6 Vragenuur

Vragen van het lid Lucas aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat slechts vier hogescholen meedoen met de studiebijsluiter.

Mevrouw Lucas (VVD):

Voorzitter. Afgelopen zaterdag is de studiebijsluiter gelanceerd. Een eerste stap op weg naar eerlijke voorlichting voor aankomende studenten over hun toekomstige opleiding. In de studiebijsluiter staat bijvoorbeeld vermeld hoeveel eerstejaars aan een studie beginnen, hoeveel contacturen een student kan verwachten, maar ook hoeveel studenten succesvol het eerste jaar weten af te ronden en wat de kans is op een baan na de opleiding. De studiebijsluiter is het gevolg van een motie die ik samen met de PvdA, D66 en het CDA op 6 december 2011 indiende en die door een ruime meerderheid van deze Kamer is gesteund. In die motie vragen we de regering de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek op het punt van de goede studievoorlichting te expliciteren.

Met de studiebijsluiter is een goede eerste stap gezet. Ook hebben we kunnen lezen dat nog slechts vier hogescholen actief aan de slag zijn gegaan met de studiebijsluiter: de HAN, de Hanzehogeschool, Saxion en Windesheim. Mijn complimenten voor deze instellingen die zelf de handschoen hebben opgepakt. Voor de VVD is het nog niet genoeg. Vandaar de volgende vragen aan de staatssecretaris, want er zijn signalen uit de studentenorganisaties dat met name de universiteiten niet voornemens zijn al op korte termijn de gewenste voorlichting aan de studenten te gaan geven. De staatssecretaris heeft in de media aangegeven dat andere hogescholen en universiteiten op termijn de informatie uit de studiebijsluiter moeten gaan leveren. Over welke termijn spreekt de staatssecretaris dan? Wanneer is de staatssecretaris van plan de circulaire uit te sturen waarnaar in de motie is gevraagd? Zal dit tijdig genoeg zijn om het in ieder geval voor het studiejaar 2013–2014 mogelijk te maken dat studenten een weloverwogen studiekeuze kunnen maken? Zijn de andere hogescholen en universiteiten er wel voldoende van doordrongen dat ook zij op termijn, op korte termijn, deze informatie moeten gaan leveren en bereiden ze zich daar voldoende op voor?

Staatssecretaris Zijlstra:

Mevrouw Lucas gaf aan dat het een eerste stap is op weg naar eerlijke voorlichting voor studenten. Die opmerking wil ik nuanceren omdat het impliceert dat op dit moment geen eerlijke voorlichting plaatsvindt. Dat is natuurlijk niet het geval. De moeilijkheid is dat de informatie vaak moeilijk vergelijkbaar is voor studenten. Daarom is de studiebijsluiter, die officieel Studie in cijfers heet, ontwikkeld. Zo kunnen studenten de feitelijke gegevens van de verschillende instellingen zien. Vier hogescholen zijn ermee begonnen. Complimenten voor hen. Mevrouw Lucas refereerde aan uitingen in de media van mij. Ik heb heel helder aangegeven dat wij beginnen met vier hogescholen. Komend jaar, vanaf januari verwachten wij een uitbreiding hiervan met andere hogescholen en universiteiten. Die moet erin resulteren dat iedereen uiterlijk 2014 meedoet als de inschrijfdatum wordt vervroegd. Als men dat niet zelf doet, zal ik dat per circulaire regelen. Als een sector dat echter op eigen initiatief kan doen, wil ik voorkomen dat wij daar regelgeving over uitstorten. Maar men moet het wel doen. De komende tijd heeft men de tijd om te bewijzen dat men het ook echt gaat doen.

Mevrouw Lucas (VVD):

Dank voor de beantwoording. De Kamer vraagt al ruim een jaar naar eerlijke en betere voorlichting en betere vergelijkbaarheid, zodat studenten een betere studiekeuze kunnen maken. De VVD-fractie had er begrip voor dat dat niet onmiddellijk kon gebeuren. Mensen moeten die informatie ook verzamelen. Maar uiterlijk 2014 is wel erg lang wachten, want dan zijn inmiddels 200.000 studenten aan een studie begonnen zonder dat zij een objectieve keuze en objectieve vergelijking van studierichtingen hebben kunnen maken. In hoeverre kan de staatssecretaris ervoor zorgen dat alle hogescholen en universiteiten aan de slag gaan met die studiebijsluiter en de gewenste informatie uiterlijk leveren in de folders die voor het studiejaar 2013–2014 worden gemaakt?

Ik heb nog een vraag over de inhoud van de studiebijsluiter. De opleidingen wordt nu gevraagd de baankans op niveau aan te geven. Zij moeten aangeven hoeveel procent van de studenten na anderhalf jaar een baan op niveau vindt. Is het mogelijk om dat iets te expliciteren door te stellen: een baan op niveau in het vakgebied? Wij willen graag dat opleidingen beter aansluiten op de vraag op de arbeidsmarkt. Dan moeten studenten wel weten of zij een baan kunnen krijgen in een bepaald vakgebied.

Staatssecretaris Zijlstra:

Het is niet zo dat voorlichting op dit moment per definitie niet objectief en niet goed is. Studenten zijn dus niet aan volstrekte willekeur overgeleverd als Studie in cijfers niet in de breedte is uitgerold. In de strategische agenda is opgeschreven en in een motie van de Kamer is vervolgens geëxpliciteerd dat wij de vergelijkbaarheid willen verbeteren. Wat nu voorligt, is nog niet 100% uitgekristalliseerd. Studentenbonden, die hierin initiatiefnemers zijn, en instellingen geven aan dat nadere invulling nodig is. Daarom zijn wij begonnen met een pilot, die wij vervolgens gaan verbreden. Wij moeten er ook voor oppassen dat wij het zo snel willen invoeren dat de studie-informatie nog steeds niet goed vergelijkbaar is en onjuistheden bevat. Dan hollen wij onszelf voorbij. Daarom leggen wij het eerst bij het veld: studentenbonden en instellingen. Als ze het niet binnen afzienbare tijd regelen, zal het kabinet dat, conform de motie van mevrouw Lucas en anderen, in regelgeving vastleggen. Maar wij hebben er vooralsnog vertrouwen in dat de hbo-sector en de universitaire sector dit zelf gaan oppakken. Wij zien nog geen reden om een en ander te versnellen.

Mevrouw Lucas (VVD):

De staatssecretaris geeft aan dat de huidige informatievoorziening aan studenten geen problemen zou bevatten. Ik ben dat niet met hem eens. De LSVb heeft een onderzoek gedaan waaruit wel degelijk blijkt dat heel veel informatie die in de folder staat, gewoon niet klopt en al zeker niet volledig is. Ik vind het dus wel nodig en met mij een meerderheid van de Kamer om ervoor te zorgen dat die informatie zo snel mogelijk beter wordt. Ik wil de staatssecretaris dus toch vragen om in ieder geval de universiteiten en hogescholen duidelijk te maken dat het op termijn voor iedereen gaat gelden, zodat zij zich daar nu alvast op kunnen voorbereiden.

Staatssecretaris Zijlstra:

Mijn opmerking sloeg op het feit dat niet alle studie-informatie niet objectief is. Naar aanleiding van signalen uit de studentenwereld ben ik het onmiddellijk met mevrouw Lucas eens dat er op het gebied van studie-informatie van alles te verbeteren is. Maar wij moeten niet het beeld schetsen dat studenten overgeleverd zijn aan willekeur. Heel veel studie-informatie is goed en objectief, maar moeilijk vergelijkbaar. Dat is het doel van deze studiebijsluiter. Het lijkt wel alsof wij iets met medicijnen doen, maar dat is dus het doel dat wij nastreven. De insteek van de regering is steeds geweest dat de instellingen goed moeten beseffen dat zij uiteindelijk allemaal hieraan moeten voldoen. Het liefst moeten de instellingen dit uit zichzelf doen, maar als het moet, zeg ik mevrouw Lucas gaarne toe dat dit ook kan door opgelegde regelgeving.

De voorzitter:

Niemand heeft aanvullende vragen. Hiermee zijn wij gekomen aan het eind van het vragenuur. Ik dank de staatssecretaris. Hij blijft hier aanwezig; dat is fijn. Ik snap dat hij graag hier is.

Naar boven