31 936 Luchtvaartbeleid

27 830 Materieelprojecten

Nr. 718 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 februari 2020

In uw Kamers is diverse malen de Rijkscoördinatieregeling (RCR) voor de radar in Herwijnen geagendeerd. De vragen en zorgen van de gemeente West Betuwe en haar inwoners over de radar neem ik serieus. Daarom heb ik toegezegd twee onderzoeken uit te laten voeren. Zo heb ik TNO verzocht om onderzoek te doen naar cumulatieve stralingseffecten naar aanleiding van de vragen over gezondheidseffecten. Daarnaast heeft het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), in samenwerking met Defensie en TNO, onderzocht of er alternatieven zijn voor de locatie Herwijnen. Ik heb beide rapporten eerst, zoals aan u gemeld, met de gemeente West Betuwe gedeeld. Conform mijn toezegging aan uw beide Kamers en de motie van het lid Voordewind c.s. (Kamerstuk 31 936, nr. 655), stuur ik u hierbij beide onderzoeken toe1.

In deze brief licht ik eerst de uitkomsten van beide onderzoeken toe. Daarna ga ik in op de wijze waarop is en wordt gecommuniceerd met de inwoners van de gemeente West Betuwe, zoals verzocht door het lid Moonen (D66). Ik sluit af met conclusies ten aanzien van de toepassing van de RCR.

TNO – onderzoek naar cumulatieve stralingseffecten

TNO heeft, op basis van een onderzoeksvraag van Defensie en aanvullende vragen van de gemeente West Betuwe en omwonenden, onderzoek gedaan naar de cumulatieve stralingseffecten. In hun «Evaluatie van gezondheidsaspecten door RF-velden afkomstig van de voorgenomen SMART-L radar te Herwijnen» hebben zij deze stralingswaarden onderzocht. In Herwijnen zijn diverse nulmetingen gedaan om de huidige achtergrondstraling vast te stellen. Daarnaast heeft TNO de inzichten betrokken van de World Health Organization (WHO), de Gezondheidsraad en het Institute of Electrical and Electronics Engineers (IEEE). Bovendien is de universiteit van Utrecht geconsulteerd. TNO concludeert dat de gelijktijdige samengestelde blootstelling aan straling van onder meer de KNMI-weerradar, mobiele telefonie, de te verwachten 5G-infrastructuur, de navigatieradars van schepen op de Waal in combinatie met de defensieradar onder de geldende ICNIRP2-richtlijn blijft. Daarmee wordt voldaan aan de geldende wet- en regelgeving en vormt dit geen beperkingen voor het plaatsen van de defensieradar in Herwijnen. Ik kan me echter goed voorstellen dat er nog vragen zullen zijn. Tijdens de inloopavonden die deel uitmaken van de RCR wordt daarom het rapport nader toegelicht door het RIVM en TNO. Binnen de RCR laat ik een door omwonenden voorgedragen wetenschappelijk instituut meekijken naar de onderzoeksopzet en resultaten van het TNO-onderzoek, waarmee ik invulling geef aan de motie van het lid Kerstens c.s. (Kamerstuk 31 936, nr. 656).

Zoals aan uw beide Kamers toegezegd (Kamerstuk 31 936, nr. 662), ben ik voornemens om na plaatsing en voorafgaand aan de operationele ingebruikneming van de defensieradar in Herwijnen opnieuw metingen uit te laten voeren. Pas nadat ook in de praktijk is bevestigd dat de radar voldoet aan de geldende richtlijnen voor straling, kan deze operationeel gesteld worden. De voor eind 2019 aangekondigde wijziging van de ICNIRP-richtlijnen heeft nog niet plaatsgevonden. Indien de richtlijnen wijzigen, wordt daar uiteraard rekening mee gehouden.

Defensie heeft op verzoek van Groep Otten, met het KNMI gesproken over het verplaatsen van de weerradar naar Nieuw-Milligen. Omdat het KNMI voor de weerradar ook afhankelijk is van een goede zichtdekking op lage hoogte, en Herwijnen daar wel en Nieuw Milligen niet de mogelijkheid toe biedt, is een verplaatsing van de KNMI-radar volgens het KNMI niet aan de orde.

RVB – onderzoek naar alternatieve locaties

Het RVB heeft, in samenwerking met het Ministerie van Defensie en TNO, een «locatieonderzoek voor de zuidelijke SMART-L radar» uitgevoerd. Bij het onderzoek zijn 39 alternatieve locaties aangedragen door de gemeente West Betuwe en omwonenden. Op 9 december j.l. heb ik de Eerste Kamer geïnformeerd (Kamerstuk 31 936, R) over de onderzoeksopzet waarin de volgende stappen zijn beschreven:

  • 1. vaststellen zoekgebied met het criterium van een optimale radardekking op 1.000 voet (ongeveer 300 meter) boven de Randstad en het deel van Nederland dat niet wordt afgedekt door de radar in Wier;

  • 2. locaties binnen zoekgebied toetsen aan uitsluitingscriteria, zoals ruimtelijke belemmeringen als rivieren en grootschalige infrastructuur, zones rond windturbines en hoogspanningsmasten, hoge gebouwen en objecten, stedelijke gebieden, aangewezen natuurgebieden, bebouwde kommen en afzonderlijke woningen;

  • 3. overgebleven locaties doorrekenen en daarbij selecteren van potentiële vestigingslocaties;

  • 4. beoordeling potentiële vestigingslocaties.

Binnen het vastgestelde zoekgebied vallen veel locaties af gezien infrastructuur en terreinomstandigheden die obstakels vormen in het radarbeeld. Er blijven uiteindelijk drie locaties over die een vergelijkbare radardekking hebben als Herwijnen, te weten: Nieuwpoort, Goudriaan (beide in de gemeente Molenlanden) en Meerkerk (gemeente Vijfherenlanden). Deze locaties zijn ook voor diverse ruimtelijke kenmerken, waaronder afstanden tot omwonenden en woonkernen, min of meer vergelijkbaar met Herwijnen, maar scoren op deze aspecten niet significant beter.

Echter deze drie locaties bevinden zich niet op overheidsterrein of terrein dat zonder meer verkrijgbaar en bereikbaar is, dan wel bestemd kan worden. De locaties en benodigde terreinen voor toegangswegen bevinden zich op meerdere kadastrale percelen die in handen zijn van verschillende eigenaren.

In het rapport wordt daardoor geconcludeerd dat er voor het realiseren van de defensieradar op één van die alternatieve locaties vanwege de eigendomssituatie, de planologische omstandigheden en de benodigde onderzoeken minimaal 18 tot 24 maanden extra tijd nodig zal zijn ten opzichte van de huidige situatie van de locatie Herwijnen.

Eventuele beroepsprocedures en verdere infrastructurele aanpassingen, zoals bijvoorbeeld een aan te leggen ontsluitingsweg over een of meerdere percelen van verschillende eigenaren, kunnen eveneens een behoorlijk vertragende effect hebben op de realisatietijd van de defensieradar. Deze eventuele extra vertraging komt dan bovenop de door het RVB genoemde periode van minimaal 18 tot 24 maanden.

Communicatie met inwoners van de gemeente West Betuwe

In het debat met de Eerste Kamer heb ik lid Moonen (D66) toegezegd terug te willen kijken op het proces sinds het afkondigen van de RCR op 7 juni 2019 en de bekendstelling daarvan aan uw Kamers. Op 30 augustus jl. heb ik een gesprek gevoerd met de burgemeester en verantwoordelijk wethouder van de gemeente West Betuwe. Hierin heb ik aangegeven de vragen van omwonenden serieus te nemen en daarom onderzoeken in te stellen die hierop betrekking hebben, te weten het onderzoek naar alternatieve locaties en het onderzoek naar cumulatieve stralingseffecten.

Mede naar aanleiding van de afspraak met de gemeente West Betuwe om de communicatie te verbeteren, is op 20 september 2019 een website online gezet (https://www.defensie.nl/onderwerpen/radarstations). Hierop wordt alle relevante informatie van defensie die betrekking heeft op de militaire radar bekend gesteld. Alleen operationeel vertrouwelijke informatie kan niet worden gedeeld. Ook is een e-mailadres geopend om vragen te kunnen stellen en suggesties voor onderzoeksvragen en alternatieve locaties aan te kunnen leveren. (radarstations@mindef.nl). Om bekendheid te geven aan deze mogelijkheid is hier op de website van de gemeente ook aandacht aan besteed. Ook in regionale media zijn hierover berichten geplaatst. De hoofdthema’s van de vragen waren:

  • 1. Effecten van de radar op de leefomgeving;

  • 2. Normen en criteria van onderzoek;

  • 3. Locatiekeuze;

  • 4. Proces en communicatie;

  • 5. Klachten en schade.

Op 9 december jl. is op de website een informatiebundel geplaatst van de eerste vragen en antwoorden. Binnenkort wordt een tweede informatiebundel op de website geplaatst met alle antwoorden op de gestelde vragen die verband hielden met de lopende onderzoeken. Tevens zullen de vragenstellers per mail deze bundel met vragen en antwoorden ontvangen. Het blijft voor de inwoners van de gemeente West Betuwe tijdens de RCR-procedure mogelijk om vragen te stellen via https://www.defensie.nl/onderwerpen/radarstations.

Zoals toegezegd zullen er inloopbijeenkomsten tijdens de verschillende fases van de RCR georganiseerd worden waarbij vragen van betrokkenen zoveel mogelijk zullen worden beantwoord. Verslaglegging van die bijeenkomsten wordt op de genoemde webpagina geplaatst. De RCR schrijft geen reactiemogelijkheid en inloopbijeenkomsten voor in de voorontwerpfase. Echter, ook tijdens de voorontwerpfase van het inpassingsplan zal ik in overleg met de gemeente een of meerdere informatiebijeenkomst(en) en een reactiemogelijkheid bieden. Hiermee kom ik tegemoet aan de vraag van het lid Rietkerk (CDA) en de wensen van de gemeente West Betuwe om de omwonenden zoveel mogelijk aan de voorkant te betrekken. Dit doet niet af aan de eerder geplande bijeenkomst(en) tijdens de fases die horen bij de standaard RCR-procedure en de mogelijkheden hierbij voor inspraak en beroep. Ook deze bijeenkomst(en) zullen in overleg met de gemeente West Betuwe worden georganiseerd. Daarnaast zal op de genoemde webpagina informatie worden gegeven over de inhoud en procedure van de RCR, waaronder actuele informatie over plaats en tijdstip van de bijeenkomsten.

Conclusies en toepassen RCR

De uitkomsten van beide onderzoeken geven geen aanleiding om het besluit tot toepassen van de RCR voor de radar te Herwijnen te herzien.

Zo laat het onderzoek naar de cumulatieve stralingseffecten zien dat met de plaatsing van de SMART-L radar op de locatie Broekgraaf 1 te Herwijnen de stralingsbelasting binnen de daarvoor geldende ICNIRP-richtlijnen blijft. Het onderzoek naar alternatieve locaties laat zien dat er geen significant betere, snel beschikbare alternatieve locaties zijn. Het realiseren van een radarstation op een van de geïdentificeerde alternatieve locaties zou namelijk leiden tot een vertraging van minimaal 18 tot 24 maanden. Vanwege het risico op uitval van de huidige radar en de onvoldoende dekking van deze radar te Nieuw Milligen, acht ik dit niet acceptabel.

Daarnaast geldt nog een nationaal belang dat geen verder uitstel kan verdragen, namelijk de realisatie van de geplande windmolenparken in Flevoland. Ik heb u dat gemeld in het overleg met de Tweede Kamer op 4 september (Kamerstuk 31 936, nr. 662) en op 3 december 2019 in de Eerste Kamer. Het uitblijven van een definitieve verklaring van geen bezwaar voor de geplande windmolenparken in Flevoland, die onderdeel uitmaken van het Energieakkoord, vormt een ernstig procesrisico voor realisatie van deze windparken. Ik wil daarom spoedig de definitieve verklaring van geen bezwaar af kunnen geven voor deze windmolenparken. Daartoe is het noodzakelijk dat de huidige radar in Nieuw Milligen zo snel mogelijk wordt vervangen.

Binnenkort wordt het RCR-besluit afgekondigd in de Staatscourant zodat de RCR formeel kan aanvangen. Ik heb het College van B&W en de Gemeenteraad van West Betuwe hiervan eerder vandaag op de hoogte gesteld met de toezending van een aanbiedingsbrief en de beide onderzoeksrapporten.

De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection

Naar boven