3 Vragenuur: Vragen Klein

Vragen van het lid Klein aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht "Verborgen belasting op kabels kost iedereen €20". 

De heer Klein (Klein):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag heeft in De Gelderlander een artikel gestaan over de toegenomen gemeentelijke belastingen op de elektriciteits- en gasinfrastructuur. Iedere gebruiker betaalt zo'n €20 verborgen belasting. Deze verborgen belasting, de precariobelasting, is de Kamer al lange tijd een doorn in het oog. Moties zijn hierover aangenomen, soms zelfs met algemene stemmen. Hierin werd gevraagd om met spoed de wet te wijzigen om deze vorm van belasting af te schaffen. Ten aanzien van de telecominfrastructuur is dit wel gebeurd. Maar ja, omdat de minister meent dat hij de luxe heeft om zich te kunnen veroorloven om dit issue op de lange baan te schuiven, wordt de Kamer steeds aan het lijntje gehouden. 

Het is inmiddels al meer dan tien jaar geleden dat we het hierover hadden. Toen was het nog beheersbaar. Op dit moment praten we bijvoorbeeld voor het gebied van netbeheerder Alliander over 80 miljoen euro aan precario in 2014. Dat is €20 per gezin. In 2013 was dat 59 miljoen en het zal gaan oplopen naar zeker 100 miljoen. Het bizarre aan deze belasting is dat mensen die in gemeenten wonen die niet of weinig heffen, mee moeten gaan betalen aan de heffingen van andere gemeenten. De elektriciteits- en gasbeheerders berekenen immers de kosten door en zijn wettelijk verplicht om uniforme tarieven te hanteren. 

Ik heb vier vragen. Kan de minister aangeven waarom het wetsvoorstel met als strekking de afschaffing van de precario op nutsinfrastructuur de Kamer nog steeds niet bereikt heeft? Hij heeft al meermalen de bezweringsformule "zo spoedig mogelijk" gebruikt, maar kan hij nu een datum geven? Is de weigering van de minister om met een dergelijk voorstel naar de Kamer te komen gelegen in het feit dat gemeenten te weinig rijksmiddelen krijgen om de nieuwe, naar de gemeente decentraliseerde, taken uit te voeren? Vooral omdat huishoudens in de gemeenten die niet heffen toch meebetalen aan de belastingen van anderen gemeenten, is mijn vraag aan de minister of hij het met mij eens is dat belastingen transparant en eerlijk moeten zijn. Deze verborgen belasting voldoet niet aan die voorwaarden. Als dat het geval is, wat wil hij daaraan gaan doen? 

Minister Plasterk:

Voorzitter. Precario is een algemene belasting die gemeenten mogen heffen over voorwerpen onder, op of boven de grond. In principe is dat natuurlijk aan de gemeentelijke autonomie. Het probleem met precario op leidingen onder de grond voor energie, dus voor gas, elektra en warmte, is echter inderdaad, zoals de heer Klein al zegt, met name gelegen in het feit dat die wordt doorberekend in de tarieven aan de gebruikers, maar dat dat ook gebruikers kunnen zijn in gemeenten waar die precario niet wordt geheven. Dat leidt er dan toe dat mensen in buurgemeenten in feite betalen aan precario waarvan elders de baten landen. Om die reden is het wenselijk om daar een verandering in aan te brengen. 

De opbrengst voor gemeenten is ongeveer 100 miljoen euro. Je kunt dus niet zomaar zeggen dat je ermee stopt zonder de consequenties daarvan verder te doordenken. Als onderdeel van het Belastingplan, waarover staatssecretaris Wiebes de Kamer op Prinsjesdag de Kamer heeft geïnformeerd, hebben we dit ook vol op tafel. We zijn nu in gesprek met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten om te komen tot een belastingplan met de bedoeling om verandering aan te brengen in deze precario. 

De heer Klein (Klein):

Is dat geen kwestie van de put dempen terwijl het kalf al verdronken is? Gemeenten hebben al jaren de mogelijkheid om dit te doen. Dat hebben ze terughoudend gedaan, omdat de Kamer heeft gezegd: er komt een verbod op de precariorechten op leidingen in de wet. Dat betekent dat gemeenten het heel rustig aan gedaan hebben. Juist omdat men iedere keer heeft getalmd en terughoudend is geweest, hebben gemeenten noodgedwongen acties ondernomen en de belastingen verhoogd. In feite hebben ze daarmee de precariorechten neergelegd bij iedereen. 

Is het niet veel belangrijker om ervoor te zorgen dat gemeenten die financiële pijn kwijtraken? De minister praat wel over het overleg met de VNG, maar die heeft het probleem dat zij de pijn zal voelen. Dat moet je dus veranderen door het Gemeentefonds bijvoorbeeld te verhogen. Kortom, snelheid is geboden, want hoe langer het duurt, hoe langer gemeenten meer inkomsten zullen hebben, hoe moeilijker het wordt om op een gegeven ogenblik te stoppen met deze heffing. Dit gaat niet alleen over het belastingplan, maar daadwerkelijk over wetgeving die bij het ministerie van BZK ligt. Zou de minister daarom een datum kunnen noemen waarop de precariorechten op leidingen en nutsinfrastructuur worden afgeschaft? 

Minister Plasterk:

Het is juist dat al jaren geleden is gesignaleerd dat er wat moest gebeuren aan precario op die leidingen. Wij zijn daar nu volop mee bezig. Dat is een onderdeel van het belastingplan. De staatssecretaris heeft de Kamer al eerder geïnformeerd over de ambities en de timing van het belastingplan. Dat is de reden dat wij nu ten volle in gesprek zijn binnen het kabinet maar ook met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, om precies te doen wat de heer Klein beoogt. 

De heer Klein (Klein):

Een en ander vooruitschuiven naar het belastingplan is een andere discussie dan de discussie over precariorechten, want de precariorechten regarderen duidelijk het ministerie van Binnenlandse Zaken. De minister kan de wetverandering dus rustig aan de Kamer voorleggen. Daar kunnen wij dan mee aan de gang gaan. Hoe wij omgaan met de belastingopbrengsten van gemeenten is een andere discussie. Die moeten wij voeren met staatssecretaris Wiebes van Financiën. Dat zijn twee parallelle trajecten. 

Minister Plasterk:

Het verruimen van het gemeentelijk belastinggebied is ten volle een portefeuilleverantwoordelijkheid van zowel de staatssecretaris van Financiën als de minister van Binnenlandse Zaken. Het herinrichten van het gemeentelijk belastinggebied, inclusief het verruimen daarvan, ligt zowel bij mijn collega als bij mij vol op tafel. Daar zijn wij nu druk mee bezig. Een onderdeel daarvan is de precario op de leidingen in de grond om de redenen die zojuist zijn besproken. 

De voorzitter:

Dank u wel voor uw antwoorden en dank voor uw komst naar de Kamer. 

Naar boven