Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend in het notaoverleg over de PKB Mainportontwikkeling, te weten:

- de motie-Feenstra c.s. over de rol van het Rijk (24691, nr. 35);

- de motie-Klein Molekamp c.s. over alternatieven van Albrandswaard (24691, nr. 36);

- de gewijzigde motie-Buijs c.s. over een schaderegeling voor de visserijsector (24691, nr. 44);

- de motie-Ravestein c.s. over ontsluiting voor de binnenvaart (24691, nr. 39);

- de motie-Van der Steenhoven/Van Bommel over 750 ha extra natuur (24691, nr. 40);

- de motie-Van der Steenhoven over gevolgen voor de Noordzeekust en de Waddenzee (24691, nr. 41);

- de motie-Van Bommel/Van der Steenhoven over samenwerking tussen Antwerpen en Rotterdam (24691, nr. 42);

- de motie-Klein Molekamp c.s. over de omvang van het zeereservaat (24691, nr. 43).

(Zie notaoverleg van 8 april 2002.)

De voorzitter:

De motie-Van der Steenhoven (24691, nr. 41) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de aanleg van de Tweede Maasvlakte negatieve gevolgen kan hebben op de zand- en slibhuishouding van de Wadden, de Waddenzee en de Noordzeekust en kan leiden tot kustafslag, bodemdaling en het verdwijnen van biotopen;

constaterende dat de regering hierin geen aanleiding ziet om nader onderzoek te doen naar deze effecten;

constaterende dat de PKB Derde nota Waddenzee voorschrijft dat plannen, projecten of handelingen buiten het PKB-gebied, die schadelijke effecten kunnen hebben voor het Waddengebied, aan de hoofddoelstelling van de PKB dienen te worden getoetst;

verzoekt de regering, nader onderzoek te verrichten naar de mogelijke nadelige effecten van de aanleg van de Tweede Maasvlakte op de Noordzeekust en het Waddenzeegebied;

draagt de regering op, de aanleg van de Tweede Maasvlakte te toetsen aan de hoofddoelstelling van de PKB Derde nota Waddenzee alvorens over te gaan tot besluitvorming over de PKB-plus PMR,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 48 (24691).

In stemming komt de motie-Feenstra c.s. (24691, nr. 35).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Klein Molekamp c.s. (24691, nr. 36).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Buijs c.s. (24691, nr. 44).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige leden ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Ravestein c.s. (24691, nr. 39).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Steenhoven/Van Bommel (24691, nr. 40).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Steenhoven (24691, nr. 48).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Bommel/Van der Steenhoven (24691, nr. 42).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Klein Molekamp c.s. (24691, nr. 43).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Naar boven