Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 99, item 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 99, item 2 |
Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.
Vragen van het lid Smaling aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht "Ploumen vloog met privévliegtuig retour Rotterdam-Berlijn voor 8.900 euro".
De heer Smaling (SP):
Voorzitter. De minister is naar Berlijn geweest, dé lijn van de lijnvluchten, zou je denken. Maar dat is niet het geval. De minister is naar een grote happening geweest die verband houdt met de Global Vaccine Alliance. Dat is op zichzelf een goed gebeuren, maar de minister heeft ervoor gekozen om met een privéjet te gaan à raison van ongeveer €9.000. Dat vind ik een heel hoog bedrag. Ik sta hier niet om de minister te verwijten dat zij niet hard werkt, want dat is helemaal niet het geval, maar ik vraag haar wel waarom deze uitgave gedaan is en wat de meerwaarde van haar aanwezigheid daar in Berlijn was.
Minister Ploumen:
Voorzitter. Dank aan de heer Smaling. Het is duidelijk dat de bewindspersonen van Buitenlandse Zaken in principe en dus voor het allergrootste deel gebruik maken van lijnvluchten. Dat is het uitgangspunt. In een heel enkel geval wordt daarvan afgeweken. Dit was zo'n geval. Ik licht ook graag toe waarom die keuze moest worden gemaakt. Doorgaans is dat om agendatechnische of om veiligheidsredenen, als het al voorkomt. Ik geloof dat dit voor mij de eerste keer is dat ik het heb gedaan en ik wil er ook geen gewoonte van maken. Ik ben het namelijk met de heer Smaling eens dat het veel geld is.
Waarom is het zo gegaan? Op 26 en 27 januari was de conferentie van GAVI in Berlijn onder voorzitterschap van bondskanselier Merkel. Zij had Nederland ook uitgenodigd, want Nederland is een van de landen die bijdragen aan het programma dat is opgericht om mensen te vaccineren tegen veel voorkomende ziektes. Op dinsdag 27 januari was er ook een grote conferentie in Rotterdam van 1.500 mkb'ers, waarvoor ik al maanden daarvoor was uitgenodigd. Ik vond het van belang om bij allebei aanwezig te zijn.
Wij kijken dan naar de reguliere lijnvluchten. Bij gebruik daarvan had ik een van de twee bijeenkomsten moeten missen, want op dinsdagmiddag 27 januari waren er geen directe lijnvluchten vanuit Berlijn naar Rotterdam beschikbaar. De bijeenkomst met de ondernemers was in Rotterdam. Er waren indirecte vluchten vanuit Berlijn, maar geen van die vluchten kon worden uitgevoerd op een moment dat ik bij beide conferenties aanwezig zou kunnen zijn. Wij hebben ook gekeken naar lijnvluchten vanuit Berlijn naar Amsterdam. Die vertrokken of te vroeg uit Berlijn of kwamen te laat aan om op tijd in Rotterdam te zijn.
Als dat zich voordoet, kijken wij of het mogelijk is met de KBX of met Gulfstream te reizen. Die waren alletwee bezet. Dan kijken we of het mogelijk is om gebruik te maken van het Belgische defensietoestel, waarvoor we een overeenkomst met de Belgen hebben. Dat was inderdaad mogelijk en daar hebben wij ons dus voor aangemeld. De reis vond plaats op maandag, maar op de vrijdag daaraan voorafgaand hoorden wij van de Belgische luchtmacht dat zij hun aanbod moesten intrekken vanwege het overlijden van de Saudische koning en een Belgische delegatie moest afreizen naar Riad. Daar hadden ze dit vliegtuig voor nodig.
Dan kijken we naar commerciële inhuur en nemen we de goedkoopste optie. Dat is wat we hier hebben gedaan. Nogmaals, het is niet de gewoonte en ik ben zeker niet van plan om er een gewoonte van te maken.
De heer Smaling (SP):
De uitleg is wel duidelijk, maar ik vraag me dan nog steeds af of het überhaupt nodig was om daarheen te gaan. Het is natuurlijk een heel groot gebeuren en er zit heel veel geld in van de Bill & Melinda Gates Foundation. Ik had me kunnen voorstellen dat de minister ervoor had gekozen om te skypen, omdat ze wist dat ze vlak daarna ook weer een andere bijeenkomst had. Bill kijkt niet op €8.000 of €9.000 meer of minder en hij had misschien kunnen aanbieden om minister Ploumen op te halen. Maar nee, er wordt toch voor gekozen om ... Kijk, het zijn geen miljoenen, maar 9.000 euro! Heel veel mensen vinden het maar wat fijn als ze zo'n bedrag maandelijks of zelfs jaarlijks op hun rekening kunnen bijschrijven.
Minister Ploumen:
Zeker, de heer Smaling heeft gelijk. Ik kan mij ook nog herinneren dat ik zo'n bedrag niet per jaar kon besteden. Daarom zijn we daar ook heel erg terughoudend in. Natuurlijk heb ik overwogen of ik wel moet gaan als het allemaal zo loopt. Dat besluit is om een paar redenen wel positief uitgevallen. Ik vond het belangrijk om daar de boodschap neer te leggen dat Nederland bijdraagt, maar dat een deel van onze bijdrage bedoeld is om financiële bijdragen van private partijen uit te lokken. Dat is echt een nieuwe boodschap en ik vind dat wij die goed moeten uitdragen. Het was voor mij ook een mogelijkheid om met een aantal mensen te spreken, die op die conferentie waren en die ik mogelijk op andere plekken veel moeilijker te spreken zou kunnen krijgen. Ik noem president Kikwete, inderdaad Bill Gates, maar ook de directeur van Unicef. Het was goed bestede tijd en ik zeg de heer Smaling graag toe dat wij, mocht zich zoiets nog eens voordoen, weer een zorgvuldige afweging zullen maken. Je moet inderdaad goed op een rijtje hebben of het echt nodig is en of er een toegevoegde waarde is. In dit geval was het antwoord ja, maar ik sluit niet uit dat in andere gevallen het antwoord nee kan zijn.
De heer Smaling (SP):
Ik heb toch nog een vraag aan de minister. Is er binnen het ministerie voldoende besef dat je het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking altijd moet verdienen? Je kunt zeggen dat het de laatste tijd extra broos is geworden, ook door de crisis. Mensen besteden hun geld liever op allerlei andere manieren dan via de belasting bij te dragen aan ontwikkelingssamenwerking. Als je vanmorgen met chocoladeletters in de Telegraaf ziet staan: "vakantie te duur voor een kwart van de mensen", dan is het toch wel heel bitter om tegelijkertijd te zien dat deze kosten zijn gemaakt. Kan de minister — en ik zeg het nogmaals: ze werkt hard en ik wens haar een succesvolle voortzetting van haar ministerschap toe — toezeggen dat dit soort kosten in de toekomst niet meer gemaakt worden?
Minister Ploumen:
Ik heb al gezegd dat ik hier absoluut geen gewoonte van wil maken. Ik geloof dat het ook de eerste keer is dat we het op die manier hebben gedaan. Kijk, er kunnen redenen zijn, bijvoorbeeld veiligheidsredenen, waarom je geen andere optie hebt, maar ik ga ervan uit dat ik kan volhouden wat ik de afgelopen tweeënhalf jaar heb gedaan. Ik ga hier absoluut geen gewoonte van maken. Ik hoor heel goed wat de heer Smaling zegt en wij verstaan elkaar daarin ook altijd goed, ook vandaag.
De heer Bosma (PVV):
De heer Smaling spreekt van het broze draagvlak voor ontwikkelingshulp. Nou, bij de apparatsjiks van de SP is er misschien nog draagvlak voor ontwikkelingshulp, maar Nederland wil gewoon af van die gekke ontwikkelingshulp, omdat het geldverspilling is. Het is allemaal geldverspilling. Het gaat naar Afrikaanse dictators, het geld verdampt, het ene project na het andere zakt in. Dit is daar alleen maar een voorbeeld van. Ik ben wel blij dat alle duurzaamheidskreten van dit kabinet in ieder geval niet gedragen worden door deze minister, dus dat is wel weer winst. Kan de minister eens uitleggen of dit niet gewoon helemaal in lijn is met de ontwikkelingshulp? Mevrouw de minister wilde even een Afrikaanse dictator spreken en laat zich vervoeren voor veel geld. Dat is gewoon wat ontwikkelingshulp is. Dat valt toch niet buiten hoe ontwikkelingshulp werkt?
De voorzitter:
Uw vraag is?
De heer Bosma (PVV):
Dat is een vraag.
Minister Ploumen:
Het programma waarover wij het hier hebben, het vaccinatieprogramma dat gedragen wordt door overheden, maar waar ook private partijen aan bijdragen, zorgt ervoor dat heel veel kinderen in ontwikkelingslanden ingeënt worden. Voor ons is het heel gewoon dat je als baby'tje en later volgens het schema tegen allerlei ziektes wordt ingeënt. Dat behoedt je voor ellende in je latere leven. Dat gunnen we ook aan andere kinderen, kinderen in landen waar dat moeizamer tot stand komt. Juist dit programma staat de armste landen bij. Als landen het beter gaan doen, en gelukkig zien we dat in steeds meer landen, dan wordt de bijdrage teruggeschroefd. Dit programma houdt gelijke tred met de economische ontwikkeling van landen en zet er juist op in — ik denk dat we dat in deze Kamer allemaal delen — dat overheden zelf de verantwoordelijkheid hebben om zorg te dragen voor hun burgers. Als het kan, dan doen ze dat ook en anders staan wij ze bij.
De voorzitter:
De tweede vraag voor de PVV.
De heer Bosma (PVV):
Het is allemaal kretologie. De westerse landen hebben bijna 2.500 miljard dollar naar allemaal van die ontwikkelingshulplanden verscheept. Dat geld is allemaal verdampt. Dat is allemaal verdwenen. Er bestaat geen zinnig onderzoek dat een relatie kan aantonen tussen onze ontwikkelingshulp en economische groei daar. Het bestaat niet. Er zijn eerder aanwijzingen dat het andersom werkt. Nu moet er een vaccinatieprogramma komen, terwijl er al 2.500 miljard dollar naartoe is. Waarom hebben die landen dat inmiddels niet gewoon zelf geregeld? Het antwoord daarop is: vanwege corruptie, waar ze zelf niets aan willen doen.
Minister Ploumen:
Ik ben het niet eens met de waarneming van de heer Bosma. Ik denk dat het redden van een leven van een kind de moeite waard is en dat het heel belangrijk is dat wij daar met elkaar aan bijdragen als landen dat zelf nog niet volledig op orde hebben.
De heer Van Laar (PvdA):
De Kamer heeft de minister zelf gevraagd om de bijdrage aan het vaccinatieprogramma op te hogen, juist omdat het zo succesvol is. We zijn er dus ook blij mee dat de minister de moeite heeft genomen om naar Berlijn te gaan en dat heeft geprobeerd.
Ook de suggestie van de SP dat het om een vakantie zou gaan door de link te leggen met zo'n artikeltje, zou ik niet voor mijn rekening willen nemen. Het gaat erom dat de juiste procedures zijn gevolgd. Is dit de gebruikelijke procedure? Is goed gekeken naar alle alternatieven en is vervolgens de juiste beslissing genomen? Dat wil ik ter bevestiging nog graag horen van de minister. Is het zo gegaan? En zal het de volgende keer ook zo gaan?
De voorzitter:
Ik geef eerst het woord aan de heer Smaling voor een persoonlijk feit. Ik zeg daarbij: geen discussie, maar een persoonlijk feit.
De heer Smaling (SP):
Dit is een persoonlijk feit. Ik heb helemaal niet gezegd dat de minister op vakantie is geweest. Ik zou dus graag zien dat de heer Van Laar deze woorden terugneemt.
De voorzitter:
Mijnheer Van Laar, bent u bereid die woorden terug te nemen?
De heer Van Laar (PvdA):
Dat heb ik niet gezegd. Ik zei alleen dat de SP een link legde met op vakantie gaan. "Vakantie te duur" stond in het artikel, dat de heer Smaling omhoog hield. Daarmee wekte hij de suggestie dat dit een soortgelijke reis zou zijn.
De voorzitter:
U weerlegt het niet. Dan stel ik voor dat de minister gaat antwoorden op de vraag die de heer Van Laar heeft gesteld.
Minister Ploumen:
In antwoord op de vraag van de heer Smaling, heb ik de procedure aangeduid. Commerciële lijnvluchten zijn het principe. Als dat niet mogelijk is of om veiligheidsredenen niet kan, dan kiezen we voor KBX of Gulfstream. We kijken in dat geval dan naar de samenwerking die we hebben met de Belgische luchtmacht. Pas als dat allemaal niet mogelijk is, komt commerciële inhuur in beeld en dan kiezen we de goedkoopste optie. Nogmaals, het is niet mijn gewoonte om dit te doen en ik ga er zeker geen gewoonte van maken.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw antwoorden en uw komst naar de Kamer.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20142015-99-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.