9 Aanbestedingswet

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het verslag van een schriftelijk overleg over Nieuwe regels omtrent aanbestedingen (Aanbestedingswet 20..) ( 32440, nr. 74 ).

De beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

Ik herinner de leden eraan dat moties bij een VAO moeten worden ingediend binnen de twee minuten spreektijd. Gezien de druk op de agenda ga ik streng toezien op het handhaven van die tijd.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. Naar aanleiding van het VSO zijn er wat vragen gerezen over de Gids Proportionaliteit en de toepassing daarvan door de specialesectorbedrijven. Daarom dien ik samen met de heer Ziengs de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het wettelijke proportionaliteitsbeginsel in de nieuwe Aanbestedingswet van toepassing is op aanbestedende diensten en specialesectorbedrijven;

overwegende dat de Gids Proportionaliteit uitwerking geeft aan het wettelijke proportionaliteitsbeginsel en dat de Gids Proportionaliteit bij AMvB als wettelijk richtsnoer is aangewezen voor aanbestedende diensten;

verzoekt de regering, de specialesectorbedrijven op te roepen de Gids Proportionaliteit de komende jaren te gebruiken bij aanbestedingen, bij de evaluatie van de Aanbestedingswet over twee jaar uitdrukkelijk te bezien of en hoe de specialesectorbedrijven de Gids Proportionaliteit toepassen en vervolgens te bezien of de gids als wettelijk richtsnoer voor specialesectorbedrijven aangewezen zou moeten worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Schouten en Ziengs. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 76 (32440).

Mijnheer Verhoeven, u mag één vraag stellen. We lopen uit de tijd en daarom heb ik een strikt beleid.

De heer Verhoeven (D66):

Ik vind het van groot belang dat we goede wetgeving maken, dus wil ik zeker een vraag stellen. Mevrouw Schouten dient een motie in om ervoor te zorgen dat specialesectorbedrijven zich ook aan het amendement, de Aanbestedingswet en de Gids Proportionaliteit houden. Waarom heeft mevrouw Schouten de specialesectorbedrijven niet gewoon in haar amendement opgenomen?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Wij waren in de veronderstelling dat de regels voor de aanbestedende diensten ook gelden voor de specialesectorbedrijven. Dat bleek later niet het geval. We hadden ze allebei apart moeten noemen. Dat betekent dat we een hele novelle zouden moeten opstellen en dat zou vertraging van de wet tot gevolg hebben. Het proportionaliteitsbeginsel is uiteraard gewoon van toepassing op de specialesectorbedrijven. Daar zit geen millimeter speling tussen. De uitwerking daarvan in de Gids is een richtsnoer en wij willen dat ze zich eraan houden. Wij roepen hen daartoe op. Mocht blijken dat dit niet zo is, dan willen wij dat het over twee jaar alsnog wettelijk wordt geregeld, als we de evaluatie hebben gehouden. Dan kunnen we bekijken of het moet worden aangepast. We geven hun dus de kans om het zelf te doen. Mocht dat niet het geval zijn, dan hebben we over twee jaar een stok achter de deur om het wettelijk vast te leggen.

De heer Verhoeven (D66):

Ik heb een punt van orde, voorzitter. Ik vraag de minister of dit uitstel oplevert bij de behandeling van de wet.

De voorzitter:

Dat kunt u zo vragen.

De heer Verhoeven (D66):

Nee, ik heb namelijk geen spreektijd. Vanwege uw wens om het kort te houden, heb ik me niet aangemeld met spreektijd, behalve om een vraag te stellen. Dat doe ik nu. U houdt het kort en dat is uw goed recht. Ik wil zorgen dat we goede wetgeving hebben en dat de Aanbestedingswet niet een halfjaar wordt uitgesteld. Daarom vraag ik dit bij dezen aan de minister.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter, zal ik het dan vragen?

De voorzitter:

Nee, de vraag is nu gesteld.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Prima. Kan de minister bevestigen dat dit geen verder uitstel oplevert voor de behandeling van de Aanbestedingswet? Het moge namelijk duidelijk zijn dat het zowel mijn fractie als die van de heer Ziengs er erg veel aan gelegen is dat dit wetsvoorstel snel behandeld kan worden door de Eerste Kamer.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Vanwege de haast, direct maar een drietal moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de nieuwe Aanbestedingswet tot doel heeft om alle ondernemers in principe gelijke toegang te laten hebben tot overheidsopdrachten;

overwegende dat het gebrek aan tijd en middelen bij mkb-ondernemers een obstakel vormt om juridische stappen te ondernemen bij mogelijke oneerlijke aanbestedingsprocessen;

van mening dat de commissie van aanbestedingsexperts op een laagdrempelige manier een waardevolle bijdrage kan leveren bij het oplossen van klachten die MKB-bedrijven hebben naar aanleiding van een aanbestedingsprodedure;

van mening dat de commissie van aanbestedingsexperts van grote waarde is tijdens de beginfase van de inwerkingtreding van de nieuwe wet, aangezien ondernemers en aanbestedende diensten juist in deze periode op onduidelijkheden in de wet zullen stuiten die zij moeten kunnen voorleggen aan de commissie;

verzoekt de regering, een volwaardige en onafhankelijke commissie van aanbestedingsexperts in te stellen alvorens de nieuwe Aanbestedingswet van kracht wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 77 (32440).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Afdeling advisering van de Raad van State na behandeling in de Tweede Kamer nog advies zal uitbrengen over de Gids Proportionaliteit;

overwegende dat dit advies de regering mogelijk tot inhoudelijke wijzigingen van de Gids Proportionaliteit doet besluiten;

verzoekt de regering, alle wijzigingen in de Gids Proportionaliteit aan de Tweede Kamer ter goedkeuring voor te leggen alvorens de nieuwe Aanbestedingswet van kracht wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 78 (32440).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Uniforme eigen verklaring aanbestedingen een belangrijk element in het aanbestedingsproces is;

overwegende dat het overleg over het aanpassen van de eigen verklaring aan de nieuwe Aanbestedingswet achter gesloten deuren plaatsvindt zonder inspraak van de grote brancheorganisaties van inkopers, aanbestedende diensten en ondernemers;

verzoekt de regering, in overleg te treden met zowel NEVI, VNG, VNO-NCW als MKB-Nederland over de aanpassingen die gemaakt worden in de Uniforme eigen verklaring aanbestedingen, en de Kamer over de uitkomsten van dit overleg te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Gesthuizen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 79 (32440).

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Uiteraard hoop ik dat geen van deze moties op een onwenselijke manier voor vertraging van de behandeling van dit wetsvoorstel in de Eerste Kamer zal zorgen.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Voorzitter. Ik was anderhalf of twee jaar weg en in één keer is er een Aanbestedingswet. De PvdA heeft tegen het amendement-Schouten/Ziengs gestemd omdat het eigenlijk heel raar is. Ik moest gelijk denken aan Monty Python en Yes, Minister. Wij willen weinig regels. Wij vertrouwen mensen en zeggen: alstublieft, gaat u maar zonder regels aanbesteden. Vervolgens wordt er een gids opgesteld met adviezen over de wijze waarop je regelloos kunt aanbesteden. En daarna gaan we die gids wettelijk verankeren. Dat is vreemd. Daarom heeft de PvdA tegen dit amendement gestemd.

We kunnen nu twee dingen doen. Het amendement is aangenomen. We kunnen besluiten om consequent te zijn en het dus ook te laten gelden voor de specialesectorbedrijven. Of wij kunnen op een andere manier consequent zijn, door ertegen te blijven.

Ik ben heel erg benieuwd waarom de minister zegt dat die specialesectorbedrijven uitgesloten zouden moeten worden van de verplichting om te voldoen aan de eisen uit de gids. Onze steun voor de motie op stuk nr. 76, die op zich het midden lijkt te zoeken, hangt dus ook een beetje af van het antwoord van de minister. Daar ben ik erg benieuwd naar.

De voorzitter:

Hiermee is een einde gekomen aan de eerste termijn van de Kamer, want de heer Verhoeven en de heer Ziengs hebben afgezien van hun spreektijd.

Het woord is aan de minister. De minister zal reageren op de moties zodra ze hem worden aangereikt.

Minister Verhagen:

Voorzitter. Ik ben blij dat we eindelijk bij het sluitstuk van het wetsvoorstel Aanbestedingswet zijn, want het werd tijd. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer voor. We moeten niet voor onnodige vertraging zorgen. Ik ben blij dat meerdere leden van de Kamer daar ook expliciet op gewezen hebben. Met name de heer Verhoeven vroeg daar specifiek naar.

Wij hebben buitengewoon lang gesproken en vooral buitengewoon lang nagedacht over de Aanbestedingswet. Het is voor mij een buitengewoon aangelegen wetsvoorstel. Ik denk dat dit ook geldt voor de Kamer. Het is van groot belang dat de bijbehorende regelgeving op 1 januari 2013 in werking kan treden. Voor het midden- en kleinbedrijf is het noodzakelijk dat het juist in een economisch moeilijke situatie zo snel mogelijk toegang krijgt tot overheidsopdrachten. Juist omdat de Algemene Maatregel van Bestuur en de gids nog voor advies aan de Raad van State dienen te worden voorgelegd en dat pas kan als de Eerste Kamer formeel heeft ingestemd, is het ook aangewezen om vandaag tot een politieke afronding van de AMvB en de gids te komen.

Zoals ik in mijn schriftelijke antwoorden reeds heb toegezegd, zal ik de Kamer informeren als het advies van de Raad van State aanleiding geeft tot wezenlijke wijzigingen in de AMvB of de gids. Ik kom daar dadelijk over te spreken in relatie tot de motie van mevrouw Gesthuizen.

Ik kom nu bij de motie van mevrouw Schouten en de heer Ziengs. Ik was redelijk verbaasd over de berichtgeving van afgelopen week. De indieners van het amendement dat de Gids Proportionaliteit een wettelijk verplicht karakter geeft, Schouten en Ziengs, gaven in de media aan dat het tegen de wens van de indieners was om in het aanbestedingsbesluit niet op specialesectorbedrijven van toepassing te verklaren. Het zou zelfs ten onrechte zijn geschied. Dat werd in de media op vrij hoge toon gezegd. Dat is ook een beetje de achterliggende vraag van mevrouw Vos, neem ik aan. Daarmee geef ik ook antwoord aan mevrouw Vos. De specialesectorbedrijven zijn niet opgenomen en de verantwoordelijkheid daarvoor ligt primair bij de indieners van het amendement. Ik geef als minister slechts uitvoering aan dat amendement. In het amendement staat dat de wettelijke verplichting enkel voor aanbestedende diensten geldt. Een speciaalsectorbedrijf valt daar wettelijk niet onder en wordt dus ook niet specifiek genoemd in het amendement. De gids is weliswaar niet op de specialesectorbedrijven van toepassing, maar deze bedrijven moeten wel op grond van het wetsvoorstel goed en proportioneel aanbesteden. Het proportionaliteitsbeginsel is, zoals mevrouw Schouten vandaag in dit debat ook zegt, dus onverkort op hen van toepassing.

Ik snap de gedachte van mevrouw Schouten en de heer Ziengs en ik ben op zich ook bereid om mee te denken, maar ik ben met name blij dat er eigenlijk gezegd wordt dat wij er in ieder geval voor moeten zorgen dat de Aanbestedingswet niet verder vertraagd wordt. Wij praten hier al zo lang over en wij wachten hier al zo lang op, dat wij ervoor moeten zorgen dat dit niet tot vertraging leidt. Ik ben dus bereid om conform de wens in de motie, die specialesectorbedrijven per brief nog eens op te roepen en ze te wijzen op het feit dat zij eigenlijk de Gids Proportionaliteit moeten gebruiken, voor zover er voor hen geen andere Europees-rechtelijke regels gelden. Ik ben ook bereid om bij de evaluatie van de Aanbestedingswet over twee jaar te kijken of die specialesectorbedrijven op voldoende wijze invulling hebben gegeven aan de toepassing van het proportionaliteitsbeginsel. Mocht uit die evaluatie blijken dat de specialesectorbedrijven onvoldoende proportioneel aanbesteden, dan zeg ik toe dat ik of in ieder geval mijn opvolger – ik neem tenminste niet aan dat PvdA en VVD zo lang praten dat ik over twee jaar nog steeds hier sta als demissionair minister – de Aanbestedingswet zo zal aanpassen dat een aangepaste Gids Proportionaliteit ook voor hen verplicht gesteld wordt. Ik kan de motie dan ook rustig steunen, dan wel het oordeel aan de Kamer overlaten. Als ik het zo doe, leidt het namelijk nu niet tot vertraging.

De voorzitter:

Mevrouw Vos, voordat ik u het woord geef, wil ik aangeven dat ik alle leden één interruptie, één vraag toesta.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

In het antwoord op de vragen van de ChristenUnie zegt de minister dat voor specialesectorbedrijven vanuit Europese regelgeving andere regels gelden en dat daarom die gids niet wettelijk verplicht kan zijn. Daar ging mijn vraag over.

Minister Verhagen:

Dan heb ik mevrouw Vos nu hoop ik een helderder antwoord gegeven. Ik heb gezegd dat voor zover er geen andere Europees-rechtelijke regels gelden voor hen, ik ervan uitga dat zij gelet op de bedoeling van de wet, de Gids Proportionaliteit gebruiken. Daar zal ik hen, conform de wens in de motie, nog eens per brief op wijzen. Mocht over twee jaar blijken dat zij dat onvoldoende doen, dan zullen wij de wet aanpassen, zodat het dan wettelijke verplicht wordt.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Gelet op het antwoord van de minister dat hij de motie zal uitvoeren, zal ik deze motie intrekken. Ik wil daar nog wel graag een vraag aan toevoegen. De minister geeft aan dat het de schuld is van de indieners. De indieners zijn in hun wetsbehandeling echter duidelijk geweest dat zij dat in den breedte willen toepassen. Ik wil graag van de minister zelf horen dat hij het wenselijk vindt dat de specialesectorbedrijven de Gids Proportionaliteit gaan volgen, dat die situatie goed is voor het mkb en dat wij dit heel nauwlettend moeten volgen.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Schouten/Ziengs (32440, nr. 76) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Minister Verhagen:

Mevrouw Schouten vraagt of ik het wenselijk vind. Daarop antwoord ik ja. Anders zou ik geen brief sturen. Dat past ook bij de bedoeling van de wet. Het eerste deel van haar vraag of opmerking sloeg meer op de berichtgeving van de afgelopen week in de pers dan op de tekst van deze motie. Ik vind de tekst van deze motie normaal passen bij hoor en wederhoor, bij het vertellen wat de bedoeling is van de indiener van een amendement en de reactie daarop van de minister. Mijn reactie had betrekking op de berichtgeving in de pers en dus niet op de motie.

Op het tweede deel van haar vraag heb ik al gezegd dat ik het met haar eens ben en dat ik ook daarom de brief zal sturen.

De heer Verhoeven (D66):

Wij hebben met zijn allen een traject doorlopen. Er is nu een gids die via een AMvB per amendement in de wet wordt vastgelegd. Een deel van de aanbesteders in dit land is daarbij echter vergeten. Dat zouden wij via een motie rechtzetten, maar die motie wordt nu door de toezegging van de minister ingetrokken. Is de minister van mening dat er, na alles wat er is gebeurd, nog wel sprake is van deugdelijke wetgeving op dit gebied?

Minister Verhagen:

Daarop zeg ik volmondig: ja. Na de behandeling van de wetgeving in de Tweede Kamer, maar nog voordat de wetgeving naar de Eerste Kamer is gestuurd, heeft een lange discussie plaatsgevonden met de schrijfgroep, juist over de Gids Proportionaliteit. Toen dreigde de zaak uit elkaar te klappen, waardoor wij weer terug bij af zouden zijn. Vanaf dag één dat ik minister werd, heb ik mij ervoor ingespannen om deze wet door de Kamer te krijgen. Daar werd al vijf jaar over gesproken. Iedereen van het midden- en kleinbedrijf is van mening dat zij een eerlijke toegang moeten krijgen tot overheidsaanbestedingen, omdat daarmee echt groot geld gemoeid is. Via allerlei geintjes en trucjes is vaak juist het midden- en kleinbedrijf de klos. Ik heb daarom vanaf dag één gezegd mij hiervoor in te zetten. Ik heb met alle betrokken gesproken om hier een deugdelijke wet van te maken. Als ik van mening was geweest dat het amendement tot ondeugdelijke wetgeving zou hebben geleid, had ik de aanneming van het amendement niet ontraden, maar onaanvaardbaar verklaard. Dat heb ik echter niet gedaan. Ik heb de aanneming ervan ontraden omdat ik ook de Eerste Kamer erbij wilde houden enzovoorts. Toen zijn we weer met zijn allen bij elkaar gaan zitten om te praten en toen hebben wij ook de schrijfgroep erbij gehaald. Ook met de indieners van het amendement heb ik toen gesproken. Daar is dit uitgekomen. Ik ga dit, inclusief de brief en de evaluatiebepaling die wij net hebben afgesproken, met eer en geweten in de Eerste Kamer verdedigen. Ik hoop dat dit heel snel gebeurt; het staat voor 23 oktober gepland. Dan kunnen wij het midden- en kleinbedrijf in Nederland vanaf 1 januari van het komende jaar eindelijk een faire kans geven op overheidsopdrachten. Ik zeg dus "ja" op de vraag van de heer Verhoeven.

Ik ga eerst in op de motie van mevrouw Gesthuizen op stuk nr. 77, waarin zij vraagt een volwaardige en onafhankelijke commissie van aanbestedingsexperts in te stellen alvorens de nieuwe Aanbestedingswet van kracht wordt. Naar ik meen, heb ik in het vorige debat al gezegd dat ik dat zou doen. Volgens mij hebben wij daarover uitvoerig van gedachten gewisseld. Ik vind het prima dat dit wordt onderstreept door een motie van mevrouw Gesthuizen. Aangezien ik dat toen heb toegezegd, wordt daar nu al hard aan gewerkt. De motie is dus ondersteuning van beleid. Ik laat het aan de Kamer of zij de motie overbodig vindt of het verzoek extra wil onderstrepen.

In de motie op stuk nr. 78 van mevrouw Gesthuizen wordt de regering verzocht om de Gids Proportionaliteit ter goedkeuring aan de Kamer voor te leggen als die wordt gewijzigd ten gevolge van het advies van de Raad van State. Zoals ik bij het schriftelijk overleg in de antwoorden heb gemeld, zal ik de Tweede Kamer informeren als de Raad van State aanbevelingen tot wezenlijke wijzigingen doet en zegt dat de Gids eigenlijk moet veranderen. Als ik op grond van het advies van de Raad van State kom tot wijzigingen, informeer ik de Kamer daar dus over. Dat doe ik niet expliciet ter goedkeuring. Als ik u informeer en u roept mij dan naar de Kamer om een debat erover te voeren en stemmingen erover te hebben, gebeurt dat zo. De Kamer gaat daar zelf over. Ik stuur de Kamer een brief als het advies van de Raad van State leidt tot wijzigingen. Ik laat het dan aan de Kamer over wat zij daarmee doet.

De voorzitter:

Wat is dan uw oordeel over de motie?

Minister Verhagen:

Ja, dat is gevaarlijk. Ik laat het oordeel aan de Kamer als ik de inhoud van de motie zo mag uitleggen als ik haar net uitlegde. Anders beschouw ik haar als overbodig.

De voorzitter:

Nu hebt u het beperkt tot twee smaken, maar ik wil eigenlijk één smaak.

Minister Verhagen:

U wilt één smaak.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Misschien kan ik helpen. Ik wil best wel dat de motie zo wordt uitgelegd, dus dat de minister ons informeert en het vervolgens aan de Kamer is om te bezien of er een debat komt waarbij moties kunnen worden ingediend et cetera.

Minister Verhagen:

Prima. Dan zie ik de motie als ondersteuning van mijn beleid.

Voorzitter. Met haar motie op stuk nr. 79 verzoekt mevrouw Gesthuizen mij om in overleg te treden met allerlei verenigingen. De eigen verklaring wordt thans reeds gebruikt bij aanbestedingen van de rijksoverheid. Met de ervaringen die daarmee zijn opgedaan wordt een verklaring opgesteld die onder de nieuwe Aanbestedingswet kan worden gebruikt. Daarover worden op dit moment alle partijen geraadpleegd. Ook hier doe ik dus al wat in de motie staat. Zij is dus ondersteuning van beleid.

De voorzitter:

Wij stemmen vanavond over de ingediende moties.

Naar boven