3 Vragenuur: Vragen Belhaj

Vragen van het lid Belhaj aan de minister van Defensie over het bericht "Generaal Middendorp: klimaatverandering bedreigt wereldvrede". 

Mevrouw Belhaj (D66):

Voorzitter. De stijgende zeespiegel, verandering in temperaturen, toename van extreem weer, zoals structurele droogte of juist overmatig veel neerslag en overstromingen, leiden ertoe dat mensen op drift raken, op zoek naar veiligheid, voedsel en drinkwater, naar leefbare plekken en een beter bestaan. Die migratie en die zoektocht kunnen leiden tot conflicten, want ook de komst van nieuwe mensen zet bestaande voorzieningen onder druk. Dat zien we nu bijvoorbeeld in het Midden-Oosten gebeuren. 

Deze analyse maakte de Commandant der Strijdkrachten gisteren. In zijn kielzog volgde de minister van Buitenlandse Zaken. D66 is blij dat dit besef bij de regering er nu is. Althans, ik neem aan dat de minister van Defensie deze analyse deelt. Zo ja, dan moet ik wel zeggen dat dit besef rijkelijk laat komt, want het Pentagon in de Verenigde Staten waarschuwt al jaren voor de gevolgen van klimaatverandering. Het heeft daar ook al ruim twee jaar een aparte strategie voor, de Climate Change Adaptation Roadmap. In Nederland hebben de denktanks zich hier ook al over gebogen. Joris Voorhoeve wees daar ook al op in zijn boek Negen plagen tegelijk. In de Nederlandse defensiedoctrine van maar liefst 128 pagina's wordt het probleem van de klimaatverandering echter slechts een paar keer zijdelings genoemd. Mijn vraag vandaag aan de minister is dan ook wat zij nu gaat doen na deze wijze woorden van haar Commandant der Strijdkrachten. Komt er een klimaatstrategie van Defensie en wanneer wordt de Nederlandse defensiedoctrine op dat punt aangepast? 

Minister Hennis-Plasschaert:

Voorzitter. Ik dank mevrouw Belhaj voor de gestelde vragen. Of het besef er nu is … Dat besef is er al een tijdje. Er wordt terecht verwezen naar de Climate Change Adaptation Roadmap van het Pentagon, maar niet voor niets wordt er ook in Europees verband en zelfs in NAVO-verband met enige regelmaat over gesproken. Als groepen mensen op drift raken, door welke omstandigheden dan ook, kan dat tot chaos en conflicten leiden. Sterker nog: climate change wordt, zeker als die gepaard gaat met sociale, economische en politieke factoren, gezien als een threat multiplier. Dat is ook de wijze waarop we dit op dit moment benaderen. Het spreekt voor zich dat Defensie gaat over de inzet van de Nederlandse krijgsmacht, dat we met andere departementen gaan over de grote analyses en de internationale en nationale veiligheidsstrategieën en dat het fenomeen van de klimaatverandering daarin wel degelijk een rol speelt. 

Mevrouw Belhaj (D66):

Ik dank de minister voor de beantwoording, hoewel ik bijna hoopte dat het antwoord iets anders zou zijn dan de mededeling dat ook deze minister en dit kabinet klimaatverandering erkennen. Mijn specifieke vraag aan deze minister is ook of er niet een enorme kans ligt om dit met elkaar te combineren. Dan hoef je niet alleen te beredeneren dat je vrede moet waarborgen, maar dat je daar wellicht op een strategische manier mee kunt omgaan. De ernst van klimaatverandering en de gevolgen daarvan erkennen wij allemaal, net als de minister. De Commandant der Strijdkrachten legt dus een link tussen veiligheid en klimaat. Wat D66 betreft moeten we nu gewoon actie ondernemen. Wellicht kunnen we dat niet alleen en hebben we daar onze internationale partners voor nodig. 

Daarom heb ik nog een paar aanvullende vragen aan de minister. In welke mate ziet zij de mogelijkheid om naast het erkennen actie te ondernemen? Onlangs werd namelijk de nieuwe Europese veiligheidsstrategie gepresenteerd, de EU Global Strategy. Daarin wordt de link gelegd tussen veiligheid en klimaat. Maar een alomvattende strategie mist ook daar, terwijl klimaatverandering leidt tot migratiestromen en conflicten. We zien dat dagelijks. Het is dan ook de hoogste tijd dat we de oorzaak van deze problemen, de conflicten en de chaos erkennen. Wil de minister het probleem van klimaatverandering ook bespreken met haar Europese partners? Heeft zij de bereidheid om bij de volgende Europese Defensieraad dit op de agenda te zetten? Is zij bereid zich in te spannen om een Europees antwoord hierop te vinden? 

Minister Hennis-Plasschaert:

Ik verbaas me toch een beetje over deze vraag. Ik heb in debatten met de Kamer al vaker gezegd dat de minister van Defensie soms veel petten krijgt opgezet, of het nu gaat om Financiën, EZ, V en J, of zoals in dit geval I en M. Het kabinet spreekt met één mond. Collega Dijksma is best wel druk met alle internationale afspraken die worden gemaakt in het kader van klimaatverandering en de bestrijding en aanpak daarvan. Zo heeft ieder departement zijn rol te spelen. Dat gaat natuurlijk in het geval van Defensie om een hoeveelheid van invalshoeken. Het gaat bijvoorbeeld om een zo klein mogelijke logistieke footprint. In dat opzicht draagt Defensie zijn steentje bij. Het gaat er ook om dat we in samenwerking met bijvoorbeeld V en J en Buitenlandse Zaken goed kijken naar de oorzaak van conflicten en naar de manier waarop we meer aan preventie zouden kunnen doen. Maar het is niet alleen een zaak van Defensie. Het is een samenwerking van verschillende departementen en dus binnen de regering. Dat is ook het geval op Europees niveau en zelfs binnen de NAVO. Heel eerlijk gezegd heb ik het idee dat mevrouw Belhaj hier nu een soort ei van Columbus presenteert, terwijl dit allang dagelijkse praktijk is. 

Mevrouw Belhaj (D66):

Ik wil hier geen discussie hebben over eieren. Ik vind het jammer dat de minister van Defensie verwijst naar het feit dat we een staatssecretaris hebben die zich bezighoudt met klimaat en dat er afspraken zijn. Dit is gewoon een aanbod aan de minister om naar aanleiding van de uitspraken van de Commandant der Strijdkrachten te zeggen: ja, ik ga die minister van Defensie zijn die ook actief bekijkt in welke mate klimaat een oplossing kan zijn voor problemen en of Defensie nodig is om problemen te voorkomen. Dat hoor ik de minister niet zeggen. Dat vind ik spijtig. Voor D66 is het wél een heel relevant thema. Wij kijken uit naar verdere politieke debatten om ervoor te zorgen dat dit wel als een belangrijk punt op de agenda komt. 

Minister Hennis-Plasschaert:

Daar wil ik graag op reageren. Mevrouw Belhaj hoort het echt verkeerd. Ik heb gezegd dat het reeds de praktijk is. Het is staand beleid. Met andere woorden: wat mevrouw Belhaj nu voorstelt, wordt reeds omarmd. Waarom zou de Commandant der Strijdkrachten er anders überhaupt over spreken? Hij vraagt nog eens extra aandacht voor climate change as a threat multiplier. Maar nogmaals: het is staand beleid, het is de dagelijkse praktijk. Mevrouw Belhaj vraagt dus iets wat allang gebeurt. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Toen ik het bericht las over de uitspraken van de Commandant der Strijdkrachten wist ik niet of ik er blij of een beetje droevig over moest zijn. Het is natuurlijk heel fijn dat zelfs de CDS erkent dat klimaatvraagstukken een heel groot en fundamenteel probleem zijn en de wereldvrede bedreigen, maar ik denk dat klimaatrealisten als GroenLinks en vele anderen dat 25 jaar geleden ook al zeiden. Hij is dus wel rijkelijk laat. Maar dat gezegd zijnde, is het de vraag wat hier de consequenties van zijn. De minister zegt op de vragen van mevrouw Belhaj wel erg makkelijk dat het staand beleid is. Zou de minister nog eens haar gedachten kunnen laten gaan over de mogelijkheid om bij het hele beleid rondom de missies die wij doen, het klimaataspect daadwerkelijk en veel consequenter als een van de doelen mee te nemen? 

Minister Hennis-Plasschaert:

De ontstaansgeschiedenis van conflicten leert dat er vooral wordt ingezet op een poging conflicten te voorkomen. Daar waar klimaatverandering een threat multiplier is, zal de internationale gemeenschap, en natuurlijk niet alleen Nederland, bekijken wat kan worden gedaan om die verandering zo veel mogelijk te verhinderen en om daarop in te spelen. Er is gesproken over de logistieke footprint van Defensie. Het is bekend dat Defensie sinds enige tijd actief beleid op dit punt voert om ervoor te zorgen dat wij zo goed mogelijk kunnen opereren. Dit werd eerder warm onthaald door GroenLinks en ik ga ervan uit dat dit nog steeds het geval is. 

De voorzitter:

Mijnheer Grashoff, uw tweede, aanvullende vraag namens GroenLinks. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Als de minister van Defensie over dit vraagstuk spreekt, komt zij natuurlijk ook op terreinen van haar collega's en dan met name van minister Ploumen. Dit neemt niet weg dat wij de minister van Defensie kunnen aanspreken op de integraliteit van het beleid voor missies. Het zou een ongelooflijke stap voorwaarts zijn als wij het oplossen van het klimaatvraagstuk veel consequenter tot geïntegreerd onderdeel van een missie zouden verklaren en ervoor zouden zorgen dat Nederland daaraan ook zijn bijdrage levert. Ik noem niet geheel toevallig de MINUSMA-missie in Mali. Is de minister van Defensie bereid om daar samen met collega Ploumen de schouders onder te zetten? 

De voorzitter:

Collega Ploumen is de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. 

Minister Hennis-Plasschaert:

Zeker. De vormgeving van militaire operaties en inzet gebeurt altijd in het kader van een geïntegreerde benadering. Daarom werken de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de minister van Buitenlandse Zaken en ik nauwgezet samen. Daarom komt er iedere week op ambtelijk niveau een stuurgroep militaire operaties samen, juist om die geïntegreerde benadering zo veel mogelijk in te kleuren. 

Daar waar wij in het kader van een VN-missie een bijdrage kunnen leveren aan bijvoorbeeld de aanpak van klimaatverandering, weet ik bijna zeker dat collega Ploumen daar altijd serieus naar kijkt. De heer Grashoff overvraagt mij nu een beetje. Ik geleid die vraag met liefde door. De heer Grashoff kan mij wel aanspreken op de logistieke footprint en de uitstoot tijdens een missie opdat die zo klein mogelijk zijn. Op die wijze kunnen wij bijdragen aan een zo goed mogelijk klimaat. Daar is Defensie volop mee bezig en daar kan de heer Grashoff mij op aanspreken. 

De heer Knops (CDA):

Ik was eerlijk gezegd verbaasd over het interview, omdat ik de minister van Defensie nooit zo stellig heb horen beweren dat alle oorzaken van conflicten zijn gelegen in het klimaat. Dat heeft de minister nooit zo gezegd in debatten. Er zijn steeds meer generaals die interviews geven. Is dit de opvatting van de minister? Heeft zij de afgelopen jaren een ander verhaal verteld en is dit niet het juiste verhaal? Hoe simpel kan het zijn? Klimaat is misschien een van de oorzaken, maar wij hebben ook de radicale ideologieën die het Westen aan hun eigen ideeën willen onderwerpen. Daar hoor ik de minister niet over en daar hoor ik de generaal ook niet over. Ik krijg graag een reactie van de minister. Wat is haar visie op dit dossier? 

Minister Hennis-Plasschaert:

Ik ben blij dat wij in een land leven waar het de Commandant der Strijdkrachten vrijstaat om een speech te houden zonder dat ik een spreekverbod opleg. Dan had ik de Kamer willen horen, want dit heb ik al eerder meegemaakt. Voor alle duidelijkheid: klimaatverandering is al vaker aan de orde geweest, ook in debatten met de Kamer. Wij hebben daar vaker over gesproken. Zeker in combinatie met een aantal sociale, economische en politieke factoren kan dit een vrij giftige cocktail zijn die wel degelijk ten grondslag kan liggen aan allerhande conflicten en chaos waarvoor ook de Nederlandse krijgsmacht wordt ingezet. De Commandant der Strijdkrachten heeft nadrukkelijk de aandacht gevestigd op het feit dat klimaatverandering een thread multiplier is en dat wij ons daarvan moeten vergewissen. Daarmee is helemaal niets mis. Ik acht het ook van belang dat wij die discussie met elkaar blijven voeren in het kader van preventie in de toekomst. 

Naar boven