Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1996 (24400 XII).

(Zie vergadering van 29 november 1995.)

De voorzitter:

Het amendement-Stellingwerf (stuk nr. 13) is op 16 november 1995 ingetrokken.

De artikelen 1 t/m 4 en de artikelen 01.01 t/m 01.10 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Leers c.s. (stuk nr. 29, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 29 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 01.11, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Leers c.s. (stuk nr. 29, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 01.12 en 01.13 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Rosenmöller c.s. (stuk nr. 25, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de RPF, de SGP, het GPV, de groep-Nijpels, het AOV en het lid Hendriks voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 25 voorkomende gewijzigde amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Hofstra c.s. (stuk nr. 30, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 30 voorkomende gewijzigde amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 01.14, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Hofstra c.s. (stuk nr. 30, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 01.16 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Hofstra c.s. (stuk nr. 31, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de andere op stuk nr. 31 voorkomende gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

Artikel 02.01, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Hofstra c.s. (stuk nr. 31, I), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 02.02 t/m 02.53 worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 02.60, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Hofstra c.s. (stuk nr. 31, II), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 02.61, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Hofstra c.s. (stuk nr. 31, III), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 02.62 t/m 03.04 worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 03.10, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Hofstra c.s. (stuk nr. 30, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 03.11 t/m 03.30 worden zonder Voorzitterstemming aangenomen.

Artikel 03.40, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Leers c.s. (stuk nr. 29, II), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 03.41 t/m 08.21 worden zonder stemming aangenomen.

De gewijzigde begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, wordt zonder stemming aangenomen.

De begrotingsstaat, onderdeel ontvangsten, de begrotingsstaat, Agentschap HDTP/OZ, de begrotingsstaat, Agentschap KNMI, en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat behoudens het lid Hendriks, alle andere aanwezige leden voor het wetsvoorstel hebben gestemd, zodat het is aangenomen.

Naar boven