Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het Presidium heeft met eenparigheid van stemmen besloten, te stellen in handen van:

a. de vaste commissie voor Justitie:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering (de dagvaardingstermijn voor de politierechter, de oproeping in kantongerechtszaken en het instellen van hoger beroep) (24510);

b. de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van bedragen in verband met uitkeringen uit het Provinciefonds voor de uitkeringsjaren 1992 en 1993 alsmede wijziging van de Provinciewet, de Gemeentewet, de Wet gemeenschappelijke regelingen en enkele andere wetten in verband met de nieuwe comptabiliteitsvoorschriften voor provincies en gemeenten (24497);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Tijdelijke wet stimulering sociale vernieuwing (24504);

c. de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies en de Wet individuele huursubsidie in verband met de zogenaamde huursombenadering (24507);

d. de vaste commissie voor Economische Zaken:

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 28 maart 1995 te Brussel tot stand gekomen Protocol houdende wijziging van de eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen of modellen alsmede intrekking van de Wet bestrijding namaakprodukten (24509);

e. de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Ambtenarenwet in verband met het verbod tot het maken van onderscheid tussen werknemers naar arbeidsduur (24498);

  • - de nota "Emancipatie in uitvoering" (24406, nr. 5);

f. de algemene commissie voor de Rijksuitgaven:

  • - het rapport Beheer en controle EG-geldstromen in Nederland (24500).

Ik stel op verzoek van de commissie voor, de stemmingen over de begroting van Justitie c.a. te verplaatsten naar 19 december.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda voor 5, 6 en 7 december:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de voorstellen van wet tot wijziging van de Auteurswet 1912 en de Wet op de naburige rechten in verband met de richtlijn nr. 93/98/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 oktober 1993, betreffende de harmonisatie van de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten (PbEG L 290) en in verband met de richtlijn van 19 november 1992, PbEG 1992, L 346/61 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom (24477).

Ik stel voor, aan de orde te stellen in de vergaderingen van 19 en 20 december:

  • - het debat over de Europese Top, met maximumspreektijden van 10 minuten voor de PvdA, CDA en VVD, 7 minuten voor D66, 5 minuten voor de overige fracties en 2,5 minuut voor de groep-Nijpels en het lid Hendriks;

  • - voordrachten ter vervulling van twee vacatures in de Hoge Raad (24537).

Ik stel voor, gehoord verzoeken die mij hebben bereikt, hedenmiddag ook te stemmen over de begroting van Verkeer en Waterstaat e.a., in plaats van dinsdag aanstaande.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Wat de orde van de vergadering van vandaag betreft, beginnen wij na deze regeling van werkzaamheden met het antwoord in eerste termijn van de minister, inzake de Winkeltijdenwet. Ik stel voor, vanmiddag om half zes te stemmen. Zo nodig zal het antwoord van de minister worden onderbroken. Mocht het antwoord vóór die tijd gereed zijn, dan zal er een korte schorsing plaatsvinden tot half zes. Iedereen weet dan dus dat wij om half zes gaan stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Mij is gebleken dat er geen heropeningen van de beraadslaging zullen worden gevraagd over de onderwerpen die in stemming worden gebracht. Ik laat hierbij het intrekken van een motie of een amendement of het aanhouden van een motie buiten beschouwing, want dat is iets wat altijd kan gebeuren. Ik ga ervan uit dat er om half zes gestemd wordt en dat na de stemmingen het twee-minutendebat zal plaatsvinden dat de heer Vreeman heeft gevraagd naar aanleiding van de Arbowet, omdat dan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aanwezig is. Na het debat over de Arbowet houden wij de dinerpauze. Daarna zullen wij bezien of wij de agenda kunnen vervolgen. Nu wij zo ongeveer de deadline van 1 december met goed gevolg hebben bereikt – wij zijn nog net niet zover – stel ik mij voor, de vergadering niet langer te laten doorgaan dan 23.00 uur, zodat wij weer op ons oude werkritme terug kunnen komen.

Naar boven