2 Vragenuur: Vragen Bouali

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Bouali aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht "Trump komt met hoge heffingen op importstaal, bruuskeert handelspartners".

De voorzitter:

Wij beginnen met de vragen van de heer Bouali namens D66 aan de minister over het bericht dat Trump met hoge heffingen komt op importstaal. Het woord is aan de heer Bouali.

De heer Bouali (D66):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. D66 heeft er vaak voor gewaarschuwd: protectionisme. Als je je als land terugtrekt achter de dijken en doet alsof je alleen staat in de wereld, dan houd je mensen echt voor de gek en dat niet alleen. Je brengt ook schade toe aan je economie, aan je werkgelegenheid en aan het imago dat je hebt in de wereld. Dat geldt voor het handelsland Nederland, maar dat geldt helemaal voor een groot land als de Verenigde Staten. Dan zijn de consequenties voor dit soort protectionisme zelfs wereldwijd voelbaar en ronduit schadelijk.

Dat wordt pijnlijk duidelijk nu Trump heeft aangekondigd hoge tarieven te willen heffen op de import van niet-Amerikaans staal. Dat heeft namelijk grote consequenties, mevrouw de voorzitter. Niet alleen voor China en Europa, die al met tegenmaatregelen dreigen, maar ook voor Nederland zelf. Gisteren kreeg de kersverse Amerikaanse ambassadeur al bezoek van de Nederlandse staalindustrie. Doe het niet, was de boodschap. Doe het niet. In Nederland wordt namelijk veel staal gemaakt voor de Amerikaanse auto- en vliegtuigindustrie. Daar zijn banen mee gemoeid en daar zijn grote inkomsten mee gemoeid. De ambassadeur schijnt te hebben gezegd dat hij de zorgen van de Nederlandse sector zal overbrengen aan president Trump. Dat is mooi, maar het is de vraag of dat ook helpt.

Mijn vraag aan de minister is allereerst: is zij het met D66 eens dat protectionisme, zeker van dit kaliber, ons echt nergens brengt? Is de minister ook bereid om zelf met de Amerikaanse ambassadeur om de tafel te gaan zitten om duidelijk te maken dat deze maatregelen in niemands belang zijn? En in het bijzonder niet in het belang van Nederland dat, laat dat duidelijk zijn, helemaal geen staal dumpt in Amerika, zoals andere landen dat wel schijnen te doen.

Mevrouw de voorzitter. Dit waren mijn vragen in eerste instantie.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de minister.

Minister Kaag:

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Dank aan de heer Bouali voor zijn pertinente vraag. Om even een paar feiten te benoemen: we hebben natuurlijk als kabinet kennisgenomen van de aankondiging van president Trump. Het is belangrijk om te onderstrepen dat het besluit nog niet is genomen. Het is een besluit tot besluitvorming. We hebben al een aantal stappen gezet, multilateraal en bilateraal. Op hoog ambtelijk niveau is er contact geweest met onze ambassadeur en een aantal EU-collega's. Ook hier is er al contact geweest met de Amerikanen voor de aankondiging die zojuist is gedaan door president Trump. Ik ga zelf met mijn Amerikaanse collega Wilbur Ross spreken. Ik heb natuurlijk ook contact met de Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra.

Het is belangrijk dat de EU-handelsministers vorige week in Sofia al een duidelijk besluit hebben genomen ten aanzien van de voorstellen die de Commissie heeft gedaan. Dat was een van de belangrijke thema's die vorige week in de handelsraad zijn besproken, namelijk wat te doen in het geval dat Amerika zou overgaan tot bijvoorbeeld protectionistische maatregelen zoals deze. Zoals u weet, heeft commissaris Malström op aandringen van Nederland en met steun van bredere EU-lidstaten een aantal maatregelen aangekondigd mocht Amerika inderdaad overgaan tot dit besluit. Dat is natuurlijk het aankaarten hiervan bij de WTO. We willen ons nog ver houden van vrijwaringsmaatregelen, maar wij gaan wel kijken welke mogelijke retaliatiemaatregelen genomen zullen moeten worden. Wij zijn tegen protectionisme. Dat wordt landsbreed gesteund. Nederland heeft juist voordelen bij eerlijke vrijhandel. Wij staan dat ook voor binnen de Commissie en bij de WTO. Wij vinden het ook belangrijk om nog eens uit te leggen dat juist de EU en in dit geval Nederland nu het gaat om de staalsector, dus de verkeerde bondgenoten, mogelijkerwijze gestraft zullen worden, mocht Amerika tot deze maatregelen overgaan. Dumping is namelijk een gedeeld probleem. We zijn het wellicht eens over sommige delen van de problematiek die president Trump probeert te benoemen, maar de voorgestelde maatregel straft juist diegenen die hierin een bondgenoot kunnen zijn. De verkeerden worden gestraft, met name inderdaad de Nederlandse staalindustrie en Tata in het bijzonder, dus vindt een escalatie plaats in de vorm van maatregelen en diplomatieke stappen, maar escalerend, want we blijven natuurlijk ook in dialoog met een heel belangrijke bondgenoot, de Verenigde Staten.

De heer Bouali (D66):

Ik ben heel blij met de antwoorden van de minister. Ik ben ook blij te horen dat zij bereid is stevige gesprekken te voeren met de Amerikaanse ambassadeur — en ze heeft ook contact met de VS-minister — om de Nederlandse belangen in ieder geval glashelder over te brengen.

Het tweede mogelijke gevolg van deze radicale actie is minstens net zo beangstigend: de effecten die dit protectionisme kan hebben op het wereldniveau in totaal. Trump ontketent met zijn America First misschien wel de meest gevaarlijke handelsoorlog in de recente geschiedenis. Wat D66 betreft moeten we daarom nu al het hoofd koel houden. Nederland heeft als handelsnatie helemaal niets aan een handelsoorlog. We hebben onze welvaart juist te danken aan vrijhandel en een open economie. We moeten ons niet verlagen tot het niveau van de populistische streken van president Trump, waarmee hij ondoordacht en rücksichtslos de belangen van zijn eigen land en van zijn bondgenoten op het spel zet. We zien al dat het verzet binnen Trumps eigen partij groeit en groeit. We moeten ons dus ook niet nodeloos uit de tent laten lokken. Hoe beoordeelt de minister in dat licht de reactie van de voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, die vrijwel meteen dreigde met allerlei tegenmaatregelen? De minister ging daar net al kort op in, maar ik zou graag nog wat willen uitzoomen. Is de minister het met D66 eens dat we als Europa nu niet nodeloos olie op het vuur moeten gaan gooien, maar juist weloverwogen stappen moeten ondernemen om een handelsoorlog te voorkomen? Wil zij die boodschap ook overbrengen aan Juncker en de zijnen?

Minister Kaag:

Ik denk dat ik de stappen net al heb benoemd. Die zijn specifiek en verhouden zich tot de sector. Het bredere verhaal vraagt natuurlijk om een buy-out uit een breder multilateraal systeem, onder andere het vrijhandelssysteem van de VS. Als je kijkt naar het Appellate Body en andere mechanismen binnen de WTO, dan werken wij natuurlijk vooral ook via EU-Commissaris Malmström en het geheel van de EU om onze boodschap en zorgen uit te dragen: bescherming van het vrijhandelssysteem, bescherming van het regelsysteem dat zo zorgvuldig is opgebouwd, verbetering van de WTO en natuurlijk inderdaad voorzichtige dialoog met heldere stappen. Retaliatie is een optie, maar er moet altijd weer gekalibreerd worden. Ik denk dat ik heb uitgelegd wat de Commissaris nu heeft besloten, met de steun van Nederland. Maar zoals ik ook zei, zijn we nog in gesprek. Dialoog is heel belangrijk. Binnen de Amerikaanse Republikeinse Partij gaan nu juist veel stemmen op die hun zorg uitspreken en hun eigen oppositie uitspreken tegen het mógelijke besluit. We moeten zorgen dat we een eindbesluit kunnen voorkomen. Dat is de eerste inzet. En natuurlijk moeten we niet onverhoeds onnodige schade in de gemeenschappelijke belangen en betrekkingen oplopen.

De voorzitter:

Dank u. Meneer Bouali, tot slot?

De heer Bouali (D66):

Nee hoor, mevrouw de voorzitter. Dat was het.

De voorzitter:

Dank u wel. U mag weer gaan zitten. Dan ga ik naar mevrouw Becker van de VVD.

Mevrouw Becker (VVD):

Wat kan dit naar de inschatting van de minister gaan betekenen voor het Nederlandse bedrijfsleven? Hoe betrekt zij een bedrijf als Tata Steel bij haar inzet? Ik krijg geluiden vanuit het Nederlandse bedrijfsleven dat we op zijn minst zouden moeten proberen om een uitzondering te bedingen voor Nederland als land of anders, als dat niet lukt, voor specifieke producten. Want er zijn alleen bij Tata Steel al 2.000 banen mee gemoeid. Kan de minister daarop ingaan?

Minister Kaag:

Zoals ik eerder zei, kijken we eerst naar dialoog. Het is denk ik niet gepast om publiekelijk alle ideeën die we nu hebben, te etaleren. We hebben op hoog ambtelijk niveau al contact gehad met Tata. Tata Steel heeft ook een aantal Kamerleden en onszelf benaderd. Dat is ook heel goed, want we hebben alle informatie nodig die kan helpen. We zijn ons er acuut van bewust welke banen mogelijkerwijs op het spel staan. Dat is natuurlijk een punt van grote zorg. Wij nemen dit serieus.

Wij gaan bilateraal en via de Commissie op het hoogste niveau in gesprek met de Amerikanen om te benadrukken dat de nationale veiligheidsregel niet van toepassing is. Die wordt verkeerd toegepast in de argumentatie. Dat is publiekelijk gesteld, ook door mijzelf. Ten tweede benadrukken we dat de bondgenoten die juist samen willen optrekken tegen dumping en de effecten daarvan, die ook Europa treffen, die samen moeten tegengaan, maar dat wij niet onbedoeld het slachtoffer of het kind van de rekening willen worden. We kunnen ook opkomen voor uitzonderingen voor Tata. Daar is natuurlijk een bereidheid toe, maar je moet het zien in het scala van de gesprekken. We zijn nu nog in fase één. We willen juist met de Amerikanen, de Republikeinen en anderen, optrekken om ervoor te zorgen dat dat besluit überhaupt de dag niet zal zien.

De voorzitter:

De tweede aanvullende vraag, mevrouw Becker.

Mevrouw Becker (VVD):

De VVD heeft in mei 2017 al vragen hierover gesteld, toen president Trump zijn onderzoek aankondigde. Inmiddels lijkt het bewaarheid te worden dat er zich een handelsoorlog kan ontvouwen met effecten voor verschillende sectoren. Het voert te ver voor het vragenuur om nu naar al die effecten te vragen. Wij hebben daar schriftelijke vragen over gesteld. Gelet op de actuele ontwikkelingen, vraag ik of de minister haar best kan doen om die binnen een week of twee te beantwoorden, zodat wij als Kamer hier eventueel nog een uitgebreider debat met de minister over kunnen voeren.

Minister Kaag:

Niet alleen mijn best; het zal gedaan worden.

De heer Amhaouch (CDA):

Dit is nu al een tijdje aan de gang. Voor het bedrijfsleven is het meest cruciale dat er onzekerheden bestaan. Het CDA heeft een tijdje terug vragen gesteld over Bombardier, de Canadese vliegtuigbouwer waar heel veel Europese en ook Nederlandse toeleveranciers in zitten. De Amerikaanse rechter heeft daarvan gezegd: die importheffingen van 300%, dat mag niet. Nu hebben we het volgende punt, de staalheffingen. Natuurlijk kan de Nederlandse regering eens een keer bij de ambassadeur langsgaan en koffie drinken, maar ik denk dat dat niet voldoende is. De vraag aan de minister is: wanneer trekken we dit groter en gaan we dit op WTO-niveau of op een ander niveau serieus bespreken met de Amerikanen, zodat we niet elke week zo'n akkefietje hebben met de Amerikanen? Dit brengt grote onzekerheid mee voor het bedrijfsleven.

Minister Kaag:

Ik wil even het beeld van diplomatie en internationale betrekkingen rechtzetten. Dat is niet een kopje koffie drinken met elkaar, maar dat is niet de bedoeling van de heer Amhaouch.

Ik heb een telefoongesprek met mijn Amerikaanse evenknie, Wilbur Ross. De Amerikaanse ambassadeur is hier de vertegenwoordiger van zijn land, maar wij spelen het veel hoger, ook via het Congres. Europese Commissaris Malmström heeft een heel strakke, harde lijn getrokken. Ik ben het met u eens: dit is geen kwestie van lange adem, maar een kwestie van kortetermijnreacties. Ik denk dat de lijn die is gesteld door de Commissie heel helder is. Wij kijken natuurlijk ook duidelijk naar retaliatie. Wij kijken ook naar vrijwaringsmaatregelen. Het zijn parallelle stromen. Voor Nederland is de inzet uiteindelijk bescherming van Nederlandse banen en Nederlandse sectoren. Binnen WTO-verband hebben we echter een aantal grote problemen in het multilateraal overleg met de Amerikanen, omdat er op dit moment niet eens consensus is over het Appellate Body, om het zo maar te noemen. Wij trekken één lijn binnen de EU en we steunen de Europese Commissaris volledig.

De voorzitter:

Meneer Amhaouch, even voor de helderheid. Dit is de tweede aanvullende vraag. Als u dat doet, heeft de fractie verder geen … Oké. Ja, ik weet hoe dat gaat: dan krijgt u ruzie in de fractie. Dan de heer Azarkan.

De heer Azarkan (DENK):

Scherpe vragen van de heer Bouali. Maar volgens mij was dat maar de helft, want Amerika is vorig jaar al begonnen door bedrijven die exporteren fiscale voordelen te geven. Volgens mij heeft de WTO dat veroordeeld. Daar heeft Amerika zich nog niks van aangetrokken. Als het goed is, is Europa nu begonnen met het opleggen van sancties: beginnen met 5% en vervolgens elke maand 1%. Hoe kijkt u aan tegen die maatregelen van de Europese Unie? Leiden die niet tot de handelsoorlog die de minister wil voorkomen?

Minister Kaag:

Nee. Wat de Europese Unie in dit geval doet — ik kom zo terug op uw specifieke casus — is juist het gesprek aangaan en aankondiging doen van wat er zal komen, maar wij spelen dit in eerste instantie via de WTO. De EU, daaronder dus ook Nederland, speelt het juist via de internationale regels van het handelsspel. Deze aankondiging van een mogelijk besluit — het is nog niet genomen — zal inderdaad een eerste aanzet zijn voor een crisis in het internationale stelsel en dus de tendensen van protectionisme nog verder versterken. Daar zijn we niet voor. Iedereen heeft daar schade van. Wij ook, wij juist als internationaal handelsland. De sancties door de Europese Commissie genomen, zullen ongetwijfeld in het kader van de WTO zijn genomen, maar ik moet me even laten inlichten over welke casus u het precies heeft. Als u mij een voorbeeld kunt geven van de sector en het tijdpad, kom ik daar graag in tweede termijn op terug.

De voorzitter:

Er is geen tweede termijn, maar misschien op een ander moment. Als u een casus heeft, meneer Azarkan, kunt u dat die gewoon doorgeven.

De heer Azarkan (DENK):

Ik stel voor dat we hier een keer uitgebreid over debatteren, maar volgens mij gaat het 1.600 producten, vanaf aanstaande maandag.

De voorzitter:

Dank u wel.

Naar boven