9 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Elissen (32761, nr. 21), over de brief van het Presidium over de parlementaire behandeling van de verantwoordingsstukken over het jaar 2011 (31428, nr. 5) en over de moties ingediend bij het debat over het burgerinitiatief "Legalisatie van stervenshulp aan ouderen die hun leven voltooid achten".

Op verzoek van het lid Ortega-Martijn stel ik voor, haar motie op stuk 33000-XV, nr. 60 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Op verzoek van de fractie van de PvdD stel ik voor, de moties op stuk 32372, nrs. 76 en 78 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze moties opnieuw gaat lopen.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO postmarkt, een algemeen overleg van 21 maart, met als eerste spreker het lid Van Bemmel (PVV).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Samsom.

De heer Samsom (PvdA):

Voorzitter. In het vragenuur zijn zojuist een aantal dingen blijven hangen die niet moeten blijven hangen tussen een regering en een volksvertegenwoordiging. Daarom vraag ik namens de fracties van SP, GroenLinks, D66, ChristenUnie en PvdA een brief aan de minister-president waarin hij de volgende twee punten opheldert.

Allereerst de onbeantwoorde vraag over de deadline van Brussel. Gaat dit kabinet zich aan de deadline houden voor het inleveren van het hervormingspakket dat volgens afspraak op 30 april binnen moet zijn? De nonchalance die de minister-president daarover betrachtte in het vragenuur noopt mij hieraan toe te voegen: mocht dat niet het geval zijn, kan hij dan ook in de brief uitleggen wat de consequenties daarvan kunnen zijn?

Het tweede wat ik opgehelderd wil zien, is nog veel belangrijker voor een volksvertegenwoordiging, namelijk de absolute garantie dat datgene wat naar Brussel wordt gestuurd hoe dan ook eerst aan de Kamer ter goedkeuring wordt voorgelegd. Dit is immers een minderheidskabinet.

Beide zaken krijgen wij graag in een brief opgehelderd voor morgen 12.00 uur zodat wij daarop in de regeling van werkzaamheden zouden kunnen terugkomen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik wou mijn verzoek bij de interruptiemicrofoon doen, want ik heb ook een rappel op een beloofde brief, maar ik wil eerst een debat met staatssecretaris Bleker aanvragen. Hij heeft hier namelijk een motie aangenomen zien worden waarin staat dat er een moratorium moet komen op megastallen. Nu bereidt hij een wetsvoorstel voor. Daarover heeft hij een brief gestuurd. Wat blijkt nu? Hij zal dat wetsvoorstel mogelijk pas vanaf 1 januari 2013 van kracht laten worden. Wij zijn heel bang dat dit anticipatie uitlokt waardoor nu volop vergunningen worden aangevraagd. Ik wil daarom heel graag op korte termijn een debat met de staatssecretaris omdat wij allen hier natuurlijk zo goed mogelijke wetgeving willen.

De heer Van Dekken (PvdA):

Voorzitter. De PvdA heeft ook behoefte aan een dergelijk debat maar wij zouden het ook niet erg vinden wanneer dat onderdeel zou zijn van een algemeen overleg, want hoe eerder, hoe beter in dit geval.

Mevrouw Berndsen (D66):

Voorzitter. Wij zijn ook voor overleg, het liefst in de vorm van een AO, omdat dat sneller gepland kan worden.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Ook wij zijn op termijn voor een algemeen overleg. We wachten echter nog op brieven van de staatssecretaris en ook op de uitvoering van de motie-Graus over de vraag wat er onder een megastal wordt verstaan. Voorts wachten wij nog op een rapport van het RIVM. Dat wil ik afwachten.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. De staatssecretaris heeft al eerder een brief aangekondigd over de aangenomen moties. In die zin waarschuw ik dat we moties niet per decreet tot wet moeten verheffen; dat lijkt me in het Nederlandse staatsrecht en in dit huis geen goede gewoonte.

De voorzitter:

Nee. Het blijft een procedurevergadering.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter. Mevrouw Ouwehand kaart een goed punt aan. In principe steunt de fractie van GroenLinks een debat, maar omwille van de snelheid is waarschijnlijk een AO wijzer.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Voorzitter. Ook wij willen eerst wachten op de brieven van de staatssecretaris. Anders is het echt niet zinvol.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Mevrouw Ouwehand heeft geen steun voor een debat maar wel voor een dertigledendebat. Dat zal dan wel op de lijst komen. Ik stel voor dat we het punt ook agenderen voor de procedurevergadering van volgende week en dat we voor die tijd een brief van het kabinet ontvangen over deze problematiek.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, u hebt voldoende steun voor een algemeen overleg, denk ik, maar dat moet u in een procedurevergadering regelen. Wij zullen het stenogram doorgeleiden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik concludeer inderdaad dat ik in elk geval voldoende steun heb voor het geval ik een dertigledendebat zou hebben aangevraagd. Het idee is om zo snel mogelijk te debatteren, dus ik wil in de procedurevergadering, met steun van de commissie, mijn verzoek omzetten in een verzoek om een algemeen overleg. Zo wordt uw agenda ook niet onnodig belast.

De voorzitter:

Prima. Ik zal het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Jansen.

De heer Paulus Jansen (SP):

Voorzitter. Mede namens de fractie van het CDA wil de fractie van de SP graag een brief ontvangen van de minister van Veiligheid en Justitie en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over de constatering van het KLPD dat het bestrijden van het illegaal bijmengen van chemisch afval in scheepsbrandstoffen buitengewoon lastig is vanwege tekortkomingen in de wetgeving.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Naar aanleiding van diverse berichten sinds 2009, waaronder gisteren in verschillende kranten, wil ik een dertigledendebat aanvragen over een horrorboerderij in Eibergen waar een recidivistische dierenbeul al sinds 2009 dieren mishandelt. Gisteren is de beste man in zoverre vrijgesproken dat hij verder mag gaan met het uitvoeren van zijn bedrijf. Daarover wil ik een dertigledendebat aanvragen. Na negen strafbare feiten en nadat de AID en de nVWA hem sinds 2009 achter de broek zitten, moet het onmogelijk zijn dat hij verder gaat met zijn bedrijf.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Steun voor dit verzoek. Ik wil wel heel graag van tevoren een brief van het kabinet krijgen over de omissies in het Wetboek van Strafrecht die het onmogelijk maken om in dergelijke situaties meteen een houdverbod op te leggen. We hebben dit eerder aan de orde gehad in de Kamer. Toen heeft de PVV helaas niet alle amendementen gesteund die erover waren ingediend. Ik wil graag een analyse van het kabinet, voorafgaand aan het debat, zodat we de omissies kunnen bespreken bij deze zaak.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Voorzitter. Dit betreft een specifiek geval, waarover de politierechter een uitspraak heeft gedaan. Het lijkt mij niet verstandig om dat geval hier onderdeel van het debat te laten zijn. Ik vind het goed als we er in algemene zin, ergens bij een overleg betreffende dierenwelzijn, over spreken, maar de VVD is absoluut geen voorstander van een apart debat. Dat kan naar ons gevoel niet wanneer de rechter een uitspraak heeft gedaan.

De heer Ormel (CDA):

Voorzitter. Ik sluit mij daarbij aan. Er is binnenkort een notaoverleg over dierenwelzijn. Daarbij kan dit punt in algemene zin besproken worden. Ook is er een initiatiefwet aangenomen door de Kamer aangaande een houdverbod. Die wet wordt binnenkort verdedigd, onder anderen door mij, in de Eerste Kamer.

De heer Van Gerven (SP):

De SP-fractie is voorstander van een brief naar aanleiding van deze kwestie. En ik wil de heer Graus de suggestie meegeven om een brief te vragen en bij de komende procedurevergadering af te spreken hoe wij hier verder over debatteren.

De heer Van Dekken (PvdA):

Ik ben het eens met de opvatting van de heer Ormel van de CDA-fractie, aangezien ik medemotiedrager ben. Dat leek mij dus vrij consequent.

De voorzitter:

Mijnheer Graus, u hebt geen steun voor een dertigledendebat, maar wel voor een brief.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

Ik weet dat u ook hecht aan feitelijke juistheden. Er werd net gezegd dat de PVV niet voor een levenslang houdverbod is. Ik wil daar even op reageren. Een levenslang houdverbod was ons idee. Wij hebben in 2007 voor de eerste keer een levenslang houdverbod voor dierenbeulen ingebracht. Dat wil ik even rechtgezet hebben.

De voorzitter:

Waarvan akte.

De heer Graus (PVV):

Voorts hebben vijf dierenartsen en de officier van justitie gepleit voor een levenslang houdverbod voor deze persoon. Dat wilde ik toch even gezegd hebben.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Timmermans.

De heer Timmermans (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Vorige week steunde de Kamer mij unaniem bij het verzoek om een brief van het kabinet over het voornemen van de regeringspartijen in het Surinaamse parlement om een amnestiewet aan te nemen over de decembermoorden. Wij wilden graag het standpunt van de Nederlandse regering daarover weten. Wij hebben nog geen antwoord gehad van de Nederlandse regering. Inmiddels hebben zich weer nieuwe ontwikkelingen voorgedaan, onder andere de getuigenverklaring van de heer Rozendaal. Wil de Nederlandse regering ons deze week die brief toesturen en daarbij meenemen wat zich sinds mijn vorige verzoek heeft voorgedaan?

Mevrouw Ferrier (CDA):

Steun voor dit verzoek.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

U had een tweede verzoek.

De heer Timmermans (PvdA):

Mijn tweede verzoek gaat over de razendsnelle escalatie van de spanning tussen Sudan en Zuid-Sudan. Mede namens mijn collega's van D66 en GroenLinks wil ik deze week een standpunt van de Nederlandse regering hebben over de vraag hoe wij daarmee omgaan en wat wij eraan kunnen doen om verdere escalatie te voorkomen. Het is belangrijk dat wij die brief krijgen voordat het algemeen overleg Grondstoffennotitie plaatsheeft, omdat dit conflict in essentie gaat over olie.

De heer Ormel (CDA):

Steun voor dit verzoek.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Dibi.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. Moorden op allochtone winkeliers in Duitsland. Senegalese straatverkopers die doodgeschoten worden in Italië. Aanslagen op een moskee in Brussel en op een joodse school in Frankrijk met dodelijke afloop. Dit zijn allemaal recente zorgwekkende ontwikkelingen, die wat GroenLinks betreft, aanleiding geven voor een Nederlands debat over de voedingsbodem voor extremisme. Daarom wil ik graag een debat voeren met minister Opstelten en minister Leers met als centrale vraag hoe die voedingsbodem te verkleinen.

Mevrouw Hennis-Plasschaert (VVD):

Dit is een relevante vraag van collega Dibi, maar dit kunnen wij het beste voegen bij het eerstvolgende AO over terrorisme.

De heer Çörüz (CDA):

Ik zeg: dan na ommekomst van een brief, maar dit is ook aan de orde geweest in het AO integratie. Dit voegen bij het eerstvolgende AO over terrorisme lijkt mij echter ook een heel goede suggestie.

De heer Van Raak (SP):

Wij hebben gisteren een terrorismedreigingsanalyse gekregen. Het is de gewoonte dat wij die in de Kamer bespreken in een algemeen overleg. Dat is dé plek om dat te doen. Er is geen reden om daar een apart debat over aan te vragen, want dat debat gaan wij al voeren in de Kamer.

De heer Elissen (PVV):

Steun voor een AO in dezen.

Mevrouw Berndsen (D66):

Steun voor een AO.

De heer Recourt (PvdA):

Idem, maar dan wel zo snel mogelijk. Als dat in een "algemeen" AO aan de orde kan komen, dan bespreken wij het daar. Anders steun voor de heer Dibi.

De voorzitter:

U hebt op dit moment geen steun voor uw verzoek, mijnheer Dibi.

De heer Dibi (GroenLinks):

Dank u wel.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Uit berichten in kranten en op diverse internetsites maak ik op dat minister Leers een flinke ruzie krijgt met burgemeester Boot van Giessenlanden. Hij heeft de pers via een woordvoerder laten weten dat mevrouw Boot vandaag een stevige brief krijgt over het feit dat zij niet wenst mee te werken aan de uitzetting van vreemdelingen. Ik vind het een goed idee als de Kamer een afschrift krijgt van die stevige brief. Wat mij betreft, mag de minister daarbij meteen ingaan op de uitspraak van de burgemeester dat die bewuste zaak niet individueel getoetst zou zijn.

De heer Knops (CDA):

Ik steun het verzoek om een brief, maar ik vraag de minister ook om daarin in te gaan op de vraag hoe hij omgaat met burgemeesters die de vreemdelingenpolitie tegenwerken. Dat is dus wat breder dan de vraag van mevrouw Gesthuizen.

De voorzitter:

Mevrouw Gesthuizen vroeg om een afschrift van de brief, maar u wilt daar dus nog een aantal vragen aan toevoegen.

De heer Schouw (D66):

Het lijkt mij heel goed om een brief te vragen. Ik zou daar twee dingen aan willen toevoegen. Hoe zit het nu precies met de zorgplicht die een burgemeester heeft voor elke inwoner van zijn gemeente? En hoe zit het met de verantwoordelijkheid die een burgemeester heeft voor de openbare orde en de veiligheid in de gemeente?

De heer Fritsma (PVV):

Het wordt juist een probleem dat burgemeesters en gemeenten het vreemdelingenbeleid in de wielen rijden. Ik sluit me dus aan bij de vraag van de heer Knops om het verzoek breder te trekken.

De heer Van Dam (PvdA):

Laat ik me dan aansluiten bij de woorden van de heer Schouw.

De heer Dibi (GroenLinks):

Idem.

De voorzitter:

Dan zullen we het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Het wordt een heel boek, voorzitter. De brief van de minister is, als het goed is, vandaag op de post gedaan, dus het afschrift daarvan kunnen we voor het eind van deze week in de Kamer ontvangen. Voor die andere brief, met al die andere punten, mag de minister wel een week de tijd nemen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Bontes.

De heer Bontes (PVV):

Voorzitter. Het afgelopen weekend was weer een weekend vol geweld tegen politiemensen. Er zijn politiemensen gewond geraakt door schoppen, slaan en zelfs bijten. Dat moet een keer stoppen; dat kan niet zo doorgaan. Aanstaande donderdag is er een algemeen overleg over politiezaken. Ik krijg graag een brief van de minister waarin hij schrijft hoe hij dit op gaat lossen. Dit moet een keer stoppen.

Mevrouw Berndsen (D66):

Steun voor de brief.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Inderdaad, het moet een keer stoppen. Steun dus voor de brief.

Mevrouw Kooiman (SP):

De inspectie heeft juist geconcludeerd dat de korpsen de veiligheid van agenten niet kunnen garanderen vanwege de arbeidstijden, die worden overtreden. De agenten moeten dus langer in dienst zijn en kunnen weinig rusten. Nu wil de minister die arbeidstijden juist versoepelen. Ik zou daar ook graag een reactie op ontvangen van de minister, voor het algemeen overleg.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden.

Mevrouw Hennis-Plasschaert (VVD):

Ik vind een brief prima, maar we hebben zestien brieven waaronder ongeveer drie over dit onderwerp. Ik noem de professionele weerbaarheid en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Volgens mij zijn we nu dus bezig om het wiel opnieuw uit te vinden. Dit even for the record.

De voorzitter:

Goed, dat wordt dan ook doorgestuurd naar de minister.

Het woord is aan de heer El Fassed.

De heer El Fassed (GroenLinks):

Voorzitter. Dit weekend heeft Bill Gates, die zich al een tijd inzet voor het verbeteren van de gezondheidszorg in ontwikkelingslanden en vanuit die ervaring de G20 adviseert, een dringend appel gedaan op de regering om niet nog verder te bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking. Hij waarschuwt dat andere landen zullen volgen als Nederland verder bezuinigt. Ik deel zijn zorgen en vraag daarom per omgaande een brief van de regering met daarin een beoordeling van dit appel, een appreciatie van de wijze waarop Nederland internationaal een naam heeft op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en een antwoord op de vraag hoe dit zich verhoudt tot onze aangenomen motie waarin de regering wordt verzocht om het minimumpercentage van 0,7 te handhaven.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik wil graag een motie aanhouden, namelijk de motie-Ouwehand op stuk nr. 578 (21501-32)

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor, haar motie (21501-32, nr. 578) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven