Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 13, 14 en 15 mei:

  • - de voordrachten ter vervulling van twee vacatures in de Hoge Raad (28854);

  • - het voorstel van het lid Depla tot wijziging van het Reglement van orde (28853).

Ook stel ik voor, woensdag 21 mei om 13.30 uur de minister van Financiën en de president van de Algemene Rekenkamer in de gelegenheid te stellen de jaarverslagen over het jaar 2002 en de daarop betrekking hebbende rapporten van de Algemene Rekenkamer aan te bieden.

Verder stel ik voor, de stukken 22112, nrs. 261 en 262, voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van orde de aangehouden motie op stuk 23432, nr. 72, is vervallen.

Op verzoek van de fractie van de PvdA benoem ik in de vaste commissie voor:

  • - Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het lid Adelmund tot lid in plaats van het lid Van Dijken en het lid Dijsselbloem tot plv. lid in plaats van het lid Adelmund;

  • - Justitie het lid Dijsselbloem tot plv. lid in plaats van het lid Boelhouwer;

  • - Landbouw, Natuurbeheer en Visserij het lid Boelhouwer tot lid in plaats van het lid Dijsselbloem;

  • - Nederlands Antilliaanse en Arubaanse Zaken het lid Van Dijken tot plv. lid in plaats van het lid Dijsselbloem;

  • - Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Adelmund tot plv. lid in plaats van het lid Tichelaar.

Het woord is aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Ik wil graag dat het verslag van het gisteren gehouden algemeen overleg over de vogelpest op de plenaire agenda van vanmiddag wordt geplaatst.

De voorzitter:

Ik stel voor om de behandeling van dit verslag toe te voegen aan de agenda van hedenmiddag.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Mede namens de heer Buijs en mevrouw Arib vraag ik minister De Geus om geen onomkeerbare stappen te zetten inzake het ziekenhuis in Emmeloord. De aanleiding voor dit uitdrukkelijke verzoek vlak voor het reces en op deze manier, is de informatie die ik heb uit een brief aan het personeel. Daarin staat dat er nog in april stappen worden gezet, terwijl de Kamer de minister nadrukkelijk heeft gevraagd om geen beslissingen te nemen, voordat de Kamer begin mei over zijn brief over dit onderwerp heeft gesproken. Er is dus een ander signaal, want het lijkt erop dat de minister wel beslissingen neemt. De Kamer, bij monde van de woordvoerders die ik zojuist heb genoemd, verzoekt de minister om dit niet te doen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Ik vraag de aandacht voor nieuws in de Margarita-affaire. Gisteravond berichtte RTL Nieuws dat de landsadvocaat in een advies aan de regering zou hebben gesteld dat de directeur van het Kabinet der Koningin een ambtsmisdrijf zou hebben gepleegd. Vanmorgen heeft de minister-president dat bericht weersproken. In zijn brief stelt hij dat de landsadvocaat slechts heeft verkend welke juridische aspecten in deze kwestie aan de orde zouden kunnen zijn. Hoe je het ook wendt of keert, er is onduidelijkheid gerezen. Wat mij betreft wordt onduidelijkheid altijd het beste bestreden door openbaarheid. Daarom verzoek ik de regering om directe openbaarmaking van het advies van de landsadvocaat. Ik zeg er maar alvast bij dat ik daarmee geen precedent schep. Ik heb namelijk een klein onderzoek gedaan: sinds 1999 is zo'n vier keer een advies van de landsadvocaat openbaar gemaakt. Volgens mij moet het ook in dit geval kunnen.

Ik zie graag dat het advies voor vanmiddag 15.30 uur openbaar wordt gemaakt. Ik vraag dat, omdat het vandaag de laatste dag voor het reces is. Afhankelijk van de inhoud van het advies of de reactie van de regering, sluit ik niet uit dat ik hierover vanmiddag nog in gesprek wil treden met de minister-president. Daarom verzoek ik u, mevrouw de voorzitter, rond de stemmingen nog een regeling van werkzaamheden mogelijk te maken.

Mocht het kabinet – wat ik mij echter niet kan voorstellen bij alle nieuwe politieke ambities van dit kabinet – weigeren om het advies van de landsadvocaat openbaar te maken, dan verzoek ik het kabinet om gemotiveerd aan te geven waarom openbaarmaking niet mogelijk is of waarom er slechts vertrouwelijke inzage mogelijk is.

De heer Van Aartsen (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Ik heb het idee dat de regering noch de Kamer het verlengstuk is van het advocatenkantoor Nicolaï. Bovendien is er over dit onderwerp een zeer uitvoerig debat met het kabinet geweest, als ik mij niet vergis 12 maart jongstleden. Toen heeft met name de minister van Justitie zeer uitvoerig geantwoord op vragen en opmerkingen uit de Kamer over dit punt uit de brief. Onze fractie interesseert het niet zozeer op basis van welke adviezen de minister van Justitie dat heeft gedaan. Misschien heeft hij diverse adviezen gekregen. Wij moeten niet de weg op om achterliggende adviezen voor het kabinet op te vragen. Wij voeren hier namelijk een debat met de ministers. En dat debat hebben wij gehad.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ik leg er nog de nadruk op dat in het slot van de brief van de minister-president staat, dat hij desgewenst vertrouwelijke informatie wil geven over de inhoud van het advies. Daarmee is nadrukkelijk de optie van openbaarmaking van het advies afgewezen. In dit verband wordt in de brief verwezen naar het belang van de Staat. Onze fractie acht in het licht van de brief van de minister-president openbaarmaking van het advies dan ook niet nodig. In het algemeen achten wij dat ook niet wenselijk, vooral gelet op het belang van juridische procedures die hierbij aan de orde kunnen zijn.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Kortheidshalve sluit ik mij aan bij de woorden van de heer Van der Staaij.

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):

Voorzitter. Misschien kan ik dit debat wat kortsluiten. Zojuist is in een procedurevergadering van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besloten om schriftelijke vragen te stellen over deze brief van de minister-president, daarmee dit onderwerp in procedure brengend.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Allereerst geef ik de heer Van Aartsen volkomen gelijk, als hij zegt dat de Kamer geen verlengstuk behoort te zijn van een advocatenkantoor, waar dan ook gevestigd. Bij dezen wil ik de oproep doen dat de advocaten zich terughoudend opstellen, als zij tegelijkertijd op openbaarheid in de Kamer en op een politiek debat hameren.

De heer Van Aartsen heeft ook gezegd dat er uitvoerig is gedebatteerd over deze kwestie. Dat klopt. De kern van het debat was de vraag of er rechtmatig was gehandeld door de directeur van het Kabinet van de Koningin. Dat lijkt mij des te meer reden om ervoor te zorgen dat er achteraf, als er opnieuw onduidelijkheid ontstaat over de rechtmatigheid en de vraag of het gedrag te billijken was, maximale openbaarheid is over de achterliggende stukken. De heer Van Aartsen zegt hierover dat het zomaar een advies is geweest. Welnu, hiermee doet hij de landsadvocaat te kort. Immers, de landsadvocaat draagt niet voor niets die titulatuur.

Ik meen bovendien dat zoveel mogelijk achterliggende adviezen openbaar gemaakt behoren te worden. De Kamer kan de regering nu eenmaal niet op haar mooie blauwe ogen geloven; de Kamer kan de regering alleen op basis van stukken controleren. Een van die stukken is het advies van de landsadvocaat.

Ik handhaaf mijn verzoek dan ook nadrukkelijk, evenals de aangegeven tijd.

De heer Rietkerk (CDA):

Voorzitter. Ik sluit mij kortheidshalve aan bij de argumenten van zowel de heer Van Aartsen als de heren Van der Staaij en Slob. U kunt dit betrekken bij uw reactie op het verzoek van mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Nadat ik had aangemeld dat ik dit verzoek bij de regeling van werkzaamheden wilde doen, is een speciale procedurevergadering gehouden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Volgens mij kan het informatierecht van een Kamerlid nooit gehinderd worden door procedurele beslissingen van een commissiemeerderheid. De informatieverplichting van de regering blijft overeind, ongeacht de mening van een Kamermeerderheid of -minderheid. Het verzoek van de gehele commissie over het stellen van schriftelijke vragen over een ander onderwerp wordt ook door mijn fractie gesteund.

De heer De Graaf (D66):

Voor alle duidelijkheid: het besluit van de commissie betreft een vragenronde over de brief van heden en dat is dezelfde brief die mevrouw Halsema aanleiding heeft gegeven om nu te vragen om openbaarmaking van het advies of de notitie van de landsadvocaat. Hierover moeten wij het eens zijn, lijkt mij.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Hetzelfde onderwerp, maar een ander deelonderwerp.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de regeling van werkzaamheden door te geleiden naar het kabinet. Ik stel verder voor, de mogelijkheid open te houden voor een tweede regeling van werkzaamheden. Als daaraan behoefte bestaat, wil ik deze regeling van werkzaamheden houden na de afronding van het debat over topinkomens. In dat geval zal een belsignaal klinken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Het lijkt mij uitstekend als een nieuwe regeling van werkzaamheden wordt gehouden na het debat over de topinkomens, echter onder de voorwaarde dat de regering inmiddels van zich heeft laten horen.

De voorzitter:

Ook dit staat in het stenogram dat wordt doorgeleid. Volgens mijn taxatie zal het debat over de topinkomens niet voor 15.30 uur zijn afgerond. Ik wijs er nogmaals op dat het niet zeker is dat er een tweede regeling van werkzaamheden komt. Ik houd echter deze optie open. Indien het zover komt, zal een belsignaal klinken.

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Er is net een VAO aangevraagd over het algemeen overleg van gisteren over de vogelpest. Tijdens dat overleg werd de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gevraagd om het advies van het outbreak managementteam openbaar te maken. Op dat moment was het nog niet duidelijk dat vandaag het verslag op de agenda zou worden gezet. Ik vraag of het mogelijk is dat wij het door mij genoemde advies voor de behandeling van dit verslag kunnen krijgen. In het algemeen overleg is hierom niet gevraagd, maar het lijkt mij dat dit advies bij de bespreking behulpzaam kan zijn.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enige ogenblikken geschorst.

Voorzitter: Dijsselbloem

Naar boven