6 Vragenuur

Vragen van het lid Recourt aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat criminelen altijd moeten betalen voor de schade die zij hebben veroorzaakt.

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. Ik begin met een citaat: "Het Openbaar Ministerie is maar matig tevreden over de resultaten van de pluk-ze-wetzaken. Vorig jaar werd weliswaar iets meer geld teruggevorderd van criminelen dan het jaar daarvoor, maar het aantal zaken waarbij dat kon, blijft ver achter bij de doelstelling." Tot zover de Volkskrant. Ik zou de minister kunnen vragen uit welk jaar die Volkskrant afkomstig is, maar ik geef maar meteen het antwoord: het is een Volkskrant uit het jaar 1998.

Afgelopen zaterdag hadden wij een vergelijkbaar bericht. Vanaf nu zou het beter worden gedaan, aldus de hoogste baas van het College van procureurs-generaal. Vanaf nu zou ervoor worden gezorgd dat misdaad niet meer loont. Vanaf nu zou bij iedere zaak worden bekeken hoe het criminele geld teruggevorderd kan worden. Hoe kan het dat in 2012 hetzelfde wordt gezegd als in 1998? Is dit weer een ballonnetje van het OM? Waarom gebeurt het al niet lange tijd? Ik geloof de minister op zijn goede bedoelingen als hij telkens tegen de Kamer zegt dat het vanaf nu echt goed wordt geregeld met dat afnemen van crimineel geld, maar hoe laat de minister mij geloven dat het nu ook daadwerkelijk gaat gebeuren?

Minister Opstelten:

Voorzitter. Ik dank de heer Recourt voor zijn citaat uit de Volkskrant van 1998. Ik herinner het mij vaag. De citaten uit de Volkskrant van afgelopen zaterdag staan mij heel helder voor de geest. Ik heb het artikel met buitengewoon veel genoegen gelezen. De voorzitter van het College van procureurs-generaal geeft daadwerkelijk en heel helder aan wat het regeringsbeleid is. De pakkans wordt vergroot, het crimineel vermogen wordt ontnomen en het slachtoffer staat centraal, zowel qua zorg als qua schadevergoeding. Daarvoor is een aantal maatregelen te noemen. In mijn brief van juni van het vorige jaar heb ik de Kamer aangegeven op welke wijze wij de ontneming zullen bevorderen. Ik kom zeer binnenkort met een consultatie rond een voorontwerp van wet waarin de financieel-economische positie en de aanpak van de criminaliteit op het punt van ontneming zullen worden versterkt.

De heer Recourt (PvdA):

Ik dank de minister voor dit mooie verhaal, maar nu de realiteit. Per jaar worden enkele tientallen miljoenen ontnomen. Uit mijn hoofd wordt voor 2012 35 mln. begroot. Het criminele geld wordt voorzichtig geschat op 15 mld. Het is dus bijna een verwaarloosbaar bedrag. Wat gaat de minister feitelijk doen? Waar zit het echte probleem, in de wet of in de uitvoering? Als het in de wet zit, wijs ik de minister erop dat wij per 1 juli van het vorige jaar een nieuwe wet hebben aangenomen, waarin de mogelijkheden om crimineel geld te ontnemen weer aangescherpt worden. Moet er niet gewoon eens heel stevig naar de praktijk worden gekeken?

Minister Opstelten:

Het kabinet heeft sinds zijn aantreden 20 mln. geïnvesteerd in het ook kwalitatief op peil brengen van het OM en de omgeving, de politie, om daadwerkelijk die ontneming aan te pakken. Wij hebben dit jaar – ik zeg het uit mijn hoofd – een resultaat van 48 mln. Dat is te weinig. Als target hebben wij een verhoging met 100% tot 100 mln.

Ten tweede gaan we het meer integraal benaderen om de miljarden aan crimineel verkregen vermogen af te pakken. De fiscus, de FIOD en de SIOD doen daaraan mee. Integraal met een aantal collega's kom ik, zoals afgesproken, naar de Kamer met een bijgesteld actieprogramma. Wij investeren dus aan alle kanten om de pakkans te verhogen, het geld te ontnemen en de slachtoffers hun schadevergoeding te geven.

De heer Recourt (PvdA):

Ik ben blij te horen dat de minister het integraal gaat aanpakken. Ik moet wel zeggen dat dit mij verbaast, want mevrouw Gesthuizen en ik hebben bij de begrotingsbehandeling een amendement ingediend met precies deze strekking, dat echter is verworpen door alle coalitiepartijen, dus inclusief de VVD. Ook nu hoor ik de minister zeggen dat het dit keer wel goed gaat komen. In 1998 zou het goed komen, in 1999 zou het goed komen en zo kunnen we het rijtje afmaken. Dit keer gaat het ook goed komen en de minister komt zelfs met een wet. Ik vraag de minister echter om te stoppen met symboolwetgeving. Laat hij mij en de Kamer ervan overtuigen dat het in de praktijk zodanig goed wordt geregeld dat misdaad echt niet loont. Het liefst zie ik daarbij heel concrete stappen.

Minister Opstelten:

Ik vind dat de heer Recourt naar de bekende weg vraagt. Ik heb het heel concreet een- en andermaal aangegeven. Ik heb het ook herhaald. Als het alleen om het ontnemen gaat, wil ik het best nog een keer zeggen. Wij nemen wettelijke maatregelen. Wij doen investeringen die we driedubbel, vierdubbel, vijfdubbel gaan terugverdienen. En we gaan – het is voor het eerst dat een kabinet dat doet – het ook integraal doen. Samen met de verschillende collega's gaan we dat crimineel vermogen afpakken, want dat is wat er moet gebeuren. Dat is geen symbool, dat is de werkelijke praktijk, dat is actie en resultaten maken. En daar sta ik voor.

De heer Recourt (PvdA):

Het verleden wijst uit dat ik er niet heel veel vertrouwen in kan hebben. Ik hoop in ieder geval dat ik niet binnenkort hier moet staan om de minister te vragen waar het geld is gebleven, maar dat we er samen tevreden over kunnen zijn dat heel veel van al die miljarden is afgepakt, zodat misdaad niet meer loont.

Minister Opstelten:

De heer Recourt verbaast mij weer, want een- en andermaal hebben we in AO's daarover gesproken en een- en andermaal heeft de heer Recourt de indruk gewekt dat hij buitengewoon tevreden was over wat er is afgesproken. Ik herhaal dus wat we hebben afgesproken. Ik ben een consistent bewindsman die niet meer zegt dan kan, maar die ook niet minder doet dan moet gebeuren. Dit is de realiteit en de cijfers zijn ernaar. Zo kan men mij daarop beoordelen. Ik zal er heel graag verantwoording over afleggen.

De heer Çörüz (CDA):

Voorzitter. Bij dat afpakken doet zich de vreemde situatie voor dat een drugscrimineel zijn kosten mag aftrekken. Ik heb dat laatstelijk in een debat aangegeven. Nu ben ik benieuwd of in de plannen die de minister naar de Kamer gaat sturen dit punt van het CDA nadrukkelijk komt te staan.

Minister Opstelten:

Het antwoord is kort en bondig ja. Dat zal de heer Çörüz daarin terugvinden.

De voorzitter:

Dank u wel en ook dank voor het korte en bondige antwoord.

Naar boven