Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Regeling van het lidmaatschap koninklijk huis alsmede daaraan verbonden titels (Wet lidmaatschap koninklijk huis) (28223).

(Zie vergadering van 11 april 2002.)

Artikel 1, aanhef, wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Hillen (stuk nr. 7, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de ChristenUnie en de SGP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 7 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel a wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen b en c worden zonder stemming aangenomen.

Artikel 1 wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 2 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Scheltema-de Nie (stuk nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en D66 voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 3 wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen 4 t/m 15 en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de SGP tegen dit wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige leden ervoor, zodat het is aangenomen.

Naar boven