Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 54, item 8 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | nr. 54, item 8 |
Aan de orde is het debat over de gaswinning in Groningen.
De voorzitter:
Ik heet alle aanwezigen in de zaal van harte welkom.
(Gezang op de publieke tribune.)
De voorzitter:
Ik ben niet helemaal geïnformeerd, maar mijn inschatting is dat dit het volkslied van Groningen was. Misschien was het ook goed om daarmee te beginnen. Per fractie zijn acht minuten spreektijd afgesproken. Verder zijn in totaal vier interrupties per fractie toegestaan.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Voorzitter. We spreken hier vandaag over de gevolgen van de gaswinning voor de Groningers. Ik kijk in mijn bijdrage aan dit debat terug op de afgelopen twee jaar, maar ik kijk natuurlijk ook vooruit. Ik ga in op de risicoanalyses, de hoogte van de gaswinning, de schadeafhandeling en het toekomstperspectief voor Groningen.
Op 16 augustus 2012 was de aardbeving bij Huizinge, met een kracht van 3.6 op de schaal van Richter. Naar aanleiding van deze beving heeft het Staatstoezicht op de Mijnen, dat ik hierna SodM zal noemen, onderzoek gedaan. Begin 2013 is dat toegelicht door minister Kamp in Loppersum. De kans op grotere en zwaardere aardbevingen bleek zodanig toe te nemen, dat de minister nader onderzoek nodig vond. Het SodM gaf aan dat de productie zo veel als realistisch mogelijk zou moeten worden teruggebracht. Tot onze grote verbijstering bleek de gasproductie in 2013 enorm te zijn: bijna 54 miljard kuub. In het debat, begin 2014, was de verklaring van de minister hiervoor dat het een strenge winter was, dat de kachels moesten branden en dat de mensen moesten koken. En we moesten onze internationale verplichtingen nakomen. Uit de antwoorden op onze schriftelijke vragen blijkt nu dat dit niet alleen mogelijk was geweest met het winnen van het Groninger gas, maar dat er prima bijgemengd had kunnen worden. De conversiecapaciteit is in 2013 en 2014 nauwelijks gebruikt. Tijdens de hoorzitting werd pijnlijk duidelijk dat voor het ministerie van Economische Zaken de inkomsten toch voorop hebben gestaan. In hoeverre heeft de minister nu misschien spijt van die keuze? Wat is de conversiecapaciteit die de minister dit jaar wil inzetten?
Begin 2014 heeft de Tweede Kamer de uitkomsten van de vele onderzoeken besproken. Minister Kamp nam op basis van al die onderzoeken het besluit om de gasproductie ten opzichte van de bijzonder hoge winning in 2013, terug te brengen naar 42,5 miljard kuub. Optisch was dat een heel mooie, geframede verlaging van de minister, maar die 42,5 miljard kuubwas natuurlijk gewoon het afgesproken jaarlijkse gemiddelde. De Groningers vroegen zich dan ook af over welke verlaging het ging. De zienswijzen stroomden binnen. Dit debat wordt mede naar aanleiding van die zienswijzen gehouden. Op basis van de risicoanalyse van het Staatstoezicht op de Mijnen adviseerde de minister om de productie met 80% terug te brengen. Tegelijkertijd werd de productie in andere delen van het veld opgevoerd. Het CDA heeft vorig jaar diverse malen aan de minister gevraagd om het SodM-advies te volgen en om, zolang niet duidelijk was er gebeurde in de andere delen van het veld, de productie daar niet te verhogen. Vervolgens konden we allemaal met ons gezonde boerenverstand zien dat het verminderen van de productie in Loppersum direct effect had op het aantal bevingen en op de zwaarte van de bevingen in het gebied. Dat was niet alleen daar het geval. Ook rondom Hoogezand was zichtbaar dat het aantal bevingen en de zwaarte van de bevingen toenamen.
Deze bewijzen mag en kan de coalitie in Den Haag niet langer negeren. Volgens het CDA heeft de minister vanwege deze onzekerheden maar één keuze: de gaswinning zoveel als realistisch mogelijk is terugdringen. Het CDA vindt dat we moeten kijken naar wat minimaal nodig is in plaats van naar wat we maximaal kunnen winnen. Het CDA wil dat de veiligheid van de Groningers voorop komt te staan. Daarom moet het niveau van de gaswinning teruggebracht worden naar het laagste niveau dat vanuit leveringszekerheid haalbaar is. Dat niveau is, zo gaf de minister in antwoord op schriftelijke vragen van de CDA-fractie aan, rond de 30 miljard kuub per jaar. Dat blijkt ook uit de beantwoording van GasTerra tijdens de hoorzitting. Uit alle onderzoeken en de hoorzittingen in de Tweede Kamer komt duidelijk naar voren dat er geen zekerheid is over de veiligheidsrisico's van gaswinning in Groningen. Dan moet je dat voorzorgsprincipe toepassen. Ik roep mijn collega's van de fracties van de VVD en de PvdA op om hun verantwoordelijkheid te nemen. Minister, zo is het genoeg.
Waarom kiest deze regering consequent voor een minimale aanpassing, terwijl de veiligheidsrisico's onvoldoende in beeld zijn? Het kabinet koos tot een paar minuten geleden voor de eerste helft van dit jaar nog voor een maximaal aantal kuub van 39,4. Rond 11.30 uur kwam er een brief binnen dat het gasbesluit wordt aangepast voor de eerste helft van dit jaar. De minister zegt dat hij voldoende heeft aan 16,5 miljard kuub in de eerste helft van 2015. Wat gebeurt er echter in de tweede helft van dit jaar, als de minister vasthoudt aan die 39,4 miljard kuub, zoals nu formeel is vastgelegd? Dan is die stijging in de tweede helft van 2015 ten opzichte van de eerste helft enorm. De minister kreeg ook bij de persconferentie vragen hierover. Het lijkt mij goed dat hij in de Kamer nog eens uitlegt hoe hij dat precies ziet.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Kernvragen van dit belangrijke debat zullen zijn: gaat de gaskraan verder dicht en hoe snel krijgt Groningen duidelijkheid? Ik ben iets minder optimistisch over de brief waaraan mevrouw Mulder refereerde. Eigenlijk staat daarin dat de minister eerst van plan was om een instellingsbesluit te wijzigen, maar hij dat nu helemaal niet meer gaat doen. Hij zegt dat het niet nodig is, omdat de NAM zegt: wij doen dat uit onszelf wel. Er wordt dus niets gewijzigd. Heeft mevrouw Mulder dat ook zo gelezen? Ik had namelijk net de indruk dat mevrouw Mulder zei: het is nu geregeld, het wordt gewijzigd. De aangekondigde wijziging van het instemmingsbesluit is met deze brief echter juist weer ingetrokken.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Dank voor deze vraag van de D66-fractie. De brief is net binnengekomen. Het lijkt me goed dat de minister hier nog even ingaat op hoe hij dat exact ziet. Blijft die 39,4 overeind of niet? Anders wordt in de eerste helft van dit jaar teruggegaan naar 16,5 en moet vervolgens in de tweede helft een stap worden gezet om behoorlijk bij te winnen om op die 39,4 te komen. Ons verzoek aan het kabinet is om niet te kijken naar wat maximaal kan worden gewonnen, maar wat minimaal gewonnen moet worden om de leveringszekerheid, waarvoor ook de D66-fractie staat, goed te waarborgen.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Het CDA en ik delen inderdaad de visie op waar het naartoe moet. Het leek mij evenwel belangrijk, ook voor de mensen op de publieke tribune die deze brief niet even snel hebben kunnen printen, om aan te geven wat in de brief staat. Daarin zegt de minister: op 11 februari heb ik aan de Kamer verteld dat ik het instemmingsbesluit ga wijzigen, maar ik ga dat toch niet doen; het hoeft niet, want de NAM doet het uit zichzelf. De 39,4 staat dus nog steeds. Ik deel de vragen die mevrouw Mulder hierover voorlegt aan de minister.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Nogmaals dank voor deze verduidelijking. Inderdaad, die brief is echt net binnengekomen. De minister zal er ongetwijfeld straks nog meer over vertellen. Of wij optimistisch kunnen zijn, blijkt eigenlijk pas aan het eind van dit debat.
De risicoanalyses voor de rest van het veld zijn er nog steeds niet. Ze komen pas in mei. De minister zou toch kunnen uitgaan van de gegevens die het SodM ook voor de risicoanalyse voor het Loppersumcluster heeft gebruikt? Deze gegevens zijn er voor de rest van het veld. Dan heb ik het over de gegevens van ARUP en het KNMI. Als deze gegevens er al waren in 2013, waar wacht de minister dan nog op? Wat zijn bijvoorbeeld de gevolgen van de risicoanalyses voor het Chemiepark Delfzijl en het Eemskanaalcluster? Het gas loopt niet weg. Ook in de volgende decennia kunnen we nog profiteren van warme huizen, mede dankzij het Groningse gas. Op de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de lange termijn heeft dat dus veel minder invloed.
De inwoners van Groningen hebben ondertussen te maken met de effecten van de gaswinning: bodemdaling- en aardbevingsschade. Wij spreken met veel inwoners. Wat zij ons vertellen, dat raakt ons. Met name de schadeafhandeling van complexe schrijnende gevallen gaat echt niet goed. De NAM vertraagt als het complex wordt en communiceert daar ook nog eens slecht over. Het wordt tijd dat de minister serieus werk maakt van het omkeren van de bewijslast.
Als de minister de regio echt weer perspectief wil geven, dan zal de gaskraan verder dicht moeten. Daarnaast zal er, met inwoners en bedrijven uit Groningen, een gebiedsgerichte aanpak nodig zijn om het gebied weer leefbaar te maken en daar werkgelegenheid te creëren. Het Rijk is verantwoordelijk voor een nationale aanpak, maar er moet ruimte zijn voor een regionale inbreng. De Vereniging Eigen Huis pleit voor een proeftuin. Verruim bouwregels, geef inwoners en bedrijven de ruimte en vraag vooral de Groningers zelf. Veel Groningers hebben daar ideeën over. Ons advies aan de minister is: betrek ze erbij en kijk serieus naar de plannen die er liggen, bijvoorbeeld van de boeren Kuipers en Westerdijk. Voor het CDA is het van belang dat de veiligheid vooropstaat, dat de mensen weer veilig in hun huizen kunnen wonen, net als in de rest van Nederland. Het is echt tijd om dat vertrouwen terug te winnen. Daarvoor moet de gaswinning uit voorzorg echt verder naar beneden, moeten de huizen worden versterkt en moeten de mensen zien dat er wordt geïnvesteerd in hun toekomst.
De heer Bosman (VVD):
Ik heb hier een stukje uit het Dagblad van het Noorden van 17 december, twee maanden geleden. Mevrouw Mulder zegt daarin: we zijn blij dat de minister de gaswinning vermindert en het advies opvolgt van het Staatstoezicht op de Mijnen; de stap geeft gehoor aan de oproep die het CDA heeft gedaan. Zij was blij met dat besluit, maar zij heeft nu, twee maanden later, een ander verhaal. Kan zij toelichten waarom die verandering is gekomen?
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Als de heer Bosman het ANP-bericht erbij had gepakt, dan had hij gezien dat ik drie dingen heb gezegd. Het heeft met name te maken met het derde punt, namelijk die maximale of die minimale gaswinning. Wij hebben toen gezegd dat we graag willen dat ernaar wordt gekeken wat je minimaal zou moeten winnen. Helaas is dat derde stuk niet opgenomen in het verhaal in het Dagblad van het Noorden. Ik heb daar heel veel reacties op gehad. Ik heb aan heel veel mensen aangegeven hoe ik het naar buiten heb gebracht. Het is inderdaad heel jammer dat het er zo in terecht is gekomen, want het geeft een wat verwarrend en diffuus beeld.
De heer Bosman (VVD):
Maar ik begrijp dat mevrouw Mulder tevreden was met het besluit van de minister.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Wij waren tevreden met die eerste stap naar beneden. Ook bijvoorbeeld collega Vos heeft dat gezegd. Dat wil echter niet zeggen dat je er daarmee bent. De VVD-fractie kan vandaag laten zien dat ze dat met het CDA eens is. Wij hopen echt dat de VVD-fractie verder naar beneden wil en de PvdA-fractie natuurlijk ook. Van de andere collega's weet ik inmiddels dat zij naar die 30 miljard kuub willen. Wij hopen dat ze meegaan.
De heer Jan Vos (PvdA):
De CDA-fractie spreekt over 30 miljard kuub. Wij hebben het er natuurlijk vaak met elkaar over gehad; het is ook een wens vanuit Groningen. Uit de brief van de minister die wij gisteravond hebben ontvangen, blijkt dat de leveringszekerheid waarover mevrouw Mulder spreekt niet op 30 miljard kuub ligt, maar eigenlijk op 33 miljard kuub; zie pagina 4 van de brief. Hoe interpreteert mevrouw Mulder dat? Staat zij nog steeds op het standpunt dat wij toch naar die 30 miljard moeten gaan of zegt zij: nee, die leveringszekerheid ligt nu op 33 miljard; wij accepteren dat? Klaarblijkelijk ligt die nu namelijk op 33 miljard; in mijn ogen wordt daar een goede onderbouwing voor gegeven.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Misschien mag ik hier iets uitgebreider op antwoorden, voorzitter. Dat vind ik echt nodig. Wij hebben begin 2014 van de minister gehoord dat het om de kachels warm te houden en dergelijke echt nodig was dat er nog voldoende kon worden gewonnen in het Loppersumcluster, terwijl het SodM eigenlijk adviseerde om met 100% terug te gaan. Vervolgens werd de conversiecapaciteit nauwelijks gebruikt. Dan wordt het een heel dubbel verhaal. Als ik die brief van gisteravond bekijk, dan lijkt het net alsof 33 miljard nu ineens beter zou zijn. Maar in de antwoorden op de vragen die ik eind vorig jaar specifiek hierover heb gesteld, wordt aangegeven dat het circa 30 miljard kuub zou kunnen zijn. Dan denk ik: stel dat wij een zware winter krijgen zoals in 1963, toen de mensen met de auto's over het IJsselmeer reden, is het dan mogelijk om de uitzondering te maken om iets meer gas te winnen? Alleen in dat soort situaties is daar met ons over te praten, maar het uitgangspunt zou moeten zijn: ga zo ver mogelijk terug met de gaswinning. Naar aanleiding van de eerdere antwoorden van de minister kom ik dan toch echt op 30 miljard kuub.
De heer Jan Vos (PvdA):
U zegt dat de stikstofinstallaties niet worden gebruikt, maar op pagina 4 wordt het volgende scenario geschetst: dat betekent dat de stikstofinstallaties het hele jaar door, iedere dag op maximale capaciteit zullen draaien. Ik parafraseer. Dan kom je uit op die 33 miljard. Als je dan inderdaad een heel koude winter hebt met, zeg maar, drie keer een Elfstedentocht in twee maanden, dan is er nog 2 miljard extra nodig en kom je op die 35 miljard uit. Dat staat in de brief van de minister. Dan begrijp ik nog steeds niet hoe mevrouw Mulder bij die 30 miljard komt. Ik wilde net als haar heel graag naar die 30 miljard. Daarom heb ik ook die vragen gesteld aan de minister, maar mij blijkt dat die leveringszekerheid op 33 miljard ligt en niet op 30 miljard.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Dat hangt heel erg af van welk referentiejaar je kiest. Als dat die superzware winter is waarin je met je auto over het IJsselmeer kunt rijden, dan kom je mogelijk op die 33 miljard uit. Maar het CDA zegt: probeer maximaal terug te gaan naar de leveringszekerheid van een normale, gemiddelde winter. Dan zou je daarmee uit kunnen komen. Dat zou het streven moeten zijn. Je zou niet het maximale moeten winnen, wat tot nu toe iedere keer is gebeurd, maar je zou eens moeten bekijken wat je minimaal nodig hebt. Die stap zou de Tweede Kamer vandaag moeten zetten.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Ik steun het pleidooi om fors terug te gaan. Ik kom daar in mijn eigen bijdrage nog op terug. Het lastige van de redenering van het CDA is het volgende. Als je maximaal terug wilt, waarom ga je dan niet terug naar 21 miljard? Als wij een warme winter en een warm voorjaar hebben, dan hebben wij maar 21 miljard nodig. Als het een koude winter is, moet je die druk ineens weer verhogen. Die drukverschillen zijn wel een probleem. Waarom kiest mevrouw Mulder ergens daartussenin? 21 miljard is de ene kant, 35 miljard is de andere kant. Ik krijg het gevoel dat dat een beetje een politieke keus is — dat mag — maar het is niet technisch onderbouwd vanuit de bestaande rapporten.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
GasTerra heeft hier onderzoek naar gedaan en komt uit tussen 21 miljard en 35 miljard als je zo'n winter hebt waarin je met je auto op het IJsselmeer kunt rijden. Dat zijn extreme winters. Als je die als uitgangspunt neemt, dan kan ik mij voorstellen dat je uitkomt op die 35 miljard, maar dat is geen gemiddelde winter. Wij vinden dat je moet bekijken wat je maximaal kunt doen zodat je op die 30 miljard uitkomt. Ook in de hoorzitting kwam dat als beste naar voren. Dan zeggen wij: ga zo veel mogelijk terug. Dat is op dit moment op basis van de gegevens van GasTerra en van de eerdere antwoorden van de minister 30 miljard kuub.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Ik constateer maar dat het CDA niet bereid is, op basis van het voorzorgsbeginsel maximaal terug te gaan naar 21 miljard. Dat begrijp ik, want wij doen dat ook niet. Wat dat betreft is er geen verschil. Maar ik begrijp ook dat het CDA de minister steunt als hij kan aantonen dat 33 miljard in een winter echt nodig is om te voorkomen dat de druk snel moet worden vergroot, met allerlei bevingsgevolgen. De discussie gaat dus eigenlijk over de vraag of de berekeningen wel kloppen.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Stel dat we, zo vlak mogelijk producerend, terug zouden kunnen gaan naar 29 miljard, dan is dat wat ons betreft wel bespreekbaar. Maar we willen gewoon kijken hoe je maximaal terug kunt gaan, daarbij vlak producerend, zodat je duurzaam bent bezig bent in het gasveld. Terecht geeft u dat aan. Uit het rapport van GasTerra blijkt dat je dan op 30 miljard uitkomt. Als het in de toekomst verder terug kan, is daarover met ons zeker te praten en met u misschien ook wel.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
Het gesteggel over het aantal kuubs is al begonnen in de eerste interruptie. Kan mevrouw Mulder met de hand op haar hart beweren dat de veiligheid van Groningers bij 30 miljard kuub volledig is geborgd?
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Nou, ik denk dat uzelf het antwoord op die vraag ook wel weet, namelijk nee. Alleen moet je hier wel het voorzorgsprincipe toepassen. Het staat nu op 39,4 miljard kuub en wij vinden dat er een flinke stap moet worden gezet. Dat willen wij vandaag bereiken. Het zou heel erg mooi zijn als ook de fractie van de heer Öztürk daarin met ons meegaat. Misschien kan hij daar nog op ingaan.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
Ik zal daar in mijn eerste termijn uitvoerig op ingaan. Maar u zegt uiteindelijk dat de veiligheid van de Groningers met uw plan absoluut niet is geborgd. Het blijft dus onveilig in Groningen, begrijp ik uit uw plan.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Wat wij graag willen, is dat de gaskraan zo ver mogelijk wordt dichtgedraaid, want we hebben in het Loppersumcluster gezien dat door het verder dichtdraaien van de gaskraan het aantal bevingen en de zwaarte daarvan teruggingen. Verder hebben we gezien dat, waar de gaskraan verder open is gezet, dus rondom Hoogezand en Menterwolde, het aantal bevingen en de zwaarte ervan zijn toegenomen. Als je dat weet, vind ik dat wij hier als volksvertegenwoordigers de gaskraan zo ver mogelijk dicht moeten draaien. Dát is het punt dat ik hier vandaag wil maken. Ik hoop van harte dat de heer Öztürk mij daarin vandaag steunt.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Voorzitter. In de voorbereiding van dit debat keek ik nog eens naar de data. Ik kon het me bijna niet voorstellen, maar het is echt al ruim tweeënhalf jaar geleden dat die zware beving bij Huizinge ons wakker schudde. Al die tijd heeft de minister nodig gehad om hard te studeren. Dat was nodig, want we wisten weinig. Het resultaat is een grote stapel rapporten met een heldere conclusie: gaswinning betekent bodemdaling en bodemdaling betekent aardbevingen. D66 pleitte na de bevingen in Huizinge voor het preventief dichtdraaien van de gaskraan. Maar minister Kamp draaide namens de VVD de kraan juist tot een recordhoogte open. Dan is het een koud kunstje om daarna te zeggen: deze minister is de eerste minister die de gaskraan weer een heel klein beetje dichtdraait. Ja, nadat je hem eerst flink verder open hebt gezet.
We zijn deze zomer weer drie jaar verder. De Groningers verwachten vandaag eigenlijk een ding: duidelijkheid over de manier waarop de regering hun veiligheid zo goed mogelijk gaat waarborgen. En natuurlijk, 100% veiligheid kunnen we niet geven, maar dat vraagt ook niemand. Maar ze willen wel duidelijkheid. Het besluit dat de minister aan ons voorlegt, is allesbehalve een helder besluit, want waar kiest hij nou eigenlijk voor? Gaat de gaskraan nou dicht of niet? Krijgen we dit jaar een verlaging van de gaswinning of mag de NAM toch op dezelfde voet verder? De minister geeft er geen enkele zekerheid over. Het kan zijn dat de gaskraan dichtgaat, maar het kan ook zijn dat de gaswinning in de herfst weer sterk toeneemt. Met het gasbesluit dat er nu ligt, kan dat allemaal. Er verandert dus niets en we zijn vandaag geen stap verder gekomen. De minister stelt zijn beslissing uit en schuift het op de lange baan. Over een halfjaar spreken we elkaar weer. Dat is de boodschap die vandaag aan ons wordt gegeven. Wat moeten de Groningers met dit verhaal? Nog een halfjaar in onzekerheid blijven? Waar kunnen zij op rekenen?
De Partij van de Arbeid maakt het er ook niet simpeler op. In de media zegt ze dat verhoging van de gaswinning na de zomer ondenkbaar is, maar ze onderschrijft een beleid met een gasbesluit waarin staat dat er ruim 39 miljard kuub gepompt mag worden. Dat gaat niet. Het is van tweeën een: of het is ondenkbaar en dan verlaag je het plafond, of het is niet ondenkbaar en dan ga je er nog op studeren en kijk je daarna wat je doet. Als je de gaswinning nu niet verlaagt, houd je alle mogelijkheden open. Daarom vraag ik de minister of hij het met de Partij van de Arbeid eens is — als we die uitlatingen moeten geloven — dat het ondenkbaar is. Is hij bereid om het plafond aan te passen?
D66 vindt dat we beter nu een heldere beslissing kunnen nemen en dat we niet uitstel op uitstel moeten stapelen. Deskundigen zeggen dat de kans op aardbevingen afneemt als er minder gas wordt gewonnen. Dat is helder. Schroef de gaswinning dus nu preventief terug tot de hoeveelheid die aantoonbaar nodig is voor de leveringszekerheid. Ga daarbij ook niet marge op marge op marge bouwen om het niveau op te krikken. Is de hoeveelheid die in de brief van minister Kamp wordt genoemd, rond de 35 miljard kuub, echt nodig voor de leveringszekerheid? Ik kom een beetje terug op het punt dat net door collega Mulder werd aangestipt. Hoe hard moet het vriezen voordat we deze hoeveelheid nodig hebben? Wat voor Siberische winter moeten we dan hebben en moeten wij ons langjarige beleid op zo'n uitzonderlijk geval baseren? Nee. En waarom zijn al die marges meteen onderdeel van het totale plafond dat opgevuld mag worden? Ze kunnen ook heel specifiek gereserveerd worden voor het geval die omstandigheden zich voordoen. Waarom moet er een buffer zijn voor de uitval van technische installaties, en waarom wordt die ook structureel onderdeel van het plafond? Zo slecht zijn ze toch hopelijk niet? Volgens mij is er een interruptie, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Veldhoven. Ik zet uw tijd even stil.
De heer Bosman (VVD):
Mevrouw Van Veldhoven zegt: zo laag als mogelijk en niet voorsorteren op iets wat misschien gaat gebeuren. Accepteert mevrouw Van Veldhoven dan ook dat de gaskraan extra open moet als het wel gebeurt? Je weet het immers nooit. Wat zegt zij dan tegen Groningen?
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ik denk dat Groningen een helder besluit wil. Wat mij betreft gaan we winnen wat aantoonbaar nodig is voor de leveringszekerheid. Ik weet zeker dat alle mensen in Groningen begrijpen dat we meer gas nodig hebben als we een Siberische winter krijgen. We moeten er ook voor zorgen dat we in de gasopslagen wat gas bewaren, zodat we op een piekdag niet meteen alle kranen moeten opendraaien. Je moet dus goed kijken naar de balans tussen het niveau waarmee je de leveringszekerheid kunt garanderen en het productiepatroon dat bijdraagt aan de veiligheid. Daar moeten we naar kijken. Maar als je het plafond gewoon op 39 miljard kuub houdt zoals er nu staat, doe je dat niet en daar ben ik tegen.
De heer Bosman (VVD):
Ik begrijp uit de woorden van mevrouw Van Veldhoven dat D66 het geen probleem vindt om flink wat gas te gaan winnen als er een strenge winter komt.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Als er een zware winter komt en we hebben alle andere mogelijkheden uitgeput, begrijpen de mensen uit Groningen dat andere mensen, net als zij, ook graag de kachel willen aandoen. Als we afspreken dat we het pompen reserveren voor die extreme omstandigheid, is daar volgens mij begrip voor. Als we duidelijk laten zien dat we de veiligheid van de Groningers vooropzetten en als we al het andere hebben gedaan om een tekort te voorkomen, denk ik dat we extra gas uit de grond kunnen halen.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Mevrouw Van Veldhoven begon haar betoog met de uitspraak dat D66 direct na de aardbeving bij Huizinge gepleit heeft voor het dichtdraaien van de gaskraan. Dat zei zij vanmorgen op het Plein ook. Ik heb het even gecheckt. In het debat dat wij toen hebben gevoerd, is door GroenLinks een motie ingediend om stappen te zetten tot het verminderen van de gasproductie uit het Groninger veld met 40%. Dat was in februari 2013. Dat is toen alleen gesteund door de Partij voor de Dieren. Op dat moment heeft geen enkele andere partij in deze Kamer de gaskraan ook maar preventief een klein beetje dicht willen draaien. Wij hebben de andere moties gecheckt in dat debat. Er is toen geen enkele andere motie ingediend om dat te verminderen. Ik ben heel blij dat ook D66 later inderdaad gezegd heeft dat die kraan dicht moet. Maar hadden we met z'n allen op dat moment de kraan al dichtgedraaid, dan hadden we nu minder problemen gehad. Misschien wil mevrouw Van Veldhoven daar dus op reageren en uitleggen wat zij precies bedoelde met haar opmerking aan het begin, en vanmorgen op het Plein.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Met plezier. Ik denk dat wij inderdaad gewacht hebben op het rapport van het Staatstoezicht op de Mijnen. Daarin stond wat er aan de hand was en wat het advies was. Dat gaf ons een feitelijke basis om te zeggen dat je dan preventief de kraan moet dichtdraaien. GroenLinks dient nogal vaak moties in die prematuur zijn; die steunen we dan niet. Maar zodra er echt een concrete aanleiding is om dat te doen, zeggen wij ook wat wij daarvan vinden. Daarom heb ik toen ook heel helder gezegd dat we het belangrijk vinden dat we die kraan uit preventief oogpunt dichtdraaien, zodat je kunt bekijken wat je wel kunt doen. Dat zeg ik ook vandaag.
De voorzitter:
Mevrouw Van Veldhoven.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Van Tongeren ben ik. Van Veldhoven staat daar.
De voorzitter:
Pardon.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Ik vind het jammer dat mevrouw Van Veldhoven dit zegt. Wij trekken vaak samen op. De brief van het Staatstoezicht op de Mijnen dateert van 22 januari 2013. Deze motie is ingediend in het debat precies na het cruciale advies van het staatstoezicht dat de kraan zo snel mogelijk en zo ver mogelijk als realistisch dicht moet. Daarop heeft GroenLinks deze motie ingediend. Met de woorden van mevrouw Van Veldhoven hoor ik nu dat het niet prematuur was, dat het precies na het cruciale advies was, en dat zij er wellicht spijt van heeft dat zij niet al twee jaar geleden het verzoek heeft gesteund dat de kraan dicht moet.
De voorzitter:
Mevrouw Van Veldhoven, dit keer.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Het is belangrijk om ons uit elkaar te houden. De standpunten lopen nog weleens uiteen, hoewel we inderdaad regelmatig goed samen optrekken. Er zal vast wel iets anders in de motie hebben gestaan waarom het voor ons niet mogelijk was om haar te steunen. Ik denk dat helder is dat wij zeggen: als er aanleiding toe is, als er wetenschappelijk bewijs voor is, als er een concreet plan ligt op basis waarvan je kunt zeggen dat het een verstandig besluit is, dan zullen we dat doen. Zo kent u D66 en ik ben blij dat we daar vanaf nu ook samen in kunnen optrekken.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Ik deel het bezwaar van D66 dat, als je het eerste halfjaar 16,5 miljard kuub doet en de tweede helft van het jaar 23 miljard kuub, je die druk ineens verhoogt. Mijn probleem met het betoog van mevrouw Van Veldhoven is dat zij eigenlijk hetzelfde doet. Tenminste, zij loopt het risico hetzelfde te doen. Als je het productieplafond namelijk te laag zet en onverwachts toch een koude winter krijgt, moet je in heel korte tijd de druk gaan verhogen. We weten dat dat slecht is, want niet alleen een niveauverschil in druk is slecht maar ook als je dat ineens weer moet opbouwen. Hoe verhoudt zich dat dus tot het verhaal van mevrouw Van Veldhoven? Volgens mij willen de meeste mensen — ik in ieder geval wel, en mevrouw Van Veldhoven ook — een stabiele winning gedurende het hele jaar. De meesten willen geen korte pieken die ineens scherp omhoog schieten.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ik zou de heer Dijkgraaf willen vragen welk niveau hij mij dan precies heeft horen noemen.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Dat is precies mijn vraag. Ik vind het namelijk onverstandig om op basis van politieke overwegingen te zeggen: laten we maar 28, 30 of 33 miljard kuub kiezen. Dat moet gebeuren op basis van een zorgvuldige analyse, zodat we de kans minimaliseren dat we ineens een piek in die drukopbouw krijgen. Als mevrouw Van Veldhoven dat met mij eens is, dan hebben we een discussie over wat dat niveau dan is en wat de minister kan bieden om dat niveau goed te onderbouwen.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ik denk zelfs dat we voorzichtig moeten zijn om er hier, in de discussie tussen de heer Dijkgraaf en mij, van uit te gaan dat het dat piekniveau is dat dan opweegt tegen de rest van de onveiligheid. Voor D66 gaat het erom dat we naar een winningspatroon gaan dat maximaal uitgaat van het waarborgen van de veiligheid in Groningen. De vraag welk exact winningsniveau daarbij hoort, en hoezeer risico's van een piek van één dag opwegen tegen de structureel hogere risico's van een hoger winningsplafond, kan de heer Dijkgraaf hier vandaag ook niet beantwoorden. Daarom is mijn vraag ook: hanteer nou als principe dat je naar de grootste veiligheid wilt gaan. Pas het plafond dus aan en houd niet de mogelijkheid open als je nu al zegt dat we het eerste halfjaar naar 16,5 miljard gaan. Pas dan nu het plafond aan en zeg niet nu dat je de mogelijkheid openhoudt om naar 39,4 miljard te gaan. Die principiële stap is de stap die we vandaag moeten maken. Dan kunnen we er vast nog heel lang met elkaar en met alle experts over spreken hoe hoog dat niveau dan precies moet zijn. Zet maximaal in op het gebruik van conversiecapaciteit. Zet ook maximaal in op het gebruik van opslag, om bijvoorbeeld een piek die op een bepaalde dag plaatsvindt, te kunnen opvangen zonder dat je in één keer een kraan sterk open hoeft te draaien. We hebben nu echter ook een wisselend winningspatroon. In de zomer wordt er minder gewonnen dan in de winter. Dat is tot nu toe blijkbaar ook nooit een reden geweest om de gaswinning aan te passen. Als daar nu wel reden toe is, wil ik heel graag met alle partijen hier en met de experts bekijken wat dan het niveau is waarop we de veiligheid garanderen. Daar gaat het mij om, niet om getalletje x of y.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ik wilde nog even zeggen dat ik daarom ook een heel aantal vragen heb gesteld over al die marges die erin zitten.
Verder onderzoek in het Groningenveld blijft hard nodig. Natuurlijk kost dat onderzoek tijd. Dat is logisch. Dan is het echter wel de vraag wat we doen in de onwetendheid. Dat is echt de vraag waar we hier voor staan. Wat doen we? Houden we de gaskraan ondertussen open of gaan we minimaal winnen totdat we weten wat er wél veilig kan? Wij kiezen voor het laatste.
Ondertussen moeten we natuurlijk niet stil blijven zitten, want met minder winnen maken we wel de káns op een aardbeving kleiner, maar nog niet het effect ervan. Alleen met een aardbevingsbestendig huis geef je mensen echt veiligheid, dus moeten we vol aan de slag met preventief versterken. Laten we met minder gaswinning de tijd kopen die nodig is om meer mensen een veilig huis te geven, een gebouw dat tegen aardbevingen kan, dat geen scheuren krijgt, dat niet gaat inzakken en waarvan geen schoorstenen afvallen: dat maakt veilig. De minister gaat daarmee nu aan de slag en dat is mooi, maar ik heb toch nog een aantal vragen. In zijn brief lees ik dat hij 30 huizen prioriteit wil geven, maar in het rapport dat erachter ligt, lees ik dat ongeveer 1.500 huizen echt een zeer laag veiligheidsniveau hebben, namelijk een kans van rond de 1 op de 1.000 dat het huis instort. Het advies is duidelijk: ook hier is snelle actie vereist. De huizen moeten volgens het rapport op de kortst mogelijke termijn worden versterkt. Dat lees ik niet terug in het plan van de minister. Gaat hij dat wel doen?
Er zijn ook gebouwen waarin veel mensen samenkomen, zoals scholen, ziekenhuizen, verzorgingshuizen en kinderdagverblijven. Die moeten natuurlijk onze bijzondere aandacht hebben. Op welke termijn zijn deze gebouwen versterkt? Helpt de minister ook met kennis over tussentijdse maatregelen? Als je bijvoorbeeld een glazen dak hebt, moet je daar dan een doek onder hangen? Wat kunnen mensen wél doen op de korte termijn?
Met een tijdelijk lagere bouwnorm kunnen we snel meters maken en als eerste de zwakste huizen versterken. Volgens het rapport kan er volgens de NPR echter meer dan de minister zegt. Daar zijn een aantal cijfers over, die de minister ook kent. Waarom doet de minister dat niet? Gelukkig geeft hij in zijn nadere brief aan dat op de langere termijn dezelfde norm in Groningen moet gelden als in heel Nederland. Wanneer voldoen al die huizen dan aan die norm? Hij spreekt over een plan voor vijf jaar en bekijkt wat hij in vijf jaar kan doen. Ik zou graag een plan willen voor tien jaar, waarin de minister aangeeft hoe wij in die tien jaar alle problemen gaan aanpakken.
Wij vragen ook speciale aandacht voor cultureel erfgoed. Historische panden aardbevingsbestendig maken, betekent soms vrijwel hetzelfde als afbreken. Wij zijn tijdens ons werkbezoek ook in zo'n prachtig pand geweest. De bewoners hadden dat helemaal opgeknapt. Zoek dan met de bewoners daar naar creatieve oplossingen. Bij het versterken van de dijken kennen we het concept van de meerlaagsveiligheid. Denk ook op andere manieren na over het beschermen van de veiligheid. Wil de minister ook creatief nadenken over andere aanpakken?
Ik kom bij de nationaal coördinator. Een wirwar aan instanties houdt zich bezig met de gaswinning in Groningen. De minister stelt nu een overkoepelende nationaal coördinator aan. Wij hebben altijd gezegd dat het een nationaal probleem is, dus wij zijn blij met de nationaal coördinator. Ik heb daarover wel een aantal vragen. De afstand tot de mensen moet niet groter maar kleiner worden met deze nationaal coördinator. Is er straks dus één telefoonnummer dat je kunt bellen met een vraag of een probleem? Wat wordt precies het mandaat? Worden er bevoegdheden van gemeenten en provincies overgedragen? En waar gaat de coördinator concreet het verschil maken? Waar kunnen we zijn bijdrage op toetsen? Krijgt hij een eigen budget? Valt het Centrum Veilig Wonen eronder? En de commissie dringende gevallen? En wat wordt de relatie tot de Dialoogtafel? Voor D66 is het wel heel belangrijk dat de Ombudsman apart blijft, kan blijven optreden als onafhankelijke waakhond en zich dus ook mag uitspreken over klachten die te maken hebben met de hele breedte van alles wat met de gaswinning te maken heeft en dat hij geen heel specifiek mandaat heeft zoals nu.
Ik rond af. Groningen vraagt vandaag om helderheid over minder gaswinning en stevigere huizen. Ik roep de minister, maar ook de collega's hier, vandaag op om hetzelfde te doen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Mevrouw Van Veldhoven zegt terecht dat het er vandaag vooral om gaat het gaswinningsbesluit van minister Kamp aan te passen. Daar hebben we de Partij van de Arbeid en de VVD voor nodig. Gelukkig kunnen de Partij voor de Dieren en D66 elkaar hier vergaand wel in vinden. Een ander belangrijk element is dat Groningers die getroffen zijn af willen van de slopende processen waarin zij ellenlang moeten leuren om vergoedingen. Zij moeten bewijzen dat er schade is ontstaan door de bevingen. De Partij voor de Dieren heeft al vaker een pleidooi gehouden voor omkering van de bewijslast. D66 ging daar toen niet in mee. Gisteren is echter in de Provinciale Staten van Groningen een motie om dat wel te regelen aangenomen met algemene stemmen, dus ook door D66. Betekent dat voor de Tweede Kamerfractie van D66 dat zij wel bereid is om daar nu serieus naar te kijken?
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ik deel de zorg van mevrouw Ouwehand over hoe belastend het is voor mensen. Niet alleen moeten zij continu om hun huis heen lopen om te kijken of er scheuren zijn, ook moeten zij al die instanties afgaan. Daarom is eerder een motie van D66 aangenomen om tot één loket te komen. Laat ze in de backoffice dan maar uitzoeken wie waarvoor verantwoordelijk is, maar help mensen. De omkering van de bewijslast zou daar natuurlijk zeker bij helpen. Natuurlijk ben ik bereid, naar aanleiding van die motie, maar überhaupt al, om daar nog eens goed naar te kijken, want dit vraagstuk heeft betrekking op zo veel mensen. Er zijn een aantal kanttekeningen bij te maken, maar die bereidheid hebben we zeker.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dat is fijn om te horen. Dit signaal, ook van de D66-fractie in Groningen, kunnen we niet langer negeren. Een omkering van de bewijslast zou een van de signalen vanuit Den Haag zijn dat we serieus nemen wat daar gebeurt. Dan zou de NAM dus moeten aantonen dat iets níét door de bevingen komt, in plaats van die last op het bordje te houden van de mensen die er toch al niet om hadden gevraagd dat hun huis in de scheuren staat.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Het is een heel terechte vraag die we met elkaar serieus moeten beoordelen. We zijn dus graag bereid daar serieus naar te kijken.
De heer Bosman (VVD):
D66 heeft een toekomstfonds ingesteld. Daar komt het geld in dat extra uit de gasbaten komt. Is het voor D66 bespreekbaar om die gasbaten niet in dat toekomstfonds te steken, maar in een "structuurfonds Groningen"?
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
We hebben dat fonds ingesteld zodat we ervoor zorgen dat we niet al het geld dat we nu met de gaswinning uit de grond halen, nu uitgeven, terwijl we dat geld niet structureel hebben. We steken het in allerlei zaken die we nu van belang vinden, maar ook in allerlei zaken, omdat we eigenlijk niet wilden hervormen. D66 is een van de partijen geweest die heeft gezegd dat we de tering naar de nering moeten zetten en dat we moeten hervormen als we het geld niet hebben. We moeten ervoor zorgen dat ook toekomstige generaties — dat zijn ook de kleinkinderen van de mensen in Groningen —nog wat hebben aan dat geld dat we nu uit de grond halen. Daarom hebben wij inderdaad gezegd dat er een toekomstfonds moest komen, zoals ook de Noren dat hebben. Daarvan gebruik je niet de hoofdsom, maar alleen de rente, bijvoorbeeld voor het verder stimuleren van onderzoek en innovatie. Daarmee kun je weer tot alternatieven voor gas komen. Daar was nu niet heel veel geld voor, maar we hebben wel de start kunnen maken. De afspraak is inderdaad gemaakt dat eventuele meevallers in de aardgasbaten in dat fonds kunnen stromen. Voorlopig hebben we het niet over meevallers, dus laten we elkaar niet blij maken met een dode mus.
De heer Bosman (VVD):
Dat kan, maar mevrouw Van Veldhoven wil nog wel eens vooruitlopen op een aantal zaken. Hier wil ze dat dan niet op, maar het lijkt me toch wel handig om te weten. Volgens mij is het een mooie afspraak, ook voor Groningen: als er een meevaller is in de aardgasbaten, laten we die dan bestempelen richting Groningen. Ik hoor graag wat D66 daarvan vindt.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ik hoor de heer Bosman hier vooral allerlei luchtballonnetjes oplaten. Als hij daar echt concreet extra geld aan wil besteden, kunnen we dat natuurlijk regelen bij de aankomende gesprekken over de begroting. Daarvoor hoeven we niet te wachten op eventuele meevallers. Ik zie graag een voorstel van de VVD daarvoor tegemoet. Dan zullen we dat met elkaar bespreken. Ik denk echter dat het een luchtballon is en hij er niet concreet mee zal komen in de onderhandelingen. We zien het echter graag.
De heer Bosman (VVD):
U doet het dus niet!
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Wij zijn bereid om overal over te spreken. Ik zie graag een voorstel van de VVD.
De voorzitter:
Ik wil het woord aan de heer Öztürk geven voor een interruptie. Ik wijs de leden erop dat de discussie alleen via de microfoon loopt. Mensen in Groningen die dit debat willen volgen, kunnen niet horen wat de heer Bosman en mevrouw Van Veldhoven met elkaar wisselen als zij dat niet via de microfoon doen. Zij horen dan de helft van de discussie niet. Het is echt belangrijk dat we alleen via de microfoon met elkaar praten. Mijnheer Öztürk, ga uw gang.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
D66 wil duidelijkheid scheppen, en dat willen we met z'n allen, ook de Groningers. Uiteindelijk wil zij dat er minder gas gewonnen wordt en wil zij een plan voor tien jaar. Kan mevrouw Van Veldhoven met de hand op haar hart de Groningers volledige veiligheid bieden met haar plan?
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Kan de heer Öztürk een plan noemen waarmee hij met zijn hand op zijn hart volledige veiligheid kan bieden? Ik denk dat dit een retorische vraag is. Mensen uit Groningen verwachten niet dat zij 100% veiligheid geboden krijgen, omdat dat irreëel is. Zij verwachten wel van ons dat we doen wat we kunnen. Wat we vandaag kunnen doen, is duidelijkheid creëren door dat gasplafond niet meer op bijna 40 miljard kuub te laten staan, maar te verlagen naar het niveau dat nodig is voor de leveringszekerheid. Daar staan wij voor.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
Het was geen retorische vraag. De overheid moet veiligheid scheppen. Dat is een van haar kerntaken. Er zijn ook andere plannen. Ik ben vandaag helaas de laatste spreker, maar ik zal proberen aan te geven hoe wij volledige veiligheid willen bieden. Daar wil ik mevrouw Van Veldhoven over laten meedenken.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ik zie het plan van de heer Öztürk waarmee hij te allen tijde 100% veiligheid garandeert graag tegemoet.
De heer Bosman (VVD):
Voorzitter. Twee weken geleden mocht ik op bezoek bij mensen thuis in Groningen. Mensen die last hebben gehad van aardbevingen en dat tot op de dag van vandaag nog steeds hebben. Mensen die wonen in prachtige boerderijen. Ook hele dorpen hebben ermee te maken. Ik ben in het dorpje Rottum geweest. Mensen die hun ziel en zaligheid stoppen in het in stand houden van hun huis, hun toekomst en de leefbaarheid. Mensen die al generaties in Groningen wonen en mensen die er net zijn komen wonen omdat het een prachtig gebied is. Mensen die zich daar echt thuis voelen. Allemaal hadden ze dezelfde vraag en dezelfde zorg: hoe veilig kan ik hier wonen, niet alleen nu maar ook in de toekomst? Die zorg geldt niet alleen hun huis, maar ook hun omgeving. Als in Loppersum twee basisscholen dicht moeten vanwege de veiligheid, omdat de kinderen daar niet veilig kunnen zitten, dan raakt je dat hard. Als vader van drie kinderen raakt mij dat zeer hard. Deze mensen, deze Groningers, vragen niet om geld of compensatie, zij vragen om veiligheid. Zij vragen: kan ik hier blijven wonen, hier waar mijn hart ligt, en kan dat ook veilig?
Dat is volgens mij het allerergste wat je kan overkomen, dat je op een plek woont waar je je niet veilig voelt, waar de omgeving niet veilig voelt en je je afvraagt of je veilig bent. Ik ben geen Groninger, ik kom uit Zeeland. In mijn omgeving heb ik de verhalen gehoord. In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 was de combinatie van zuidwesterstorm en springvloed de oorzaak van de grootste natuurramp sinds 1570. Grote delen van Zeeland, de Zuid-Hollandse Eilanden en West-Brabant liepen onder water en de gevolgen waren verschrikkelijk. Tot de dag van vandaag zijn er Zeeuwen die de stormvloed hebben meegemaakt en die nog steeds het gevoel van onveiligheid hebben, zeker als het weer stormt. Mensen slapen dan slecht of helemaal niet en de beelden van die nacht komen dan weer terug. Dat gebeurt na een natuurramp van ruim 60 jaar geleden.
Wat wilden de Zeeuwen toen? Exact hetzelfde als de Groningers nu: geen geld, geen compensatie, maar veiligheid en een perspectief op veilig wonen. De oplossingen voor veilig wonen waren er niet direct. Tien maanden later ging het laatste stroomgat dicht en op 4 oktober 1986 werd de Oosterscheldekering door toenmalig koningin Beatrix gesloten. Dat was 33 jaar na de ramp.
Het toekomstperspectief is nu van belang voor Groningen. Wij gaan daar niet mee wachten. De eerste stappen zijn al gezet door het kabinet. De reducties op advies van het Staatstoezicht op de Mijnen worden doorgezet en nu zetten de minister en het kabinet nog een verdere stap in het reduceren door de winning van gas verder te beperken tot het niveau van leveringszekerheid.
Mevrouw Klever (PVV):
Ik hoor een ongelooflijk meelevend verhaal van de VVD. Mijn complimenten daarvoor. Vooralsnog is de VVD echter de enige partij die de gaskraan niet verder wil dichtdraaien en die wil vasthouden aan die 39,4 miljard kuub. Is het waar wat ik vanochtend op de voorpagina van De Volkskrant las, namelijk dat de VVD heeft geëist dat er bezuinigd moet worden als na 1 juli de gaskraan niet verder mag worden opengedraaid, en dat de VVD de Partij van de Arbeid heeft gedreigd met extra bezuinigingen van 1,7 miljard euro als de gaskraan na 1 juli niet vol open mag? Klopt dat?
De heer Bosman (VVD):
Allereerst moet je niet altijd geloven wat er in de krant staat. Dat heb ik intussen ook wel gemerkt in dit debat. Er staat heel veel in kranten waarvan je na lezing de vraag kunt stellen: klopt dit wel? Daarnaast ging het volgens mij in het betreffende regeltje om het kabinet; ik heb het heel snel gelezen. Er was sprake van "kringen rond het kabinet". Dat soort wollige termen wordt dan gebruikt. Ik heb geen idee, maar ik begin niet over geld, want het gaat om de oplossing. Ik heb al eerder gezegd, ook op de radio: geld volgt de oplossing. Wij praten hier over de oplossing, over de toekomst van Groningen, over de leefbaarheid van Groningen en over de veiligheid van Groningen. Als mevrouw Klever mij hier de maat wil nemen, mag dat, maar ik doe dit wel op basis van een zorgvuldig standpunt. Laat ik nogmaals benadrukken dat als mevrouw Klever hier sterke teksten gebruikt en zegt dat 30 miljard kuub veilig is, ik dan zeg dat zij dit niet kan garanderen. Daar is geen bewijs voor. Sterker nog: ik neem er geen verantwoordelijkheid voor als je de toekomst niet kunt garanderen en die kraan vol open moet.
Mevrouw Klever (PVV):
Mevrouw Klever garandeert helemaal niet dat 30 miljard veilig is, maar mevrouw Klever constateert wel dat 39 miljard minder veilig is dan 30 miljard! De VVD houdt vast aan die 39 miljard om de schatkist. Aan het einde van vorig jaar heeft het kabinet fluitend een naheffing van 1 miljard euro overgemaakt aan de EU, maar voor Groningen is er geen geld. Waar was de VVD toen de minister van Financiën dat geld overmaakte naar Brussel? Waar was de VVD toen ze wist dat in Groningen de gaskraan dicht moest? De VVD gaf niet thuis. Wel geld naar de EU en geen geld naar Groningen.
De heer Bosman (VVD):
Misschien dat de rekentoets gaat helpen, maar 1,2 miljard naar Groningen is niet "geen geld". Dus ik denk dat we er ook in perspectief naar moeten kijken, ook gelet op de ontwikkelingen en de hoeveelheid geld die naar Groningen gaat. Overigens is het niet de hoeveelheid geld waarom het gaat; het gaat erom wat de oplossing wordt. Als het betekent dat er geld voor nodig is en er meer geld voor nodig is, dan gaan we dat regelen. Dat weet iedereen. Dan moet mevrouw Klever niet doen alsof dat niet waar is, want dat is wel waar.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik heb de VVD veel woorden horen wijden aan het element veiligheid. Ik ben oprecht blij dat de VVD veiligheid voorop wil stellen. Die houding van de VVD kan ik dan niet rijmen met het winningsplafond van 39,4 miljard kuub dat nog steeds op tafel ligt. Kan ik rekenen op de steun van de VVD om dat winningsplafond van tafel te halen?
De heer Bosman (VVD):
Dat winningsplafond is gebaseerd op een andere manier van denken ten aanzien van gaswinning. Dat is gebaseerd op stapels onderzoeken die er liggen. Met de kennis van toen heeft het kabinet dat besluit genomen. Op dit moment is er een ander perspectief, zoals de minister ook heeft aangegeven, en die betreft de vraag: hoe gaan we nu kijken naar gaswinning? Dat betekent een heel andere manier van denken. Vanuit het voorzorgsprincipe is er gekozen voor die 35 miljard. Daar is een uitstekende berekening voor gekomen. Ik vind het ook verstandig om als voorzorgsmaatregel uit te gaan van 16,5 miljard kuub voor het eerste halfjaar. Dat vind ik een uitstekende knip, gehoord ook mijn collega's van de VVD Groningen. Waar het om gaat, is dat je de veiligheid pas zeker kunt stellen als je weet wat er gebeurt. Ik heb net de commissaris van de Koning van Groningen gehoord, die heeft gezegd: maak er geen politiek spel van. Mevrouw Van Veldhoven hoorde ik zo-even zeggen dat je tot een besluit komt op basis van goede informatie en wetenschappelijke informatie. Als die informatie er niet is, moet je heel voorzichtig zijn. Nogmaals, het reduceren van gas volg ik, maar waar ik absoluut geen verantwoordelijkheid voor wil nemen, is dat die gaskraan opeens open moet naar heel veel en heel hoog. Dat wil ik niet. Ik vind het daarom verstandig dat je het midden pakt tussen een flexibele en een vlakke winning en je dus niet voorsorteert op de een of de ander. Verder is het van belang dat er een heel goed rapport komt waarvan wij als VVD vragen om er ook de leefbaarheid bij te betrekken, dus een soort maatschappelijke kosten-batenanalyse. En kom op basis van dat alles dan tot een goed besluit. Dat zijn zaken die bij elkaar komen. Ik zeg het misschien wat hard, maar om nu gratuit hard te roepen dat 30 miljard de oplossing is, is niet mijn keus.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik heb goed geluisterd naar de VVD. Klopt het dat voor de VVD nu ook de 39,4 miljard van tafel is? Ik hoorde de heer Bosman namelijk spreken over 35 miljard. Als dat dan zo is, waarom moet dan het maximum dat nodig is voor leveringszekerheid, de nieuwe norm worden en kunnen we niet op die 30 miljard gaan zitten als nieuwe norm omdat we zeker weten dat hoe lager we gaan zitten, hoe meer zwaardere bevingen we daarmee kunnen voorkomen?
De heer Bosman (VVD):
Nee, want het probleem is niet alleen het verlagen. Het probleem is ook gelegen in de vraag wat je doet als er een koude winter komt of als er een technisch probleem is. Welke zekerheid geeft de ChristenUnie dan richting al die bewoners van Groningen dat als er paniek uitbreekt en er gas nodig is voor de leveringszekerheid, we die flexibiliteit dan niet uit het Groninger gasveld moeten halen? Ik heb namelijk wel begrepen dat de plek waar je moet zijn om snel gas te winnen, Loppersum is. Als je iets niet wilt, is snel gas winnen in Loppersum. Deze minister heeft duidelijk gezegd: daar zet ik een cap op. Dat vind ik heel verstandig, maar dan moet je er dus wel heel zorgvuldig mee om blijven gaan.
De heer Smaling (SP):
Gezien de gebeurtenissen van de afgelopen weken had ik een kort, bescheiden verhaal van de VVD verwacht, waarna de heer Bosman schielijk met de staart tussen de benen weer in zijn stoeltje zou zijn gaan zitten, maar dat is niet gebeurd. Ik hoor hem nu spreken over scholen die bijna instorten, over dat hij een vader is van drie kinderen en over Zeeland et cetera. Komt de heer Bosman helemaal onze kant op of blijft het toch een partij die gewoon bijna 40 miljard kuub wil winnen en die als enige in deze Kamer voor schaliegasboring is? Hoe zit het nou? Luister ik nu naar de heer Bosman privé of luister ik naar de Tweede Kamerfractie van de VVD?
De heer Bosman (VVD):
Ik herhaal het nog maar eens. De commissaris van de Koning, Max van den Berg, had een heel duidelijke boodschap: maak hier geen politiek spel van. Het mag, maar zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid horen bij de VVD. Ik loop hier niet voor weg. Ik ga hier niet met de staart tussen de benen weg. Ik sta voor dit verhaal, want ik geloof in dit verhaal. Ik vind dat wij de zaak niet onzorgvuldig moeten behandelen. Er zijn straks Statenverkiezingen. Voor iedereen die hier staat, is dat interessant, maar dat moeten wij niet doen. Waar het om gaat, is dat je het besluit dat je nu neemt, ook in de toekomst kunt houden. Dat betekent dat je niet zomaar aan die gaskraan kunt draaien. Wij weten niet wat er gebeurt, wij weten niet wat de effecten zijn. Iedereen die dat nu wel wil zeggen, vind ik dapper, want ik weet het niet.
De heer Smaling (SP):
Als hij eerlijk is, dan moet de heer Bosman toch erkennen dat de zorg bij de VVD veel meer gericht is op het gat dat in de rijksbegroting geslagen wordt dan op wat er uit Groningen gewonnen wordt. Als dat niet zo is, dan moet hij nu hier zeggen dat hij met ons 30 miljard kuub het maximum voor 2015 vindt.
De heer Bosman (VVD):
Hier maakt de SP van gaswinning een financieel verhaal.
De voorzitter:
Er wordt gelachen op de publieke tribune en ik ga nu toch wat zeggen tegen de mensen daar. U bent van harte welkom en ik snap dat u veel emoties voelt, maar ik moet u toch verzoeken om blijken van instemming of afkeuring achterwege te laten. Als u het gevoel hebt dat u moet lachen, verzoek ik u toch om dat niet te doen. Het debat vindt in de zaal plaats en iedereen moet de vrijheid hebben om de dingen te zeggen die hij wil zeggen.
De heer Bosman (VVD):
De heer Smaling koppelt het aan het geld en ik koppel het niet aan het geld, maar aan de oplossing. Wij praten hier over de oplossing. Dat is de kern. Klaarblijkelijk zijn er politieke verschillen over de manier waarop wij tot een oplossing moeten komen. Daar praten wij over, maar het geld volgt de oplossing.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Ik ben verbijsterd door de introductie van de heer Bosman in deze speech. Ten eerste doet hij alsof een natuurramp die de Zeeuwen is overkomen, hetzelfde is als de aardbevingsschade in Groningen. Dat is geen natuurramp, maar een industrieel ongeluk op een enorme schaal. In 2008, 2009 liep de VVD weg. Toen kwamen er rapporten van KNMI en TNO waarin een duidelijke koppeling werd gelegd tussen aardbevingen en gaswinning. De VVD liep weg in 2013 toen wij een motie indienden om stappen te zetten in de richting van gasmindering. Die motie werd niet door de VVD gesteund. In het hele jaar 2014 liep de VVD weg. De partij was nergens te vinden. En in 2015 is de VVD er weer niet om te zeggen: wij moeten ingrijpen. Nee, ik hoor de heer Bosman zeggen dat er meer onderzoek nodig is, dat wij niet precies begrijpen hoe het zit, dat een vlakke winning misschien gaat helpen.
De voorzitter:
Wat is uw vraag?
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Mijn vraag is: wanneer gaat de VVD zeggen dat Zeeuwen net zo veilig moeten zijn in Zeeland als Groningers in Groningen?
De heer Bosman (VVD):
Natuurlijk was de ramp in Zeeland van een andere orde en natuurlijk is de zorg in Groningen groot. En daarom moeten wij daar ook op inzetten en hebben wij daar een verantwoordelijkheid voor. Maar het gemak waarmee collega's soms zeggen dat wij verkeerd kiezen zonder dat daar een onderbouwing bij wordt geleverd … Ik zie daar geen rapporten of bewijs voor. Het zijn keuzes. Achter die 30 miljard staat een komma. Als wij die komma niet benoemen, dan doen wij de mensen tekort. Die komma houdt in dat het alleen kan als de technische mogelijkheden volop draaien, als er geen koude winter is. Al die zaken horen daarbij. Ik ga het niet voor mijn rekening nemen om hier stoer te zeggen dat ik naar 30 miljard ga om in de winter te moeten concluderen dat de kraan verder open moet. Dat wil ik niet. Dat vind ik niet terecht. Ik loop niet weg, maar ik maak een afweging van de zorgen die ik heb, omdat ik vind dat Groningen recht heeft op veiligheid.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Sinds het jaar 2000 is de gaswinning in Nederland jaar in, jaar uit opgeschroefd. Daar heeft de VVD zich nooit tegen verzet. De VVD heeft daar nooit vragen over gesteld, omdat zij het prima vond dat het geld de schatkist in liep. Op dit moment zijn de problemen hoog opgelopen. De VVD kijkt steeds weg, heeft steeds initiatieven van andere partijen niet gesteund en heeft steeds wetenschappelijk advies genegeerd. Om zich dan vast te klampen aan de strohalm dat er een koude winter zal komen zoals in 1985, vind ik een ongelooflijk zwaktebod. Ik wil de heer Bosman nog een keer vragen om zich bij de oppositiepartijen te voegen en te zeggen dat wij dit jaar naar het absoluut laagst mogelijke niveau moeten om ervoor te zorgen dat de veiligheid toeneemt. De heer Bosman heeft er gelijk in als hij zegt dat we te laat zijn om mogelijke grote aardbevingen te voorkomen. Daar is de VVD echter medeverantwoordelijk voor. Is de heer Bosman bereid om een stap te zetten, om het in elk geval nu iets veiliger te maken voor de mensen in Groningen en om duidelijkheid te geven?
De heer Bosman (VVD):
Het is makkelijk om met de vinger te wijzen en dat mag, want die verantwoordelijkheid dragen we allemaal. Wij waren er allemaal bij aanwezig. Deze minister heeft gezegd dat hij voor veiligheid gaat. Hij pakt een ander perspectief. Hij pakt niet het maximum dat veilig is, maar hij gaat voor leveringszekerheid en die koppelt hij aan veiligheid. Dat is wel even "omdenken", want hoe gaan we daar nu mee om? Hoeveel heb je nodig? Er blijven ook voor mij nog steeds vragen over. Betekent dit bijvoorbeeld dat ik ieder jaar opnieuw een besluit moet nemen en moet inschatten hoe koud het gaat worden? Dat heeft betrekking op leveringszekerheid. Hoe ga ik daarmee om? Dat zijn vragen die de minister nog gaat uitzoeken. Ik hoop dat wij dit allemaal op 1 juli te weten komen, want het heeft allemaal effect op elkaar. We kunnen heel dapper zeggen dat we nu alvast een besluit moeten nemen, maar dat vind ik een heel slechte zaak. Dat is voorsorteren, zeker als het toch vlak binnen de uitkomst is. Dat zou ik heel slecht vinden. Mevrouw Van Tongeren schudt "nee". Zij weet het dus al. Dat zou kunnen, want zij is geoloog of seismoloog en zij weet daar alles van. Ik ben dat niet en ik vind het net als mevrouw Van Veldhoven belangrijk dat wij ons baseren op wetenschappelijke en feitelijke informatie.
De voorzitter:
Opnieuw vraag ik om het debat alleen via de microfoon te voeren. Er zijn heel veel mensen die het op afstand volgen en zij kunnen alleen maar die dingen horen die in de microfoon gezegd zijn.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Ik wil allereerst even wat rechtzetten. Zojuist werd gezegd dat 1,2 miljard niet niks is richting Groningen. Van die 1,2 miljard is 800 miljoen echter een sigaar uit eigen doos, want dat moet de NAM betalen voor de schade die aan de huizen wordt veroorzaakt door de aardbevingen. Dat is ook zoiets wat we hier heel vaak horen, maar wat niet klopt. Met het cadeautje richting Groningen valt het dus allemaal wel een beetje mee, helaas.
Hoor ik hier de VVD nu zeggen dat zij terug wil naar 35 miljard kuub? Mijn collega van de ChristenUnie vroeg het ook al, maar ik heb het antwoord niet erg helder gehoord. Of is de VVD bereid om verder naar beneden te gaan en misschien op 33 uit te komen of houdt zij vast aan 39,4 miljard kuub voor dit jaar? Ik probeer te peilen waar de VVD op dit moment staat.
De heer Bosman (VVD):
Dit zijn geen cadeautjes voor Groningen. Ik vind het echt ongepast; daar moeten we het echt niet over hebben. Groningen krijgt geen compensatie en cadeautjes. Dit gaat over schade en over iets waar de Groningers recht op hebben. Die zorgvuldigheid wil ik nogmaals benoemen. Daar hebben ze gewoon recht op. Zij hebben recht op hun leefbaarheid, hun leefomgeving en het huis waarin ze wonen. Daar hebben ze gewoon recht op. Nogmaals, geld volgt de oplossing.
Ik ga hier geen getallendiscussie beginnen, omdat veiligheid vooropstaat. Iedereen kan mij natuurlijk vragen een getal te noemen, maar dat is willekeurig. Ik begin er niet aan.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Aan het einde van de dag nemen wij een beslissing over het besluit van de minister en daarin staat wel een getal, namelijk 39,4 miljard. Wij beslissen of dat het besluit blijft. Wij willen graag van de VVD weten of zij daarmee blijft instemmen, ook al gaat het in de eerste helft van het jaar mogelijk terug tot 16,5 miljard. Waar staat de VVD dan? Anders moet je er in de tweede helft van het jaar gigantisch veel bijwinnen om weer op het niveau van 39,4 miljard kuub uit te komen. Dat krijg je precies het probleem dat de heer Bosman eerder in zijn betoog zei niet te willen hebben. Ik wil hier nu echt wel graag duidelijkheid van de VVD over.
De heer Bosman (VVD):
Nu wordt mij verweten dat ik vooruitkijk; dat zou ik niet mogen doen.
De minister heeft een besluit genomen voor de eerste helft van het jaar en daar gaat het om. Er is duidelijkheid: 16,5 miljard kuub. We gaan op een andere manier naar gas kijken en daar moeten we allemaal heel eerlijk over zijn. We gaan op een andere manier kijken naar hoe we dat gas winnen. Dat betekent dat we ook op een andere manier gaan kijken naar de risico's en de mogelijke gevolgen. Dat zijn de zaken die bij elkaar komen.
Die 16,5 miljard kuub vind ik een heel verstandig besluit. Dat er op 1 juli nog meer rapporten en onderzoeken komen en dat wij aan de hand daarvan wederom een besluit zullen nemen, vind ik ook heel verstandig.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik denk dat mensen er echt genoeg van hebben dat er geen heldere antwoorden komen. Ik zou de heer Bosma en de VVD-fractie erop willen wijzen dat je niet moet zeggen dat de veiligheid vooropstaat als je dat niet meent. Daar worden mensen terecht echt heel boos over. "Veiligheid voorop" betekent dat je geen gas wint en vanuit het veiligheidsperspectief bekijkt wat er nog wel zou kunnen. Wat de VVD doet, is doorgaan met de gaswinning en proberen terug te redeneren. Vervolgens moeten wij bewijzen welke gaswinning onacceptabele risico's met zich meebrengt.
Als hiernaar een enquête wordt gehouden en als we vandaag het gaswinningsbesluit van de heer Kamp niet aanpassen, nemen de heer Bosman en zijn fractie een loodzware verantwoordelijkheid op hun schouders. Ik geef dat toch maar mee. Regeringspartijen overleggen met het kabinet en ik zou graag willen weten of de VVD-fractie zich in dat overleg heeft gebogen over de vraag welke aansprakelijkheidsvraagstukken hierdoor op het bordje van de Staat en het bordje van de Tweede Kamer komen te liggen. Is daarover juridisch advies ingewonnen? Ik vraag dat, omdat ik me niet kan voorstellen dat de VVD-fractie serieus meent dat bij dit plan en bij deze uitvoering de veiligheid echt vooropstaat. Volgens mij heeft de VVD-fractie geen idee van de verantwoordelijkheid die zij zo op haar bordje krijgt.
De heer Bosman (VVD):
Die verantwoordelijkheid voel ik en heb ik. Ik neem die verantwoordelijkheid en daarom sta ik hier en vertel ik hier het verhaal dat ik vertel. Ik geloof in dat verhaal, want ik vind dat we niet zomaar besluiten moeten nemen. Mijn fractie vindt dat we op deze zaken niet te hard vooruit moeten lopen. Als er een parlementaire enquête komt, dan zal ik er zijn. Ik ga dan uitleggen waarom ik de besluiten heb genomen die ik heb genomen en waarom ik sta voor het verhaal van de VVD. Ik geloof heilig dat we recht doen aan de veiligheid als we zorgvuldig en voorzichtig zijn. Dat geloof ik oprecht.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Het zou dan wel helpen als de VVD nu duidelijk maakt wat haar besluit precies inhoudt. Ik waarschuw de VVD nogmaals: als we het vandaag niet aanpassen, is het niet ondenkbaar dat er een parlementaire enquête komt. We weten al welke waarschuwingen er zijn genegeerd. Er komt volgende week een rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid. Ik zou er serieuzer mee omgaan, want het is echt niet niks. We kunnen het de Groningers niet aandoen om hier een wanbesluit te nemen om vervolgens over twee jaar in een parlementaire enquête te moeten concluderen dat we alle waarschuwingen hebben genegeerd. Ik zou dat ook de VVD, de heer Bosma en de minister niet willen aandoen. Laat het er niet op aankomen! Doe nú waar je waarde aan zegt te hechten, namelijk de veiligheid voorop, en zet alles in het werk om dat te garanderen.
De heer Bosman (VVD):
We komen een beetje terecht in een wat-alsdiscussie. Wat als ik nou gelijk heb? Wat als die koude winter er toch komt en die gaskraan toch open moet? Wat als er dan toch dingen gebeuren? Ik wil dat niet voor mijn rekening nemen. Ik weet het niet zeker. Ik ben daar heel voorzichtig in. Ik ben daar heel terughoudend in en ik probeer daarin alle zorgvuldigheid te betrachten. Ik ga niet over één nacht ijs. Ik verzin het niet zomaar en ik denk ook niet "trek het allemaal bij elkaar". Ook ik kijk naar de wetenschappelijke rapporten. Ook ik luister naar mensen in de hoorzitting en in de rondetafelgesprekken. Ik luister naar iedereen en ik weeg alles. En wat bij mij vooropstaat, zijn veiligheid en leefbaarheid. En nogmaals: geld volgt de oplossing.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
De heer Bosman zegt een heleboel. Ik sta hier als de op een na laatste van een rits collega's die maar één vraag hebben voor de VVD, en we krijgen maar geen antwoord op die vraag: is verlaging van de 39,4 miljard kuub vandaag voor de VVD een optie? Want of het nou 29 of 30 of 33 of met alle marges misschien 35 miljard kuub is, 39 miljard kuub is het niet. Dat is niet nodig voor de leveringszekerheid. Ik hoorde de heer Bosman in een tussenzinnetje zeggen: daarom zijn we akkoord met 35 miljard kuub. Dat wil ik graag vandaag in een motie aan deze minister voorleggen. Verlaag het gasbesluit tot 35 miljard kuub en ga in de tweede helft van het jaar niet meer willen dan in de eerste helft. Laten we die tijd gebruiken om te studeren. Zegt de VVD daartegen ja of nee?
De heer Bosman (VVD):
Nee, maar dan kom ik toch weer terug bij de woorden die mevrouw Van Veldhoven. Zij zegt ook dat je zo'n besluit niet zomaar neemt. Je hebt er wetenschappelijke informatie voor nodig over allerlei zaken die daarbij komen. Het besluit van 39,4 miljard kuub was gebaseerd op de toenmalige kennis en manier van winnen. Daar is serieus over nagedacht. We gaan nu op een andere manier bekijken hoe we gas gaan winnen en de leveringszekerheid garanderen. Daar gaan wij zorgvuldig over nadenken. In de tussentijd neemt deze minister een besluit en zegt "Weet je wat? Ik reken naar 35 miljard kuub, ik reken nog terug en kom in het eerste halfjaar uit op 16,5 miljard kuub." Dat vind ik heel verstandig. Het is essentieel als onderdeel van alles wat wij vinden voor de veiligheid van Groningen. Niet alleen het gas naar beneden, maar ook flankerend beleid, inzetten op centrale regie en het versterken en verstevigen van huizen. Dat zijn de zaken die bij elkaar komen. We hebben nog niet de feitelijke informatie om nu daarop vooruit te lopen en het hard neer te zetten. Nogmaals, ik koppel het aan de veiligheid en dat is essentieel. Als er op 1 juli een duidelijk verhaal ligt ten aanzien van de veiligheid, dan koppel ik de levering daaraan.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Wij moeten dus constateren dat dat tussenzinnetje van de heer Bosman niet waar was; hij is niet bereid om ook maar iets te doen. Hij zegt dat er geen kennis is, maar ik heb hier een map vol rapporten die door deze minister op tafel zijn gelegd. We hebben aanvullende brieven gekregen waarin staat dat GasTerra heeft berekend dat je voor de leveringszekerheid, gekoppeld aan de veiligheid, echt niet verder hoeft te gaan dan 35 miljard kuub. Een heleboel partijen hier hebben het ook nagerekend: minder is ook genoeg. Dat is lastig te beoordelen, want de leveringszekerheid vinden wij belangrijk, maar het hoeft geen 39 miljard kuub te zijn. De simpele vraag is nu: bent u überhaupt bereid om iets te doen? Dan gaat u vandaag naar 35 miljard kuub en dan is uw hele verhaal een politiek spelletje waar u de collega's net van betichtte.
De heer Bosman (VVD):
Dat is echt niet waar. Nogmaals, wij zitten hier in een getallendiscussie en dat vind ik ongepast. De 35 miljard kuub is de scheidslijn tussen flexibel winnen en vlak winnen. Ik vind de 35 miljard kuub van minister Kamp een goed idee om voor te sorteren en heel strak de richting in te gaan, maar het is gekoppeld aan een andere manier van winnen en een andere manier om te bekijken hoe we hiermee omgaan. Ik vind het ongepast om nu te zeggen "besluit het maar gewoon".
De heer Dijkgraaf (SGP):
Ik probeer het verhaal te begrijpen. Ik volg het een heel eind. Ik vind het een goed verhaal in die zin dat ook de VVD uitgaat van leveringszekerheid aan de ene kant en veiligheid aan de andere kant. De kern van de discussie is: tot welke conclusie leidt dat dan? Ik hoor de heer Bosman zeggen: wij hebben eigenlijk onvoldoende informatie om nu voor het tweede halfjaar vast te stellen wat het zou moeten zijn. Dat verbaast mij een beetje. Volgens mij hebben we over een aantal punten nog onvoldoende informatie, bijvoorbeeld over de flexibele winning, maar ik zie in de rapporten nergens het getal van die 39,4 miljard kuub terug. Als je vanuit veiligheid redeneert, dan wil je zo weinig mogelijk. Als je redeneert vanuit leveringszekerheid, dan wil je maximaal 35 miljard kuub. Ik snap echt niet hoe deze redenering tot de conclusie kan leiden dat die 39,4 miljard kuub voorlopig overeind blijft, behalve dan als een financiële doelstelling. Dat vinden wij allemaal op zich ook wel belangrijk, maar ik hoor iedereen zeggen dat dat in dit dossier geen prioriteit heeft en dat is maar goed ook.
De heer Bosman (VVD):
Die 39,4 miljard kuub is tot stand gekomen op basis van de informatie van het SodM. Er is over nagedacht en ten aanzien van dat soort winning is dat de veilige marge, dat staat. Dat zit ook nog eens in het hart van de vlakke winning, waarbij we praten over een marge van 35 miljard kuub tot 42 miljard kuub, maar dat is vlakke winning. Er is geen zekerheid hoe om te gaan met vlakke winning. De heer Dijkgraaf spreekt over vlakke winning, maar dat is dan de bracket waar je het over hebt: 35 miljard kuub tot 42 miljard kuub. We zitten nu aan de onderkant van de vlakke winning, zelfs nog iets lager. We zitten nu een eind richting flexibele winning, en daar maak ik mij eerlijk gezegd toch een beetje zorgen over. De beantwoording van de minister heeft mij daar enig vertrouwen in gegeven. Op het moment dat je aan de onderkant van de vlakke winning zit en nog steeds die vlakke winning wilt doen, moet je niet vooruitlopen. Dan moet je niet voorsorteren. Ik vind het essentieel dat wij ook als Kamer niet voorsorteren op een oplossing waarvan je achteraf moet zeggen dat het toch anders had gemoeten.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Niemand verwacht het, maar als op 1 juli zou blijken dat het geen 35 miljard kuub, maar 37,5 miljard kuub moet zijn vanwege de veiligheid, zouden wij dit alsnog terug kunnen draaien. Voorsorteren betekent niet dat je de discussie klemzet op het een of het ander. Het gaat erom wat het beste beschikbare besluit is met de kennis die wij nu hebben. Alle rapporten wijzen uit dat je met 35 miljard kuub aan de leveringszekerheid kunt voldoen, dat je daarvoor geen 39 miljard kuub nodig hebt en dat hoe lager het niveau van de winning is, hoe veiliger de situatie in Groningen is. Als je in het tweede halfjaar naar die 39 miljard kuub gaat, win je dus eigenlijk 23 miljard kuub, dus kom je op het niveau van 46 miljard kuub. Dan bouw je die druk gigantisch op. Dat kan toch nooit de bedoeling zijn?
De heer Bosman (VVD):
In die heel zorgvuldige discussie komt dat allemaal aan de orde. Dat betekent dat je besluit om de winning voor het eerste halfjaar terug te draaien naar 16,5 miljard kuub, waarbij je alle informatie bij elkaar probeert te krijgen voor de tweede helft. Ik wil gewoon weten waar wij uitkomen op basis van de veiligste oplossing. Die staat bij mij voorop. Daarover heb ik nog wel wat vragen. Sterker nog: de minister schrijft in zijn brief dat er ook nog wel wat vragen over zijn. Ik vind daarom dat wij moeten oppassen dat wij niet voorsorteren, dat wij niet alvast een kant op manoeuvreren waarvan wij achteraf zeggen dat wij het niet hadden moeten doen. In de context waarin wij nu zitten, denk ik dat wij de juiste stappen aan het zetten zijn om op 1 juli tot de goede besluiten te komen.
De voorzitter:
U gaat verder met uw betoog.
De heer Bosman (VVD):
Met het uitgangspunt van de keuze voor die 16,5 miljard kuub voor het eerste halfjaar is in ieder geval een stap gezet in de reductie van het winnen van gas en daarmee hopelijk een eerste stap naar minder aardbevingen. Door de knip in het winningsjaar aan te brengen, heb je een nog beter beeld van wat er in dat jaar aan de hand is. Op 1 juli verwachten wij een nieuw rapport van het SodM. Kan de minister daarin meer aspecten meenemen dan alleen gaswinning en veiligheid? Ik zou graag zien dat de maatschappelijke effecten daarin ook werden meegenomen. En hoe wordt de leefbaarheid van de omgeving in dat rapport meegenomen? Ik dacht aan een soort maatschappelijke kosten-batenanalyse, maar hoor graag wat de minister hiervan denkt.
Tijdens mijn gesprekken in Groningen werd mij duidelijk dat het vertrouwen in de bestuurders, de NAM en de rijksoverheid laag is. Dat begrijp ik. Als je het idee krijgt dat je niet gehoord wordt en dat er niks gedaan wordt met je zorgen en schade, haak je af. Ik ben daarom blij dat de minister komt met een op afstand gezette centrale regie. Ik zou dat bijna een deltacommissaris willen noemen. Dat schept vertrouwen, want ik weet waarop Zeeland is uitgekomen. Datzelfde moet nu voor Groningen gaan gelden.
Naast het verder reduceren van de gaswinning, wat al is opgepakt door de minister, moet er doorgepakt worden op de leefbaarheid. Ook daarvoor zijn middelen vrijgemaakt, maar die moeten wel worden ingezet. Huizen moeten versterkt, opgeknapt en aardbevingsbestendig gemaakt worden. Groningen moet echter niet in een bunkerlandschap veranderen. Is er genoeg ruimte voor innovatie en nieuwe ideeën? Is daarvoor voldoende geld beschikbaar? Ik zag een idee voor een rubberen damwand in de grond rondom het dorp Rottum die de golfbeweging in de grond kan tegengaan. Wat wordt daarmee gedaan? Ik begreep dat versteviging vooral met grote staalprofielen moet plaatsvinden. Kan dat niet met composietmateriaal, zowel op de muur als in de constructie? Welke innovatie ziet de minister als veelbelovend? Is er aansluiting bij onderzoeksinstituten en universiteiten om met deze problematiek aan de slag te gaan?
Zeker voor de vele monumentale boerderijen, huizen en borgen is maatwerk essentieel en is de Monumentenwet soms knellend. Ziet de minister dat ook? Welke ruimte krijgen de bewoners van dit soort monumenten om die gebouwen in alle zorgvuldigheid te verbeteren?
Zowel burgemeester Den Oudsten van Groningen als zijn wethouder Joost van Keulen heeft mij verteld wat het belang is van de stad Groningen, de economische motor van Noord-Nederland. Deze stad heeft zijn zaakjes op orde en houdt ook niet de hand op. Alle wensen — ziekenhuis, rondweg en nieuwbouw — heeft de stad in zijn begroting opgenomen. Ik ben dan ook blij dat er een overeenstemming met bestuurlijk Groningen is om de extra kosten bij de bouw en de aanpassing op te vangen.
Het is goed om te horen dat er een bestuurlijk akkoord met de provincie en de getroffen gemeenten ligt. Pas als iedereen dezelfde kant opgaat, kunnen wij echt het verschil maken. Dat verschil is het perspectief waar wij samen met Groningen naartoe willen: een provincie waar het goed en veilig wonen is, waar mensen willen werken, naar school willen gaan en willen genieten van de omgeving. Iedereen zal hieraan mee moeten werken, niet alleen de Groningers, want de Groningers hebben Nederland nooit in de kou laten staan. Nu is het tijd dat Nederland de Groningers niet in de kou laat staan.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Ook de VVD is in Groningen geweest om te horen hoe het gaat met de schadeafhandeling. Vindt de VVD dat bij de afhandeling van de schade door gaswinning integraal moet worden gekeken naar de bodemdaling, de effecten van de waterstanden en de aardbevingen? Zou je die tegelijkertijd moeten aanpakken met het versterken van de meest risicovolle woningen? Hoe staat de VVD daarin?
De heer Bosman (VVD):
Die effecten horen bij elkaar. Er is geen bodemdaling die zomaar, spontaan ontstaat. Ik vind dus dat het bij elkaar hoort. Dan moet je het ook op die manier aanpakken en invullen en ermee aan de slag gaan.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Afgelopen maandag is gezegd dat er opnieuw wordt gekeken naar de contourenkaart. Wie valt erbuiten en wie valt erbinnen? In de afgelopen jaren met veel schade, hebben we gezien dat mensen er soms net buiten vallen. De scheidslijn loopt dan zo dat het huis ertegenover er wel binnen valt. Hoe kijkt de VVD daar tegenaan? Moet alle schade door de aardgaswinning worden vergoed door de NAM, ongeacht of deze schade nu wordt veroorzaakt door bodemdaling, de combinatie met de waterstanden of aardbevingen?
De heer Bosman (VVD):
Ik vind het belangrijk dat dit in overleg gaat met bestuurlijk Groningen. Daar zijn gesprekken gaande en daar hebben ze overeenstemming bereikt om er zo goed mogelijk uit komen. Ook daar ligt dus een verantwoordelijkheid. Het lokale bestuur moet alle mogelijkheden krijgen om de eigen omgeving in te richten en te kijken waar zaken nodig zijn.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik kom even terug op het punt van de monumenten. De heer Bosman gaf aan dat de Monumentenwet weleens knellend is als het gaat om het verstevigen van woningen. De Monumentenwet verbiedt ook het beschadigen en vernielen van monumenten. We zien nu dat veel monumenten, met name ook kerken, worden beschadigd door de bevingen. Wil de VVD-fractie daar eens op reageren?
De heer Bosman (VVD):
Om die reden zijn we nu bezig met geld en ook met het verminderen van de gaswinning. Zo willen we ervoor zorgen dat beschadiging wordt verminderd, voorkomen en gerepareerd.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Nu worden er echt monumentale kerken beschadigd. Het zijn kerken uit de middeleeuwen, soms zijn ze al bijna duizend jaar oud. Het is heel lastig, zo niet onmogelijk, om die kerken te verstevigen zonder de monumentale waarde geweld aan te doen. Juist deze kerken en andere monumenten, zoals de herenboerderijen, zijn beeldbepalend voor het gebied. Ze bepalen de identiteit van het gebied. Ze zijn gebouwd met klei uit het gebied. Ik wil dan ook echt een beroep doen op de VVD-fractie. Want als we weten dat het herstel zo ingewikkeld is, moeten we dan niet op dit punt de Monumentenwet respecteren en, om te voorkomen dat ze verder beschadigen, de gaskraan echt fors terugdraaien?
De heer Bosman (VVD):
Het gaat om veiligheid in het algemeen. Als je nu zegt dat het om de Monumentenwet gaat, is dat niet helemaal … De vermindering van gaswinning is nu al aan de orde. Ik ben echt niet van mening dat het allemaal met dikke staalprofielen moet. Ik ben echt op zoek naar innovatie. Dit is ook een kans voor Groningen. Het biedt een kans om te kijken naar wat voor industrie daar nog zou kunnen komen; een industrie die toekomstbestendig is en die zich bezighoudt met alle zaken die spelen in Groningen. Ik heb composiet genoemd. Ik ken mensen die in de composietproductie werken. Je kunt daar ontzettend veel mooie dingen mee doen. Je hebt dan die dikke staalprofielen van 30 cm helemaal niet nodig. Die dingen horen daar allemaal bij.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik wil toch nog een helder antwoord op mijn vraag, zeker nu ik daartoe ben uitgenodigd door de zelfverzekerde houding van de heer Bosman die zei: als er een parlementaire enquête komt, sta ik daar. Ik vroeg of er tussen de VVD-fractie en de bewindslieden overleg heeft plaatsgevonden. Het is heel gebruikelijk dat regeringspartijen dat doen met bewindslieden. Ik ga ervan uit, maar ik krijg hier toch nog graag een antwoord op. Als het antwoord daarop ja is, is mijn vraag of daar ook de vraagstukken over het voorzorgsbeginsel op tafel zijn gekomen, alsmede de vraag welk risico we lopen dat ons dood door schuld kan worden verweten, gelet op de kennis die er nu is.
De heer Bosman (VVD):
Als woordvoerder heb ik daar geen weet van. Daar ben ik ook niet bij betrokken.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik kan de heer Bosman alvast zeggen dat je daarmee bij een parlementaire enquête niet wegkomt. Ik zou eigenlijk willen dat ik nu al een antwoord kon afdwingen, want ik wil het echt heel graag weten. Dit wordt namelijk een van de kernpunten in het debat, zeker als we het gasbesluit niet aanpassen. Dit hangt boven de markt. Iedereen voelt het. Nogmaals, ik roep de VVD op om daarover eerlijk te zijn zodat wij mee kunnen controleren hoe hard de claim is dat de veiligheid voorop staat. Daar gaat het om.
De heer Bosman (VVD):
De suggestie wordt gewekt dat ik niet eerlijk zou zijn. Ik ben hier echt heel eerlijk over.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
Ondanks alle maatregelen die de VVD voorstelt, zijn er mensen die zich in de krimpgebieden, in de gebieden waar bevingen voorkomen, onveilig voelen. Is de VVD bereid om de mensen die die gebieden willen verlaten om naar een veiliger gebied te gaan, een ruime verhuisvergoeding en een ruime ondersteuning te geven om in andere gebieden op een veilige manier te leven?
De heer Bosman (VVD):
Mijn inzet en de inzet van de VVD zal altijd gericht zijn op de leefbaarheid van Groningen. Daar zet ik op in. Ik ben er nog niet aan toe om net als een enkele andere partij te zeggen: haal die mensen maar uit Groningen. Ik vind dat zij daar moeten wonen, het recht hebben om daar te wonen en daar in veiligheid moeten kunnen wonen. Daar zetten wij op in. Daarom zijn wij nu bezig met het gasbesluit en met het flankerende beleid. Op die manier zorgen wij ervoor dat mensen daar kunnen blijven wonen.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
Dat is geen antwoord op mijn vraag. Ik heb het over de mensen die ondanks alle maatregelen die de VVD voorstelt, toch zeggen dat zij het onveilig vinden in de gebieden waar zij wonen en vrijwillig naar een ander, veiliger gebied in Groningen willen verhuizen. Bent u bereid om deze mensen financieel te ondersteunen en inspraak te geven bij gemeenten en provincies, zodat zij naar andere leefgebieden kunnen gaan waar het veiliger is? Wat vindt de VVD daarvan?
De heer Bosman (VVD):
Dat kan nu al en dat gebeurt nu al.
Mevrouw Klever (PVV):
Voorzitter. Veel Groningers voelen zich belazerd. Belazerd door de NAM die alleen wat scheuren dicht maar bij echte, grote schades vaak niet thuis geeft. Belazerd door dit kabinet, dat duidelijk prioriteit geeft aan de schatkist, door in 2013 de gaskraan nog even maximaal open te draaien en ook dit jaar vasthoudt aan de 39,4 miljard kuub. Ook het laatste besluit van de minister geeft geen zekerheid, maar creëert alleen maar onzekerheid. De kraan gaat met het oog op de verkiezingen tijdelijk wat meer dicht, maar voor de periode daarna houdt de minister alle opties open. Er is geen enkele garantie dat die 39,4 miljard kuub in de tweede helft van dit jaar niet alsnog gewonnen wordt. Zo ga je niet om met mensen. Mensen hebben recht op zekerheid, niet alleen tot aan de Statenverkiezingen, maar vooral ook daarna. Nadat de vorige woordvoerder van de VVD ons per ongeluk een inkijkje gaf in de strategie van de VVD — pappen en pompen — lazen wij vanmorgen in de krant de bevestiging dat bij de VVD geld boven veiligheid gaat. Wat de PVV betreft, geldt het omgekeerde en draaien we nu de gaskraan dicht tot maximaal 30 miljard kuub.
We zijn twee jaar en stapels onderzoeken verder nadat het Staatstoezicht op de Mijnen aan de bel trok, maar wat zijn we nu opgeschoten? Van het herstel van met name grotere en complexe schades komt nauwelijks iets terecht. De Vereniging Eigen Huis en de Groninger Bodem Beweging hebben hele boekwerken vol verzameld met verhalen van mensen die al twee jaar van het kastje naar de muur worden gestuurd maar geen stap verder komen. Waarom moet het allemaal zo lang duren? Binnen een paar weken besluit het kabinet fluitend om 1 miljard euro extra over te maken aan de EU, maar de vergoeding voor gedupeerden in Groningen wordt eindeloos vertraagd. Wat gaat de Nationaal Coördinator concreet voor hen verbeteren? Wordt hij een soort rijdende rechter die naar de mensen toe gaat en doorzettingsmacht heeft? Of wordt het een bureaucratische moloch die rekening moet houden met welstandscommissies en burgemeesters?
Daar zit je dan, gevangen in je eigen beschadigde, onverkoopbare huis, wachtend op de grote klap die mogelijk komen gaat. Voor veel mensen is dat een volstrekt uitzichtloze situatie waar men psychisch en financieel gezien aan onderdoor gaat, zeker ook nu duidelijk is dat het preventief versterken tientallen jaren gaat duren en er geen garantie is dat je huis na versteviging vrijgesteld is van aardbevingsschade. Mensen moeten voor het preventief versterken maanden hun huis uit om vervolgens bij terugkomst na een nieuwe aardbeving wederom in een maandenlang proces van schadeherstel te belanden. Deze situatie is wat de PVV betreft onacceptabel. Wij vinden dan ook dat aan deze mensen op zijn minst een uitkoopregeling moet worden voorgesteld. De minister kan de Groningers niet gevangen houden in een permanente bouwput. In eerdere debatten was de minister een principieel tegenstander van een uitkoopregeling, maar nu heeft hij aangegeven dit te gaan onderzoeken. Wij zijn blij met deze ommezwaai, maar vragen ons wel af wat hij precies wil gaan onderzoeken. Zo'n regeling bestaat namelijk allang en is nota bene staande praktijk voor Moerdijk en voor mensen die onder hoogspanningsmasten wonen. Wat de PVV betreft, wordt de uitkoopregeling per direct ingevoerd. Kan de minister dit toezeggen?
Dan kom ik op de waardedalingsregeling voor verkochte woningen, niet te verwarren met de uitkoopregeling voor onverkoopbare woningen. De waardedalingsregeling is geen succes. Ik ben blij dat deze nu wordt aangepast, zodat mensen voor verkoop al duidelijkheid hebben over de te verwachten compensatie. Per wanneer kunnen mensen daarvan gebruikmaken?
Ik kom bij de omkering van de bewijslast. De PVV vindt dat niet de gedupeerde, maar de NAM moet aantonen dat eventuele schade niet door gaswinning zou komen. Gisteren is in de Staten van Groningen een motie van de PVV hierover unaniem aangenomen. Kan de minister aangeven wanneer en hoe hij dit gaat regelen? Ik verwijs ook naar het amendement van de Partij van de Dieren op de Mijnbouwwet.
Dan de gaskraan. We kunnen blijven onderzoeken tot we erbij neervallen, maar alles wijst erop dat minder gaswinning zorgt voor minder bevingen. Toch wil de minister nog meer onderzoek hiernaar doen. "Pappen en ondertussen doorgaan met pompen" lijkt de achterliggende gedachte te zijn. Als je de risico's onvoldoende kent en verder onderzoek daarnaar wilt doen, dan moet je uit voorzorg de kraan verder dichtdraaien. De minister heeft eerder aangegeven dat 30 miljard kuub het minimum is om aan de leveringszekerheid te voldoen. Totdat onderzocht is hoe wij het gas veilig kunnen winnen, is die 30 miljard kuub per jaar wat de PVV betreft het maximum.
Een verminderde gaswinning zorgt voor een extra begrotingstekort, maar dat is nog altijd een schijntje, vergeleken met de 18 miljard euro die we aan Griekenland hebben geleend. In plaats van Griekenland voor miljarden euro's te stutten, vindt de PVV dat we beter Groningen kunnen stutten. Bovendien mag geld nooit boven veiligheid gaan. De directeur van het Staatstoezicht op de Mijnen was duidelijk: nee, ik kan de veiligheid in Groningen niet garanderen. Dus moeten we de gaswinning niet alleen dit jaar, maar ook de komende jaren verminderen. De PVV wil dat we stoppen met de export van Gronings gas. Via langlopende contracten zijn wij verplicht om circa de helft van ons Groninger gas over de grens te pompen. Kan de minister aangeven welke maatregelen hij wil nemen om zuiniger om te gaan met ons Groninger gas en de verplichte export daarvan te verminderen? De PVV heeft in een eerder debat al voorstellen hiervoor gedaan. Breek die contracten open met een beroep op overmacht. De veiligheid van de Groningers is in het geding. Maak meer gebruik van de lng-terminal in Rotterdam. Importeer gas, meng het bij met stikstof en gebruik dat voor de export.
Concluderend moet ik vaststellen dat de minister al twee jaar achter de Groningse feiten aanloopt. De minister negeert de kerntaak van iedere overheid, namelijk het garanderen van de veiligheid van haar inwoners. Wij vragen de minister om de problemen niet langer voor zich uit te schuiven door onderzoek op onderzoek te stapelen. Wij vragen de minister om zijn verantwoordelijkheid te nemen en de problemen op te lossen. Wij vragen de minister om de aardgaswinning in Groningen terug te brengen tot maximaal 30 miljard kuub per jaar, de export van het Groninger gas te verminderen en te zorgen voor een veel snellere en betere schadeafhandeling. Bovenal vragen wij de minister de mensen die in een onverkoopbare woning zitten, een reële uitweg te bieden door middel van een uitkoopregeling.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Wat een bijzondere dag is dit. In Friesland wappert de Groningse vlag. Het is geen zondag, maar toch hebben in Groningen de kerkklokken geluid. En vanaf de publieke tribune klonk vanmorgen het Groningse volkslied:
Van de Lauwerszee tot aan de Dollard
Van Drenthe tot aan het Wad
Daar groeit en bloeit een wonderland
Rondom een wonderstad
Deze dag kan nog veel meer bijzonder worden als de Kamer in meerderheid, dus met steun van de fracties van de VVD en de Partij van de Arbeid, doet wat zij moet doen: veiligheid boven alles plaatsen en Groningen duidelijkheid geven.
Ik kijk in de eerste plaats naar het winningsplan. Het winningsplanplafond moet fors omlaag om het risico op aardbevingen substantieel te verminderen, en wel naar 30 miljard kuub. Maar de minister past het voorzorgprincipe halfslachtig toe. Hij stelt wel een maximum in van 16,5 miljard kuub in een halfjaar, maar in de tweede helft van het jaar zou dit zomaar 23 miljard kuub kunnen worden.
De heer Smaling (SP):
Het is ongetwijfeld een bijzondere dag, maar het was gisteren ook een bijzondere dag, want toen heeft de ChristenUnie in de provincie Groningen tegen een motie gestemd die ertoe oproept om het maximum op 30 miljard kuub te stellen. Gaat mevrouw Dik daar nu overheen of hoe moet ik dat precies zien?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Ik sta hier als Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie, dus ik kan niet spreken voor mijn collega's in de Staten van Groningen. Er is mede namens de ChristenUnie een motie ingediend die leveringszekerheid als grens stelt, waarbij door de fractieleider van de ChristenUnie ook onder woorden is gebracht dat die grens ligt op 30 miljard kuub. Dat is gisteravond gebeurd in de Staten van Groningen.
De heer Smaling (SP):
Ik vroeg dat om mij ervan te verzekeren dat de door mij zeer gewaardeerde ChristenUnie vandaag gewoon aan de zijde staat van degenen die voor een maximum van 30 miljard kuub pleiten.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Daar kan de SP-fractie op rekenen. Daar staat de ChristenUnie voor, in de Staten van Groningen en hier in de Tweede Kamer.
Ik begrijp echt niet dat de minister de optie openhoudt van 39,4 miljard kuub in dit hele jaar. Is hij bereid om echte duidelijkheid te geven? Ook de komende jaren moet geleidelijke verlaging plaatsvinden van het winningsplafond. Die ruimte is er ook, gezien de aflopende langetermijncontracten. Is de minister bereid tot een jaarlijkse verlaging van het winningsplafond?
In de afgelopen jaren zijn onder meer de NAM en GasTerra slecht met hun verantwoordelijkheid omgesprongen. Het zogenaamde gasgebouw heeft als doelstelling om in de leveringszekerheid te voorzien en om zo veel mogelijk winst te maken. De ChristenUnie vindt dat de factor veiligheid daarin absoluut is ondergesneeuwd. Daarin is zij niet de enige, zie ik als ik alvast vooruitblik op het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid. Zo kon het gebeuren dat in het afgelopen jaar, met een relatief zachte winter, toch de maximale productie volgens het winningsplafond is behaald: 42,5 miljard kuub. Als de NAM puur voor de leveringszekerheid had geproduceerd, was de productie veel lager uitgevallen. In december zorgde de NAM nog voor een productiepiek bij Loppersum. Hoe kun je zoiets bedenken, gezien de bevingsgevoeligheid in juist dat gebied?
De ChristenUnie pleit daarom voor een actieve bemoeienis van de rijksoverheid. Het staatstoezicht adviseerde al om de winning zo snel en zo veel als realistisch mogelijk is, terug te brengen, en concludeert dat het systeem mogelijk ook regelbaar is. Het principe van "hand aan de kraan" moet daarom veel actiever worden opgepakt. Wil de minister hiermee aan de slag gaan? Wil hij daarbij ook aanpassing van de Gaswet en Mijnbouwwet overwegen? Het is helemaal slecht te verkopen dat de conversiecapaciteit, die er gewoon is, in 2013 en 2014 min of meer heeft stilgestaan. Dit had de productie in Groningen fors kunnen verminderen. Is de minister bereid om per direct volledige benutting van de conversiecapaciteit te eisen?
De grote actuele vraag waar Groningers mee zitten is deze: als er een beving komt van 4 of 5 op de schaal van Richter, staat mijn huis er dan nog, ben ik dan nog veilig, vallen er geen slachtoffers? De minister, het staatstoezicht, de NAM; niemand weet het antwoord. Het staatstoezicht heeft onder woorden gebracht dat het als toezichthouder de veiligheid niet kan garanderen. De ChristenUnie vindt dit zeer, zeer zorgelijk. Wat iedereen wel weet, is dat de kans van een beving van meer dan 4.1 op de schaal van Richter eens in de tien jaar is. De kans is dus aanzienlijk. Nederland moet een veilig land zijn om in te wonen. De ChristenUnie wil daarom een stevige, nationale aanpak voor Groningen. De eerste stap is gezet door de introductie van een nationale coördinator. Het is belangrijk dat deze coördinator ruime bevoegdheden en doorzettingsmacht krijgt. Schadebeoordeling en -afhandeling moeten onafhankelijk van de NAM worden. De beroerde en trage afhandeling van schades moet daarmee verleden tijd worden. Dit heeft echt lang genoeg geduurd. Daarbij hoort wat de ChristenUnie betreft ook de omgekeerde bewijslast. Het is toch bizar dat bewoners tegenover de juridische overmacht van de NAM komen te staan en zelf de scheuren in de muur moeten verklaren? Ik hoor graag of de minister op dit punt wil doorpakken.
Gebouwen moeten op grote schaal worden verstevigd en hersteld. De Nationale Praktijkrichtlijn is bekendgemaakt. Bij bestaande bouw wordt hier ook weer van afgeweken door de kans van 1 op 10.000 te hanteren. Is dat een acceptabel veiligheidsniveau of slechts een eerste stap ernaar toe?
De versterkingsopgave is een enorme uitdaging, maar tegelijkertijd is het versterken van de 35.000 zwakste woningen in vijf jaar toch niet snel genoeg. De kans op een grote beving is immers eens in de tien jaar. Is de minister bereid om met de provincie en de gemeenten ambitieuzere doelstellingen vast te stellen? Op welke manier blijven de leefbaarheid en het aanzien van dorpen en straten zo veel mogelijk onaangetast bij deze operatie? Wordt de omvang van het compensatiegebied uitgebreid? Je kunt nu echt niet meer spreken van slechts negen getroffen gemeenten. De minister heeft al twee gemeenten toegevoegd, maar is dat wel voldoende? Ik denk bijvoorbeeld aan Oost-Groningen, waar ook 300 schademeldingen zijn gedaan. Is de minister bereid om meer gemeenten in aanmerking te laten komen voor de compensatie?
Op de woningmarkt zien we veel schrijnende situaties. Ik roep de minister op om tot maatwerkoplossingen te komen voor de uitzichtloze situaties. Zo moet er een uitkoopregeling zijn voor mensen die gevangen zitten in hun onveilige of onverkoopbare huis. Vanmorgen op het Plein hebben we iemand horen zeggen: ik woon in een doodskist. Zo voelt zij dat en ze kan niet weg. Voor haar en voor al die andere mensen moet er een oplossing komen.
Schadeherstel en preventieve versterking van bijzondere publieke gebouwen, monumenten en kerken zijn echt nodig. Bij het herstel moet niet een puur economische afweging worden gemaakt, maar moet ook de monumentale waarde worden meegerekend. In de Monumentenwet staat een verbod op beschadiging en vernieling. De Monumentenwet geldt toch ook voor de provincie Groningen? Gaat de NAM zorgen voor volledige vergoeding van herstel en preventie van schade bij monumenten? Wordt daarbij ook de maatschappelijke waarde meegerekend? Is de minister bereid om een coördinator vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hiervoor verantwoordelijk te maken?
De belangrijkste oplossing is natuurlijk dat wij onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, in dit geval van aardgas, afbouwen. We moeten echt af van onze gasverslaving. De prioriteit ligt bij energiebesparing. Daar moet absoluut een tandje bij. Maak woonwijken en huizen energieneutraal en onafhankelijk van gas, bijvoorbeeld door het project De Stroomversnelling. Bij het aardbevingbestendig bouwen moeten huizen energiezuinig en zo veel mogelijk energieneutraal worden gemaakt. We moeten ook restwarmte uit de industrie en de glastuinbouw beter benutten. Alternatieven voor gasgestookte cv-ketels moeten veel aantrekkelijker worden. Op dit moment zijn warmtepompen fiscaal onaantrekkelijk. Is de minister bereid om de energiebelasting hierop aan te passen?
Volgende week komt het langverwachte rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid naar buiten. De weinig verrassende conclusie is al uitgelekt: er is geen enkele rekening gehouden met de veiligheid van de Groningers. Vorig jaar werd de motie van de ChristenUnie aangenomen om, afhankelijk van de uitkomsten van de onderzoeksraad, maatregelen voor te bereiden om op een gegeven moment de gaskraan fors dicht te draaien. Dat moment is vandaag aangebroken. De minister kan het plafond van 39,4 miljard kuub echt niet langer verdedigen. Er is maar één antwoord dat wij vandaag kunnen geven en dat is om het plafond te stellen op maximaal 30 miljard kuub.
De heer Smaling (SP):
Voorzitter. We zijn de laatste jaren getuige van een voortschrijdende destabilisatie van een groot gebied in Nederland. Dit is eigenlijk sinds 1953 niet meer voorgekomen. In 1995 dreigde het weer, maar toen liep het gelukkig goed af. Toen waren we trouwens ook zo verstandig om de Betuwe op tijd te evacueren. En nu? Nu hebben we te maken met een door onszelf veroorzaakte ontwrichting van een groot deel van de provincie Groningen. Er is al veel schade. In de gemeente Slochteren alleen is 40% van de panden aangetast door de aardbevingen. Deze schade neemt niet beetje bij beetje toe, maar versneld. Kleine scheurtjes worden grote scheurtjes. Muren raken ontzet, funderingen worden ondermijnd. Op meer plaatsen zullen steunberen nodig zijn, wat ook weer gezondheidsrisico's in zich draagt doordat daken van asbestcement aan de orde zijn.
Er is echter ook een ander soort schade. Mensen die niet meer in hun huis durven slapen. Grootouders die de kleinkinderen niet meer over de vloer willen hebben uit vrees voor ongelukken. Mensen die bang en gefrustreerd zijn. Mensen die veel minder productief zijn. Mensen die hun vertrouwen kwijtraken. Mensen die er volledig doorheen zitten. Ga eens kijken in Woldendorp, bij dat kerkje op die kleine wierde, waar iemand een sociaal-cultureel centrum van wilde maken voor Oost-Groningen: overal scheuren, de buitenmuur bol, onbruikbaar geworden. Een eigenaar die in een niet te winnen gevecht verwikkeld is geraakt met de NAM. Ga eens in de schoenen van zo iemand staan. Of in die van Helma Mulder, uit Stedum, gisteren beschreven in Trouw.
Ik heb een aantal vragen aan de minister. Allereerst: hoe denkt hij dat zijn werkwijze zich verhoudt tot artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens? Dat geeft aan dat de Staat de burger effectief moet beschermen in zijn recht op fysieke en psychische gezondheid en veiligheid.
Ten tweede beroept de minister zich steeds op adviezen van het SodM, maar wat is dat waard als de directeur bij de hoorzitting tegelijk, min of meer in één zin, zegt: de bevingen zijn gerelateerd aan de winning en we weten nog zo weinig? Dan is er toch maar een conclusie mogelijk: naar beneden met die winning, tot we meer weten. Dat is toch de enige manier om het vertrouwen te winnen van de mensen in Groningen?
Ten derde. Volgens een rapport dat nog moet verschijnen, is er 6,5 miljard nodig om 35.000 woningen aardbevingsbestendig te maken. Wat gaat de NAM daarvan nou wel en niet betalen? En hoeveel? In juridische zin zit daar geen bovengrens aan, maar het feit dat dit steeds in het midden blijft, draagt bij aan het wantrouwen en het onbehagen. Zijn daar duidelijkere afspraken over te maken? Kan de NAM dan ontheven worden van iedere bemoeienis met de schadebeoordeling? Kan zo'n Centrum Veilig Wonen meer publiek dan privaat worden? De regie hoort immers toch bij de minister te liggen.
Ten vierde. Wat voor wetgeving is er nodig? Hebben we een nieuwe Crisis- en herstelwet nodig? Is er een deltawet nodig? Zo ja, kan dat snel? Kan de Warmtewet worden aangepast, zodat we versneld tot woningisolatie en hergebruik van restwarmte kunnen overgaan, zodat de noodzaak om gas te winnen snel verlaagd wordt? Kan de Mijnbouwwet worden aangepast, zodat de omkering van de bewijslast geregeld wordt? Veel collega's hebben daar ook al wat over gezegd.
Ten vijfde. Is het ook niet zo dat de schade, hoe langer je wacht met dichtdraaien des te groter zal worden? De kosten van het niet-zakken met de winning zijn misschien wel hoger dan het verlies aan inkomsten.
Ten zesde. Wanneer wordt wat aangepakt en door wie? Hoe krijg je de kwetsbaarheid snel in beeld? Hoe krijg je de input van de woningcorporaties geregeld? Eigenlijk zijn de huurders namelijk niet erg goed in beeld. Wat doen we met de flatgebouwen in Delfzijl die al aan het scheuren zijn? Komen er wisselwoningen of noodwoningen, binnen of buiten het gebied? In de Blauwestad is er volgens mij nog plaats. In de weilanden noordelijk van Meeden is volgens mij ook nog plaats voor noodwoningen.
Ten zevende. Kan de bezem niet eens door al die commissies, centra, tafels, toezichthouders, gasverkopers en kennisinstellingen? Bij veel mensen leeft sterk de indruk dat iedereen naar iedereen wijst, dat iedereen zich achter iedereen verschuilt, en dat als puntje bij paaltje komt, iedereen stelt dat we te weinig weten en er meer onderzoek nodig is. Pleur nou toch eens die hele handel van tafel en bedenk dan wat je onder deze condities nieuw nodig hebt.
Er zijn twee smaken. De prioriteit moet liggen bij het onmiddellijk verlagen van de risico's. In de wetenschap is risico het product van een gevaar en een kwetsbaarheid. Wat we dus heel simpel moeten doen, is het gevaar verlagen en de kwetsbaarheid verminderen. Het gevaar verlaag je door de winning te verlagen. Dat is heel duidelijk. De manier waarop de winning en de bevingen aan elkaar zijn gerelateerd, is klip-en-klaar. Wat de kwetsbaarheid betreft, moet je gebouwen preventief versterken en herstellen of slopen en herbouwen. Bijzondere aandacht moet hierbij uitgaan naar hoogbouw en gebouwen waarbij het groepsrisico hoog is omdat er veel mensen samenkomen. Dat zijn bijvoorbeeld scholen en universiteiten.
Aan beide kranen wil de SP draaien. Ik heb daarvoor een plan gemaakt, dat ook nog financieel waterdicht is. We moeten dit jaar terug naar 30 miljard m3 en zo snel mogelijk daarna verder naar beneden. Ook komt er dit jaar 650 miljoen extra in een schadefonds, om tempo te kunnen maken. Dat is 10% van het bedrag dat genoemd is om de schade aan huizen te repareren.
Overal in Groningen wordt vanmorgen letterlijk de noodklok geluid en zelfs in Leeuwarden wappert de Groningse vlag. Wat Groningen nu nodig heeft, is een leider; geen accountant, geen kruidenier. De hoofdtaak van deze minister is simpelweg om mensen een basisniveau van veiligheid te garanderen. Dat is wat nu telt. De minister moet de laarzen aandoen en vanuit de stad de provincie ingaan naar het hoge land, de Groningers bij de hand nemen. Wij moeten met elf provincies, niet alleen vandaag maar ook de komende tijd, om die twaalfde gaan staan. Leiderschap is niet met PvdA-bestuurders bij Nieuwspoort gaan zitten en met een uitstelverhaal aankomen, waarna de PvdA-bestuurders zeggen alsnog naar de rechter te stappen. Leiderschap is niet goochelen met getallen voor een halfjaar, waarvan het winterse deel trouwens al bijna voorbij is. Leiderschap is niet in China een prijs aan Shell uitreiken voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, terwijl Shell onderdeel is van dit probleem. Leiderschap is niet je steeds verschuilen achter de adviezen van een toezichthouder die zelf zegt het niet te weten, die zelf zegt de veiligheid niet te kunnen garanderen, die leunt op modellen van de NAM en die trouwens één keer, begin 2013, wel harder aan de bel trok dan nu. Dat was dan ook de enige keer dat de minister het advies niet opvolgde. Leiderschap is met de vuist op tafel slaan en zeggen: en nu ben ik er even helemaal voor Groningen en de Groningers! Pas dan mag je het woord "veiligheid" weer in de mond nemen.
Ik doe een heel klemmend beroep op deze minister. Zijn vorige en zijn eerder deze week gepresenteerde plannen nemen de onrust in Groningen niet weg. Integendeel. Ze maken die erger. Wat vandaag nodig is, is Henk Kamp 2.0: iemand die de moed opbrengt om bij zichzelf de knop om te zetten. Risico nul bestaat niet. Iedereen kan morgen onder de tram komen. Maar het risico dat de Groningers nu lopen, kan niet en mag niet. De veiligheid is leidend bij het gasbesluit, zegt de minister. De veiligheid van de mensen in Groningen is wat ons drijft, zegt de minister. Het zijn loze woorden. Als de minister na zijn politieke loopbaan zijn memoires gaat schrijven, wil ik daarin niet hoeven lezen dat 12 februari 2015 zijn grote inschattingsfout is geweest. Alleen als de knop nu omgaat, mag deze minister het woord "veiligheid" weer in de mond nemen wat de SP-fractie betreft. Zo niet, dan is ieder gebruik van het woord "veiligheid" een dreun in het gezicht van de Groningers en in het ergste geval een kroniek van een aangekondigde dood.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
De SP-fractie zegt: het gevaar verlagen is ook de bevingen verlagen. Maar het gevaar blijft, dus uiteindelijk haalt de heer Smaling met zijn plan het bevingsgevaar niet weg.
De heer Smaling (SP):
De repeat-knop van de heer Öztürk staat een beetje aan, maar dat mag.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
Ik ben iedere keer wel origineel.
De heer Smaling (SP):
Mijn collega heeft het ook al gezegd: volledige veiligheid garanderen, gaat gewoon niet, want je bent niet zomaar van die bevingen af. Wij proberen dus met veel fracties in de Kamer om het tempo van de verlaging van de winning zo hoog mogelijk te houden; 12 miljard kuub wordt genoemd, maar als we snel naar 20 miljard kuub kunnen, bijvoorbeeld door restwarmtegebruik en woningisolatie een enorme impuls te geven — er is echt een meganiveau nodig — komen we daar heel snel. Ik begrijp waar de heer Öztürk naartoe wil, maar ik denk niet dat je een gebied definitief helemaal kunt evacueren. Het is geen Fukushima of Tsjernobyl. De mensen moeten zelf kunnen kiezen of ze weggaan uit de regio.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
De heer Smaling wil het daarmee een beetje bagatelliseren maar dat hoeft hij niet te doen, want mijn verhaal is niet het verhaal dat hij net heeft verteld. De concrete vraag waarvoor ik hier sta, is de volgende. De SP wil 650 miljoen euro inzetten voor het herstellen. De SP-fractie zegt een goed gefinancierd plan naar voren te hebben gebracht. Er zijn mensen die alsnog bang zijn, die iedere avond bevingen voelen en vrijwillig naar een ander gebied willen verhuizen. Is de heer Smaling bereid om met een deel van die 650 miljoen euro deze mensen ruimhartig te ondersteunen, zodat zij naar veilige gebieden kunnen gaan?
De heer Smaling (SP):
Ja hoor, maar dat kan ook al. Er is al een voorziening voor uitkoop. Misschien creëer je op die manier ook wisselwoningen en dat zou kunnen helpen bij het oplossen van de problemen. De suggestie van de heer Öztürk is onderdeel van een pakket maatregelen dat morgen al moet ingaan. Dat moet gewoon snel.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. Alle dieren zijn gelijk, maar sommige zijn meer gelijk dan andere. In een beschaafde samenleving worden burgers niet in gevaar gebracht voor de economische belangen van een ander. In een beschaafde samenleving worden burgers niet opgezadeld met allesomvattende zorgen over de veiligheid van hun gezinsleden en tijdrovende en frustrerende trajecten om schade vergoed te krijgen die iemand anders aan hun huis heeft aangericht. In een beschaafde samenleving kunnen burgers erop vertrouwen dat hun overheid hun veiligheid vooropstelt en dan ook eerlijk is over de redenen waarom zij bepaalde besluiten neemt.
Het kabinet zakt op alle drie deze criteria voor een beschaafde samenleving. En niet een beetje, met een 5+'je, maar echt heel fors, alsof hier een rekentoets moest worden afgelegd. Dat is ernstig, want het gaat er vandaag over dat er fundamentele waarden, kernwaarden van een beschaafde samenleving, geweld aan worden gedaan, willens en wetens. Die waarden zijn onder andere: iedereen is gelijk en iedereen mag verwachten dat de overheid commerciële belangen niet boven de veiligheid van zijn geliefden plaatst. Dit geldt blijkbaar niet als je in Groningen woont. Dan ben je in de ogen van het kabinet met steun van de VVD en de Partij van de Arbeid minder gelijk dan anderen.
Met de blik op de gasbaten heeft de Nederlandse overheid de Groningers beroofd van hun veiligheid, hun vrijheid en hun vertrouwen. De Partij voor de Dieren vindt dat heel erg. Je huis is je thuishaven, je eigen plek, waar je je veilig moet kunnen voelen. Het is niet, zoals bij een van de slachtoffers die we spraken, de plek waar je moet vrezen dat je vrouw en kinderen iets overkomt als er een aardbeving komt terwijl jij op je werk zit en je huis toch al van ellende aan elkaar hangt. De vrijheid om je leven in te kunnen delen zoals jij dat wilt, zo blijkt uit alle verhalen, wordt ingrijpend ingeperkt als de winsten van de NAM jouw huis in de scheuren hebben gezet. Al je vrije tijd en je voorheen zorgeloze stemming gaan op aan het erkend, hersteld en vergoed krijgen van de schade die jouw schuld niet was.
Hoeveel negatieve energie dit kost, vertelde een mevrouw die haar huis in de verkoop wilde zetten. Ze was al gestart met de voorbereidingen en had een uitgebreid onafhankelijk taxatierapport waaruit bleek dat haar huis piekfijn in orde was. Toen kwam er een beving. Nu worden de buitenmuren van haar huis overeind gehouden door stutwerk. De NAM zegt glashard tegen haar: die schade, mevrouwtje, is het gevolg van achterstallig onderhoud. En bedankt, je zit met een onverkoopbaar huis én je vrije tijd gaat voortaan bestaan uit vechten tegen dit flagrante onrecht. Het vanzelfsprekende vertrouwen dat jouw overheid mensen toch zeker wel belangrijker vindt dan een of ander winstmodel van de NAM, wordt vergaand aangetast als jarenlang alle aanwijzingen dat de winning van gas in het Groningenveld kan en zal leiden tot aardbevingen, worden afgeserveerd. Als de bevingen steeds zwaarder worden en een toch al niet helemaal onomstreden toezichthouder komt ten langen leste met een advies om de winning in te perken, wordt het vertrouwen nog verder aangetast als diezelfde overheid dat advies slechts halfhartig aanvaardt en half overneemt. Die overheid durft dan te beweren dat de veiligheid van jou en je provinciegenoten vooropstaat, terwijl dat, nog steeds, nergens uit blijkt. Dan denk je: hoor ik dat nou goed; zegt het kabinet dat de veiligheid vooropstaat of zeggen de coalitiepartijen dat ze graag de volgende verkiezingen willen winnen?
Het mag duidelijk zijn: De Partij voor de Dieren vindt Groningers belangrijker dan gasbaten. Mensen zijn belangrijker dan winstmodellen. Wij zijn verbijsterd, oprecht verbijsterd, dat het kabinet daar niet hetzelfde over denkt. We vinden zowel het besluit als de handelswijze van het kabinet onacceptabel. Als je het niet meent dat de veiligheid vooropstaat, moet je het ook niet zeggen. Zo worden mensen twee keer gepakt.
De Partij voor de Dieren had de minister-president bij dit debat willen hebben, want het gaat over de cruciale vraag hoe de veiligheid van inwoners van Nederland gewogen en gewaardeerd wordt. De risico's die we met de veiligheid van de Groningers lopen, zijn voorzienbaar. We weten immers wat de risico's zijn. En ze zijn afwendbaar. We weten namelijk wat we moeten doen om te voorkomen dat de risico's zo hoog zijn. Mij is niet duidelijk hoe die belangen precies tegen de andere belangen worden afgezet, namelijk die van de leveringszekerheid, het verdienmodel en de winst voor de schatkist. Dat neem ik het kabinet zeer kwalijk. Ik had de minister-president daar vragen over willen stellen. Ik vraag het nu aan de minister van Economische Zaken. Hoe is daarover gesproken in het kabinet? Is er enig besef van verwijtbaarheid? Is er juridisch advies ingewonnen over de toelaatbaarheid van het laten voortbestaan van risico's, terwijl we ook weten wat we zouden kunnen doen om die risico's in elk geval te verkleinen. Is er uitgebreid gediscussieerd over het voorzorgsbeginsel? Ik kan ernaast zitten hoor, maar wat de Partij voor de Dieren betreft betekent dit dat je zegt: de risico's van de gaswinning zijn op dit moment zo reëel voor schade aan lijf en leden van mensen, dat we niet langer vanuit de status quo mogen denken — dit is het huidige niveau van de gaswinning en we gaan de veiligheid iets verbeteren door de gaswinning iets terug te dringen — maar vanuit een ander vertrekpunt: we winnen geen gas meer, want dat is de veiligste situatie en we moeten beargumenteren waarom we toch nog een deel van de gaswinning overeind houden. Dat moet eerlijk en helder gebeuren, waarbij we alle risico's in kaart kunnen brengen, zodat we een verantwoord besluit kunnen nemen. De Partij voor de Dieren kan dit nu op geen enkele manier controleren. Dat verwijten we het kabinet.
Een mogelijke route zou kunnen zijn dat we ervoor kiezen om voor 2015 en 2016 de variant van een maximale winning van 21 miljard kuub uit te werken. Dan mag de minister ons duidelijk maken wat de risico's zijn van het toch weer tijdelijk moeten ophogen van de gasproductie en wat dat betekent voor de veiligheid. Dan kunnen wij het met elkaar hebben over de vraag of dit al of niet acceptabel is, maar dan nemen wij een gedragen en verantwoordelijke beslissing en niet op de manier zoals dat nu gebeurt.
De Partij voor de Dieren hekelt ook de rol van de verschillende organisaties die op ondoorzichtige wijze onderdeel uitmaken van de besluiten van het kabinet. Ik noem de NAM, GasTerra en de toezichthouder. Wij zijn erg geschrokken van de geluiden die wij tijdens de hoorzitting hebben gehoord. Het lijkt er sterk op dat de toezichthouder, die in onze ogen louter op basis van de veiligheidsrisico's adviezen zou moeten uitbrengen, zich kennelijk ook verplicht voelt om mee te denken over de belangen van de NAM. Hoe ziet de minister dit? Volgende week krijgen wij het rapport van de Onderzoeksraad Voor de Veiligheid. Ik zie nu al dat de besluitvormingsconstructies niet in orde zijn. Kan de minister daar iets over zeggen?
Het belangrijkste bezwaar van de Partij voor de Dieren op dit moment is dat er wordt gesuggereerd dat de veiligheid van Groningers vooropstaat en dat dit uit geen enkele beslissing van het kabinet blijkt. Het tweede bezwaar is dat wij niet goed kunnen controleren hoe het kabinet dit precies weegt.
Ik zie dat mijn spreektijd bijna op is. Ik wil de minister nog één punt meegeven en verder sluit ik mij aan bij alle andere vragen die door de oppositie zijn gesteld over het zover mogelijk tegemoetkomen van de Groningers die nu vet in de penarie zitten. Dit punt heeft betrekking op de omkering van de bewijslast De minister wijst dit voortdurend af. Hij zegt dat het helemaal niet waar is dat dit in Nederland slechter is geregeld dan in andere landen. De Partij voor de Dieren vindt het hoog tijd dat wij de wet wel aanpassen en dat wij bij een vermoeden van aardbevingsschade, de NAM de kosten laten vergoeden tenzij zij kan bewijzen dat die niet door de beving is veroorzaakt. De Partij voor de Dieren heeft een amendement op de Mijnbouwwet ingediend. Het zou fijn zijn als de minister in dit debat alvast wil aangeven dat hij ook op dat punt gaat bewegen.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks. Ik deel alvast mee dat er na haar inbreng zal worden geschorst voor de lunchpauze.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Voorzitter. Kan de minister met de hand op zijn hart zeggen dat Groningers net zo veilig zijn in Groningen als Brabanders in Brabant en Zeeuwen in Zeeland, ofwel alle inwoners van alle provincies? Als hij dat niet kan zeggen, kan hij dan uitleggen waarom het eerlijk en rechtvaardig is dat Groningers in meer gevaar leven of is dat een fact of life? Er zijn nu al 860 aardbevingen in dat gebied geweest en die zijn veroorzaakt door een industriële activiteit.
Als de Groningers nog steeds onveiliger zijn dan andere Nederlanders, hoe kijkt de minister dan terug op zijn eigen gebrek aan fors ingrijpen sinds de aardbeving van 16 augustus 2012 toen echt niet meer kon worden ontkend dat de gaswinning een gevaar oplevert voor Groningen? Wanneer zijn Exxon en Shell in de opinie van de minister eigenlijk schuldig aan gevaarzetting? Wanneer is de overheid nalatig?
LuckyTV had een item over de gasbevingen. Daarin werd Groningen teruggegeven aan de zee wegens aanhoudend geklaag van de bewoners over de aardbevingen. Gaan wij in Nederland werkelijk die kant op dat dorpen en stadjes worden ontruimd vanwege totale onleefbaarheid, dat er grote nooddorpen verschijnen in het uitgestrekte Groningse landschap? Wordt er net zo lang gewacht, onderzocht en besloten en nog eens een keer gewacht, onderzocht en besloten totdat dat uiteindelijk de enige mogelijkheid is?
Dan over de besluitvorming. Het is wat GroenLinks betreft een rommeltje. Wij besluiten nu over de winning van 2014. Dat u het even weet. Kennelijk kreeg de minister spijt van zijn instemming met het Gaswinningsplan, want wij kregen een briefje dat het anders ging. Kreeg hij geen steun van de coalitie? Kan de minister uitleggen waarom wij een procedure hebben gevolgd van maanden en maanden, met rapporten, zienswijzen en overleggen, en wij vervolgens een half A4'tje krijgen met de boodschap: ik ga het toch anders doen? Wat is de juridische status van die mededeling? Wat is de juridische status van de mededeling van vanochtend? Kan hij bevestigen dat het totale winningsplafond voor tien jaar nog steeds ongewijzigd ziet op 445,7 miljard kuub voor de periode van 2010 tot 2020 en dat daaraan met al deze verschillende bewegingen nog geen kuub is veranderd? Ik hoop van harte dat Gedeputeerde Staten van Groningen morgen nog een voorlopige voorziening bij de Raad van State vragen, want ik zie het door het briefje van vanmorgen aankomen dat er dit jaar niet wordt geminderd, ondanks misschien wat mooie bewegingen bij de PvdA. Ik ben erg benieuwd naar wat wij na de lunch te horen krijgen.
Exxon Mobile en Shell zijn het derde en vierde grootste bedrijf ter wereld. Zit deze minister klem tussen de Amerikaanse advocaten van Shell en de wanhoop van de PvdA door de naderende verkiezingsnederlaag? De dag nadat de minister het gaswinningsbesluit had bijgesteld, zei PvdA-leider Samsom dat het ondenkbaar was dat de gaswinning na 1 juli weer omhoog zou gaan. Wij hebben de minister al mee, zo zei hij in hetzelfde interview. Klopt dat? Staat deze minister achter de woorden van de heer Samsom? Concludeert de minister met mij dat het gaswinningsbesluit van 2015-2016 in deze Kamer dus blijkbaar onvoldoende steun heeft? Het is geen geheim dat mijn fractie er al twee jaar voor pleit om voor 2015 en 2016 naar een winningsplafond van maximaal 30 miljard m3 te gaan, maar het liefst lager. Was er eerder met GroenLinks meegedacht, dan zaten we nu al lager en was de problematiek kleiner. Je kunt het verleden helaas niet veranderen, maar je kunt het wel gebruiken om na te denken over de toekomst.
Ik heb de minister al herhaaldelijk gevraagd naar preventie van de gasvraag. Wij kunnen er met z'n allen voor zorgen dat er minder gas nodig is in Nederland — de SP heeft daar ook van alles over gezegd — en dat de buitenlandse vraag naar beneden gaat. Ik heb deze minister gevraagd om geen nieuwe contracten af te sluiten. Het antwoord dat wij krijgen, is dat de minister geen contracten afsluit die langer lopen dan vijf jaar. Ik wil gewoon dat deze minister stopt met het sluiten van nieuwe contracten. Het gas raakt op, de aardbevingen zijn tot een onacceptabel niveau gekomen. Ik noemde het eerder een gigantische industriële ramp en op zo'n moment kan je niet nog weer nieuwe contracten sluiten. Kan de NAM ongelimiteerd nieuwe boringen blijven doen? Hoe zit het bijvoorbeeld met de proefboring bij Blijham? Valt dat soort nieuwe boringen ook onder het huidige gasbesluit? Geven meer putten inderdaad kans op een vlakkere winning, maar doet de NAM dat niet omdat dat te veel investeringsgeld zou kosten? Wat vindt deze minister ervan dat de NAM 1 miljard kuub gas geheel gratis krijgt? Groningers die last hebben van de bevingen, betalen gewoon netjes voor hun gas met hun gas- en elektriciteitsrekening, maar de NAM, het bedrijf dat de ellende veroorzaakt, krijgt een ongelooflijke hoeveelheid gas gratis tegen 200 miljoen tot 300 miljoen euro per jaar.
Het voordeel van het wat later in het debat zitten, is dat ik mij bij een heleboel opmerkingen van oppositiepartijen kan aansluiten, zo ook bij die over de schadeafhandeling, over het versterken van de positie van de ombudsman, de schrijnende gevallen en de rijksmonumenten en kerken.
Ik heb een vraag aan de minister over het preventief versterken. Klopt het dat een bewoner van een preventief versterkte woning nog altijd een kans heeft om te sterven door een aardbeving eens in de 10.000 jaar? In de elf aardbevingsgemeenten wonen bij elkaar 170.000 mensen. Kan ik daaruit concluderen dat een risico op 170 doden voor deze minister acceptabel is? Is dat veilig genoeg? Wat bijvoorbeeld als in Delfzijl door een aardbeving met de chemie was misgaat? Dan hebben we een ramp van ongekende omvang.
Wat betreft de Nationaal Coördinator Groningen vraag ik mij af hoe de relatie met de gemeenten en provincie wordt. Rijk, gemeenten en provincie zijn nevengeschikte bestuursorganen, gekozen door de bewoners met een eigen democratisch mandaat. Gebeurt het nu dat bevoegdheden van de gemeenten en de provincie naar deze rijkscoördinator gaan, die onder deze minister valt? Dan hebben de Groningers nog minder te zeggen over wat er in hun eigen gemeente en provincie gebeurt.
Ik heb eerder vragen gesteld over de transparante toegankelijkheid van alle cijfers, zodat wetenschappers over de hele wereld kunnen meerekenen en meedenken. Dat heet crowdsourcen van wetenschap. Wil de minister dat doen? Kan erover nagedacht worden dat het Staatstoezicht op de Mijnen losgekoppeld wordt van het ministerie van Economische Zaken en dat het of een zelfstandig bestuursorgaan wordt of onder een ander ministerie valt? Kan de minister er voor onze controlemogelijkheid ook voor zorgen dat alle gegevens die naar de Kamer komen, vergelijkbaar zijn? Ik bedoel: alles in kalenderjaren en alles in één gasmeeteenheid. Ik knikte, ook al ben ik jurist, ja toen er werd gevraagd of ik een geoloog ben, maar inmiddels voel ik me wel een geoloog door de hoeveelheid werk die ik er de afgelopen twee jaar in heb moeten steken om al deze gegevens te vergelijken. Ik zou de minister echt willen vragen om het zo aan te leveren dat Kamerleden het goed kunnen volgen. Ook het KNMI verandert regelmatig aardbevingscijfers op zijn site. Dat vergroot het vertrouwen in het KNMI niet. De kracht, de locatie en de diepte veranderen.
Ik wil er bij alle collega's, dus ook bij die van de PvdA en de VVD, op aandringen om persoonlijk na te denken over de keuze die wij vanavond bij de stemmingen moeten maken. Twee jaar geleden hebben wij aangedrongen op een snelle vermindering van de gaswinning. Toen was het in de woorden van mijn collega van D66 blijkbaar prematuur om dat te doen, maar nu is het zeker niet meer prematuur. Denk persoonlijk na over wat je vanavond gaat stemmen, want wij kunnen nu het verschil maken door deze keer de kraan wel een flinke slag verder dicht te draaien en daarmee de veiligheid van de mensen in Groningen te vergroten.
De heer Bosman (VVD):
Mevrouw Van Tongeren geeft aan dat ze het liefst lager wil. Waarom kiest GroenLinks niet voor die 21 miljard kuub? Die staat ook gewoon beschreven en is dus ook een optie. Waarom kiest GroenLinks niet voor 21 miljard?
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Als ik de VVD daarbij aan mijn zijde weet, dan dien ik graag een motie in voor 21 miljard kuub. Dat lijkt mij fantastisch. 12 miljard kuub zou nog beter zijn, maar dan moeten we wel iets doen aan de verwarming van de huizen in de rest van Nederland. Ook daarbij zou ik graag met de VVD optrekken. We moeten namelijk versneld afkicken van aardgas, huizen isoleren en ervoor zorgen dat wij nulenergiewoningen krijgen. Ik doe dat heel graag, mijnheer Bosman!
De heer Bosman (VVD):
Ik hoor dus dat GroenLinks geen principiële keuze maakt voor lagere winning. Het ligt er maar aan wie met GroenLinks meedoet.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Luister naar het rumoer op de publieke tribune: daar begrijpt men heel goed dat de heer Bosman een totaal verkeerde conclusie trekt. GroenLinks heeft sinds het uitkomen van het advies van het SodM steeds gezegd dat we dat advies zouden moeten volgen. Wat het Staatstoezicht op de Mijnen zegt, is: de gaswinning zo veel als realistisch is naar beneden brengen. Dat is keer op keer niet gebeurd.
Ik zal de heer Bosman ook nog even uitleggen waarom dat niet gebeurt. Een arts zegt tegen je dat je geen suiker moet gebruiken. Als je dan vraagt "als ik dat toch wil, mag ik dan fructose?" en de arts zegt "dat kan kun je beter niet doen, neem dextrose", dan kun je daarna niet zeggen: mijn arts heeft mij geadviseerd, dextrose te nemen. En dat is wat de VVD continu doet: zich verschuilen achter het SodM door te zeggen dat het ingestemd heeft met 39,4 miljard kuub. Dat heeft het SodM niet gedaan, want in alle adviezen sinds 2012 staat "zo snel mogelijk naar beneden". Dat staat ook in het laatste advies en het SodM heeft bovendien op geen enkel moment ook maar een letter teruggenomen van zijn advies in 2013. En dat advies luidde: zo snel mogelijk die kraan dicht. GroenLinks heeft daar altijd voor gepleit en gelukkig vinden we vandaag een groot aantal van onze collega's aan onze zijde.
De heer Smaling (SP):
Ik heb een beetje een flutdingetje, hoor. Mevrouw Van Tongeren heeft er een paar keer op gewezen dat GroenLinks en de Partij voor de Dieren de gangmakers van deze discussie zouden zijn. Een jaar voor de motie van mevrouw Van Tongeren en de Partij van de Dieren, vlak na het advies van het Staatstoezicht op de Mijnen, heeft de heer Van Gerven hierover ook een motie ingediend, waarin heel nadrukkelijk wordt verzocht om de winning zo snel als contractueel mogelijk te temporiseren. Daar staan de handtekeningen van D66, de ChristenUnie, het CDA en de Partij voor de Dieren keurig onder. Is mevrouw Van Tongeren vergeten dat die motie toen is ingediend?
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Dit speelde in februari 2013. Wij hebben in januari 2013 het advies van het Staatstoezicht op de Mijnen gekregen. Zoals altijd zijn er scherpere moties en iets minder scherpere moties. Het klopt dat er meerdere moties zijn ingediend, maar de enige motie waarin echt wordt gezegd "nu stappen nemen om de gaswinning met 40% te verminderen" is de motie van GroenLinks. Ik ben heel blij dat de andere oppositiepartijen zich daar nu grotendeels bij aansluiten.
De heer Smaling (SP):
Maar u geeft dus wel toe dat de partij die ik net noemde, uw eigen partij en de Partij voor de Dieren op dit dossier eigenlijk gelijk op hebben gewerkt? Zullen we die conclusie trekken? We willen ons allemaal wel profileren, daar is niets mis mee, maar ik denk niet dat de Groningers daar op dit moment erg bij gebaat zijn.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Ik weet niet wie nu meer met profilering bezig is, de SP of GroenLinks. De genoemde moties verschillen daarin dat er in de motie van ons staat dat de gaskraan zo snel mogelijk zo ver mogelijk dicht moet en dat er stappen moeten worden genomen in de richting van 40%. Toen kregen we de steun van de SP niet. Ik ben ongelofelijk blij dat die steun er vandaag wel is.
De voorzitter:
Dank u wel. Iedereen heeft kunnen zien dat het druk is geweest aan mijn tafel in de afgelopen acht minuten, gedurende de bijdrage van mevrouw Van Tongeren. Er is namelijk discussie over de lunchpauze. Sommige mensen hebben daar grote behoefte aan, maar ik weet dat er ook mensen zijn die niet kunnen wachten om de heer Vos zijn bijdrage te horen uitspreken. Er zijn ook mensen die gewoon honger hebben, bijvoorbeeld de medewerkers in de Kamer. Mijn voorstel is een tussenoplossing. Ik ga nu schorsen voor tien minuutjes, zodat er even gegeten kan worden door degenen die daar grote behoefte aan hebben. Dan doen we de bijdrage van de heer Vos. Ik weet namelijk dat er ook mensen op de publieke tribune zitten die daarna naar huis toe willen.
De vergadering wordt van 14.08 uur tot 14.20 uur geschorst.
De heer Jan Vos (PvdA):
Voorzitter. Net als mijn collega's kom ik veel in Groningen. Ook enkele weken geleden liep ik weer in zo'n Groningse boerderij. Ik zag stutten tegen de buitenmuren, binnen stutten in de keuken, scheuren in de balken aan het plafond en scheuren in de muren. Ik zou het bijna "het bekende beeld" willen noemen. Ik had een gesprek met de bewoners aan de keukentafel waarin de problemen met de NAM werden doorgesproken. Toen ik weer naar buiten liep en omhoog keek naar die balken met scheuren erin, betrapte ik mij erop dat ik blij was dat ik die boerderij uit kon lopen; dat ik niet alleen die problemen maar ook het risico achter mij liet en dat ik niet aan de keukentafel het moment van een aardbeving hoefde mee te maken. Als je je dat realiseert, weet je ook meteen dat jij weg kunt lopen. Jij bent een volksvertegenwoordiger uit Den Haag en woont in de Randstad. Jij woont daar niet, maar tienduizenden mensen wonen daar wel. Zij wonen in dat aardbevingsgebied. Zij moeten niet alleen aan de keukentafel zitten, maar moeten ook 's avonds naar bed, vaak niet alleen, maar met hun partner en met hun kinderen. Dan besef je dat wij een grote verantwoordelijkheid met elkaar te dragen hebben.
Sinds de jaren vijftig zijn generaties Nederlanders met een heel ander beeld van aardgas opgegroeid: luxe en comfort. Wij douchen 's ochtends met water verwarmd door het Groningse aardgas. Wij gaan 's avonds aan tafel en koken onze warme maaltijd op Gronings aardgas. We zitten bij elkaar in onze huiskamer die ook in de winter warm is dankzij het Groningse aardgas.
De opbrengsten van het gas zijn gigantisch. Wij hebben er met z'n allen 265 miljard euro aan verdiend. Ons onderwijs, onze wegen, onze bruggen en sluizen, onze gezondheidszorg, onze enorme welvaart waren niet mogelijk geweest zonder die enorme stroom geld uit de fossiele rijkdom. Maar de keerzijde van al die verworvenheden, rijkdom en luxe is dramatisch. De Groningse grond zakt weg. Huizen verzakken, de aarde beeft. Sinds het begin van de jaren 90 beeft die aarde steeds vaker; huizen, kerken, kantoren, scholen. Gezinnen moeten hun huis verlaten omdat hun huis, dat onherstelbaar is beschadigd, moet worden gesloopt. Kinderen moeten naar een noodgebouw omdat ze niet meer naar school kunnen. Genoeg is genoeg.
Mevrouw Klever (PVV):
Ik hoor een heel meelevend verhaal van de Partij van de Arbeid, maar waar wij natuurlijk allemaal heel benieuwd naar zijn, is of de heer Vos zich achter de woorden van de heer Samsom schaart dat het ondenkbaar is dat de gaskraan in de tweede helft van dit jaar weer vol open gaat.
De heer Jan Vos (PvdA):
Het is ondenkbaar dat de gaswinning na 1 juli weer omhoog gaat. Wij kiezen ook na 1 juli voor het veiligste scenario en dat is het scenario waarin zo min mogelijk gas gewonnen wordt.
Mevrouw Klever (PVV):
Het is natuurlijk dieptriest dat er verkiezingen voor nodig zijn om de Partij van de Arbeid in beweging te krijgen. Wat is nu de garantie van de Partij van de Arbeid dat die gaskraan niet na 1 juli weer vol open gaat? Loopt die garantie tot aan de verkiezingen, of is die garantie er ook nog na 1 juli?
De heer Jan Vos (PvdA):
De Partij van de Arbeid wil drie zaken. Ten eerste moet de gaswinning met onmiddellijke ingang worden teruggebracht naar het laagst mogelijke niveau. Dat is eerder vandaag het niveau van de leveringszekerheid genoemd. Ten tweede moet er zo snel mogelijk een nieuw winningsplan worden vastgesteld, waarin het voor de veiligheid laagst mogelijke niveau wordt aangehouden. Als ik het goed heb begrepen, kunnen we het winningsplan op 1 juli in de Kamer tegemoetzien. Ten derde zullen wij werken aan een verdere reductie van de gaswinning, waarbij wij aan het einde van het jaar de plannen tegemoet kunnen zien. Het is heel duidelijk: gaswinning veroorzaakt aardbevingen en het omgekeerde is misschien wetenschappelijk niet aangetoond, maar wel heel aannemelijk.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Ook van onze PvdA-collega horen wij mooie, invoelende woorden. Mijn eerste vraag is hoe wij samen gaan vastleggen dat de gaswinning zo snel mogelijk naar het laagst mogelijke niveau gaat. Wij zijn het er vast over eens dat wij niet gaan wachten tot juli. De heer Vos is een zakenman; daar vertelt hij zo nu en dan wat over. Hij weet dat contracten leidend zijn. Voor woorden kopen de Groningers niks. Er liggen twee juridisch heel bindende besluiten van de minister. Het ene besluit legt het tienjarige plafond vast op 445,7 miljard kuub van 2010 tot 2020. Er ligt nu ook het instemmingsbesluit van de minister met 39,4 miljard kuub. Hoe gaan wij er als oppositie samen met de PvdA voor zorgen dat wij in deze besluiten een verandering aanbrengen, en wel in dit debat?
De heer Jan Vos (PvdA):
Ik begrijp dat u als oppositie iets samen met de Partij van de Arbeid wilt doen. Mij gaat het in eerste om wat dit kabinet heeft besloten en hoe ik dat beoordeel, als lid van mijn fractie, samen met mijn fractie. Dan is één ding duidelijk: het is genoeg geweest. Iedereen spreekt over meelevende woorden die geuit worden, maar ik denk dat wij die woorden ook in daden omzetten. De minister heeft in eerste instantie de productie bij Loppersum met 80% gereduceerd. Toen heeft hij gezegd dat 39,4 miljard kuub het maximum was. Wij hebben toen gevraagd of dat echt genoeg was. Er ligt nu een nieuw besluit dat wij tot 1 juli maximaal 16,5 miljard kuub gaan winnen. De Partij van de Arbeid heeft gezegd dat het ondenkbaar is dat de gaswinning daarna weer omhoog gaat. Uiteindelijk zal dat ook neerslaan in het debat, maar ik geef de minister ook graag de kans om te reageren op de woorden die wij hier hebben uitgesproken.
Het mag duidelijk zijn dat het kabinet wat ons betreft kritiek verdient. Het was te weinig, het duurde te lang en de ernst van de problemen is onderschat. Er is te weinig daadkrachtig ingegrepen. Bijna Kamerbreed was men van mening dat de gaswinning terug moest: u, mevrouw Mulder van het CDA, mevrouw Van Veldhoven van D66, de SP en zelfs de PVV, mét de Partij van de Arbeid. Toch bleef het kabinet doorgaan op de ingeslagen koers, tot het allerlaatste moment. Was dat nodig? Nee. Ik denk dat je in een democratie de dure plicht hebt om ook te luisteren naar de minderheid, om die argumenten te weten en om vervolgens je besluiten vorm te geven. Het heeft te lang geduurd.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Of de PvdA legt hier helder uit dat zij het instemmingsbesluit van de minister niet steunt, of wij horen hier alleen maar een heleboel holle frasen over wat er misschien in juli gaat gebeuren, wat er misschien onderzocht wordt en wat er misschien aan de orde is. Staat u achter het besluit van deze minister en steunt u het instemmingsbesluit? Of gaat u in dit debat echt iets doen, dus een motie indienen of steunen, om die gaswinning zo snel mogelijk en zo ver mogelijk als realistisch is, terug te brengen?
De heer Jan Vos (PvdA):
Het is niet ondenkbaar dat wij ongeveer op die formulering uit gaan komen. Dat zullen wij aan het einde van het debat zien. Het instemmingsbesluit is door het kabinet genomen. Formeel ligt het er nog, maar materieel is het op dit moment natuurlijk van tafel, omdat wij hebben gezegd dat er het eerste halfjaar maar 16,5 miljard kuub mag worden gewonnen. Juridisch hebt u, als Kamerlid, niet de mogelijkheid om het instemmingsbesluit hier van tafel te vegen. De Kamer heeft die bevoegdheid niet. Ik hoor dadelijk graag van de minister hoe hij denkt om te gaan met de materiële werkelijkheid die wij nu tegemoetzien, maar het mag duidelijk zijn dat zelfs de NAM inmiddels heeft laten weten dat zij instemt met de reductie tot 1 juli. Dat betekent voor dit jaar 33 miljard kuub, met reserves van 2 miljard kuub.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Ik hoor de heer Vos zeggen dat ook de PvdA terug wil naar een minimumbenadering, zoals ik namens het CDA in eerste termijn ook heb bepleit. Wij hebben daaraan gekoppeld dat wij terug willen naar 30 miljard kuub, met uitzondering van heel extreme winters; daarover hebben wij het net gehad. Kan de PvdA zich in die denklijn vinden?
De heer Jan Vos (PvdA):
Nogmaals, ik denk dat iedereen hier het erover eens is dat wij de gaswinning terug moeten brengen. Dat is in toenemende mate duidelijk geworden, voor veel mensen misschien vertraagd. Daarover hebben wij geen verschil van mening. U wilt nu met mij debatteren over de vraag of het 30 miljard kuub of 33 miljard kuub wordt, maar wij hebben het net ook al over de brief van gisteravond gehad. Op pagina 4 zegt het kabinet dat GTS een onderzoek heeft gedaan. Dat zijn ingenieurs die hiervoor opgeleid zijn. Zij adviseren 33 miljard kuub. Ik ga hier niet zeggen dat het dan 30 miljard moet worden. Dat vind ik onverantwoord. Die 3 miljard maakt natuurlijk ook niet het verschil. Wat ik wel zeg, is dat we drie dingen willen. Het derde wat we willen, is aan het einde van het jaar opnieuw een plan om nog verder in de winning terug te kunnen gaan als dat nodig is voor de veiligheid van de Groningers.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Er wordt dan gerekend met de meest extreme winters die je maar kunt bedenken, zoals de winter van 1963, waarin auto's op het IJsselmeer reden, en de Elfstedentocht in 1985. Naar die data wordt gekeken. Ik heb een vraag aan het CDA. Tegen de Kamer is gezegd dat er 3 miljard kuub in het Loppersumcluster nodig is, omdat de huizen anders niet warm gehouden kunnen worden. Achteraf blijkt dat de conversiecapaciteit niet maximaal is ingezet en dat we het best zonder die 3 miljard in het Loppersumcluster hadden kunnen doen. Ik moet heel eerlijk zeggen dat dit wel wat met mijn vertrouwen heeft gedaan. Ik heb dan liever, met de hand aan de kraan, 30 miljard kuub. Op het moment dat het echt zo'n strenge winter is, komt de minister hier maar terug met de vraag of we eventueel wat omhoog kunnen. Hoe staat de PvdA-fractie daarin? Zij heeft toch gehoord over die 3 miljard kuub die nog over was van de reductie in het Loppersumcluster? Hoe kijkt de PvdA-fractie daar nu tegenaan?
De heer Jan Vos (PvdA):
Mijn vertrouwen is ook wel eens laag geweest. Ik kan me herinneren dat we hier 54 miljard kuub gas moesten bediscussiëren, die gewonnen was in een jaar waarin we keer op keer over aardbevingen stonden te praten. Ik begrijp dat dus heel goed. Het kabinet heeft nu gezegd: 39,4 miljard kuub. Wij hebben gezegd dat dit niet genoeg is. Nu ligt er 16,5 miljard, terwijl er 22 miljard kuub was gepland voor deze periode. Dat is een reductie van 25%. Ik denk dat het verstandig is om niet verder te gaan dan 33 miljard kuub op jaarbasis. Als je dat toch doet, loop je het risico dat je in een keer een piekbelasting krijgt op het Groningerveld en dat je, als het een koude winter is, de putten bij Loppersum moet opengooien. Ik kan echter niet inschatten hoe groot dat risico is. Daar zitten ook veiligheidsrisico's aan. Als mevrouw Mulder denkt dat zij een betere inschatting kan maken dan de ingenieurs van GTS, moet zij straks een motie indienen waarin staat dat het geen 33 miljard kuub moet zijn, maar 30 miljard kuub. We kunnen in ieder geval samen constateren dat zij en alle andere partijen in de Tweede Kamer hebben gekregen waar zij om gevraagd hebben, namelijk een significante reductie van de gaswinning in Groningen vanuit het oogpunt van veiligheid. Ik wil liever die winst met elkaar bespreken dan dat we ruziemaken over die laatste 3 miljard kuub, zijnde vooral een technisch verschil van inzicht.
De heer Smaling (SP):
Ik ga het ook een keer proberen. De heer Vos heeft, een uur voordat de minister begon aan zijn persconferentie, over het besluit van maandag getwitterd dat de veiligheid van de Groningers leidend is bij het gasbesluit. Zijn collega Nijboer heeft ook gezegd dat het een goed besluit was. Gedeputeerde Moorlag heeft gezegd dat die 16,5 miljard kuub de tweede helft van het jaar ook moet en dat het volgend jaar nog verder omlaag moet. De partijleider van de PvdA heeft weer andere dingen gezegd. Zo wordt het wel erg verwarrend. Zou de heer Vos zichzelf en zijn partij niet een enorme dienst bewijzen door, nu heel Groningen meekijkt, klip-en-klaar duidelijk te maken waar de partij op dit moment staat?
De heer Jan Vos (PvdA):
Het kabinet heeft de gaswinning verder gereduceerd, van 22 miljard kuub naar 16,5 miljard kuub. Dat is een reductie van 25%. Het is geen geheim dat mijn partij daarop heeft aangedrongen. We hebben ook gezegd dat het ondenkbaar is dat die gasproductie na 1 juli van dit jaar weer omhooggaat. Ik weet niet hoe ik het nog duidelijker kan zeggen. Dit is het verhaal.
De heer Smaling (SP):
Is dit het verhaal van de heer Vos of van de Partij van de Arbeid? Krijg ik van de gedeputeerden, de bestuurders en de afdelingen in Groningen hetzelfde verhaal?
De heer Jan Vos (PvdA):
Het mooie van de Partij van de Arbeid is dat het een brede volksbeweging is. Daarbinnen zijn veel mensen en veel meningen. Ik weet nog dat ik voor het eerst naar Groningen werd meegenomen door mijn collega Tjeerd van Dekken, die uit Groningen komt. Ik maakte daar kennis met de lokale partijen, partijbestuurders en leden van de Partij van de Arbeid. Zij namen mij mee van huis naar huis en van kerk naar kerk. Ik besefte opeens hoe belangrijk het is dat je een partij, een beweging bent, en dat je samen dingen doet. Ik had nooit begrepen wat daar aan de hand was als die mensen niet zo hard aan de bel hadden getrokken. Ik heb ook weleens een dispuut gehad met sommige van die mensen omdat ik het anders zag. Dat is heel goed, want zo werkt een democratie. Vandaag sta ik hier en dit is het eindresultaat. Ik ben daar, eerlijk gezegd, eigenlijk ook wel een beetje trots op. Ik denk dat ik niet alleen voor mijzelf spreek, maar namens mijn gehele fractie. Ik vind het wel erg dat het zo lang heeft moeten duren. Dit is iets wat niet meer mag en niet meer kan.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dan blijft toch de volgende vraag hangen. Als de Partij van de Arbeid trots is op het nu behaalde resultaat en het ondenkbaar vindt dat de gasproductie na 1 juli weer omhoog wordt geschroefd, waarom kiest ze er dan nu niet voor om een heldere boodschap naar de minister uit te zenden, zoals alle oppositiepartijen doen, dat het gaswinningsbesluit moet worden aangepast? De lijn van de PvdA zou kunnen zijn: maximaal 33 miljard kuub of 30 miljard kuub. Waarom zegt de PvdA-fractie dat niet gewoon? Het is niet zo dat de minister de PvdA-fractie altijd met evenveel egards heeft behandeld. De PvdA-fractie heeft zelf ook weleens het gevoel gehad: mijn vertrouwen is beschaamd. Waarom doet de PvdA niet waar de Groningers nu op zitten te wachten: helderheid geven over hoeveel het wordt voor dit jaar, niet slechts over de periode tot 1 juli?
De heer Jan Vos (PvdA):
Laat ik een ding rechtzetten: ik ben altijd met alle egards behandeld. Ik ben het alleen niet altijd eens geweest met de besluiten die genomen zijn door het kabinet. Mevrouw Ouwehand zegt: wat wil de PvdA nou? Ik heb dat echter heel duidelijk gezegd. Er moet zo snel mogelijk een nieuw winningsplan komen. Er moet een nieuw winningsplan worden vastgesteld waarbij dat voor de veiligheid laagst mogelijke niveau wordt aangehouden. Wij verwachten dat winningsplan hier in de Kamer tegemoet te kunnen zien. De minister zal straks ongetwijfeld kunnen uitleggen hoe dat precies gaat met de timing en hoe dat juridisch en technisch allemaal in elkaar zit. Wij willen graag een nieuw winningsplan omdat we naar 16,5 miljard kuub gaan.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Het is voor de fractie van de Partij van de Arbeid dus ook bespreekbaar om dat op 21 miljard te zetten, als ze meent wat ze zegt, namelijk dat de veiligheid leidend moet zijn. Ik druk de PvdA het volgende op het hart, want ik vind het nu alweer heel vervelend. In de eerste termijn, waarin de Partij van de Arbeid de kans heeft om klip-en-klaar het signaal te geven aan de minister waar het heen moet en waarheen vooral niet, laat de PvdA vluchtroutes open, voor zichzelf en voor de minister, om na 1 juli weer andere dingen te doen. Groningers hebben die vluchtroute echter niet. Het wordt tijd dat we dat gaan erkennen en dat centraal gaan stellen. Dus kom op, een beetje ballen, mijnheer Vos.
De heer Jan Vos (PvdA):
Ten eerste wordt de gaswinning met onmiddellijke ingang teruggebracht naar het laagst mogelijke niveau. Ten tweede moet er een nieuw winningsplan komen waarbij de veiligheid het uitgangspunt is. Ten derde moet er worden gewerkt aan verdere reductie van de gaswinning. Ik verwacht de plannen voor het einde van het jaar. Ik weet niet hoeveel ballen mevrouw Ouwehand verwacht van een coalitiepartner, maar ik denk wel dat dit helder is.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Mijn fractie vindt het nog niet helder. Ik heb de heer Vos twee punten horen noemen: leveringszekerheid en veiligheid. Als het kabinet nu geen toezeggingen doet, kunnen wij dan in de tweede termijn een motie verwachten van de Partij van de Arbeid waarin staat: we gaan terug naar 35 miljard kuub voor het hele jaar? Mijn fractie vindt dat nog te hoog, maar goed, ik ga even uit van het perspectief van de heer Vos. Komt er een motie waarin staat: 35 miljard kuub voor dit jaar en indien nodig, vanuit het oogpunt van veiligheid, zetten we nog meer stappen terug? Anders geformuleerd: is die 39,4 miljard voor de Partij van de Arbeid van tafel? Als de minister niet die stap zet, gaat de Partij van de Arbeid dan die stap zetten?
De heer Jan Vos (PvdA):
Die 39,4 miljard lijkt mij materieel van tafel te zijn. Voordat ik verder vooruitkijk, wacht ik de beantwoording van de minister af in eerste termijn. Dan kunnen we in de tweede termijn kijken waar we precies op uitkomen. Ik acht het niet onmogelijk dat we lager uitkomen dan die 35 miljard in de tweede helft. Er zijn dan weer nieuwe onderzoeken en dat kunnen we dan ook vaststellen. Wat voor mij geldt, is het niveau van leveringszekerheid als ondergrens en het zo ver mogelijk verlagen van het niveau van leveringszekerheid door zo slim mogelijk om te gaan met alle technische mogelijkheden die we hebben.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Het is gewoon nog steeds niet duidelijk. Ik hoor wat de heer Vos zegt, maar hij is niet bereid om hieraan consequenties te verbinden en klip-en-klaar neer te leggen, nu of in tweede termijn, dat 35 miljard kuub voor hem een bovengrens is en dat hij bereid is om verder omlaag te gaan als dat voor de veiligheid nodig is. Waarom is hij daar niet toe bereid? Waarom geen duidelijkheid voor de Groningers? Zij zitten in onzekerheid en zij verwachten die duidelijkheid, maar die hebben zij maar voor een halfjaar gekregen. Ik vind dat wij die duidelijkheid vandaag echt moeten bieden, vanwege het belang van de veiligheid van de Groningers. Vrijwel de hele oppositie die hier staat, wil dat. De enige van wie wij nog afhankelijk zijn, is de heer Vos; dat is de Partij van de Arbeid. Kom nu toch naar onze kant en spreek u uit.
De heer Jan Vos (PvdA):
Ik heb al eerder geconcludeerd dat alle partijen in de Tweede Kamer hier aan dezelfde kant staan, namelijk dat de gaswinning omlaag moet om de veiligheid van de mensen in Groningen zo veel mogelijk te garanderen. Daarom is de gaswinning nu teruggebracht van 39,4 miljard naar 33 plus 2 miljard op jaarbasis. Als er wordt gezegd dat het naar 30 miljard moet of dat het voor een langere periode moet worden gegarandeerd, dan wacht ik daarvoor graag nog even de tweede termijn af, omdat de antwoorden van de minister dan naar ons toe komen. Dan kunnen wij uiteindelijk de definitieve balans opmaken. Maar de suggestie dat ik hier onduidelijkheid laat bestaan? Nogmaals, de gaswinning gaat met onmiddellijke ingang terug naar het laagst mogelijke niveau, er moet een nieuw winningsplan komen — het oude winningsplan gaat dan dus van tafel — en wij willen werken aan een verdere reductie van de gaswinning vanuit het oogpunt van de veiligheid van de bevolking van Groningen.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Mijnheer Vos, ik ga het toch nog een keer proberen. Misschien kunt u die keurig voorbereide zinnetjes waar u net al een paar keer op terugblikte, even aan de zijkant leggen. Volgens mij zitten wij best wel heel dicht bij elkaar. Ik ga even proberen het te ontrafelen. U hebt gezegd en een paar keer herhaald dat het met onmiddellijke ingang naar het laagst mogelijke niveau moet gaan: 16,5 miljard. U hebt ook gezegd — u hebt daarbij de woorden van uw partijleider herhaald — dat het ondenkbaar is dat we in de tweede helft meer gaan winnen. Dan komen we dus uit op twee keer 16,5 is 33 miljard. We hebben twee soorten brieven of plannen waarin zoiets kan komen vast te leggen. Je hebt het winningsplan, waarin eigenlijk staat uit welke putten je het precies gaat halen, en je hebt het besluit waarin dat plafond vastligt. Voor het winningsplan, zo zegt u, wilt u wachten op dat onderzoek om te bekijken uit welke put we nu wat halen. Daar wordt nog op gestudeerd en dan kunnen we het misschien nog veiliger maken. Maar dat plafond kunnen wij vandaag aanpassen. Daar hebt u dat winningsplan niet voor nodig. Bent u bereid dat plafond vandaag met een heel groot gedeelte van de oppositie aan te passen en niet op 39,4 miljard te laten staan, maar naar 33 miljard te brengen?
De heer Jan Vos (PvdA):
Ik denk dat er een verschil van inzicht is hoe dit formeel in elkaar zit. Bij mijn weten is het instemmingsplan een bevoegdheid van het kabinet. Nogmaals, ik wacht graag de beantwoording door de minister af als dat anders ligt. Het mag duidelijk zijn dat wij nu met z'n allen hebben besloten dat we dit halfjaar 16,5 miljard kuub gaan winnen en dat de Partij van de Arbeid het ondenkbaar acht dat we in het tweede halfjaar meer dan die 16,5 miljard kuub gaan winnen. Dat betekent dat we op 33 plus 2 miljard uitkomen voor dit jaar. U kunt heel veel praten over allerlei juridische en technische manieren waarop we dit kunnen aanvliegen en daarmee proberen verwarring te zaaien, maar feit is dat we vandaag met onmiddellijke ingang minder gas gaan winnen. Dat is het resultaat van de besprekingen en de politieke druk die door u en al uw collega's met de Partij van de Arbeid hier is uitgeoefend. Als ik u was, zou ik mijzelf daarmee enigszins feliciteren, met daarbij de wetenschap dat wij het veel te laat hebben gedaan en dat het nog niet genoeg is.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ik zal de uitlokking van de heer Vos even laten voor wat die is. Ik wil toch nog even iets zeggen over dat instemmingsbesluit. Ik heb net via de ambtelijke bijstand nog eens nagevraagd of er veel voorbereiding nodig is om dat instemmingsbesluit aan te passen. Nee, kreeg ik te horen, dat kan eigenlijk meteen. Wij kunnen dus meteen dat maximumplafond verlagen. De cruciale vraag die vandaag voorligt aan de Partij van de Arbeid is: zijn we daartoe bereid? De heer Vos zegt: in de tweede helft van het jaar mag het niet meer worden dan in de eerste helft van het jaar. Dan kom je dus uit op 33 en een marge van 2 miljard; daar is over te spreken. Is de heer Vos bereid om dat instemmingsbesluit vandaag aan te passen? Natuurlijk gaat de minister daarover, maar het is wel een kabinet waar de Partij van de Arbeid in zit. Als de Kamer hier vandaag met een brede meerderheid een motie neerlegt waarin staat dat het plafond verlaagd moet worden, dat het instemmingsbesluit veranderd moet worden, dan denk ik dat de minister daar goed naar zal luisteren als de Partij van de Arbeid daartoe bereid is.
De heer Jan Vos (PvdA):
Winningsplan, instemmingsbesluit; het zal allemaal zo meteen nog aan de orde komen. Ik heb al eerder gezegd dat de Partij van de Arbeid het kabinet vraagt om zo snel mogelijk een nieuw winningsplan in te dienen. Volgens mij gaat het maar om een ding — ik ben vrij pragmatisch ingesteld — namelijk of de gaswinning wel of niet omlaaggaat. Mevrouw Van Veldhoven, luistert u nog?
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Zeker!
De heer Jan Vos (PvdA):
Voor mij gaat het dus maar om een ding: gaat de gaswinning wel of niet omlaag? Laten we met elkaar vaststellen dat de gaswinning omlaag gaat, voor de derde keer nu en voor het eerst een beetje significant: van 22 miljard naar 16,5 miljard voor dit halfjaar. Voor de periode daarna is het ondenkbaar dat de winning weer omhooggaat. Daarmee hebben we iets gerealiseerd en feitelijk iets veranderd. Mevrouw Van Veldhoven kan dan praten over winningsplannen en instemmingsbesluiten tot zij een ons weegt, maar ik denk dat het voor de Groningers echt uitmaakt of het gas wel of niet uit de kraan komt.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Voorzitter …
De voorzitter:
Mevrouw Van Veldhoven, we doen vragen in tweeën. Ik wilde daarom eerst het woord aan mevrouw Van Tongeren geven.
De heer Jan Vos (PvdA):
Mij is het om het even.
De voorzitter:
Ja, maar ik ben de voorzitter hier. Mevrouw Van Tongeren, ga uw gang.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
We waren even aan het overleggen wie het beste de volgende vraag kon stellen, voorzitter. Ik constateer dat wij van de heer Vos vandaag in dit debat geen duidelijkheid krijgen over verdere reductie en dat de PvdA zich vooralsnog vandaag gewoon schaart achter de besluiten van de minister. Ik wil proberen om het van de andere kant aan te vliegen. Ik hoorde de heer Vos zeggen — dat is een fijn signaal — dat hij ook wil werken aan verdere gasreductie. Als de vraag afneemt, hoeft er ook minder gewonnen te worden. Helaas heeft de PvdA tegen de vorige motie van GroenLinks gestemd om eens te kijken naar gasvrije wijken, maar ik neem aan dat de volgende keer de PvdA daar wel voorstemt. Is de PvdA dan ook bereid om het energieakkoord open te breken en te zorgen dat er een enorme versnelling komt in isolatie, in het aantal nul-op-de-meterwoningen, in het naar beneden brengen van het gasverbruik, en dat er minder warmte naar de buitenlucht lekt. Collega's hadden allerlei voorstellen hierover. Vinden we de heer Vos vandaag wel met de duidelijke uitspraak dat hij bereid is, het energieakkoord open te breken om ervoor te zorgen dat de gasvraag naar beneden gaat?
De heer Jan Vos (PvdA):
De fractie van GroenLinks breekt graag dingen open en ziet ze anders dan ze zijn vastgesteld. Het energieakkoord is ongelooflijk belangrijk. Mevrouw Van Tongeren weet als geen ander waarom dat zo is. Het energieakkoord zorgt ervoor dat we duurzame energie krijgen in Nederland: zonne-energie, windenergie, geothermie. Die energie hebben we juist nodig in plaats van de fossiele energie, die we nu gebruiken, uit bijvoorbeeld het Groninger veld. Het energieakkoord is door ruim 40 maatschappelijke organisaties en bedrijven ondertekend, van Greenpeace tot Tata Steel. Het is door het kabinet nog eens bevestigd en in de Kamer door vrijwel alle partijen gesteund. Ik zou wel gek zijn om het open te breken. Het energieakkoord moet zo juist zo rap mogelijk worden uitgevoerd. Als energiebesparing daar niet voldoende in is gewaarborgd, zal ik er alles aan doen binnen dat akkoord om de energiebesparing extra door te zetten. Ik moet ook een beetje denken aan wat er op dit punt allemaal gebeurt in Groningen, want men is daar in Energy Valley al heel ver met dit soort initiatieven. Ook groen gas is daar …
De voorzitter:
Dat is een ander debat, mijnheer Vos. Vandaag gaat het over het gas.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Ik constateer dat de Partij van de Arbeid niet bereid is, serieus werk te maken van gasreductie in Nederland, want daarvoor is aanpassing van het energieakkoord nodig. Is de heer Vos dan misschien bereid — ik probeer het toch nog een keer om te kijken of er wat in zit — om samen met GroenLinks ervoor te zorgen dat er in elk geval geen nieuwe buitenlandse gascontracten afgesloten worden? Als hij de winning niet verder wil verlagen, wil hij misschien wel het binnenlandse gasverbruik terugbrengen. We horen echter net dat de PvdA dat niet wil. Wil de PvdA dan misschien de buitenlandse vraag terugbrengen en zorgen dat wij geen nieuwe gascontracten afsluiten?
De heer Jan Vos (PvdA):
Bij mijn weten worden er al geen nieuwe contracten afgesloten met het buitenland. Dat is op verzoek van de Kamer en is mede een succes van uw eigen fractie.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Volgens mij worden er geen langetermijncontracten meer afgesloten, maar nog wel kortetermijncontracten, zo hebben wij kunnen horen. De heer Vos vroeg mij net of ik wel goed luisterde. Ja, ik luister wel goed, maar ik hoor maar niks. Dat is wat er hier gebeurt. De heer Vos zegt dat het ondenkbaar is — het woord "ondenkbaar" hebben we hier nu twintig keer gehoord — dat de gaskraan in de tweede helft weer verder opengaat. Dan zeg ik tegen de heer Vos: er is een manier om dat te garanderen. Dat kan namelijk door het plafond aan te passen. Los van het plafond kan hij tussen nu en juli bedenken waar hij de hoeveelheid gas die onder het plafond zit, wil winnen. Ik heb het net nog bij de ambtenaren nagevraagd: het plafond kan aangepast worden. Dat kunnen we deze week nog doen, als de Kamer daartoe besluit. De cruciale vraag is de volgende, en ik zal heel goed luisteren of ik een ja of een nee hoor. Is de Partij van de Arbeid bereid om vandaag met een groot aantal van de oppositiepartijen de daad bij het woord te voegen, te zeggen dat ondenkbaar echt ondenkbaar is, dat ze er een garantie op zet en het winningsplafond van 39,4 miljard kuub aanpast?
De heer Jan Vos (PvdA):
Ik begrijp nog steeds niet helemaal waar mevrouw Van Veldhoven naar vraagt.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Ik wil de vraag best nog een keer stellen, hoor.
De heer Jan Vos (PvdA):
Ondanks alle kritiek die er geuit wordt, hebben wij toch heel duidelijk gemaakt dat de gaswinning omlaag gaat. Ik vind het wat zuur om er op deze manier mee om te gaan, als je je realiseert dat we de gaswinning hebben teruggebracht van 39,4 miljard kuub naar 33 miljard kuub. We zetten nu 16,5 miljard kuub neer en we kijken wat er gebeurt. Misschien kunnen we na 1 juli de gaswinning nog verder reduceren. Waarom kan mevrouw Van Veldhoven niet heel even afwachten en er vertrouwen in hebben dat de inzet die wij hebben getoond om hier te komen, ook in de toekomst verder wordt doorgetrokken?
De voorzitter:
Voordat ik mevrouw Veldhoven het woord geef, moet ik de mensen op de publieke tribune nog een keer verzoeken om geen uitingen te doen van afkeuring of instemming. Mensen in deze zaal moeten de ruimte hebben om in alle vrijheid hun standpunten onder woorden te brengen.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Vertrouwen is goed, maar een helder plafond is beter. De Partij van de Arbeid zegt dat de gaswinning is teruggebracht naar 33 miljard kuub. Als dat zo was, zou ik hier niet staan. Het simpele feit is dat de Kamer en het kabinet de gaswinning nog niet hebben teruggebracht naar 33 miljard kuub, omdat er nog steeds een plafond bestaat van 39,4 miljard kuub. Daarom is mijn vraag aan de Partij van de Arbeid of zij bereid is om het plafond terug te brengen naar 33 miljard kuub. Dat is immers het voorstel waarvan de heer Vos zegt dat hij er eigenlijk achter staat. Leg het dan met ons vast, dan zijn we klaar!
De heer Jan Vos (PvdA):
Wat mevrouw Van Veldhoven hier doet, is verwarring zaaien op een punt waar helemaal geen verwarring over is. Ze heeft namelijk een heel duidelijke vraag aan het kabinet gesteld, samen met mij en alle andere collega's in de Kamer: kan de gaswinning alstublieft omlaag? De gaswinning is vervolgens omlaag gegaan. Mevrouw Van Veldhoven had kunnen zeggen dat het fijn is dat de gaswinning omlaag is gegaan en dat we gaan kijken hoe we het in juli verder gaan regelen. De toezegging van de Partij van de Arbeid dat het ondenkbaar is dat de gaswinning daarna weer omhoog gaat, had mevrouw Van Veldhoven voor haar rekening kunnen nemen. Ik denk dat ik inmiddels al heel wat toezeggingen heb waargemaakt en dat het vertrouwen wel ergens op gebaseerd is. We hadden het verder kunnen onderzoeken, want misschien kan het nog wel iets lager dan 35 miljard kuub. Daarom is het onverstandig om het plafond op 35 miljard kuub vast te leggen. Maar nu laat mevrouw Van Veldhoven het gewoon voor wat het is.
Mevrouw Klever (PVV):
Volgens mij is de hele oppositie helder. De enige die onhelder is, is de heer Vos van de Partij van de Arbeid. Ik heb wel tien of twintig keer het woord "ondenkbaar" gehoord. "Ik verwacht, ik denk, we gaan eraan werken, ik wacht af": welke garantie geeft de heer Vos aan de mensen in Groningen dat de gaskraan per 1 juli niet alsnog verder opengaat?
De heer Jan Vos (PvdA):
Ik zit hier nu 2,5 jaar. Dit heb ik nog niet eerder meegemaakt. Ik heb gezegd dat het ondenkbaar is dat de kraan weer verder opengaat na 1 juli. Die gaat dus ook niet verder open. Misschien gaat hij wel verder dicht. We zullen kijken hoe we dat formeel moeten opschrijven en welke besluiten daarvoor nodig zijn. We zullen ook kijken tot welke motietekst het in de tweede termijn leidt. Het moge duidelijk zijn: de gaswinning gaat niet meer omhoog. Dat is ondenkbaar. De veiligheid van de bewoners van Groningen staat voorop. De gaswinning gaat eerder omlaag.
Mevrouw Klever (PVV):
Aan "ondenkbaar" hebben we helemaal niets. Een besluit vier weken voor de verkiezingen nemen dat een paar weken na de verkiezingen afloopt en dan de garantie van de heer Vos dat het ondenkbaar is? Met alle respect hoor, maar is de heer Vos nou zo naïef of denkt hij dat de Groningers naïef zijn? Welke garantie geeft u? U was toch ook de man die het ondenkbaar vond dat Aldel failliet ging?
De heer Jan Vos (PvdA):
Dat is een ander onderwerp. Ik zal het nog een keertje herhalen. De gaswinning moet met onmiddellijke ingang worden teruggebracht naar het laagst mogelijke niveau. Dat betekent dat we dit jaar van de door dit kabinet voorgenomen 39,4 miljard naar 33 miljard plus 2 miljard gaan. Als je goed luistert, dan betekent dit dat het ondenkbaar is dat er na de 16,5 miljard voor de eerste helft van het jaar, in de tweede helft meer dan 16,5 miljard bij wordt gewonnen. Helder toch? Ten tweede. We willen graag een nieuw winningsplan van het kabinet tegemoetzien, want het huidige deugt niet meer. We gaan uit van andere hoeveelheden. Ten derde willen we graag scenario's zien om nog verder te reduceren. Ik weet niet hoe ik helderder kan zijn dan dit, maar het lijkt me duidelijk dat daarmee resultaten zijn behaald en dat de gaskraan dus verder dicht is gedraaid; zo dicht als maar enigszins mogelijk. Ik denk dat Groningers ook kunnen rekenen, mevrouw Klever.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Dit is toch wel het meest cruciale onderwerp van vandaag. Ik hoor de Partij van de Arbeid zeggen dat zij bereid is om verder naar beneden te gaan. Ze gaat op dit moment kennelijk uit van 33 miljard kuub. Is de Partij van de Arbeid eventueel bereid om het plafond te verlagen waar in extreme omstandigheden van kan worden afgeweken? Kan de heer Vos er in zijn tweede termijn misschien op terugkomen? Ik kan mij namelijk voorstellen dat de heer Vos nu ook van de minister wil weten of hij naar 33 miljard kuub gaat. Stel dat de minister zegt: wij gaan met de Partij van de Arbeid mee naar 33 miljard kuub. Eigenlijk hopen we nu op dat antwoord, omdat we anders moeten wachten tot 1 juli van dit jaar. Is dat een scenario voor de tweede termijn waarvan de heer Vos zegt: in die redenering kan ik mij wel vinden?
De heer Jan Vos (PvdA):
Ik zal eerlijk zijn. Ik wilde eigenlijk ook die 30 miljard kuub. Dat is wat de meeste Groningers wilden; daar werd om geroepen. Daarom heb ik in de feitelijke-vragenronde ook aan het kabinet gevraagd hoe dat precies zit. Wat is het veiligste niveau als je uitgaat van leveringszekerheid? Op basis van het antwoord op die vraag van de ingenieurs van GTS moet ik concluderen dat het 33 miljard is en niet 30 miljard. Ik ga er dus van uit dat we die 33 miljard pakken plus 2 miljard als je, zoals wordt gezegd, met je auto over het IJsselmeer kunt rijden. Minder dan dat vind ik echter niet verantwoord. U weet immers dat het omgekeerde ook waar is. Als we te laag gaan zitten, en er een piekbelasting noodzakelijk is en we opeens het Groninger veld moeten belasten, dan leidt dat tot allerlei consequenties die misschien wel een groter effect hebben op de veiligheid dan vlak produceren. Dat is helaas de huidige stand van zaken, zoals ik die uit de feiten heb kunnen opmaken.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA):
Is de verwachting van de heer Vos dat er vandaag uiteindelijk duidelijkheid gegeven zou kunnen worden aan de Groningers of denkt hij dat mogelijk pas op 1 juli duidelijk wordt hoe de winning er in de rest van dit jaar uit zal zien?
De heer Jan Vos (PvdA):
Ik denk dat de Groningers heel goed het verschil begrijpen tussen de 42,5 miljard die er oorspronkelijk stond, de 39,4 miljard die het kabinet wilde besluiten en de 33 miljard plus 2 miljard die nu voorligt. Hoe we dat dan precies gaan realiseren, zullen we zien. Maar vandaag, met onmiddellijke ingang, wordt die winning teruggebracht. Daar ben ik in ieder geval buitengewoon over te spreken.
Ik heb al vrij veel kunnen zeggen in de beantwoording van de vragen. Ik wil nog even ingaan op de schadeafhandeling. Die is niet goed geregeld. Daar debatteren we met elkaar ook al jarenlang over. Het geduld van mijn fractie is eigenlijk op. Bewoners krijgen nog steeds te horen dat ze maar moeten bewijzen dat schade het gevolg is van aardbevingen en dat er geen sprake is van achterstallig onderhoud. Vanochtend kreeg ik nog een brief van iemand, die in eerste instantie te horen had gekregen: ja, het is in orde; we gaan het allemaal netjes herstellen. Vervolgens was het verhaal: we hebben er nog eens goed naar gekeken en het blijkt toch achterstallig onderhoud te zijn. Een kleine 10% van alle schades in Groningen wordt op dit moment niet vergoed. Dat is niet in de haak. Dat hebben we hier nu een aantal keren met elkaar besproken. Ik vraag de minister om het nu op te lossen, want als hij het niet oplost, moeten we allerlei zaken gaan regelen waarvan ik weet dat de minister ze niet zo heel erg ziet zitten, zoals de omkering van de bewijslast. Ik geef hier wel heel duidelijk een schot voor de boeg. Ik zeg: dit is de laatste keer dat we er op deze manier over spreken. Ik weet dat de belofte er ligt dat voor het eind van het jaar alle complexe dingen zijn opgelost. Als dat niet zo is, moeten we daar drastische maatregelen op nemen.
Gezinnen in Groningen staan er vaak alleen voor. Ze vechten soms tegen grote, machtige instanties die voor hen moeilijk te doorgronden zijn. Ik vind het zelf soms al moeilijk te onthouden. We hebben een Groninger gasombudsman, die ook onafhankelijk raadsheer is, we hebben een speciaal comité voor bijzondere gevallen, we hebben een Dialoogtafel en zo kunnen we nog even doorgaan. Waar moet je dan zijn? Ik zou graag zien dat gezinnen onafhankelijke, betaalde bijstand krijgen van bijvoorbeeld een schade-expert, een architect of een advocaat als ze een proces hebben of een probleem met de NAM. Kan de minister ervoor zorgen dat die bijstand er komt voor mensen met complexe problemen?
In Groningen zullen de komende jaren helaas heel veel bouwwerkzaamheden plaatsvinden vanwege herstel en versteviging van woningen. Die bouwwerkzaamheden, hoe wrang ook, hebben natuurlijk ook een keerzijde, namelijk dat er heel veel werk is. Dat is werk voor bouwvakkers en werk voor architecten. De FNV heeft echter geconstateerd dat er keer op keer overtredingen zijn van Nederlandse wet- en regelgeving op bouwplaatsen in het noorden van het land. Ik hoef alleen maar te verwijzen naar de bouw van de kolencentrale en iedereen weet hoe dat is gegaan, met illegale arbeid. Ik krijg graag de toezegging van de minister dat hij in gesprek gaat met de FNV om ervoor te zorgen dat de problemen en de misstanden worden aangepakt, de bouwwerkzaamheden volgens Nederlandse wetgeving plaatsvinden en Nederlandse bouwvakkers het werk kunnen vinden dat ze op dit moment in de nog moeilijke economische situatie zo hard nodig hebben.
Dan het gedoe — ik heb er geen ander woord voor — over de vraag welke dorpen, gemeenschappen en gemeenten wel en niet binnen het aanvullend akkoord moeten vallen. Dat is bestuurlijke prietpraat. Je hebt aardbevingsschade of je hebt die niet. Als er aardbevingsschade is, word je dus geholpen en als je geen aardbevingsschade hebt, word je niet geholpen, of je nu wel of niet binnen het bestuurlijk akkoord valt. Het feit dat daar gesteggel over is, is eigenlijk te beschamend voor worden. Ik zie graag ook alle 500 schadegevallen buiten Menterwolde en Hoogezand gewoon binnen die regeling vallen. Ik krijg graag ook op dit punt een toezegging van de minister.
Tot slot het volgende. Wij zijn schatplichtig aan Groningen. De erkenning van de vele problemen in de regio is er eindelijk gekomen, maar we zijn er nog lang niet. De komende jaren hebben we de dure plicht om het vertrouwen, dat compleet is zoekgeraakt, te herstellen. Daarvoor zullen we nog heel veel meer inzet moeten tonen dan vandaag getoond is. Daarvoor zullen we ook nog heel veel meer moeten bereiken dan tot nu toe bereikt is.
De heer Dijkgraaf (SGP):
Mevrouw de voorzitter. Verschillende collega's hebben in verschillende bewoordingen de zorg geuit die er terecht is in Groningen. Het is heftig om te zien wat er in de afgelopen jaren is gebeurd. Als je aan keukentafels zit en met de mensen praat — dat hebben we allemaal gedaan — begrijp je de zorg, de onzekerheid en de slapeloze nachten. Niet voor niets is veiligheid kerntaak nummer één van de overheid. Dat gaat over defensie, dat gaat over justitie maar dat gaat juist ook over dit soort essentiële veiligheid in je eigen omgeving. Daar moeten we zorgvuldig mee omgaan.
Ik had eigenlijk een groot aantal punten voorbereid, die collega's echter ook hebben ingebracht. Gezien de tijd en omdat iedereen ernaar snakt om het debat met de minister aan te gaan, vat ik die heel kort samen.
Ik sluit me aan bij collega's die hebben gezegd dat de schadeafhandeling beter en sneller moet. Dat geldt ook voor de omkering van de bewijslast. Geef bewoners nou gewoon het voordeel van de twijfel. De versterking van de gebouwen moet sneller en het budget mag geen belemmering zijn voor wat nodig is. We moeten niet bekijken of de opkoopregeling van woningen er moet komen, maar hoe. Wij staan positief tegenover de rijkscoördinator. Is die ook bevoegd om op deze punten met oplossingen te komen? Zo niet, komt de minister dan zelf met oplossingen?
Een onderbelicht punt vond ik hoe we de benodigde hoeveelheid gas uit Groningen kunnen verminderen. Gelukkig kwam het net wel aan de orde in de bijdrage van de heer Vos, na vragen van mevrouw Van Tongeren. We zijn er allen bij gebaat dat die vraag naar beneden gaat. Ik vind het echt een onderbelicht punt in het energieakkoord. Met restwarmte en geothermie kunnen we veel meer doen. Ik ben pas nog op werkbezoek geweest bij een kas waar geothermie werd gewonnen. Het is geweldig om te zien hoe dat werkt. Er zitten ook nog een paar risico's aan. Die moeten we in kaart brengen. Maar we kunnen en moeten daar veel meer mee. Ik vraag de minister of hij daartoe bereid is.
Ik focus op het belangrijkste punt in dit debat. Volgens mij is de kernvraag: hoeveel gaat er gewonnen worden? Die vraag is net uitvoerig bediscussieerd. Ik hoor weinig discussie over het eerste halfjaar. Daar kun je nog wat over zeggen, maar die 16,5 miljard kuub is niet in discussie. Dat is positief: minder aardbevingen en minder zware aardbevingen. Maar de discussie gaat natuurlijk over de 39,4 miljard kuub. Moet dat? Ik vind het opvallend dat iedereen in dit debat twee principes hanteert. Dat is mooi, want dan zijn we het over de principes eens. Het eerste is leveringszekerheid. Dan kom je ergens uit tussen de 21 miljard kuub en 35 miljard kuub. Ik constateer dat op korte termijn niemand onder de 30 miljard kuub wil, want dan krijg je wel erg grote pieken als je een koude winter hebt. Dan moet je in heel korte tijd heel veel gaan winnen en dat is niet goed. Ik concludeer dat de logische range tussen de 30 miljard kuub en 35 miljard kuub ligt. Als je kijkt naar de veiligheid, moet je zo laag mogelijk zitten, maar dan is de vraag wat het goede niveau is. Volgens mij is er simpelweg een uitruil tussen het niveau, dat je zo laag mogelijk wilt houden, en de vraag wat je doet als het erg koud wordt en je pieken krijgt. Daar is een uitruil. Ik denk dat de minister daar straks ook wel het nodige over kan zeggen. Wat is, als je die twee dingen overweegt, per saldo het beste?
Als je die twee principes hanteert, snap ik eerlijk gezegd de 39,4 miljard kuub niet. Ik snap alles tussen de 30 miljard kuub en de 35 miljard kuub. Daar kun je politieke of technische keuzes maken. Ik denk dat het laatste beter is, het zo veel mogelijk baseren op een technische analyse. Maar de 39,4 miljard kuub snap ik niet, tenzij je een derde principe zou hanteren. Ik zou het wel snappen als je hoopt op extra inkomsten als straks in juli blijkt dat je meer kunt winnen dan die 16,5 miljard kuub in het eerste halfjaar. Dat is volgens mij ook de redenering die ik de minister heb horen hanteren: in het eerste halfjaar 16,5 miljard kuub en in principe 39,4 miljard kuub voor het hele jaar. De minister wacht op de veiligheidsanalyse en als daaruit blijkt dat het kan, dan doen we dat. Echter, met de kennis van nu, met alle rapporten die er zijn, heb ik als Kamerlid geen enkele indicatie dat daar uit zou kunnen komen dat het meer kan zijn dan 16,5 miljard kuub. Simpelweg vanwege het feit dat minder altijd beter is voor de veiligheid, tenzij je met minder winning pieken veroorzaakt, omdat de temperatuur tegenvalt, maar dat zit al in die 33 miljard kuub plus 2 miljard kuub. Dus, of die 33 miljard kuub plus 2 miljard kuub is te weinig en er moet een analyse zijn dat je voor de veiligheid naar 39,4 miljard kuub moet gaan, maar ik zie hem niet. Volgens mij is 39,4 miljard kuub ijdele hoop en kunnen we het beter vandaag vaststellen op 33 miljard kuub plus 2 miljard kuub. Dan kom je uit op maximaal 35 miljard kuub.
De heer Vos sloot zijn bijdrage af met de woorden: we moeten werken aan het vertrouwen in Groningen. Dat denk ik ook. Dat doen wij met z'n allen. Laten we wel wezen: we hebben met z'n allen lang geprofiteerd van het gas. Het probleem is de laatste jaren zwaar boven tafel gekomen, maar alle voorgaande kabinetten hebben ervan geprofiteerd. Daar hebben wij ook wel eens een rolletje in gespeeld. In die zin hebben we dus collectieve schuld. Zo noem ik het maar even. Ik heb er niet zo veel moeite mee om dat soort woorden uit te spreken. Maar dan moeten we bouwen aan dat vertrouwen. Als ik kijk naar de vraag uit Groningen en naar wat nu nodig is, denk ik dat bouwen aan vertrouwen ook betekent dat we niet weer maanden moeten gaan discussiëren over het maximale plafond, terwijl iedereen kan uitrekenen dat het maximaal 35 miljard kuub is. Dat moeten we ook daadkrachtig vastleggen.
De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):
Voorzitter. We hebben al heel veel mooie woorden over de veiligheid van de bewoners in het bevingsgebied gehoord. Hulde aan de politieke partijen die bijna unaniem zeggen dat de veiligheid op de eerste plaats komt. Maar hun woorden komen helaas niet overeen met hun daden. Ook als je de gaskraan verder dichtdraait, zullen de aardbevingen blijven komen. Daar zijn alle wetenschappers het over eens. Dit is natuurlijk een drama voor de inwoners, want zij blijven leven in onzekerheid. Hun huizen moeten eindeloos hersteld en versterkt worden. Dat kost heel veel tijd, heel veel procedures en heel veel geld. Het blijft dus dweilen met de kraan open.
Wij komen met een totaal andere oplossing. Wij stellen voor de bewoners in het bevingsgebied tegen een ruimhartige voorziening uit te kopen en hun ook een ruimhartige verhuisvergoeding te geven. Wij begrijpen dat deze ingrijpende oplossing in eerste instantie een schok teweeg kan brengen. Het is nogal wat om mensen te vragen uit hun vertrouwde leefomgeving te verhuizen. Ik heb zelf meegemaakt dat mijn ouderlijke woning in Roermond voor mijn ogen gesloopt is. Dat heeft mij en mijn ouders heel veel pijn gedaan. Maar als ik zie waar zij nu wonen: een veilige, energiezuinige en duurzame woning. Uiteindelijk is het dus goed gekomen. Vanzelfsprekend zullen de mensen veel inspraak hebben in de nieuw te vormen woongebieden. Ze bepalen zelf hoe en met wie ze gaan wonen.
Van het bevingsgebied willen wij daarna een natuurgebied maken. De NAM zal worden gevraagd een evenredige bijdrage aan de kosten van het plan te leveren. Ze heeft jarenlang goed aan de gaswinning verdiend, en is dus ook verantwoordelijk voor de consequenties. Dit plan kent voordelen, maar ook nadelen. Een voordeel is dat de onzekerheid en het onveilige gevoel van de bewoners echt structureel wordt opgelost. Een nadeel is dat mensen moeten verhuizen. Dat doet pijn en die pijn begrijpen wij. Maar met elkaar kunnen we een nieuwe start maken op een nieuwe plek. Negatieve energie wordt positieve energie. Ook krimpgebieden worden versterkt. Door de komst van de nieuwe bewoners kunnen zij hun noodzakelijke voorzieningen als scholen en dergelijke veiligstellen. Bovendien wordt de lokale economie versterkt en de middenstand gestimuleerd. Door de bouw van nieuwe woongebieden krijgt de werkgelegenheid een forse impuls. Ons plan is win, win, win voor iedereen. Eindelijk is iedereen af van de eindeloze problemen en discussies rondom de gaswinning. Ik kan garanderen dat wij voor de zomer, als de Statenverkiezingen achter de rug zijn, hier weer hetzelfde debat gaan voeren en weer bussen vol mensen uit Groningen zullen krijgen, omdat wij het fundament van het probleem met z'n allen helaas niet durven op te lossen.
Is de minister het met ons en met veel wetenschappers, de NAM en het Staatstoezicht op de Mijnen eens dat de gaswinning de aardbevingen niet zullen verminderen, ook al wordt de gaswinning verminderd? Is de minister er zich van bewust dat aardbevingen een enorme impact hebben op de bewoners van het gebied? Is de minister bereid om ons alternatieve plan nader te onderzoeken?
Ik wil mijn betoog afsluiten zoals ik het begonnen ben. Het is uniek dat alle politieke partijen zo unaniem zijn in hun oordeel, namelijk dat de veiligheid en de gemoedsrust van de bewoners voorop moeten staan. Nu wordt het tijd dat we beseffen dat het dichtdraaien van de gaskraan de veiligheid niet garandeert. Collega's hebben het over 40, 35 en 30 gehad, een bingo van getallen, maar de aardbevingen zullen blijven komen, welke gaskraan je uiteindelijk ook naar beneden haalt. Het is goed dat de mensen in Groningen zich niets laten wijsmaken. Het wordt tijd om na te denken over een echte oplossing. Laten we anders proberen te denken.
De voorzitter:
Daarmee is er een einde gekomen aan de eerste termijn van de zijde van de Kamer.
De vergadering wordt van 15.16 uur tot 16.00 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20142015-54-8.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.