Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene nabestaandenwet (wijziging overgangsrecht alsmede enkele technische aanpassingen) (24693).

(Zie vergadering van 25 juni 1996.)

De onderdelen A t/m C van artikel I worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Dijke (stuk nr. 7, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de RPF, de SGP, het GPV, GroenLinks, de SP, de groep-Nijpels, het AOV en de Unie 55+ voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 7 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel D wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen E t/m Jb worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Dijke (stuk nr. 8, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement is verworpen met dezelfde stemverhouding als het vorige.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 8 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Dijke (stuk nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de RPF, de SGP, het GPV, GroenLinks, de SP, het AOV en de Unie 55+ voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Onderdeel K wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen L t/m R worden zonder stemming aangenomen.

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel II en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Boogaard (groep-Nijpels):

Voorzitter! Mijn fractie heeft destijds tegen de Algemene nabestaandenwet gestemd. Door de afwijzing van de amendementen-Van Dijke op de stukken nrs. 7 en 8 ziet mijn fractie zich genoodzaakt om voor de wijziging van de Algemene nabestaandenwet te stemmen, omdat wij geen keuze hebben en matig verheugd zijn met de verbetering van deze wet.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven