel stemmen, omdat het een technische aanpassing betreft die noodzakelijk is. Ik wil hierbij niet verhelen dat ik het buitengewoon betreur dat de heer Oudkerk zijn amendement heeft ingetrokken, omdat er geen enkele garantie is gegeven dat er volgend jaar wel iets voor de ouderen in het ziekenfonds gedaan zal worden.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Er is een gewijzigde stemmingslijst rondgedeeld. Het probleem bij deze gewijzigde stemmingslijst is dat – u moet mij niet vragen waarom – wel voorzien is dat de heer Oudkerk zijn amendement zou intrekken, maar dat niet voorzien is dat het opnieuw zou worden ingediend door de heer De Jong. Als u dus de gewijzigde stemmingslijst bekijkt, dan ziet u het amendement op stuk nr. 7 van mevrouw Oedayraj Singh Varma. Als ik het goed heb, dan zal het amendement-De Jong uit drie onderdelen bestaan: I, II en III. Lettend op de inhoud van de amendementen, is het logisch dat de onderdelen van het amendement-De Jong telkens na de desbetreffende onderdelen van het amendement op stuk nr. 7 in stemming worden gebracht.

Ik moet aannemen dat de inhoud van dat amendement uw aller geestelijk eigendom is, zodat we kunnen stemmen.

Het amendement op stuk nr. 15 is ingetrokken, maar er is wel een amendement van mevrouw Oedayraj Singh Varma. We moeten dus de volgorde in acht nemen: 12, 7 en het amendement-De Jong.

Ik geef de heer Van der Ploeg gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Van der Ploeg (PvdA):

Voorzitter! Ik heb met verbazing de heer De Jong aangehoord. Hij heeft gezegd dat hij het amendement van de heer Oudkerk en mevrouw Oedayraj Singh Varma opnieuw indient. Ik heb maandag het debat met hem mogen voeren over de wet-Van Otterloo. In dit debat is geen enkele steun van de CDA-fractie gebleken voor onze harde pleidooien om te proberen iets te doen voor deze ouderen met lagere inkomens die ƒ 700 tot bijna ƒ 3000 extra moeten betalen.

De voorzitter:

Ik moet u erop wijzen dat dit geen stemverklaring is, maar een heropening.

De heer Van der Ploeg (PvdA):

Daarom zal de PvdA nu genoodzaakt zijn, toch tegen dit amendement te stemmen.

De voorzitter:

Ik zie bij sommige leden enige onzekerheid over de volgorde der stemmingen. Ik verzeker hen dat dit misplaatst is. Ik stel voor om over agendapunt 3 aan het einde van de stemmingen te stemmen. Er zal een nieuwe stemmingslijst worden opgesteld, zodat er geen enkel misverstand kan bestaan over de stemming. Ik zie sommigen nu heel gelukkig kijken!

Aldus wordt besloten.

Naar boven