3 Vragenuur: Vragen Fritsma

Vragen van het lid Fritsma aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het bericht "Straffeloos in de fout" inzake het vrijlaten/niet vervolgen van asielzoekers die misdaden plegen. 

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. We weten natuurlijk dat dit kabinet helaas alle immigratie- en asielrecords heeft gebroken die er zijn. Daarmee is onze samenleving opgezadeld met een enorme criminaliteitsgolf. Asielzoekers trekken rovend door onze steden en dorpen. We zien de meest schokkende verkrachtingszaken met daders uit Somalië, Syrië of Sudan en in en rond asielzoekerscentra vindt ook heel veel geweld plaats. De Telegraaf wist onlangs na langdurig getrek cijfers over al deze ellende boven water te krijgen. Gebleken is onder meer dat in de eerste negen maanden van vorig jaar maar liefst 20.000 vreemdelingen door de politie zijn aangehouden en dat bijna 10.000 vreemdelingen met een verblijfstitel werden verdacht van het plegen van een strafbaar feit. Die cijfers zijn al een hele tijd bekend, maar vreemd genoeg nooit eerder door het kabinet verstrekt, ook niet na herhaalde vragen van de PVV over deze problemen. Waarom zijn die cijfers zo lang onder de pet gehouden, is mijn eerste vraag. 

Nog belangrijker is natuurlijk de aanpak van het probleem. Uit de vrijgekomen informatie bleek dat het voorkomt dat criminele asielzoekers niet worden vervolgd en dus gewoon wegkomen met hun wangedrag. Hoe kan dit? Dit mag natuurlijk nooit en te nimmer gebeuren. 

Verder moet er eindelijk een volledige asielstop komen, zodat de import van onveiligheid ook ophoudt. 

Last but not least moeten criminele vreemdelingen na het uitzitten van hun straf altijd uit Nederland worden verwijderd. Juist op dat punt krijgt het kabinet, ondanks heel veel mooie praatjes, vrijwel niets voor elkaar. Deze staatssecretaris kiest er zelfs voor om overlastgevende asielzoekers in een apart opvangcentrum te plaatsen met extra begeleiding, in plaats van hen het land uit te zetten. Dat is onbegrijpelijk. 

Graag wil ik op al deze punten een reactie. 

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Voorzitter. Dat geeft mij de gelegenheid om vooral dingen recht te zetten, moet ik eerlijk zeggen. Een aantal zaken van de heer Fritsma kloppen gewoon niet. Hij vraagt waarom die cijfers niet zijn gegeven. Ik heb in april nog de laatste incidentenmonitor naar de Kamer gestuurd. Daar was weinig belangstelling voor, maar ik heb hem wel gestuurd. Daarin staat een volledig beeld van alle incidenten. Dat schetst een veel breder beeld dan de cijfers die nu via een WOB-verzoek aan De Telegraaf zijn verstrekt. 

Daarnaast heeft de heer Fritsma het over 10.000 vreemdelingen en linkt hij dat aantal aan asielzoekers. Daar ga ik wel van uit, anders had hij de vraag niet aan mij gesteld. Het gaat bij die 10.000 echter om alle vreemdelingen, dus asielzoekers, statushouders, mensen die hier regulier verblijven en ook toeristen in Amsterdam die de fout in zijn gegaan en zijn aangehouden. Er moet hier niet het beeld worden geschetst alsof het asielzoekers zijn die voor de hoge aantallen zorgen. 

Verder is het beleid de afgelopen jaren op dit punt juist gericht op een stevige aanpak en op transparantie hierover. Daarom sturen we iedere zes maanden totaaloverzichten van meldingen van zowel politie als COA, zelfs op het niveau van een asielzoeker die een brandmelder afdekt, wat ook niet hoort. Dat hebben we aan de Kamer gemeld. Die overzichten zou ik gebruiken om de discussie te voeren, omdat die zeer zorgvuldig tot stand zijn gekomen en een volledig beeld geven. 

We hebben samen met het lokaal bestuur gericht gekeken naar de vraag welke maatregelen aanvullend op het strafrecht ingezet kunnen worden om overlast te beperken. We hebben asielprocedures versneld voor mensen uit veilige landen die meer dan gemiddeld voor overlast zorgen. We hebben de Dublinprocedures kunnen versnellen om die lui naar Duitsland, Italië of welk land dan ook waarin ze geregistreerd staan, terug te kunnen sturen. We hebben de opvang ontzegd aan veiligelanders die niet onder Dublin vallen, we hebben mensen eerder in vreemdelingenbewaring gesteld, we hebben de financiële terugkeerondersteuning beëindigd en versoberd en we hebben de lat om iemand te kunnen weigeren voor asiel of om de asielvergunning zelfs in te trekken nadat iemand is veroordeeld door de rechter flink verlaagd, waardoor we dat nu eerder kunnen doen. 

De heer Fritsma (PVV):

Tot zover de theorie, nu de praktijk. Uit diezelfde lijstjes die de staatssecretaris naar de Kamer heeft gestuurd, blijkt dat over het hele vorige jaar slechts negen vreemdelingen zijn uitgezet naar het land van herkomst vanwege gepleegde misdrijven; negen! Dat is een schokkend laag aantal. Deze staatssecretaris staat met droge ogen te beweren dat het zo goed gaat met het aanpakken van deze problemen. De praktijk is hard. De praktijk is dat hij van Nederland een paradijs hebt gemaakt voor criminele vreemdelingen. Vrijwel alle criminele vreemdelingen mogen hier blijven. Sterker nog, de staatssecretaris heeft er beleid van gemaakt om criminele asielzoekers zelfs een verblijfsvergunning te geven. Alleen als ze zes maanden gevangenisstraf of meer hebben gekregen, weigert hij de asielvergunning. Kun je nagaan! Als een asielzoeker in Nederland komt en een misdrijf pleegt en vijfeneenhalve maand de gevangenis indraait, staat de staatssecretaris klaar met een verblijfsvergunning. Hoe kan hij dit wanbeleid verdedigen? 

Wat die informatie betreft het volgende. Feit blijft dat ook de PVV jaar in, jaar uit heeft gevraagd hoe het zit met criminaliteit onder migranten en asielzoekers. Het antwoord is steevast: het wordt niet zelfstandig geregistreerd. Wat gebeurt er na de verkiezingen? Er worden 2.000 bladzijden over deze problemen naar De Telegraaf en naar de Kamer gestuurd. Dat komt het kabinet waarschijnlijk goed uit — na de verkiezingen — maar de staatssecretaris moet deze zaak hier niet goedpraten, hij kan beter zijn excuses aanbieden. Immers, dit is wel degelijk onder de pet gehouden. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Wat de heer Fritsma hier verkondigt, is volstrekte onzin. Het heeft niks met de verkiezingen te maken. Voor de verkiezingen ben ik begonnen met het verstrekken van die lijsten, waar alle incidenten op staan. Dat geeft dus een veel breder beeld. Dat heb ik tot drie keer toe gedaan. Ik heb het niet gedaan omdat ik er populair mee werd, maar omdat ik vind dat mensen in Nederland het recht hebben te weten wat de feiten zijn. Er is nog steeds geen landelijk overzicht waarin bij iedere aanhouding wordt bijgehouden of iemand een vreemdeling is en wat zijn achtergrond is. Wel wordt bijgehouden of iemand een vreemdeling is in de brede categorie, namelijk van asielzoeker tot en met toerist. Wat door de politie aan De Telegraaf verstrekt is, is prima. Dat zijn cijfers van een beperkte periode waarin wordt ingezoomd op de problematiek om de betere aanpak die ik net heb genoemd en die we ook hebben ingesteld, vorm te kunnen geven. 

Dat de heer Fritsma zegt dat het slecht is dat er maar weinig mensen zo crimineel zijn dat hun verblijfsvergunning is ingetrokken, vind ik raar. Het is juist de bedoeling dat mensen niet crimineel zijn en niet dermate de fout ingaan waardoor je die sanctie op kunt leggen. Verder word je voor de verblijfsvergunning niet beoordeeld op hoe je je gedragen hebt. Het kan een voorwaarde zijn om de verblijfsvergunning niet te verstrekken, maar er wordt bekeken of iemand een vluchteling is. Als iemand geen vluchteling is, krijgt hij sowieso geen asielvergunning. Als hij dat wel is en de fout in gaat, dan tellen we alle voorwaardelijke straffen en verschillende vonnissen bij elkaar op. Zelfs taakstraffen rekenen we terug naar de waarde van een tijdstraf. Als het opgeteld boven de zes maanden komt, zullen we de verblijfsvergunning weigeren of intrekken. 

De voorzitter:

Tot slot, mijnheer Fritsma. 

De heer Fritsma (PVV):

Met alle respect, maar dit zijn non-antwoorden. Er zijn slechts negen vreemdelingen uitgezet over het hele vorige jaar. Dat komt omdat de staatssecretaris zelfs asielzoekers die vijf maanden in de gevangenis hebben gezeten, een verblijfsvergunning geeft. Waarom geeft hij dat niet gewoon toe? Het is toch onuitlegbaar dat hij zelfs criminele asielzoekers een verblijfsvergunning geeft? Dat zijn de feiten. Ik zie dat ik bijna door mijn tijd heen ben, voorzitter. 

De voorzitter:

U bent al door uw tijd heen. 

De heer Fritsma (PVV):

Verder vind ik het vreemd dat de staatssecretaris alles goedpraat, variërend van het geven van verblijfsvergunningen aan criminelen tot het punt dat die 2.000 bladzijden met feiten pas na de verkiezingen aan de Kamer worden verstrekt. De staatssecretaris zou moeten kiezen voor het belang van de Nederlandse burger, niet voor het laten doorgaan van de massa-immigratie, niet voor een situatie waarin hij vreemdelingen hun gang laat gaan. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Het zijn feiten. Dat het non-antwoorden zouden zijn, zegt meer over de wensen die achter de vragen van de heer Fritsma liggen. Er zijn veel meer dan negen criminele vreemdelingen uitgezet. Ook dat publiceren we maandelijks op de website. Het lage aantal hangt misschien samen met het feit dat die maatregel voor verlaging van de drempel om te kunnen intrekken vorig jaar is ingegaan. Dan moet je niet met cijfers van de oude situatie aankomen en zeggen dat het beleid niet werkt. Dat hebben we juist versterkt en aangescherpt in het belang van de Nederlandse samenleving. Er worden veel meer vreemdelingen met een criminele achtergrond uitgezet dan de heer Fritsma hier doet vermoeden. Dat publiceren wij elke maand. 

Mevrouw Buitenweg (GroenLinks):

Ik vind het zeer prettig dat de staatssecretaris zich op allerlei feiten beroept. Ik zou willen weten of het feitelijk klopt wat uit het artikel in De Telegraaf bleek. Worden mensen niet vervolgd voor misdrijven, omdat dit de uitzetting in de weg zou staan? Zou het niet beter zijn om altijd tot vervolging over te gaan en daarna eventueel uitzetting te laten volgen? Klopt het dat die uitzetting verhindert dat mensen vervolgd worden voor misdrijven begaan in Nederland? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Niet categorisch. Er is geen beleid om geen vervolging in te stellen. Per individu vergelijken het OM en de Dienst Terugkeer en Vertrek wel hun dossiers. Dan kan het zijn dat iemand uitzetbaar is, maar vervolgd wordt voor iets zwaars. Dan kan besloten worden om de uitzetting niet te doen en de vervolging in te gaan. Je kunt je in theorie ook voorstellen — in de praktijk trouwens ook vrij makkelijk — dat iemand voor vrij lichte vergrijpen geregistreerd staat bij het OM, bijvoorbeeld winkeldiefstallen. Als we een Dublinclaim hebben, moeten we kiezen tussen iemand vervolgen voor de winkeldiefstal, waarna je hem als Nederland aan je getrokken hebt en hij hier blijft na zijn straf, of gebruikmaken van de tijdspanne die we hebben en ervoor zorgen dat die persoon uit de Nederlandse samenleving vertrekt. Dan zijn we waarschijnlijk beter af dan wanneer we hem hier hadden gehouden en wel hadden bestraft voor het lichte vergrijp. We zoeken hoe we die twee dingen samen kunnen laten gaan, maar het kan in de praktijk voorkomen dat de samenleving beter af is bij snelle uitzetting. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik was teleurgesteld toen ik las dat de politie ingewikkeld heeft gedaan over het verstrekken van die gegevens. Daar is later een verklaring voor gegeven, maar die nam mijn teleurstelling niet weg. Ik wil verdergaan op de vraag die mevrouw Buitenweg stelde. In het artikel staat dat er deels niet wordt uitgezet vanwege vervolging. Kan de staatssecretaris vandaag, of wellicht later uitgebreid schriftelijk, ingaan op de vraag in welke situaties dit gebeurt? De frustratie van veel politieagenten is nu juist dat er wel wordt gekozen om niet te vervolgen vanwege mogelijke uitzetting, maar dat de uitzetting vervolgens niet rond komt. Dan gaat het twee keer mis, voorzitter. U en ik worden ook op de bon geslingerd en vervolgd als wij de fout in gaan en dat moet zeker ook gelden voor mensen die als vreemdeling in ons land zijn. 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ik deel de teleurstelling van mevrouw Keijzer. De politie had in eerste instantie in lijn met de transparantie wij betrachten — daarom publiceer ik ook iedere keer die overzichten — de cijfers beschikbaar moeten stellen. Dan was het meteen duidelijk geweest dat die hetzelfde beeld laten zien als de cijfers die ik ieder keer naar de Kamer heb gestuurd. Daarnaast zal ik bekijken in hoeverre ik mevrouw Keijzer meer inzicht kan geven in de afwegingen die worden gemaakt. Er zijn geen beleidslijnen waarin wij dat zien. Het resultaat dat mevrouw Keijzer schetst, is inderdaad het doemscenario. Dat moet je niet hebben. De standaard is vervolging. Daarop kan een uitzondering worden gemaakt als de samenleving beter af is met uitzetting, maar dan moet die uitzetting wel volgen. Ik zal bekijken of ik daarover op schrift meer details kan geven. 

De heer Bisschop (SGP):

Ik kan mij voorstellen dat het publiek door het antwoord van de staatssecretaris op de vragen, de indruk krijgt dat dit sterk wordt gebagatelliseerd. Ik neem aan dat de staatssecretaris de beschikbare middelen adequaat toepast of doet toepassen. Maar dan hebben wij een probleem met de beeldvorming. Mijn vraag is tweeërlei. Welke mogelijkheden ziet de staatssecretaris om te interveniëren op de blijkbaar verkeerde beeldvorming die ontstaat? Is de staatssecretaris inderdaad van mening dat het instrumentarium dat de uitvoerende organen ter beschikking staat, toereikend is om criminele vreemdelingen adequaat aan te pakken en uit te wuiven? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

Ik heb vanaf het begin geprobeerd dit soort beeldvorming te voorkomen door juist heel open te zijn over incidenten, zelfs over incidenten waarvan later aan mij werd gevraagd: moeten wij dit ook weten op dit niveau? Dit gold niet alleen voor de politie maar ook voor het COA, want anders hoor je weer geluiden als: de politie heeft wel iets, maar in het centrum gebeuren ook dingen die niet strafbaar zijn maar wel heel vervelend. Het beleid was erop gericht om transparant te zijn en eerder wel dan niet incidenten aan de Kamer te melden. Dat heeft ertoe geleid dat ik constateerde dat het instrumentarium kon worden aangescherpt. Dat hebben wij het afgelopen jaar samen met de Kamer gedaan. Ik denk dat het instrumentarium nu toereikend is, maar dat wij op lokaal niveau nog moeten bijspringen als zich daar een probleem manifesteert waarmee wij eerder geen ervaring hebben opgedaan. Daarop zijn wij ook alert. Dan moeten wij snel bijstand verlenen en vertellen welke instrumenten en mogelijkheden wij hebben, zodat wij heel gericht op die plek de lokale driehoek kunnen helpen met het bestrijden van overlast en problemen met deze mensen. 

De heer Azmani (VVD):

Volgens mij kan de Kamer de staatssecretaris niet verwijten dat hij niet proactief is geweest bij het informeren van de Kamer over incidenten met asielzoekers. Voor de VVD is het heel helder: criminele asielzoekers moeten zo veel mogelijk het land worden uitgezet. Er zijn twee procedures, een uitzettingsprocedure en een strafrechtelijke procedure, en die staan los van elkaar. Ik vind ook niet dat die met elkaar mogen worden vermengd. Uiteindelijk wordt in het individuele geval de afweging gemaakt of uitzetting prevaleert boven hier in de bak zitten op kosten van de belastingbetaler. Ons land is gebaat bij het zo veel en zo snel mogelijk uitzetten van deze mensen. Een van de instrumenten die kunnen worden toegepast, is de vreemdelingenbewaring. 

De voorzitter:

En uw vraag is? 

De heer Azmani (VVD):

Er is discussie in Europa over de vraag of iemand die een crimineel feit heeft gepleegd, op die titel in de vreemdelingenbewaring mag worden gezet. Dat is lastig. Welke inspanning levert de staatssecretaris op dit punt? Op welke termijn verwacht hij op dit punt resultaat te bereiken zodat wij mensen in bewaring kunnen zetten als zij een crimineel feit hebben gepleegd en hen ook kunnen uitzetten, wat wij toch willen? 

Staatssecretaris Dijkhoff:

We hebben de afgelopen tijd in de ruimte die er nu is in de regelgeving, opgezocht hoe ver wij kunnen gaan met de vreemdelingenbewaring. Daarvan maken wij nu meer gebruik dan voorheen. Daarnaast heeft de heer Azmani gelijk als hij zegt dat wij daarin nog belemmerd worden door een paar woorden in Europese regelgeving. Wij brengen constant in de discussies over de verschillende Europese regelingen en stelsels die met asiel te maken hebben in dat ook dit aangepast moet worden. Dat doen we consequent. Het is wel zo dat die hele brede discussie nogal ingewikkeld is en niet snel tot overeenstemming zal leiden. Dit is daar een onderdeel van. Dus ik kan helaas niet voorspellen dat we dit heel snel geregeld krijgen, ook omdat veel andere landen niet hetzelfde probleem ervaren. Dat helpt altijd bij het verwerven van steun. Maar wij brengen in de discussie consequent in dat wij vinden dat dit punt ook aangepast moet worden. 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we nu over naar de volgende vragenronde. 

Naar boven