Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 4 december 2007 over uitbetaling bedrijfstoeslag.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Voorzitter. Naar aanleiding van het algemeen overleg wil ik toch nog een motie indienen met een iets nadrukkelijker verzoek aan de regering.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de uitbetalingen van de bedrijfstoeslagen eenmaal per jaar plaatsvinden en dit tot nu toe door wijzigingen in het beleid heeft geleid tot een spreiding van de uitbetalingen;

overwegende dat een evaluatie van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de Europese Unie gaande is en het beleid in een transitie verkeert, wat voorlopig zal blijven leiden tot vele wijzigingen van de nationale uitvoering van dit beleid;

overwegende dat door de grote spreiding van de uitbetaling er sprake is van een ongelijke behandeling van de ontvangers en dit tevens leidt tot onzekerheid omtrent het moment van uitbetaling bij de ontvangers;

constaterende dat de verordeningen met betrekking tot de Europese gekoppelde steunregelingen wel voorzien in de verstrekking van voorschotten "om ervoor te zorgen dat landbouwers de betalingen zo snel mogelijk ontvangen";

van mening dat het uitbetalen van voorschotten op de bedrijfstoeslagen bijdraagt aan de gelijke behandeling van de ontvangers en aan de betrouwbaarheid van het moment van uitbetaling van nagenoeg de gehele bedrijfstoeslag;

verzoekt de regering, zich nadrukkelijk in te zetten samen met eventueel gelijkgestemde lidstaten om op een zo kort mogelijke termijn te bewerkstelligen dat de relevante verordeningen van de Europese Unie zodanig worden gewijzigd dat het voor lidstaten mogelijk wordt om op structurele basis voorschotten op de bedrijfstoeslagen uit te betalen;

verzoekt de regering voorts om bij de Europese Commissie te bepleiten dat deze het uitbetalen van voorschotten op de bedrijfstoeslagen, zoals bedoeld in artikel 28, lid 3, onder b, van verordening 1782/2003, in ieder geval toestaat zolang niet kan worden voldaan aan bovenstaand verzoek,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Snijder-Hazelhoff en Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 53(28625,29246).

Minister Verburg:

Voorzitter. Vorige week dinsdag heb ik met uw Kamer al het debat gevoerd over de uitbetaling van de toeslagrechten. Toen heb ik ook al toegezegd dat ik met collega's in Europa zou sonderen of dat mogelijk is. In die zin beschouw ik het eerste deel van het dictum van deze motie als ondersteuning van mijn beleid.

Ik wacht even met het tweede deel van de motie, omdat ik mij afvraag of mevrouw Snijder hier ook bedoelt wat zij verzoekt. Wat zou de praktijk zijn als de Commissie uitbetaling van voorschotten toestaat? Als ik dit nu zou vragen voor dit jaar, zijn er twee mogelijkheden. Ofwel er komt een ja en dan zitten wij dik in de problemen, want dan moet het hele systeem van de dienstregelingen worden omgebouwd. Alles is nu namelijk ingezet op zo snel mogelijk betalen maar wel zorgvuldig en in één keer goed. Ofwel er komt en nee en dan schieten wij er nog niets mee op. Ik zou daarom graag van mevrouw Snijder willen weten wat zij hiermee bedoelt.

De voorzitter:

Dat sta ik bij hoge uitzondering toe omdat het anders niet duidelijk is wat wij gaan doen.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Wij beseffen ook dat een verordening aanpassen wel eens een wat langer traject zou kunnen zijn. Mocht u zien dat er wel bereidwilligheid is terwijl de verordening voor de volgende uitbetaling nog niet op orde is, dan vragen wij u om de Europese Commissie te verzoeken de volgende uitbetaling wel op basis van voorschotten te mogen doen.

Minister Verburg:

Als er voldoende collega's zijn om het voor te stellen, lijkt het mij goed om dat gewoon te doen bij de Europese Commissie. Dan lijkt het mij zorgvuldiger om het tweede deel van het dictum te schrappen omdat dit leidt tot grote verwarring en tot chaos, ook bij andere lidstaten die dit in één keer doen. Nu kan het niet, want het ombouwen leidt tot grote onzekerheid. Dat kan gewoon niet bij de dienstregelingen. Wij zetten alles in op wat u wilt.

Het eerste deel van de motie komt neer op kijken of ik met collega's een meerderheid kan vinden voor het opknippen van de uitbetaling, deels als voorschot en deels als finalisering. Daar heb ik ja op gezegd. Dit zie ik ook als ondersteuning van beleid, zij het dat het mij van het hart moet dat ik het lang niet met alle overwegingen en constateringen in de motie eens ben. Het tweede deel zie ik zo dat ik eventueel naar de Commissie ga als ik voldoende collega's heb om het gevraagde vanaf 2008/2009 mogelijk te maken. Versta ik mevrouw Snijder zo goed? Ik zie haar knikken. Dan beschouw ik ook dat onderdeel van de motie als ondersteuning van beleid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij stemmen volgende week over de ingediende motie.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven