Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 21 november 2007 over de Landbouw- en Visserijraad.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. De Kamer heeft een meningsverschil met de minister van Landbouw over de implementatie van de Europese transportverordening. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit de Europese transportverordening (EG nr. 1/2005) de verplichting spreekt dat bij het inladen van dieren voor vergunningsplichtige transporten een keuringsarts aanwezig dient te zijn om de verplichte formulieren naar waarheid te kunnen invullen en ondertekenen:

constaterende dat in het huidige Nederlandse beleid deze zogenoemde klepcontrole niet in alle gevallen hoeft te worden uitgevoerd, maar alleen verplicht is bij transporten waarbij dieren worden ingeladen op verzamelplaatsen;

overwegende dat de Nederlandse regering hiermee mogelijk handelt in strijd met de verordening;

van mening dat Nederland zich ten minste moet committeren aan de Europese minimumnormen voor de controle op het welzijn van dieren die getransporteerd worden, mede uit het oogpunt van het door het kabinet voorgestane Europese level playing field;

van mening dat duidelijkheid over een correcte implementatie van de verordening dringend gewenst is;

verzoekt de regering om de huidige Nederlandse implementatie van de Europese Transportverordening (EG nr. 1/2005) ter goedkeuring voor te leggen aan de Europese Commissie en daarbij expliciet te vragen of het ontbreken van een keuringsarts bij het opladen van dieren voor transport in strijd is met de verordening en de Kamer hierover binnen een maand te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand, Van Gent en Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 249(21501-32).

Minister Verburg:

Voorzitter. Ik heb goed naar de motie geluisterd. Ik weet ook waar het over gaat. Laat ik hier dan ook maar direct helder over zijn: ik voel er niets voor. De manier waarop in Nederland wordt gecontroleerd in combinatie met de brancheprotocollen is namelijk niet in strijd met de Europese transportverordening. Ik heb dat ook al aangegeven in een brief. Daarbij heb ik de briefwisseling betrokken tussen Animals' Angels en de Europese Commissie. Ik zie dus geen enkele aanleiding en reden om mijn standpunt daaromtrent aan te passen.

Voor de volledigheid voeg ik hieraan het volgende toe. De inspectie van de Europese controledienst, de FVO, heeft dit voorjaar de werkwijze van de brancheprotocollen en de afwezigheid van een dierenarts tijdens het laden en vertrek uitgebreid onderzocht. De FVO heeft geen bezwaren gezien en geuit tegen deze wijze van controleren.

Daar komt nog iets bij. Mevrouw Ouwehand weet dat wij bezig zijn om de brancheprotocollen om te doen zetten in kwaliteitscontrolesystemen van de branche en de sector zelf. Wij hebben eerder de protocollen ingetrokken voor de verzamelplaatsen. Vanaf 1 januari aanstaande gebeurt dat ook voor de protocollen voor het laden aan de stal. Ik heb toegezegd dat ik de kwaliteitscontrolesystemen die er komen en die op dit moment door het bedrijfsleven ontwikkeld worden, aan de Europese Commissie zal voorleggen. In die zin doe ik graag wat Europa van ons vraagt. Ik zie dan ook geen toegevoegde waarde van de motie. Daarom ontraad ik aanvaarding van deze motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de motie zal volgende week gestemd worden.

Naar boven