Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 55, item 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | nr. 55, item 2 |
Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.
Vragen van het lid Snels aan de minister van Economische Zaken en Klimaat over het hoger uitvallen van de energierekening.
De voorzitter:
Aan de orde is het mondelinge vragenuur. We beginnen met de vraag van de heer Snels. Eigenlijk was de vraag gericht aan de minister van Financiën, maar het is de minister van Economische Zaken en Klimaat, die ik van harte welkom heet, die de vragen van de heer Snels gaat beantwoorden.
De heer Snels (GroenLinks):
Voorzitter. De stijgende energierekening stijgt veel harder dan het kabinet ons tot nu toe voorhield. Dat is het nieuws van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dat is geen blunder, dat is een kroniek van een aangekondigde blunder. Het kabinet houdt zich doof voor de waarschuwingen van de oppositie en stak de kop in het zand. Dit gaat om 2019, niet om de sommen van het klimaatakkoord voor de komende jaren. Dit gaat over wat mensen dit jaar moeten betalen.
Volgens GroenLinks gaat het om twee fouten. De eerste fout zijn de koopkrachtplaatjes. Daar vraagt GroenLinks al aandacht voor bij de debatten over het regeerakkoord, de Miljoenennota, het Belastingplan en de Najaarsnota. De koopkrachtplaatjes waar het kabinet zo trots op is, laten voor lagere inkomens niet goed de nadelige effecten zien van de stijgende energiebelasting en de bezuiniging op de korting op de energierekening.
De tweede fout is dat de prijzen van energie sneller stijgen dan volgens de ramingen van het kabinet. De stijging is niet €108 maar €334, en dat terwijl de collega van de minister, zijn staatssecretaris, op 11 december nog zei dat we mensen niet bang moesten maken. Want volgens staatssecretaris Keijzer is er niets aan de hand.
Voorzitter. Ik heb de volgende vragen.
Is de minister het met mij eens dat er twee fouten zijn gemaakt, zowel in de koopkrachtraming als in de raming voor de energierekening?
Is de minister het met mij eens dat door deze twee fouten bij de stijgende energierekening het kabinet zich niet houdt aan de belofte dat iedereen, of bijna iedereen, erop vooruit zou moeten gaan in 2019?
Kan de minister aangeven hoeveel mensen er nu op achteruitgaan door die stijgende energierekening?
De voorzitter:
Dan geef ik nu het woord aan de minister.
Minister Wiebes:
Voorzitter. Om begrijpelijke redenen noemde de heer Snels de naam van staatssecretaris Keijzer, maar ik wil even zeggen dat zij namens mij hier stond. Haar naam dient op geen enkele manier in verband te worden gebracht met dit dossier. Dus u zult het echt met mij moeten doen.
Heel veel huishoudens zijn onaangenaam verrast door de energietarieven voor 2019. Het kabinet heeft daar inderdaad eerder een uitspraak over gedaan, maar laat ik daar dan meteen helder over zijn. Ja, daarbij heeft het kabinet zich gebaseerd op de ramingen zoals die altijd gehanteerd worden, van het Planbureau voor de Leefomgeving, de NEV. Maar in alle eerlijkheid had het kabinet zich daar minder stellig moeten uitlaten, in de wetenschap dat de NEV-voorspellingen toen al meer dan een jaar oud waren en dat blijkbaar andere partijen in de markt wel voorzagen dat er voor het jaar daarop — nog niet toen, maar het jaar daarop — andere energietarieven zouden kunnen gaan gelden. Dus die stelligheid was onterecht.
Een van de dingen waar meteen wat aan gedaan moet worden, ik ben daar enige tijd geleden mee begonnen, is die enorme kakafonie van verschillende communicaties over de energierekening. Daar raken veel mensen van in verwarring. Dus het is van belang om die raming van de NEV 2017 waar we nu nog mee werken, te updaten. Ik heb dat twee weken geleden aan het Planbureau voor de Leefomgeving gevraagd, maar ik ben ook in gesprek gegaan met partijen als het Nibud, het CBS en de Vereniging Eigen Huis. We hanteren allemaal andere dingen en het Rijk gaat altijd uit van de NEV, maar het is wel helder dat het handig is om dat wat meer op elkaar te laten aansluiten.
Over de koopkracht, dat kan ik nu nog niet zeggen. Ik weet dit. Er is door het CPB uitgegaan van een inflatieverwachting. Die inflatieverwachting lijkt nog steeds daarmee in lijn. Dat zou betekenen dat weliswaar energie sterker gestegen is, andere dingen minder, maar in alle eerlijkheid, laten we daar niet op vooruitlopen. Laat ik nu even die stelligheid ook achterwege laten. Of dat werkelijk zo is, moeten we zien uit de CPB-cijfers van komende maand. Dan hoop ik ook die update van de energierekening van het Planbureau voor de Leefomgeving te hebben. Dus dan hebben we zowel één beeld van de ontwikkeling van de energierekening als de laatste inflatiecijfers en daarmee dus ook de laatste koopkrachtcijfers. Dus dan kunnen we een antwoord geven op de vragen van de heer Snels. Nogmaals, dat is allemaal prachtig maar daar hebben mensen thuis helemaal niks aan. Voorlopig zitten mensen met een energierekening en met energietarieven die hoger zijn uitgevallen dan ze dachten. In alle eerlijkheid zal ik daarbij zeggen: ook hoger dan het kabinet op basis van de PBL-ramingen dacht.
De heer Snels (GroenLinks):
Ik vind dat de minister wat laconiek is. Hij spreekt over verwarring, maar dit gaat over echte euro's die mensen nu jaarlijks en maandelijks op hun energierekening krijgen en die ook echt betaald moeten worden.
Minister Wiebes:
Zeker.
De heer Snels (GroenLinks):
En dat betekent — en daar gaf de minister geen antwoord op — dat de minister en het kabinet zich niet kunnen houden aan de belofte dat iedereen erop vooruitgaat. Er zullen in 2019 mensen, grote groepen mensen met vooral lagere inkomens, erop achteruitgaan en niet, zoals het kabinet met trots presenteerde bij de Miljoenennota, erop vooruitgaan. Ik heb de vraag al bij de Najaarsnota gesteld aan de minister van Financiën. Met hem hebben we dat debat gevoerd, bij de Najaarsnota maar ook daarvoor al bij het Belastingplan en bij de Miljoenennota. Wij hebben er toen ook voorstellen voor gedaan. Er is een motie aangenomen dat als de energierekening tegenvalt, het kabinet maatregelen gaat nemen om de energierekening te compenseren. Mijn vraag aan de minister is: aan welk type maatregelen denkt het kabinet? Kan dat nog voor 2019? Het gaat namelijk echt over dit jaar, over wat mensen nu betalen. Is de minister het met mij eens dat dit van belang is om ervoor te zorgen dat mensen, vooral met lagere inkomens, er in koopkracht op vooruitgaan en dat dit veel beter is voor het draagvlak onder het klimaatbeleid?
Minister Wiebes:
Voorzitter. De heer Snels weet als geen ander dat koopkrachtontwikkelingen echt niet alleen maar afhangen van de energierekening. De bredere inflatie is daar een punt. De bredere inflatieverwachting lijkt niet veranderd te zijn. Nogmaals, dat moeten we zien aan de ramingen van het CPB, zoals de heer Snels bijzonder goed weet. Dan weten wij wat de effecten zijn op de totale prijsontwikkeling en de effecten op de koopkracht. Dat is waar het telt. Dan kunnen we vaststellen hoe de koopkracht zich ontwikkelt ten opzichte van wat er eerder door het CPB geraamd is.
De heer Snels (GroenLinks):
Maar die koopkrachtraming was de eerste fout van het kabinet. Het CPB heeft zelf al aangegeven — dat is toegegeven door de minister van Financiën — dat de energiebelastingen en de bezuinigingen op de energiekorting niet goed in de koopkrachtplaatjes van het Centraal Planbureau zitten en dat lagere inkomens er meer op achteruitgaan dan het kabinet denkt. Dat wordt nu door de stijgende tarieven alleen maar erger, dus nog grotere groepen mensen zullen er uiteindelijk op achteruitgaan. Ik vrees dat het kabinet nu zijn derde fout maakt, na de koopkrachtplaatjes en de stijgende tarieven. De derde fout is: nu we zien dat de energierekening ook echt tegenvalt, mensen niet de zekerheid geven en geen helderheid geven dat die stijgende energierekening nog dit jaar, in 2019, zal worden gecompenseerd. Ik zou daar toch wel graag een antwoord op hebben, want dat is wel een aangenomen motie van deze Kamer.
Minister Wiebes:
De kern van de zaak is dat heel veel mensen onaangenaam verrast zijn door de hogere tarieven die zich in de markt hebben voorgedaan voor energie. Dat is de kern. De heer Snels weet verdomde goed dat het CPB over zijn eigen berekeningen gaat en niet het kabinet. Daar hebben wij even mee te leven. Er is volledige helderheid over wat waarin zit. Daar zitten geen verrassingen in. We weten ook dat wij de koopkracht pas beoordelen op het moment dat de koopkracht is berekend. Daar hebben we volgende maand een eerste zicht op. Dan zien we de inflatieontwikkeling en die zegt iets over de koopkracht. De heer Snels en ik zullen samen naar die grafiekjes kijken. Hij weet dat dat dan komt. Nogmaals, de kern van de zaak gaat niet over al deze statistiek. Het gaat over mensen thuis die onaangenaam verrast zijn door hun hogere energierekening. Dat vinden we hier allemaal.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Snels. Dan ga ik naar mevrouw Marijnissen namens de SP.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Wat hier vandaag gebeurt, is een grof schandaal. Dit kabinet liegt dat het barst. Hoe vaak hebben mensen al wel niet gehoord dat ze erop vooruit zouden gaan? Ook bij het aantreden van dit kabinet werd dat gezegd. Twee weken geleden nog stonden we hier in het grote klimaatdebat en heeft de SP voor de zoveelste keer een voorstel gedaan om de energierekening te verlagen. We werden weggehoond door de coalitie. Het was allemaal niet nodig, het viel allemaal reuze mee en iedereen zou gaan meeprofiteren van de groeiende economie; iedereen zou erop vooruitgaan. Wat wij zien ...
De voorzitter:
De vraag?
Mevrouw Marijnissen (SP):
... is dat de energierekening omhooggaat. Daar kom ik op, voorzitter. De huur gaat omhoog, de kosten voor de kinderopvang gaan omhoog, de btw op de boodschappen gaat omhoog en zo kan ik nog wel even doorgaan. En dit kabinet doet niets.
De voorzitter:
De vraag, mevrouw Marijnissen.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Onze eis aan het kabinet is: grijp in en verlaag de energierekening.
Minister Wiebes:
Het algemene koopkrachtdebat wordt gevoerd met ministers die daar veel meer van weten dan ik en dat zijn die van Financiën en SZW. We weten allemaal dat de btw, enzovoort, enzovoort, gewoon in die ramingen hebben gezeten. We weten niet — dat kunnen we echt niet vaststellen — of er nu ten opzichte van de inflatieramingen van eerst iets veranderd is. We weten van één portie iets, van de energierekening. Dat vind ik ernstig genoeg, want daar heb ik mee te maken. Het is de markt die daar hogere prijzen vraagt. Dat had het Planbureau voor de Leefomgeving niet voorzien en ik ook niet. We hebben ons daar als kabinet met een te grote stelligheid over uitgelaten. De raming bleek niet per se juist, maar het lijkt me te vroeg om nu vooruit te lopen op de CBP-cijfers van over een maand.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Dan is mijn concrete vraag aan de minister wat hij wel gaat doen. Hij kan hier toch vandaag niet wegkomen met een soort "foutje, bedankt"-houding? Ja, mensen zijn onaangenaam verrast door hun stijgende energierekening. Wij hebben een Meldpunt Energierekening — daar hebben we hier al heel vaak over verteld — waar massaal door mensen gemeld wordt dat die stijging gigantisch is. Dus nogmaals mijn vraag. De minister kan vandaag niet wegkomen met "foutje, bedankt". Hij moet ingrijpen. Is hij bereid om zijn fout en de fout van dit kabinet recht te zetten en mensen te compenseren voor die stijgende energierekeningen?
Minister Wiebes:
De energierekening stijgt. Dat is een serieuze zorg en die bespreek ik in het kabinet, maar daar kijken we niet alleen naar de energierekening. Het leven bestaat uit meer dan energie. Er zijn ook andere categorieën en daar krijgen we volgende maand meer zicht op. We krijgen ook een update van de energierekening. Daar heb ik twee weken geleden om gevraagd bij het Planbureau voor de Leefomgeving. Met die feiten in de hand dient dit in het kabinet besproken te worden. Maar mevrouw Marijnissen kan mij niet kwalijk nemen dat ik niet nu even in een vragenuur toezeggingen doe die op het terrein liggen van andere bewindslieden. Ik kan dus zeggen dat ik het serieus meeneem naar het kabinet — maar wel in breder verband en met alle cijfers bij de hand — maar ik ga niet in een vragenuur even mijn collega's voor het blok zetten. Dat kan ik niet doen.
De voorzitter:
Ik neem aan niet omdat het een vragenuur is.
Minister Wiebes:
Wel omdat de voorbereidingstijd daarvoor nogal kort is.
De voorzitter:
Ja, natuurlijk. Ik ga daar niet over in discussie, maar het is wel van belang dat ook in het vragenuur toezeggingen kunnen worden gedaan.
Minister Wiebes:
Zeker kan dat, maar dan doordacht en na overleg.
De voorzitter:
Goed. Dan de heer Van Rooijen namens 50PLUS.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Voorzitter. De minister van Economische Zaken had het over zijn collega's van Financiën en Sociale Zaken. Nou, die rekenen ook niet altijd even goed. Ik heb hier een bericht voor me van 2018 en wat krijgen we nou: "Koopkracht dáálde in economisch jubeljaar 2017". Dat heeft minister Koolmees op 17 mei 2018 verklaard. Dan krijgen we dus in het najaar, in oktober: minister Koolmees blundert met koopkrachtcijfers. En in januari en februari krijgen we nu: koopkrachtcijfers stellen teleur.
De voorzitter:
Ja?
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Wat ik hier zie, is dat de koopkrachtcijfers achteraf in 2017 zwaar tegenvallen en dat de koopkrachtcijfers in 2018 zwaar tegenvallen. Ik voorspel u: ze gaan dit jaar ook zwaar tegenvallen.
De voorzitter:
Wat is de vraag, meneer Van Rooijen?
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Mijn vraag is of de minister, als blijkt dat ik weer gelijk krijg, wil toezeggen — dat mag van de voorzitter — dat er een koopkrachtcorrectie komt, dit jaar nog, en niet alleen voor de energierekening, maar voor alle kosten in totaal die veel hoger uitvallen dan we gedacht hadden.
Minister Wiebes:
Ramingen komen niet altijd uit. De spreker zelf weet verdomde goed uit zijn verleden dat dat zo is. Ramingen zijn ramingen en geen feiten. Wij kijken permanent naar de koopkracht. De stijgende energieprijzen vallen velen koud op het dak en dat is een goed punt van gesprek in het kabinet, maar ik ga geen toezeggingen doen namens collega's en ook niet voordat ik weet of er daadwerkelijk een koopkrachtvraagstuk is, en dat weten we nu nog niet. We weten iets over één kostenpost en vermoedelijk wordt dat door andere kostenposten enigszins gecompenseerd. Daar lijkt het op in de inflatieverwachtingen, maar dat gaan we zien.
De heer Kops (PVV):
Voorzitter. In december stond ik daar, achter het spreekgestoelte, in het vragenuur, ook namens de PVV, en toen zei ik dat dit jaar, 2019, de energierekening met zeker €300 omhoog zou gaan. En toen stond daar, in vak-K, een staatssecretaris van EZK de boel te bagatelliseren. Ik werd een beetje weggezet als een gekke Henkie: het was allemaal niet waar. De cijfers kloppen niet, zei ze letterlijk. "We moeten de mensen niet bang maken." Maar wat blijkt nu? De cijfers kloppen wel degelijk. Dit jaar gaat de energierekening gemiddeld met €334 omhoog. Nu moet ook het kabinet dat schoorvoetend toegeven. Dan is de vraag: wat moeten mensen hier nou mee? Dit is een kabinet dat niets anders doet dan liegen, bedriegen, mensen voor de gek houden, en ondertussen gaan de lasten gigantisch omhoog! Mensen kunnen het gewoon niet meer betalen.
De voorzitter:
Goed. Dan geef ik ...
De heer Kops (PVV):
Heel veel mensen leven in energie-armoede. Dit kabinet heeft beloofd dat iedereen erop vooruit zou gaan.
De voorzitter:
De minister.
De heer Kops (PVV):
Wat komt daar nou in hemelsnaam van terecht?
De voorzitter:
Nou, we beginnen de week heel enthousiast.
Minister Wiebes:
De koopkrachtcijfers die regulier uitkomen, zullen ons het antwoord geven op die laatste vraag. Ja, ik heb hier eerlijk gezegd dat het kabinet zich te stellig heeft uitgelaten aan de hand van ramingen van het Planbureau voor de Leefomgeving die toen al best oud waren. Ik verzoek echt om mijn collega, de staatssecretaris, daarbuiten te houden en te spreken tot mij als portefeuillehouder. Zij heeft daar helemaal geen hand in gehad. De stelligheid van het kabinet was niet terecht. Wij baseerden ons op ramingen die toen al te oud waren. Of dat de koopkracht daadwerkelijk heeft aangetast gaan wij zien, maar daarbij speelt meer dan alleen maar energie. Dat weet de heer Kops bijzonder goed.
De heer Kops (PVV):
Wat een ongelofelijk slecht antwoord. Laat ik wel zeggen dat de staatssecretaris van EZK heeft geantwoord namens het hele kabinet ...
Minister Wiebes:
Zeker.
De heer Kops (PVV):
... dus ook namens deze minister. Dan kan de minister wel leuk verwijzen naar allerlei cijfers die nog moeten komen, maar daar hebben de mensen thuis helemaal niks aan. Hun is beloofd dat ze er allemaal op vooruit zouden gaan. Er komt helemaal niets van terecht. Dit kabinet doet niets anders dan liegen, bedriegen en de portemonnee van de burgers plunderen. Maar er komt een moment — dat zal zijn op 20 maart aanstaande — waarop de mensen kunnen gaan afrekenen. Dan bedoel ik niet de torenhoge energienota, maar dat ze dan eindelijk kunnen gaan afrekenen met dit vreselijke kabinet.
De voorzitter:
Dan ga ik naar de heer Stoffer namens de SGP.
De heer Stoffer (SGP):
Een paar weken geleden heeft minister Koolmees mij ook namens het kabinet nog nadrukkelijk verzekerd dat 97% van de mensen in Nederland er dit jaar op vooruitgaat.
De heer Sienot (D66):
96%.
De heer Stoffer (SGP):
97%. Hiernaast wordt 96% gezegd, maar het is 97%. Ik snap wat minister Wiebes aangeeft, namelijk dat er in de totale koopkracht veel meer parameters zitten, maar deze parameter is heel duidelijk: de energierekening valt tegen. Als deze parameter tegen blijft vallen en die 97% naar beneden haalt, is deze minister dan bereid om op dit punt, dat in zijn portefeuille zit, compensatie te plegen?
Minister Wiebes:
Ik zeg: dit valt veel mensen koud op het dak. Daar dient dus in het kabinet over gesproken te worden, maar wij blijven koopkrachtbeleid zien in het kader van het geheel en nooit op een categorie. Dus als er iets aan de hand is, dan moet dat besproken worden, maar dat is niet specifiek en exclusief aan de hand van de energierekening. Nogmaals, daarom kijken we naar de prijsontwikkeling van alle categorieën en kijken we wat een huishouden meer kwijt is aan allerlei dingen. Wij rekenen al die factoren mee ten opzichte van de raming en kijken dan wat er van de koopkracht overblijft.
De voorzitter:
Tweede vraag, meneer Stoffer.
De heer Stoffer (SGP):
Nou, een conclusie, voorzitter.
De voorzitter:
Nou, dat telt ook.
De heer Stoffer (SGP):
Mijn conclusie is dat ik hoor dat de minister zegt: op het moment dat het nodig is, dan zullen wij op de energierekening compenseren. Daar ga ik van uit en daar zal ik de minister ook aan houden. Dank.
De voorzitter:
Dan ga ik naar de heer Sienot namens D66.
De heer Sienot (D66):
Dit is echt een enorme miskleun, die het vertrouwen onder de doorrekeningen niet ten goede komt. Wij hebben daar veel vragen over. Wij zullen ook schriftelijke Kamervragen stellen, maar één zou ik hier graag willen stellen. We weten dat er onvoldoende rekening is gehouden met de actuele cijfers, het echte verbruik in 2018. Er is gerekend met een model over 2018. Wordt bij de doorrekeningen van het klimaatakkoord wel gerekend met de echte verbruikersdata en kunnen we er dus op vertrouwen dat daar op een goede manier voor mensen haalbare en betaalbare berekeningen uitkomen?
Minister Wiebes:
De doorrekening van het klimaatakkoord waar het gaat om de invloed op huishoudens zal niet zijn op het niveau van koopkracht maar van inkomenseffecten. Dat is namelijk over een periode van tien jaar goed te bekijken. Die inkomenseffecten zullen niet afhankelijk zijn van deze zaken. Bovendien zijn marktprijzen over een periode van elf jaar tot 2030 sowieso niet erg goed voorspelbaar, dus die lenen zich ook niet voor zulke dingen. Wat we gaan zien, zijn de inkomenseffecten zoals bepaald door het Centraal Planbureau voor verschillende types huishoudens. Dat wordt niet verstoord door deze discussie.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Bij mijn fractie is dit nieuws echt rauw op het dak gevallen. We vinden dit een ongelofelijke stommiteit. We balen hiervan. Ik merk ook dat er heel veel onrust is ontstaan in de samenleving. Dit is niet goed voor het vertrouwen van mensen in de overheid, maar ook niet voor het vertrouwen in de rekening voor energie en de energietransitie. Ik heb eigenlijk maar één vraag aan de minister: hoe gaan we ervoor zorgen dat burgers in ons land weer vertrouwen krijgen in de aanpak van deze overheid, dit kabinet, van klimaatverandering en de energietransitie? Voor mijn fractie is het altijd belangrijk geweest dat we dat sociaal en rechtvaardig doen. Met het nieuws van vandaag komt dat wel onder druk te staan. Dat is niet wat wij willen.
Minister Wiebes:
"Balen" vind ik het goede woord. Zo sta ik er ook in. Heel veel mensen in huishoudens zien hun energietarieven stijgen. Dat komt weliswaar niet door de overheid maar door de markt, maar dat maakt in euro's allemaal niet uit. Het zijn dezelfde euro's en het is dezelfde portemonnee. Ramingen kunnen ernaast zitten, maar vertrouwen kan mijns inziens alleen komen door steeds uit te gaan van de meest recente getallen, door recht te doen aan verschillen tussen huishoudens en door op die inkomenseffecten te letten, maar ook door eerlijk te zijn over de onzekerheden in die ramingen. Daar was de stelligheid van het kabinet denk ik te groot. Wij moeten steeds helder zijn over wat een feit is en wat een raming. Ramingen kunnen ernaast zitten en ik denk dat mensen thuis dat ook wel zullen begrijpen.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Die laatste woorden laat ik nog even tot mij doordringen, want het is wel een optelsom van heel veel verschillende extra kostenposten voor onze inwoners. Daarom komt dit allemaal ook zo ontzettend hard aan. Als je de verwachting hebt dat het minder hard stijgt, en dan stijgt het toch in deze mate, dan snap ik die zorgen van onze inwoners heel goed. Wij hebben die mensen ook allemaal aan de telefoon en op de mail; zij melden zich bij ons. Ik wil weten wat het kabinet hier straks aan gaat doen. Hier moet het kabinet echt wel een antwoord op hebben, want dit is voor ons niet acceptabel.
Minister Wiebes:
Er zijn twee dingen die ons laten zien wat er werkelijk aan de hand is, want we hebben echt maar een deel van het beeld. Het eerste is dat we het Planbureau voor de Leefomgeving om een update vragen als het gaat om de vraag hoe de energierekening er ten opzichte van een vergelijkbaar huishouden uitziet. Het tweede is dat we gaan kijken naar de totale prijsontwikkeling en koopkrachtgevolgen zoals we die volgende maand van het Centraal Planbureau krijgen. Dan is het bredere beeld zichtbaar en zien we of hier een vraagstuk met de energierekening speelt, hoe groot dat is en waardoor dat komt; of dat hier een vraagstuk met de bredere koopkracht aan de hand is. Afhankelijk daarvan ga ik dat bespreken met mijn collega's die over de koopkracht gaan en die daarvoor verantwoordelijk zijn. Dat is ook het moment voor mevrouw Mulder om haar oordeel te vormen.
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Er zijn sommen gemaakt op basis van oude gegevens. Dat mag natuurlijk echt niet gebeuren. Dit zorgt bij mensen thuis voor onrust en boosheid. Zij hebben heel veel vragen, en die snap ik. Die leven ook bij de VVD. Een heleboel vragen zijn hier al gesteld door collega's en wij zullen ze ook nog schriftelijk indienen. Natuurlijk willen we allemaal Nederland schoon doorgeven aan de generaties na ons, maar wel op een manier dat het betaalbaar en behapbaar is voor iedereen. Ik vraag me dan wel af of we dat op deze manier kunnen waarmaken. Is het betaalbaar? Ik zou heel graag van de minister willen weten hoe het kan dat die aannames en prognoses zo sterk afwijken van de huidige cijfers. Hebben we die marktontwikkelingen wel scherp? En nogmaals, wat betekent dit nou voor de doorrekening van het klimaatakkoord? Volgens mij moet er heel snel heel veel duidelijkheid komen.
Minister Wiebes:
De belangrijkste oorzaak is gewoon dat de markt andere tarieven vraagt. De tarieven voor 2019, voor zowel elektriciteit als gas, vielen tegen. Verder — daarom is het ook belangrijk om dat gesprek met het CBS te voeren — nemen het Planbureau voor de Leefomgeving en CBS een ander type huishouden met een ander verbruik. Dat scheelt best aanzienlijk. Dus we moeten nog even zien wat daar nu werkelijk aan de hand is, maar daar zullen zeker huishoudens bij zijn die deze verhoging van de kosten voor hun rekening nemen. Dat is aanzienlijk op jaarbasis. Voor de doorrekening van het klimaatakkoord betekent een kortetermijnstijging van energieprijzen nou ook weer niet alles. Wat we daar vooral zien, is dat de investeringslasten neerdalen in de samenleving. Dat is een belangrijk punt. Daarover gaan die kosten. Strikt genomen geldt: naarmate energie duurder wordt, worden investeringen in een energieneutraal huis natuurlijk alleen maar rendabeler. Maar laten we nou niet op dat effectje anticiperen.
Al met al is het belangrijk dat we laten zien — dat is gewoon ter beoordeling aan deze Kamer, dat is aan de politiek — dat bij een eventueel klimaatakkoord het voor de burger behapbaar wordt en dat inzichtelijk is welke huishoudens wat te verwachten hebben. Het zal iets kosten, maar wij streven er, zoals bekend, naar om zo veel mogelijk een woonlastenneutrale overgang naar een duurzame economie te krijgen.
De voorzitter:
Tweede vraag, mevrouw Yeşilgöz
Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik ben ervan overtuigd dat de minister het niet alleen wil laten zien aan de Kamer en aan de mensen thuis, maar vooral ook wil laten voelen dat het allemaal betaalbaar en behapbaar kan. Ik hoop dat we op basis van de juiste cijfers daar goed naar kijken. Ik geloof niet dat we dit nog een keer op deze manier mee kunnen maken.
Minister Wiebes:
Nee, dat is een heel belangrijk punt. Dat is een feit, ja.
De heer Moorlag (PvdA):
Wat de PvdA betreft kan de minister hier niet met zo'n slap keuvelend verhaal wegkomen. De afgelopen periode heeft het kabinet bijna unisono verklaard, zo trots als een kat met een haring in de bek, dat ten minste 97% van de Nederlanders erop vooruit zou gaan. Dat koopkrachtplaatje ligt nu echt helemaal aan gruzelementen. Mijn vraag aan de minister is: is hij bereid om maatregelen te treffen, bijvoorbeeld door het verlagen van de energiebelasting, om koopkrachtbehoud en koopkrachtverbetering te bewerkstelligen?
Minister Wiebes:
Daar heb ik net toch echt op geantwoord. Ja, dit valt huishoudens rauw op het dak. Of het voor de totale koopkracht iets betekent en voor de totale inflatie, dat gaan we nog zien. Dat zou kunnen, dat sluit ik allemaal niet uit. Maar naar één categorie kijken ... Het is echt nog te vroeg. Op basis van het beeld dat dan ontstaat, gaan we er in het kabinet over spreken, zoals wij trouwens altijd over koopkracht spreken. Maar nu een toezegging doen zonder enig overleg en zonder de juiste cijfers, vind ik echt te vroeg. We gaan de cijfers zien en dan kan de heer Moorlag samen met mij beoordelen wat er met de koopkracht aan de hand is.
De heer Baudet (FvD):
Ik hoorde de heer Wiebes net zeggen dat naarmate de energierekening hoger is, de besparing door het isoleren van je huis relatief groter is. Dat zou waar zijn als die energieprijs gebaseerd is op de daadwerkelijke kosten van de energie zelf. Alleen, die stijging komt natuurlijk door de verhoogde belastingen enzovoorts. Dat moet je zien als inkomensderving voor de overheid. Dat kun je dus niet als besparing zien, misschien wel voor de burger zelf, maar de samenleving als geheel betaalt dan alsnog een hoge prijs.
Minister Wiebes:
Deze toename die we hier zien tussen CBS en de NEV 2017 komt door de markt. Daar heeft de overheid niet de hand in gehad.
De voorzitter:
De heer Baudet, tweede vraag.
De heer Baudet (FvD):
Maar je kan de marktprijs als zodanig toch niet los zien van alle beleidsmaatregelen die de overheid neemt om de marktprijs te doen stijgen, zoals het sluiten van allerlei kolencentrales, allerlei subsidies en allerlei belastingen die bedrijven moeten betalen? Dat kun je toch niet isoleren? Je kunt toch niet zeggen: dat is een natuurfenomeen, die stijging van de energierekening? Het komt toch door het beleid dat u voert, het klimaatbeleid?
Minister Wiebes:
Ook de markt kent fluctuaties. Op zich leidt het feit dat je een bedrijf subsidieert nog niet tot een hogere gasprijs of een hogere elektriciteitsprijs.
De heer Wassenberg (PvdD):
Er is één ding nog volstrekt onduidelijk. Eind vorig jaar waren er twee energiebedrijven die zeiden: de energierekening gaat stijgen met €300 à €400; €340 werd genoemd. Nou zegt de minister: we hebben ons antwoord daarop gebaseerd op cijfers die niet meer kakelvers waren. Maar de Nationale Energieverkenning was op dat moment veertien maanden oud. Hoe is het mogelijk dat er bedrijven zijn die met cijfers komen en dat de staatssecretaris, namens de minister, met een papier wappert van veertien maanden oud en zegt "nee, veertien maanden geleden was de situatie echt heel anders"? Hoe is dat mogelijk?
Minister Wiebes:
Daar is de stelligheid te groot geweest. Er was een bandbreedte in verschillende voorspellingen over wat de energietarieven met ingang van 2019 zouden zijn. Het was toen nog geen 2019. Maar ik ben de eerste om te erkennen dat daar een te grote stelligheid was en dat er andere partijen waren die het meer bij het rechte eind hadden dan de raming op dat moment van het Planbureau voor de Leefomgeving, die inderdaad toen al oud was. Daar heeft de heer Wassenberg volkomen gelijk in. Daarom had wat minder stelligheid daarover het kabinet prima gepast.
De voorzitter:
Dank u wel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20182019-55-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.