Aan de orde is de goedkeuring van de PKB Nationaal Verkeers- en Vervoersplan (27455).

(Zie notaoverleg van 28 januari 2002.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Hofstra (VVD):

Mevrouw de voorzitter. De laatste jaren is het Nationaal Verkeers- en Vervoersplan diverse keren in de Kamer besproken. De VVD-fractie steunt de visie dat mobiliteit gelukkig weer mag, maar vindt de uitwerking van het plan onvoldoende om de grote verkeers- en vervoersproblemen snel en effectief aan te pakken. Zo ontbreekt een financiële paragraaf, terwijl al tientallen miljarden moeten worden geïnvesteerd. Bij het openbaar vervoer ontbreekt tevens inzicht in de toekomstige exploitatiesubsidies mede in relatie tot de noodzakelijke investeringen. Ook is het plan te weinig ambitieus, bijvoorbeeld als het gaat om de zogenoemde basiskwaliteit van 60 km/u op snelwegen. Dan wordt snel ingezet op decentralisatie. De fractie van de VVD is daar voor, maar er is geen overeenstemming met VNG en IPO over deze grootschalige decentralisatie.

Uiteraard heeft de VVD-fractie geprobeerd de plannen te verbeteren, maar dat is in onvoldoende mate gelukt. Dus zal het niemand verbazen dat de VVD-fractie niet in kan stemmen met de voorliggende uitwerking van NVVP en PKB en wenst dat op deze wijze in de Handelingen vast te leggen.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66 en de SGP voor deze goedkeuring hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat deze planologische kernbeslissing niet is goedgekeurd.

Naar boven