Aan de orde is de behandeling van:

het verslag van een algemeen overleg met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over sociaaleconomische gezondheidsverschillen (31532,22894, nr. 26).

De beraadslaging wordt geopend.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Voorzitter. Het debat over de sociaaleconomische gezondheidsverschillen is door mijn collega Vendrik gevoerd. Ik mag vandaag hier een tweetal moties indienen.

In het debat hebben wij de regering al gecomplimenteerd voor de mooie notitie en voor de aanpak van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Maar wij hebben ook gezegd dat wij een groot hiaat zien, namelijk dat het kabinet blind lijkt te zijn voor de relatie tussen de sociaaleconomische gezondheidsverschillen en de inkomenspositie van mensen. Door de lage inkomens van sommige gezinnen met kinderen ontstaat er een cumulatie van problemen. Dat hangt ook samen met het feit dat gezond eten relatief duur is ten opzichte van vettere en ongezondere voeding. Daarin zien wij een van de belangrijke oorzaken van het toenemen van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen in Nederland. Op dat punt hebben wij de volgende motie voor het kabinet.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voeding een belangrijke rol speelt in de gezondheidsachterstand van lagere inkomensgroepen;

constaterende dat gezond voedsel vaak duurder is dan ongezonde voeding;

van mening dat gezond voedsel voor alle bevolkingsgroepen gelijkelijk toegankelijk moet zijn;

verzoekt de regering, te onderzoeken welke financiële en fiscale maatregelen mogelijk zijn om het prijsverschil tussen gezond en ongezond voedsel te verkleinen, dan wel op te heffen en de Kamer daar voor juli 2010 over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sap en Vendrik. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 255(22894).

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Naast het verkleinen van het prijsverschil tussen gezond en ongezond eten is een heel andere belangrijke mogelijkheid om sociaaleconomische gezondheidsverschillen te verkleinen dat wij de inkomenspositie van lagere inkomensgroepen verbeteren en met name dat wij ervoor zorgen dat de inkomensvoorzieningen die nu voor hen beschikbaar zijn veel beter door hen worden benut.

De voorzitter:

Hebt u nog een motie? Dan moet u die nu meteen lezen. U hebt nog drie seconden.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Daarvoor heb ik de volgende motie, omdat wat ons betreft niet altijd de overheid zelf aan zet kan zijn, maar ook maatschappelijke partijen daarbij betrokken kunnen worden.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat mensen in krachtwijken veelal te maken hebben met opeenstapeling van problemen, waaronder slechte huisvesting, armoede, permanent lage inkomens, gebrek aan (toegang tot) voorzieningen en dergelijke;

constaterende dat mensen in krachtwijken relatief vaak kampen met gezondheidsproblemen, deels veroorzaakt door armoede en een laag inkomen;

constaterende dat het besteedbaar inkomen achterblijft door niet-gebruik van inkomensondersteunende regelingen;

van mening dat een hoger besteedbaar inkomen ruimte aan mensen in krachtwijken biedt om hun persoonlijke situatie te verbeteren;

van mening dat in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen accountancyfirma's hun maatschappelijke bijdrage kunnen leveren door mensen in krachtwijken te helpen, goed gebruik te maken van voorliggende fiscale en sociale voorzieningen;

verzoekt de regering, de grote accountancyfirma's met volle inzet uit te nodigen tot het maken van afspraken over het adopteren van krachtwijken en de bewoners hun ondersteunende diensten aan te bieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sap en Vendrik. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 256(22894).

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. De afgelopen tien jaar zijn de sociaaleconomische gezondheidsverschillen eerder toe- dan afgenomen. Dat vergt een heel consequent en integraal toekomstbeleid. Daarop zijn de komende twee moties gestoeld die de SP-fractie wil indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de sociaaleconomische gezondheidsverschillen de afgelopen jaren verder zijn toegenomen;

overwegende dat dit een ongewenste ontwikkeling is;

verzoekt de regering, in de derde tranche van de Wet publieke gezondheid de verkleining van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen als doelstelling in de wet te verankeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 257(22894).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de sociaaleconomische gezondheidsverschillen de afgelopen jaren zijn toegenomen;

overwegende dat de huidige crisis een risico vormt op verdere vergroting van deze verschillen, omdat de lagere inkomens en mensen zonder werk hierdoor het hardst worden getroffen;

verzoekt de regering, bij de heroverwegingsoperatie ter bestrijding van de financiële problemen bij de overheid de maatregelen te toetsen op de effecten op de sociaaleconomische gezondheidsverschillen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 258(22894).

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. In het algemeen overleg vorig jaar heeft het kabinet een beleidsplan verdedigd dat goede analyses bevatte waarmee wij het eens zijn. Ik heb in dat algemeen overleg ook namens mijn fractie gezegd dat wij het een goed begin vinden, maar concrete doelstellingen missen in het plan, zeker als het gaat om ambities van het kabinet. Die dienen groter en concreter te zijn. Vandaar ook deze moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de sociaaleconomische gezondheidsverschillen in Nederland groeien;

van mening dat het beleid in een moderne verzorgingsstaat erop gericht dient te zijn om sociaaleconomische gezondheidsverschillen zo veel mogelijk te verkleinen;

overwegende dat de commissies-Albeda duidelijk hebben aangegeven dat de aanpak van sociaaleconomische gezondheidsverschillen een integrale meerjarige strategie vereist van aantoonbaar effectieve maatregelen en dat daarnaast onderzoek naar nieuwe maatregelen dient plaats te vinden;

verzoekt de regering, de Kamer zo spoedig mogelijk doch in ieder geval vóór 1 juli 2010 een brief te zenden waarin:

  • - een concrete doelstelling wordt aangegeven ten aanzien van het verkleinen van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen en daarbij tevens aandacht te schenken aan sociaaleconomische gezondheidsverschillen in krimpregio's;

  • - aangegeven wordt op welke wijze en per wanneer beleidsvoornemens op gezondheidseffecten zullen worden gescreend;

  • - aangegeven wordt op welke wijze sociaaleconomische gezondheidsverschillen stelselmatig zullen worden gevolgd en geanalyseerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Arib. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 259(22894).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de sociaaleconomische gezondheidsverschillen in Nederland groeien;

van mening dat het beleid erop gericht dient te zijn om sociaaleconomische gezondheidsverschillen zo veel mogelijk te verkleinen;

overwegende dat onvoldoende duidelijk is welke beleidsmaatregelen aantoonbaar effectief zijn, zowel ten aanzien van het bereiken van bevolkingsgroepen met een lage sociaaleconomische status als ten aanzien van het daadwerkelijk verbeteren van de gezondheidstoestand van deze groepen;Arib

verzoekt de regering, de Kamer zo spoedig mogelijk doch in ieder geval vóór 1 juli 2010 een overzicht te zenden van resultaten van onderzoeken waarin wordt aangegeven welke aantoonbaar effectieve mogelijkheden er zijn om bevolkingsgroepen met een lage sociaaleconomische status te bereiken en hun gezondheidstoestand te verbeteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Arib en Schermers. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 260(22894).

Minister Klink:

Mevrouw de voorzitter. De motie van de leden Sap en Vendrik betreffende financiële en fiscale maatregelen wil ik ontraden op grond van het feit dat wij in het verleden al onderzoek gedaan hebben naar de financiële prikkels. De VU Amsterdam is met een onderzoek gekomen. Daarnaast heeft er in het kader van het IBO een onderzoek plaatsgevonden. Bovendien heb ik de Kamer vorig jaar een brief gezonden met daarin de uitkomsten van het onderzoek en onze opinie daarover. Die opinie is dat wij op dit moment niet over willen gaan tot financiële c.q. fiscale maatregelen om via prijsverschillen de gezondheidseffecten en de gezondheid van personen c.q. groepen te beïnvloeden.

De motie over de grote accountancyfirma's ligt met name op het domein van mijn collega de heer Van der Laan. Er is een landelijke alliantie ingesteld vanuit VROM/WWI waarin diverse maatschappelijke partijen zich kunnen aansluiten om zich in te zetten voor de krachtwijken. Het voorstel om accountancybedrijven, dat in deze motie besloten ligt, in te zetten voor sociaaleconomische gezondheidsverschillen kan via dat kanaal zijn weg vinden. In de motie wordt gesproken van "met volle inzet uitnodigen". Mij lijkt daar niets op tegen. Ik zou bijna zeggen dat dit een ondersteuning is van het beleid. Wellicht dat ik mijn collega de heer Van der Laan nog uitnodig om er schriftelijk op te reageren voordat de stemmingen plaatsvinden. Ik weet overigens niet wanneer die stemmingen precies plaatsvinden. Mochten die vandaag al zijn, dan vraag ik de indieners deze motie aan te houden totdat hij erop gereageerd heeft.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Dat lijkt mij een redelijk verzoek. Mocht de heer Van der Laan vandaag niet kunnen reageren, dan houden wij de motie aan totdat die reactie er wel is.

Minister Klink:

Ik zal hem vragen zo spoedig mogelijk te reageren.

Voorzitter. Bij motie verzoekt de heer Van Gerven om bij de derde tranche van de Wet PG de verkleining van sociaaleconomische gezondheidsverschillen te verankeren. Voor die beleidsdoelstelling lijkt mij die wettelijke verankering niet nodig. Op dit moment kennen wij in de Wet PG de jongeren en de ouderen. Om van die wet nu een wet te maken waaraan wij allerlei groepen gaan hangen terwijl het gaat om publieke gezondheid in bredere zin, lijkt mij niet aangewezen. Daarom ontraad ik deze motie.

Dan kom ik op de motie van de heer Van Gerven waarin wordt gevraagd om bij de heroverwegingsoperatie een soort gezondheidseffectrapportage te voegen. Dat lijkt mij nogal ver gaan. Van mijn kant gaarne de toezegging dat wij als VWS daarop letten vanuit onze meer facetmatige verantwoordelijkheid voor de gezondheid en de gezondheidsverschillen. Maar om nu expliciet te rapporteren hoe wij de verschillende voorstellen op dat punt hebben gewogen, lijkt mij eerlijk gezegd te ver gaan. Dus ook deze motie wil ik ontraden.

Verder verzoekt mevrouw Arib mij bij motie om concrete doelstellingen voor 1 juli 2010 aan de Kamer te doen toekomen en om daarbij aan te geven hoe de verschillende beleidsvoornemens worden gescreend op gezondheidseffecten alsmede worden geanalyseerd en stelselmatig worden gevolgd als er winst uit te behalen is. Het zou eigenlijk neerkomen op een soort gezondheidseffectrapport als ik alle beleidsvoornemens moet gaan screenen. Tenzij dat niet bedoeld is. Als mevrouw Arib bedoelt om in mijn richting te vragen om nader aan te geven wat onze beleidsdoelen zijn met daarbij een rapportage, zowel kwalitatief en zo mogelijk kwantitatief, dan vind ik deze motie wel een ondersteuning van het beleid en wil ik wel toezeggen dat ik voor 1 juli van dit jaar een brief zal zenden waarin ik zal aangeven wat ongeveer de doelstelling is en wat de instrumenten zijn die wij kunnen hanteren. Echter, als het erop neer zou komen dat ik een complete gezondheidseffectrapportage moet gaan hanteren, een beetje naar analogie van datgene wat de heer Van Gerven vraagt rondom de heroverwegingsoperatie, dan gaat mij dat te ver.

Dan heeft mevrouw Arib nog een motie ingediend waarin gevraagd wordt om een overzicht te zenden van de resultaten van onderzoeken waarin wordt aangegeven welke aantoonbare effectieve mogelijkheden er zijn om bevolkingsgroepen met een lage sociaaleconomische status te bereiken en hun gezondheidstoestand te verbeteren. Voor zover die onderzoeken voorhanden zijn, met de effectieve instrumenten die er zijn, zou ik die willen meenemen in de brief die ik zo-even heb toegezegd voor 1 juli.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor zijn beantwoording. De stemmingen over de moties vinden hedenavond plaats bij de eindstemmingen.

De vergadering wordt van 14.00 uur tot 14.15 uur geschorst.

Naar boven