Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat de Tijdelijke commissie aanvullende onderwerpen NIOD-rapport tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Van Middelkoop.

Ik deel de Kamer mede rekening te houden met een debat met de regering over het NIOD-rapport donderdag a.s.

De voorzitter van de tijdelijke commissie aanvullende onderwerpen NIOD-rapport heeft mij meegedeeld dat zijn commissie morgen hoopt te rapporteren. Ik zal morgen bij de regeling van werkzaamheden een voorstel doen met betrekking tot een debat met die commissie, voorafgaand aan het debat met de regering.

Ik deel aan de Kamer mede dat het VAO "de ondernemende samenleving" hedenmiddag geen doorgang kan vinden in verband met ziekte van de minister. Ik zal later deze week een nieuw voorstel doen omtrent het moment van behandeling.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van deze week en te behandelen donderdag aan het begin van de vergadering:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet stankemissie veehouderijen in landbouwontwikkelingsgebieden (28332);

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 9 april 2001 te Luxemburg totstandgekomen Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds (28066).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Haan.

De heer De Haan (CDA):

Voorzitter. De fractie van het CDA maakt zich ernstige zorgen over de prijsstijgingen die in het weekend zijn gerapporteerd in het dagblad De Telegraaf en zou graag voor morgenochtend een brief ontvangen van de minister van Financiën waarin commentaar gegeven wordt op de soms exorbitante prijsstijgingen en op de vraag hoe die in verhouding staan met de zeer lage inschattingen van officiële organen als het CBS of De Nederlandsche Bank omtrent het effect van de invoering van de euro op het algemene inflatiecijfer. De inhoud van die brief kan dan gebruikt worden bij de bespreking van de voorjaarsnota.

De voorzitter:

Die brief wilt u dus heden ontvangen?

De heer De Haan (CDA):

Het zal de minister niet zo veel moeite kosten om die brief snel te schrijven.

De heer Crone (PvdA):

Voorzitter. Ik ondersteun dit verzoek, maar ik wil daar nog het volgende aan toevoegen. De minister zou bedrijven via de Consumentenbond aan de schandpaal nagelen, bekend maken wat zij fout hebben gedaan. Kan hij in dezelfde brief aangeven wat hij daar tot nu toe aan heeft gedaan?

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Bakker.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter. De staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft aangekondigd de inwerkingtreding van de Woningwet en het daarbij behorende bouwbesluit uit te stellen tot 1 januari 2003. Daar zijn ongetwijfeld redenen voor van volkshuisvestingstechnische of van procedurele aard, maar het heeft wel effect op de uitrol van GSM- en UMTS-netwerken. Ik verzoek de staatssecretaris van VROM en de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat een gezamenlijke brief te sturen aan de Kamer waarin de vraag beantwoord wordt of de effecten daarvan voorkomen kunnen worden. Ik stel die vraag mede namens mevrouw Wagenaar en de heer Atsma.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wijn.

De heer Wijn (CDA):

Voorzitter. Wij ontvingen eind vorige week een brandbrief van de VNG over het op straat zetten van uitgeprocedeerde asielzoekers. De VNG dringt er met klem op aan om met onmiddellijke ingang een beleidswijziging door te voeren. Ik verzoek u daarom, de demissionaire bewindspersonen ad interim over het asielbeleid te mogen interpelleren.

De voorzitter:

Ik stel voor dit verzoek in te willigen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Omdat u mij al had laten weten wat u ging vragen, heb ik daarover reeds enig overleg kunnen plegen. U moet er rekening mee houden dat het debat vanavond plaatsvindt. Ik zou graag zien dat u de vragen snel inlevert.

De heer Middel (PvdA):

Voorzitter. Ik wil het voorstel van de heer Wijn graag volgen.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Walsem.

De heer Van Walsem (D66):

Voorzitter. Ik wil graag een heropening vragen van de behandeling van de Comptabiliteitswet naar aanleiding van de vierde nota van wijziging van de minister.

De voorzitter:

Hebt u het idee dat er ruim gebruik gemaakt zal worden van de heropening? Ik vraag dit in verband met het tijdsbeslag waarmee ik rekening moet houden.

De heer Van Walsem (D66):

Volgens mij moet het in twintig tot vijfentwintig minuten mogelijk zijn.

De voorzitter:

Ik zal daarover later een voorstel doen.

Het woord is aan de heer Ten Hoopen.

De heer Ten Hoopen (CDA):

Voorzitter. Wij zouden graag een brief ontvangen van de minister van Economische Zaken – liefst vandaag Voorzitterof morgenochtend – naar aanleiding van de interne notitie Voorsorteren voor morgen, waar de Volkskrant melding van maakt.

Wij zouden daarin graag de volgende vragen beantwoord zien.

  • 1. Is dit een brief in opdracht van de minister?

  • 2. Is het een beleidswijziging met betrekking tot privatisering en liberalisering? Zo ja, waarom nu?

  • 3. Beoordeelt de minister de marktwerkingsoperatie nu als "geen succes"?

  • 4. Onderschrijft zij de uitspraak, zoals haar hoogste ambtenaar die doet in het artikel, dat hij "afwil van het marktdenken als ideologie"?

  • 5. Zo ja, welke consequenties verbindt de minister aan deze beleidslijn?

De voorzitter:

Zoals u hoort, had de heer Ten Hoopen hierover vanmiddag graag mondelinge vragen gesteld aan de minister, maar dat is niet mogelijk.

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Weisglas.

De heer Weisglas (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie heeft een probleem met betrekking tot de motie over het Midden-Oosten (23432, nr. 49). Omdat we in de procedure van een herstemming zijn, zijn de opmerkingen die ik maak uiteraard puur procedureel. De motie is gedateerd 11 april 2002. In de motie wordt gesproken over "de afgelopen week", de week voor 11 april, "de a.s. EU-bijeenkomst", de bijeenkomst van 15 april die inmiddels heeft plaatsgevonden, en "het a.s. weekend", het weekend na 11 april. Wij hebben op die grond het volgende procedurele probleem. Als wij de motie aannemen, dan neemt de Kamer een motie aan waarin de tijdsbepaling absoluut niet meer klopt. Ik vind dat we buitengewoon zuiver moeten zijn in de teksten waarover we stemmen. Ik doe daarom, ondanks het feit dat ik me heel goed realiseer dat we in een herstemming zitten, om te beginnen een beroep op de indieners van de motie, de heren Hoekema en Koenders om in het licht van de procedurele argumenten die ik heb genoemd, de motie van de agenda af te voeren.

De voorzitter:

Het feit dat de motie op de agenda staat, is inderdaad een gevolg van de procedure waarin een herstemming over een motie waarbij de stemmen staken, aan de orde is. Ik kan niet voor de indieners spreken. Zij kunnen u misschien zelf op dit punt een nadere toelichting geven.

De heer Hoekema (D66):

Deze motie is ingediend en voor de eerste maal in stemming gebracht op 11 april. Zij was vooral gericht op de bijeenkomst van de ministers van buitenlandse zaken van de Europese Unie, de Algemene Raad van maandag 15 april. De motie is op een aantal punten, zoals de op bepaalde data plaatsvindende gebeurtenissen, feitelijk achterhaald. Mede in het licht van het feit dat er morgen een nader algemeen overleg over het Midden-Oosten plaatsvindt, heeft mijn fractie er geen bezwaar tegen, als er niet over deze motie wordt gestemd.

De heer Koenders (PvdA):

Ik heb goed geluisterd naar de heer Weisglas en naar de eerste indiener van de motie. Ik kan niet anders dan mij daarbij aansluiten, met de duidelijke aantekening dat het voor mijn fractie van belang is dat wij nog deze week over dit onderwerp een stemming hebben, gezien het algemeen overleg van morgen.

De voorzitter:

Dan lijkt het mij niet nodig om hierover een proceduredebat te hebben. Op een wat merkwaardige wijze heeft mij nu het verzoek bereikt om deze motie van de agenda af te halen. Omdat het een herstemming betreft, doe ik dit voorstel en hoop ik dat allen ermee in kunnen stemmen dat er niet over wordt gestemd, zoals uitgelegd door de verschillende woordvoerders. De motie wordt dan alsnog van de agenda afgevoerd.

De heer Van Bommel (SP):

Ik maak hier toch bezwaar tegen. Weliswaar staan in de overwegingen en de constateringen een aantal data die niet meer kloppen, maar in het verzoek aan de regering worden slechts drie instrumenten genoemd, zoals een wapenembargo en het bijeenroepen van de Associatieraad.

De voorzitter:

Ik onderbreek u even, want ik heb de heer Hoekema en de heer Koenders niet horen zeggen dat zij van mening zijn veranderd. Daar hadden wij het niet over. Wij hadden het over de procedure. Daarop was het verzoek van de heer Weisglas gericht. Laten wij niet inhoudelijk debatteren, want ik heb begrepen dat er morgen nog een algemeen overleg is. Dan kan er alle reden zijn om in te brengen wat u vindt. Ik hoef u er niet op te wijzen dat het niet zo ingewikkeld is om deze week in deze zaal nog een keer iets inhoudelijks aan de orde te hebben in die richting. Helpt u even mee en laten wij het houden bij het voorstel van de indieners om de motie nu van de agenda af te voeren, zoals de heer Weisglas vraagt.

De heer Van Bommel (SP):

U vraagt mijn steun voor dit voorstel, maar die wil ik niet geven.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Namens de fractie van GroenLinks maak ook ik bezwaar tegen dit voorstel. Het is weliswaar in procedurele zin naar voren gebracht, maar het kan niet los worden gezien van de inhoud van de motie. Daarom willen wij graag dat de motie in stemming wordt gebracht.

De voorzitter:

Ik heb al eerder uitgelegd dat dit voorstel alleen kan, als niemand zich ertegen verzet. Dat betekent dat ons weinig anders te doen staat dan te stemmen over de motie, maar wij gaan eerst door met de regeling van werkzaamheden.

Het woord is aan de heer Van der Vlies.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. Vorige week donderdag vergaderde de commissie van LNV met de minister over de Landbouwraad. Bij die gelegenheid was een voorstel van de minister aan de orde voor vestigingssteun voor jonge boeren. Dat is een uitwerking van een amendement dat ik heb ingediend bij de landbouwbegroting. De minister heeft een brief aan de Kamer toegezegd, waarin hij de financiële consequenties van de door hem ontworpen regeling op een rijtje zet en waarmee in een bepaald hiaat wordt voorzien. Er zijn mogelijkerwijs gevolgen voor de voorjaarsnota en de suppletoire, maar wij wisten nog niet wanneer zij deze week worden geagendeerd. Eerlijkheidshalve is er geen scherpe afspraak gemaakt over de deadline voor de minister. Nu wij morgenochtend over de voorjaarsnota debatteren, en in het verlengde daarvan over de suppletoire, vraag ik om te bevorderen dat de brief ons nog heden bereikt.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Hofstra.

De heer Hofstra (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Enige tijd geleden is er een algemeen overleg geweest over de benzinemarkt. Het kabinet heeft ons daarna nog een briefje gestuurd om te informeren of de Kamer wellicht nog vragen had. Wij hebben zelfs nog wel opmerkingen. Mede namens collega Crone van de PvdA-fractie verzoek ik u om wellicht morgen het verslag van dat AO op de agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik zal de Kamer daarover op een later tijdstip een voorstel doen.

Het woord is aan de heer Middel.

De heer Middel (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Het kabinet is inmiddels demissionair, de Kamer gaat zeer binnenkort op reces en de voetbalvandalen hebben laten weten dat zij voorlopig niet van plan zijn om demissionair te worden. Onder aanvoering van de burgemeester van Amsterdam en de politie wordt alom krachtig opgetreden tegen vandalisme en andere uitwassen. Dat verdient navolging door de landelijke politiek, zeker nu Rotterdam zich opmaakt voor de bekerfinale Ajax-Utrecht.

De Kamer heeft eind vorig jaar een motie van de fracties van de Partij van de Arbeid en de VVD aangenomen, waarin de regering wordt gevraagd om in het kader van een eventueel wenselijke sportwet allerlei maatregelen om het vandalisme te beteugelen op een rijtje te zetten en te laten zien hoe die uitgevoerd kunnen worden. De Partij van de Arbeid en de VVD zijn van mening dat deze motie versneld moet worden uitgevoerd. Wij vragen de regering, in het bijzonder de minister van Justitie en de staatssecretaris van sport, om ons uiterlijk donderdagochtend te laten weten in hoeverre een spoedige uitvoering van de motie mogelijk is, zodat wij eventueel nog in de gelegenheid zijn om donderdag over dit onderwerp een spoeddebat aan te vragen.

De heer Atsma (CDA):

Mevrouw de voorzitter. De CDA-fractie kan zich uiteraard vinden in het voorstel van collega Middel, maar zij wil er graag het volgende aan toevoegen: een reactie op de suggestie van het CDA om de strafrechtelijke meldingsplicht mogelijk te maken voor voetbalvandalen en een plan van aanpak om spreekkoren in stadions tegen te gaan.

De heer Middel (PvdA):

Wat ons betreft, zitten die punten erin. Wij zijn het namelijk met beide punten eens.

De voorzitter:

Ik kom met een amendement op het voorstel. Ik denk dat het in het kader van een goede regeling van werkzaamheden beter zou zijn als de brief woensdag aan het eind van de dag bij de Kamer is.

De heer Middel (PvdA):

Dat is nog beter!

De voorzitter:

Ik stel de Kamer voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Mevrouw de voorzitter. De KNVB heeft een nieuwe sponsor voor de eredivisie. De beelden van het voetbal zullen weer worden uitgezonden door de NOS. Vorige week vrijdagavond werd in het programma Barend & Van Dorp op RTL 4 door de hoofdsponsor van de eredivisie meldinggemaakt van het contract en de inhoud daarvan. Dat roept bij ons een aantal vragen op, met name over het inbrengen van STER-zendtijd door de publieke omroep in het contract. Wij willen derhalve via u de staatssecretaris van mediazaken vragen om de Kamer een brief te sturen, waarin wordt ingegaan op de componenten van het contract en de wijze waarop dit zich verhoudt tot de Mediawet.

De voorzitter:

Ik stel de Kamer voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enige ogenblikken geschorst.

Naar boven