Aan de orde zijn de stemmingen over vijf moties, ingediend in het nota-overleg over het Tweede tactisch pakket Investeringsprogramma spoorweginfrastructuur, te weten:

- de gewijzigde motie-Reitsma over aanleg van de Hanzespoorlijn (24407, nr. 9);

- de motie-Verbugt c.s. over aanleg van de Zuiderzeespoorlijn (24407, nr. 5);

- de motie-Verbugt c.s. over de spoorlijn Nijmegen-Venlo-Roermond (24407, nr. 6);

- de motie-Van 't Riet c.s. over verdubbeling van de spoorlijn Groningen-Sauwerd (24407, nr. 7);

- de motie-Van 't Riet c.s. over de spoorweginfrastructuur bij Delft (24407, nr. 8).

(Zie vergadering van 29 november 1995 en nota-overleg van 13 november 1995.)

In stemming komt de gewijzigde motie-Reitsma (24407, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Verbugt c.s. (24407, nr. 5).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Verbugt c.s. (24407, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van 't Riet c.s. (24407, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van 't Riet c.s. (24407, nr. 8).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

De heer Leers (CDA):

Voorzitter! Bij de CDA-fractie is enige onduidelijkheid ontstaan over de uitslag die u hebt vastgesteld Voorzitterbij de motie op stuk nr. 16 (24400-XII). U hebt geconcludeerd dat deze motie is aangenomen, maar wij vermoeden dat daarbij een fout is gemaakt.

De heer Van Gijzel (PvdA):

Volgens mij hebt u uw conclusie getrokken, voorzitter!

De voorzitter:

Maar de stemming is beslissender dan de conclusie.

De heer Van Gijzel (PvdA):

Volgens mij staat in het Reglement van orde dat op het moment dat u uw conclusie trekt, de uitslag van kracht is.

De voorzitter:

Ik moet u teleurstellen. Voor het geval dit zich ooit zou voordoen, heb ik mij daar terdege op geprepareerd. De voorzitter meldde in het verleden soms pas bij een volgende vergadering dat bij lezing van het stenografisch verslag was gebleken, dat de stemming correct was, maar de conclusie niet. De conclusie wordt in zo'n geval in overeenstemming met de stemming gebracht. Dat zijn de feiten. Maar wij kunnen het controleren. Ik vraag gewoon wie er voor gestemd heeft.

Ik constateer opnieuw, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de PvdA, de SGP, het GPV, de RPF, GroenLinks, de SP, het AOV, de groep-Nijpels en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Blijft de heer Leers bij zijn vermoeden?

De heer Leers (CDA):

Voorzitter! De feiten hebben duidelijk gemaakt dat mijn vermoeden verkeerd was.

De voorzitter:

Wij zijn u graag van dienst geweest.

Naar boven