42 Visserij

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het verslag van een schriftelijk overleg over visserij.

De beraadslaging wordt geopend.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik dien vier moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, ertegen te pleiten dat belastinggeld via Europa wordt besteed aan visserijakkoorden met derde landen waarbij in het betreffende land geld terechtkomt bij de centrale regeringen, terwijl niet middels onafhankelijk wetenschappelijk bewijs overtuigend is aangetoond dat de baten voor het overgrote deel terechtkomen bij de lokale bevolking en dat de visserijakkoorden tot ecologisch verantwoorde visserijpraktijken leiden, indien de betreffende overheid een onvoldoende scoort op de corruptie-index,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gerven en Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 120 (29675).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de palingvissers niet verantwoordelijk zijn voor de dioxinevervuiling in de Nederlandse rivieren;

overwegende dat het onderscheid in de voorgestelde compensatieregeling naar de mate van vervuiling van de rivier en de vis waar de betreffende palingvisser zijn viswateren heeft gehuurd, als basis neemt;

overwegende dat dit leidt tot (rechts)ongelijkheid tussen de palingvissers in de vervuilde gebieden aangezien zij allen niet meer mogen vissen in het vervuilde gebied;

verzoekt de regering, het onderscheid tussen vervuilde paling en niet-vervuilde paling op te heffen bij het opstellen van de compensatieregels voor palingvissers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 121 (29675).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, een goede garantstellingsregeling te ontwerpen voor palingvissers die een nieuw bedrijf willen opstarten en daarvoor een goed plan hebben opgesteld, maar hun bedrijf niet meer als onderpand kunnen gebruiken door het vangstverbod,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 122 (29675).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat palingvissers indertijd visrechten voor vaak vele tienduizenden euro's hebben aangekocht;

overwegende dat dit vaak als een spaarpotje voor de oude dag bedoeld was;

overwegende dat de visrechten door het vangstverbod waardeloos geworden zijn;

verzoekt de regering, een regeling te ontwerpen waarbij de palingvissers een substantiële vergoeding krijgen ter compensatie van de verloren handelswaarde van de aangekochte visrechten op basis van een vast te stellen gemiddelde prijs per hectare,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 123 (29675).

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter. Ik dien de volgende moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het vangstverbod voor paling en wolhandkrab in met dioxine en pcb's vervuilde wateren forse financiële consequenties heeft voor de betreffende beroepsvissers;

constaterende dat de regering een beperkt deel van de potentiële financiële schade wil compenseren of tegemoetkomen;

overwegende dat met name de betrokken overheden en waterbeheerders verantwoordelijkheid dragen voor de vervuiling van de waterbodems;

van mening dat onvoldoende inzicht bestaat in de totale financiële schade voor de beroepsvisserij als gevolg van het vangstverbod;

verzoekt de regering, op korte termijn te inventariseren wat de totale financiële schade is van het vangstverbod voor de getroffen beroepsvissers, met inbegrip van:

  • - de totale omzet van paling, wolhandkrab en de bijvangst aan snoekbaars;

  • - inkomensverlies doordat geen vergunningen aan derden uitgegeven kunnen worden;

  • - de waardedaling van visrechten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dijkgraaf, Koppejan, Gerbrands en Slob. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 124 (29675).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Aalbeheerplan en het vangstverbod voor paling in vervuilde gebieden een forse aderlating voor de binnenvisserij betekent;

constaterende dat de samenwerking tussen sport- en beroepsvisserij in de visstandbeheercommissies moeizaam verloopt;

van mening dat een breed gedragen toekomstvisie voor de gehele binnenvisserij nodig is om de binnenvisserij toekomstperspectief te bieden;

van mening dat bij het opstellen van deze toekomstvisie zowel sportvisserij, beroepsvisserij, recreatiesector, gemeenten, provincies als waterschappen betrokken moeten worden;

verzoekt de regering, in overleg met de genoemde actoren een commissie in te stellen die zich op korte termijn buigt over de toekomst van de gehele binnenvisserij en een breed gedragen toekomstvisie opstelt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dijkgraaf en Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 125 (29675).

De heer Koppejan (CDA):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in het bijzonder bij de typisch Nederlandse gemengde visserij bijvangsten (discards) ontstaan, welke bij de huidige stand der techniek nog onvermijdelijk zijn;

overwegende dat veel winst in het reduceren van bijvangsten te behalen is door regelgeving aan te passen (pulskor permanent toe te laten, de beperking van zeedagen voor grotere mazen in het kabeljauwherstelplan te adresseren);

overwegende dat de Kamer een behandelvoorbehoud heeft geplaatst op de wetgevingsvoorstellen gemeenschappelijk visserijbeleid;

verzoekt de regering, in gezamenlijkheid met de sector onderzoek uit te voeren naar de huidige cijfers van de overleving van bijvangsten voor verschillende soorten, en naar de ecologische en economische consequenties van een discardban;

verzoekt de regering, naast het eerder gestelde in de motie-Koopmans c.s. (21501-32, nr. 462), gezamenlijk met de sector oplossingen te zoeken, onder meer door innovatie en de aanpassing van regelgeving;

verzoekt de regering tevens, niet in te stemmen met een discardban op basis van een "nulpercentage" aan discards en geen onomkeerbare besluiten te nemen, alvorens de Kamer middels een BNC-fiche is geïnformeerd en met de Kamer is gedebatteerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Koppejan, Slob en Dijkgraaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 126 (29675).

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Voorzitter. Ik heb twee diergerelateerde moties, maar die zijn eraan geplakt, omdat zij wel afgerond zijn in het debat. De eerste motie gaat over goede natuureducatie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat duizenden vrijwilligers zich inzetten voor natuurbeheer en schooltuinen bij organisaties als Landschapsbeheer Nederland, IVN en de Vlinderstichting;

overwegende dat deze organisaties de Regeling Draagvlak Natuur onder andere gebruikten voor het opleiden van deze vrijwilligers;

overwegende dat een bijdrage van de rijksoverheid een vliegwiel kan zijn voor initiatieven waarbij je met weinig middelen een heel groot bereik in het land hebt;

overwegende dat niet alleen techniek, maar ook inzet van het sociaal instrumentarium van belang is bij zorgvuldig omgaan met aarde, natuur, grond en hulpstoffen;

overwegende dat er behoefte is aan een stabiele en goed toegankelijke regeling voor educatieve activiteiten rondom natuur en milieu, maar dat de Regeling Draagvlak Natuur (RDN) wordt afgeschaft;

verzoekt de regering, vanaf overgangsjaar 2012 in het kader van het natuur- en milieueducatiebeleid ruimte te zoeken voor rijksfinanciering van bottom-up projecten die ook bovengenoemde doelen kunnen dienen;

verzoekt de regering tevens, in te zetten op een op nieuwe leest geschoeide voorziening en continuïteit na 2012,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 127 (29675).

Mevrouw Jacobi (PvdA):

De andere motie gaat over schaapskuddes. Dat past niet echt bij vissen, maar het is niet anders.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er tot 2007 een eenvoudige, eenduidige, regeling bij het Rijk bestond voor Nederlandse schaapskuddes;

constaterende dat sinds de herders bij elk van de provincies apart aan moeten kloppen er een grote onnodige bureaucratie en groot verschil in hoogte van de vergoedingen voor schaapskuddes is ontstaan;

constaterende dat hierdoor schaapherders en schaapskuddes zodanig in de problemen geraken dat ze noodgedwongen moeten stoppen;

overwegende het belang van schaapskuddes voor het landschap;

verzoekt de regering, met spoed aan tafel te gaan met de schaapherders en de provincies om gezamenlijk te komen tot een eenduidige en eenvoudige regeling voor de Nederlandse schaapskuddes,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 128 (29675).

Staatssecretaris Bleker:

Voorzitter. Ik begin met de motie-Van Gerven/Ouwehand, op stuk nr. 120. Die motie ontraad ik. Visserijakkoorden zijn bedoeld om tot duurzame visserij te komen. Ze moeten beter, dat ben ik met de indieners eens, maar het verzoek dat hier geformuleerd is, gaat te ver. Ik ontraad de aanneming van de motie.

De motie-Van Gerven op stuk nr. 121 ontraad ik evenzeer. Het vergoeden van paling die niet eens op de markt had mogen worden gebracht, is vreemd. Niet doen dus. Ik ontraad de aanneming van de motie.

Ik kom op de motie-Van Gerven op stuk nr. 122. Vissers kunnen gebruik maken van het Besluit borgstelling mkb. De motie is dus overbodig.

De motie-Van Gerven op stuk nr. 123 ontraad ik eveneens. Ik heb een brief gestuurd met de verschillende componenten van de tegemoetkoming en deze past daar niet bij. Daar komt bij dat de visrechten op de plank blijven liggen, op verzoek van de Kamer. Op enig moment worden zij in principe weer aanwendbaar.

Dan kom ik op de motie-Dijkgraaf c.s. op stuk nr. 124 om tot een inventarisatie te komen. Ik ben bereid om dat te doen en ik zie de motie als ondersteuning van beleid.

Het oordeel over de motie-Dijkgraaf/Jacobi op stuk nr. 125 laat ik over aan de Kamer.

De motie-Koppejan c.s. op stuk nr. 126 verzoekt de regering, niet in te stemmen met een discardban op basis van een "nulpercentage" aan discards en om geen onomkeerbare besluiten te nemen. Met enige interpretatieruimte zie ik deze motie als ondersteuning van beleid.

Dan de motie-Jacobi op stuk nr. 127. We hebben ook met uw Kamer afspraken gemaakt over de wijze waarop we in ieder geval het werk voortgezet willen hebben. Dit vraagt om een specifieke voorziening, ook al op onze begroting, en dat loopt vooruit op hoe we die afspraken kunnen vormgeven. Ik ontraad dan ook de aanneming van de motie.

Tot slot wordt de regering in de motie-Jacobi op stuk nr. 128 verzocht om met de schaapherders en de provincies om de tafel te gaan zitten. Ik zal dit punt expliciet inbrengen in het overleg met de provincies in het kader van de decentralisatie van het natuurbeleid, alhoewel ik mij verheug op een gesprek met schaapherders. Ik ontraad de aanneming van deze motie, want we doen dit via het overleg met de provincies.

Voorzitter. Ik zie non-verbale uitingen van verbazing en vraag mij af of ik het anders moet zien.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik heb toch sterk de indruk dat de staatssecretaris met een altijd positieve grondhouding tot één goede regeling wil komen.

Staatssecretaris Bleker:

Ja.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Mijn expliciete verzoek is om dat met deze participanten te doen. Anders moet ik de motie wijzigen, want ik wil uiteindelijk het doel halen.

Staatssecretaris Bleker:

Zo uitgedrukt ga ik dat doen.

De voorzitter:

Oordeel Kamer dus. Mijnheer Dijkgraaf, wilt u een motie intrekken of aanhouden?

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter. Ik heb nog een heel korte technische vraag over "enige beleidsruimte". Als dat "enig" te groot wordt, kun je elke motie zien als ondersteuning van beleid. Ik neem aan dat als die motie aangenomen wordt, de staatssecretaris dan ook aangeeft wat die ruimte is?

Staatssecretaris Bleker:

Ja.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, over de ingediende moties bij de eindstemming te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven