7 Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

De voorzitter:

Ik stel voor zo dadelijk ook te stemmen over de aangehouden motie-Wassenberg/Van Kooten-Arissen (35000-I, nr. 8); de aangehouden motie-Van Meenen (34950-VIII, nr. 10) en de aangehouden motie-Kröger/Laçin (34950-XII, nr. 18).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Beertema van de PVV.

De heer Beertema (PVV):

Voorzitter, dank u wel. Ik verzoek om uitstel van stemmingen en om heropening van het begrotingsdebat. Dan gaat het om de stemmingen onder agendapunt 11, Stemmingen over moties ingediend bij Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019, en specifiek over het voornemen van de regering om de rente op de studieschuld van studenten te verhogen naar het niveau van de tienjarige rente in plaats van dat van de vijfjarige rente. Waarom doe ik dat? De positie van het CDA was en is cruciaal voor de uitkomst van het debat, en die is volstrekt onduidelijk geworden nu het CDA-congres van 3 november een resolutie heeft aangenomen die hetzelfde wil als de motie op stuk nr. 45 van de heer Özdil, mij en anderen. Dat verdient een nader debat.

De voorzitter:

Dat is goed. Dan ga ik even kijken of hier een meerderheid voor te vinden is.

De heer Futselaar (SP):

Voorzitter. Wat een goed idee!

De heer Van der Molen (CDA):

Voorzitter. De maatregel komt zelf ook nog in een plenair debat. Dat is daarna. Ik denk dus niet dat het nodig is om de begrotingsbehandeling over te doen, omdat we al met elkaar gaan debatteren over dit specifieke voorstel. Mijn voorstel zou dus zijn om niet langer te wachten met de behandeling van de begroting Onderwijs, want we komen hier nog over te spreken.

De voorzitter:

Dus geen steun?

De heer Van der Molen (CDA):

Geen steun.

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Steun.

De heer Krol (50PLUS):

Steun.

De heer Van Meenen (D66):

Ik ben het eens met de heer Van der Molen, althans dat er geen uitstel moet komen.

Mevrouw Tielen (VVD):

Geen uitstel, geen steun.

De heer Van Raan (PvdD):

Steun, voorzitter.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Steun voor het voorstel van de heer Beertema.

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter. Ik begrijp dat het gebeuren bij het CDA diep ingrijpt in het leven van collega Beertema, maar dat is geen aanleiding om het debat te heropenen.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Geen steun.

De heer Kuzu (DENK):

Wel steun.

De heer Baudet (FvD):

Geen steun.

De voorzitter:

U heeft geen meerderheid, meneer Beertema, dus we gaan gewoon stemmen.

De heer Beertema (PVV):

Dat is jammer, voorzitter, want dit debat dient niet in de beslotenheid van een CDA-congres gevoerd te worden, maar hier in de plenaire zaal.

De voorzitter:

Dank u wel. Dank u wel, meneer Beertema. We gaan stemmen.

De heer Beertema (PVV):

Voorzitter ...

De voorzitter:

Het debat is al geweest! Heeft u nog een verzoek?

De heer Beertema (PVV):

Dan verzoek ik in ieder geval om een hoofdelijke stemming over de motie op stuk nr. 45. Misschien zijn er nog CDA-leden die hun eigen partijdemocratie wel willen volgen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Beertema!

Dan mevrouw Ouwehand namens de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Ook ik heb het plan opgevat om over een aantal moties hoofdelijk te stemmen, maar dat wil ik graag op een ander moment doen. Voor nu hou ik ze dan aan. Onder agendapunt 13, Stemmingen over moties ingediend bij het VSO Integrale risicoanalyse pluimveevleesketen, gaat het om de motie op stuk nr. 532. Bij de stemmingen onder agendapunt 14, Stemmingen over moties ingediend bij de Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2019, gaat het om de moties op de stukken nrs. 43, 44, 47, 48 en 49.

De voorzitter:

Ja, we moeten allemaal opletten.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja! En onder agendapunt 16, Stemmingen over aangehouden moties ingediend bij het notaoverleg over de initiatiefnota van het lid De Groot over een duurzame toekomst voor vis en visser, gaat het om de motie op stuk nr. 30. Die wil ik voor nu aanhouden. Dank u wel.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor haar motie (26991, nr. 532) aan te houden. Op verzoek van de heer Wassenberg stel ik voor zijn motie (35000-VII, nr. 30) aan te houden. Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor haar moties (35000-XIV, nrs. 43, 44, 47, 48 en 49) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dank u wel. En over de motie op stuk nr. 45 onder agendapunt 11 gaan we dus hoofdelijk stemmen.

De heer Madlener.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter. Ik zou graag mijn motie op stuk nr. 13 onder agendapunt 14 willen aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Madlener stel ik voor zijn motie (35000-XIV, nr. 13) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven