52 Autobrief/Fiscale agenda

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 30 juni 2011 over Autobrief/Fiscale agenda.

De voorzitter:

Mevrouw Schouten is bij mij gekomen en zei dat er maar één termijn was in het algemeen overleg. Zij wil een aantal moties vermijden en daarom drie vragen stellen. Het vermijden van moties aan het eind van deze dag vind ik ongeveer het hoogste dat wij kunnen bereiken, dus wil ik haar deze gelegenheid geven.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Voorzitter. Dank u wel. Ik heb drie vragen aan de staatssecretaris. Kan hij toezeggen dat hij zo snel als mogelijk begint met een proef voor het bijtellen per kilometer voor leaseauto's? Is hij bereid te onderzoeken of er een landschapswet mogelijk is als allesomvattende fiscale regeling voor ongebouwde eigendommen in het buitengebied? Kan hij toezeggen te onderzoeken of het structureel vormgeven van de willekeurige afschrijvingen een mogelijkheid is in plaats van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek en ons bij het Belastingplan 2012 daarover te informeren? Ik heb ook een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de aangenomen motie-Cramer c.s. (31205, nr. 59) gevraagd wordt om de bpm om te vormen naar een volledig op CO2-uitstoot gebaseerde heffing zonder dat dit leidt tot verdere stijging van de belastingdruk op automobiliteit;

constaterende dat in de Autobrief de tarieven voor de bpm fors worden verlaagd en de gemiddelde bpm per auto aanmerkelijk lager is dan in 2010;

constaterende dat de verlaging van de tarieven en verlaging van de bpm niets met de ombouw van de bpm naar absolute CO2-uitstoot te maken hebben;

constaterende dat als gevolg van de aanpassing van de bpm-tarieven de gemiddelde CO2-uitstoot van de nieuw verkochte auto's zal stijgen ten opzichte van ongewijzigd beleid van 111 gr/km naar 114 gr/km in 2015;

verzoekt de regering om het voorgestelde systeem zodanig aan te passen dat het resultaat op zijn minst effectneutraal is voor de gemiddelde CO2-uitstoot van de nieuw verkochte auto's,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Schouten, Groot, Koolmees en Braakhuis. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 5 (32800).

De heer Braakhuis (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb zes moties. Als u het te lang vindt, skip ik de laatste.

De voorzitter:

Niemand schijnt te weten dat er twee minuten is voor het indienen van moties. Ik ga u nu niet als enige de dupe laten zijn van mijn toenemende ergernis. Ik zou zeggen: handel in wijsheid.

De heer Braakhuis (GroenLinks):

Ja. Ik zal in elk geval het leestempo hoog houden.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Autobrief leidt tot een hogere gemiddelde CO2-uitstoot dan zonder deze nadere maatregelen;

van mening dat de vervuiler zou moeten betalen en dat daarom steeds zuinigere en schonere auto's moeten worden gestimuleerd;

overwegende dat autoproducenten behoefte hebben aan een voorspelbare en stabiele systematiek;

verzoekt de regering om de grenzen voor de CO2-uitstoot jaarlijks te indexeren aan de hand van (technologische) ontwikkelingen in het wagenpark en de gedragseffecten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Braakhuis, Koolmees en Schouten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 6 (32800).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in Duitsland een werkend systeem voor kilometerheffing voor vracht bestaat;

constaterende dat België en Denemarken overwegen uit het Eurovignetverdrag te stappen omdat zij willen overstappen op de kilometerheffing;

overwegende dat Nederland achterloopt op de ons omringende landen omdat wij geen kilometerheffing voor vracht invoeren;

constaterende dat de regering ook overweegt uit het Eurovignetverdrag te stappen, maar dan buitenlandse vrachtwagens wil gaan vrijstellen van belastingbetaling;

van mening dat zowel Nederlandse als buitenlandse vrachtwagens moeten betalen voor het gebruik van de Nederlandse weg vanuit het principe dat de vervuiler betaalt;

verzoekt de regering, de kilometerheffing voor vracht in te voeren en de Kamer voor Prinsjesdag een plan van aanpak voor de invoering te presenteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Braakhuis, Koolmees, Schouten en Groot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 7 (32800).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de aanschafbelasting van auto's (bpm) nu 1,5 mld. lager is dan in 2007;

constaterende dat 0,5 mld. werd overgeheveld van de bpm naar de mrb;

constaterende dat per saldo een effectieve lastenverlichting resteert van 1 mld. in een periode van forse bezuinigingen;

verzoekt de regering, de lastenverlichting van 1 mld. op de bpm terug te draaien gelijktijdig met aanscherping van de CO2-normen;

verzoekt de regering, de hiermee gepaard gaande lastenverzwaring terug te sluizen naar de cultuursector – via herinvoering van de heffingskorting voor cultureel beleggen en de schenking op termijn en via handhaving van het lage btw-tarief – en in te zetten voor het verlagen van de inkomstenbelasting van de eerste schijf,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Braakhuis. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 8 (32800).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er sprake is van een toenemende import van auto's ouder dan 24 jaar, de zogenaamde oldtimers;

constaterende dat de uitstoot van één oldtimer ongeveer gelijkstaat met 500 schone auto's;

constaterende dat wethouders van met name de grote steden in de Randstad over deze auto's de noodklok luiden vanwege de verslechtering van de luchtkwaliteit – met name de grote toename van fijnstof – die deze auto's met zich brengen;

overwegende dat het voldoen aan de Europese milieunormen hierdoor negatief wordt beïnvloed;

verzoekt de regering, nog dit kalenderjaar met een voorstel te komen dat het te aantrekkelijke fiscale regime voor de import van vervuilende oude auto's uit het buitenland dusdanig beperkt dat deze import ontmoedigd wordt;

verzoekt de regering voorts, te komen met een plan van aanpak om tot het instellen van milieuzones te komen voor steden die hier behoefte aan hebben,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Braakhuis. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 9 (32800).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Autobrief leidt tot een hogere gemiddelde CO2-uitstoot dan zonder deze nadere maatregelen;

van mening dat Nederland zou moeten voldoen aan de Europese milieunormen, zoals CO2-reductie, luchtkwaliteit (waaronder onder andere NOx en fijnstof), et cetera;

overwegende dat Nederland belangrijke maatregelen achterwege laat om aan deze normen te voldoen, zoals de kilometerprijs;

verzoekt de regering, in kaart te brengen wat het effect is van de Autobrief op het realiseren van de Europese milieunormen;

verzoekt de regering, aan te geven welke overige stappen de regering neemt om aan de Europese milieunormen te voldoen en in hoeverre dit wordt bereikt en dit voor Prinsjesdag 2011 aan de Kamer te presenteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Braakhuis. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 10 (32800).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de aanschafbelasting van auto's (bpm) nu 1,5 mld. lager is dan in 2007;

constaterende dat 0,5 mld. werd overgeheveld van de bpm naar de mrb als stap naar de invoering van de kilometerprijs en dat de regering nu niet voornemens is om de kilometerprijs in te voeren;

constaterende dat de bpm een veel sterkere psychologische prikkel levert dan de mrb om een zuinigere en kleinere auto aan te schaffen;

verzoekt de regering, 0,5 mld. terug te hevelen van de mrb naar de bpm,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Braakhuis. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 11 (32800).

De heer Groot (PvdA):

Voorzitter. Ik heb twee moties. De eerste luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de voorgestelde dieseltoeslag ervoor zorgt dat middenklasse dieselauto's goedkoper worden;

constaterende dat dit leidt tot extra uitstoot van NOx en fijnstof;

constaterende dat de vier grote steden hebben aangegeven dat de NOx-doelstellingen niet worden gehaald;

verzoekt de regering, de voorgestelde dieseltoeslag zodanig aan te passen, dat de totale NOx-uitstoot lager wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Groot en Schouten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 12 (32800).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat aanmoediging van de private giftencultuur wenselijk is, omdat de regering van kunst- en cultuurinstellingen verwacht dat zij een hoger aandeel eigen inkomsten genereren;

constaterende dat de aangekondigde geefwet voor de kunst- en cultuursector nog onvoldoende is uitgewerkt en dit het ontstaan van de private giftencultuur blijft belemmeren;

van mening dat momenteel het verstrekken van giften aan culturele ANBI-instellingen wordt tegengewerkt door fiscale criteria die te maken hebben met de omvang of het risicogehalte van de ondernemende activiteiten van de instellingen;

verzoekt de regering, nog in 2011 stimulerende maatregelen te nemen om de giftencultuur te bevorderen en concreet invulling te geven aan de fiscale ondersteuning door in ieder geval:

  • - vereenvoudiging van de giftenaftrek aan ANBI's te bewerkstelligen door de huidige beperkingen op eenmalige giften te laten vervallen;

  • - vereenvoudigde mogelijkheden te scheppen voor het schenken aan ANBI's met het behoud van vruchtgebruik;

  • - ANBI's toe te staan, commerciële activiteiten te ontwikkelen waarvan het doel het belang van de ANBI dient,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Groot, Jasper van Dijk, Van der Ham en Peters. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 13 (32800).

De heer Van Vliet (PVV):

Voorzitter. De schepschotel was heerlijk. Speciaal voor de heer Braakhuis de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bezitters van een auto ouder dan 25 jaar vrijgesteld zijn van motorrijtuigenbelasting;

overwegende dat deze faciliteit wordt bevroren per 31 december 2011 en derhalve niet meer geldt voor auto's die na 31 december 1986 voor het eerst in gebruik zijn genomen;

overwegende dat de reden hiervoor was de door het vorige kabinet geplande invoering van een kilometerheffing;

overwegende dat deze kilometerheffing niet is ingevoerd en deze kabinetsperiode ook niet meer zal worden ingevoerd;

constaterende dat de staatssecretaris van Financiën heeft aangegeven sympathiek te staan tegenover een voorstel van de Kamer om bevriezing van de vrijstelling van motorrijtuigenbelasting ongedaan te maken en de dekking hiervoor te vinden in het totaalpakket aan nieuwe maatregelen zoals aangekondigd in zijn Autobrief;

verzoekt de regering, de huidige wettelijke vrijstelling van motorrijtuigenbelasting voor auto's van 25 jaar en ouder te handhaven, ook voor auto's die na 31 december 1986 voor het eerst in gebruik zijn genomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Vliet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 14 (32800).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de staatssecretaris van Financiën in zijn Autobrief heeft aangekondigd een nieuwe tijdelijke vrijstellingscategorie te willen introduceren voor auto's die minder dan 50 gram CO2 per kilometer uitstoten;

overwegende dat dit zou gaan gelden voor de motorrijtuigenbelasting en de fiscale bijtelling in de inkomstenbelasting;

constaterende dat er een einde moet komen aan de wildgroei van faciliteiten die gericht zijn op één technologie en dat tegelijkertijd optimale zekerheid aan de autobranche geboden moet worden over belastingheffing in verband met auto's;

verzoekt de regering, niet over te gaan tot introductie van deze nieuwe vrijstellingscategorie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Vliet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 15 (32800).

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Ik dien de volgende moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de voorgenomen bpm-structuur zorgt voor een onevenredig belastingvoordeel voor dure auto's zoals de Porsche Cayenne die van ruim € 40.000 bpm naar € 20.000 bpm gaan, terwijl de bpm van kleine energiezuinige auto's juist gaat stijgen;

verzoekt de regering, de vierde schijf in de tariefstructuur van de bpm zodanig vorm te geven dat de bpm voor auto's behorend tot de klasse van de zeer dure auto's zoals de Porsche Cayenne in ieder geval niet minder zal bedragen dan nu het geval is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bashir. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 16 (32800).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat door de deelnemingsvrijstelling de voordelen uit hoofde van een deelneming bij de moedermaatschappij vrijgesteld zijn van vennootschapsbelasting;

constaterende dat door het Bosal-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen de kosten die samenhangen met de verwerving van de deelneming ook nog eens aftrekbaar zijn bij de moedermaatschappij;

constaterende dat hierdoor bij buitenlandse deelnemingen een gat in de belastingheffing ontstaat dat de Nederlandse schatkist onnodig veel geld kost doordat in Nederland geen belasting kan worden geïnd over de winsten van buitenlandse deelnemingen, terwijl de financieringskosten nog steeds aftrekbaar zijn;

verzoekt de regering, bij het Belastingplan 2012 met maatregelen te komen om dit gat in de vennootschapsbelasting te dichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bashir en Van Vliet. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 17 (32800).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering de vennootschapsbelasting verder wil verlagen naar 24%;

constaterende dat de Nederlandse regering de winstbelasting voor bedrijven al verschillende malen heeft verlaagd;

overwegende dat het niet redelijk is om deze belastingverlaging cadeau te doen, terwijl er tegelijkertijd door de regering keihard bezuinigd wordt;

verzoekt de regering, het tarief van de vennootschapsbelasting niet nogmaals te verlagen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Bashir. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 18 (32800).

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, ik heb maar één motie en zij is ook nog vrij kort. Mag dat of moet ik een heel verhaal met alle automodellen houden?

De voorzitter:

Ik maak voor u een uitzondering.

De heer Omtzigt (CDA):

Daar ben ik blij mee. Ik ben ook blij dat de staatssecretaris heeft toegezegd nog eens goed te gaan kijken naar hoe er met groen gas als autobrandstof kan worden omgegaan.

De voorzitter:

Nee, mijnheer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Wij mochten toch een opmerking maken omdat er geen tweede termijn was?

De voorzitter:

Nee, dat gold alleen voor mevrouw Schouten. Die heb ik voorgetrokken.

De heer Omtzigt (CDA):

Dan moet ik nog eens kijken hoe dat ook alweer zat met rijke Kamerleden.

De voorzitter:

U moet dat anders aanpakken.

De heer Omtzigt (CDA):

Mijn motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de brief over de geefwet een visie op goede doelen, op geven en op maatschappelijke betrokkenheid ontbreekt;

constaterende dat eveneens geen aandacht is geschonken aan de maatschappelijke organisaties en verenigingen (sociaal belang behartigende instellingen, zoals sportverenigingen, buurthuizen, scouting en muziekverenigingen), terwijl die essentieel zijn voor de samenleving;

constaterende dat de regering middels de motie-Omtzigt c.s. (32504, nr. 60) hiertoe wel verzocht is;

verzoekt de regering, met een kabinetsbrief te komen die een integrale visie bevat op het geven van geld, geven in natura en vrijwilligerswerk en vooral de fiscale behandeling daarvan, waarin in het bijzonder wordt ingegaan op SBBI's en die in september 2011 aan de Kamer te sturen ter behandeling bij het Belastingplan 2012,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt en Schouten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 19 (32800).

Dank u wel voor uw begrip, mijnheer Omtzigt.

De heer Koolmees (D66):

Voorzitter. Ik heb ook maar één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in de Autobrief wordt uitgegaan van een bpm-opbrengst van 1,9 mld.;

constaterende dat de bpm-opbrengst sinds 2008 forser is afgenomen dan verwacht door met name een grotere verkoop van vrijgestelde auto's;

overwegende dat deze verlaging van de belastinginkomsten nooit een bewuste keuze is geweest en de dalende belastinginkomsten het resultaat zijn van een uitgehold belastingsysteem;

van mening dat vasthouden aan het peilbedrag van 1,9 mld. zorgt voor een onwenselijk systeem waarin schone auto's duurder worden en vervuilende auto's juist goedkoper;

verzoekt de regering om bij de vormgeving van de bpm uit te gaan van de gemiddelde bpm-opbrengst van de afgelopen vijf jaar en de meeropbrengsten van deze belasting in te zetten voor lastenverlichting elders, bijvoorbeeld via een verlaging van de eerste schijf in de inkomstenbelasting,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Koolmees, Schouten, Groot en Braakhuis. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 20 (32800).

Dit is de zestiende motie in dit VAO. Dat aantal is vaak voorgekomen per VAO deze dag, zo kan ik u meedelen voor uw informatie. Daar gaan wij wat aan doen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Staatssecretaris Weekers:

Voorzitter. Ik zal over de gewijzigde motie-Bashir/Van Vliet enkele warme woorden spreken, maar dat heeft niets te maken met de indieners. Het gaat hier immers, zoals altijd, om de inhoud.

Voorzitter. Mevrouw Schouten heeft mij drie vragen gesteld. Ik zal het kort houden. Op haar eerste vraag zeg ik ja. Ik kan het alleen niet parallel laten lopen met de proef van de bestelbusjes, maar zal er wel zo snel mogelijk mee starten. Ook op haar tweede vraag is het antwoord ja. Ik zal dat niet in het Belastingplan 2012 kunnen laten meelopen, maar ik hoop er wel zo snel mogelijk nadat het Belastingplan 2012 is gepresenteerd in een brief op terug te komen. Op haar derde vraag is het antwoord ook ja. Ik moet alleen zeggen dat de door haar voorgestelde dekking te weinig is om de willekeurige afschrijving als zodanig te laten doorrollen. Daar zal ik nog een aantal andere dingen bij nodig hebben. Ik zie het als een aanmoediging van mijn beleid, waarin ik probeer wat kleinere regelingen te schrappen om daarmee wat algemenere regelingen wat meer body te geven. Ik hoop in het kader van de fiscale agenda bij het Belastingplan 2012 tot nadere stappen te komen. Als ik dat al niet zelf kan, kan dit wellicht gebeuren in samenspraak met de Kamer. Ik verwelkom in elk geval de suggesties van mevrouw Schouten.

Ik kom bij de motie van mevrouw Schouten c.s. op stuk nr. 5. We moeten een klein beetje evenwicht bewaren in deze Kamer, dus deze motie zal ik moeten ontraden. Mevrouw Schouten begrijpt dat, want deze motie leidt uiteindelijk tot lastenverzwaring.

De indieners van de motie-Braakhuis c.s. op stuk nr. 6 zijn van mening dat de vervuiler zou moeten betalen en dat daarom steeds zuinigere en schonere auto's moeten worden gestimuleerd. Dat doe ik met mijn aangekondigde beleid in de Autobrief. De volgende overweging in deze motie is dat autoproducenten behoefte hebben aan een voorspelbare en stabiele systematiek. Ook dat doe ik in mijn Autobrief, want ik voorspel wat het beleid de komende vijf jaar is. Ik wil er alleen niet tussentijds al aan gaan sleutelen. Daarna wordt in deze motie de regering verzocht, de grenzen voor de CO2-uitstoot jaarlijks te indexeren aan de hand van technologische ontwikkelingen in het wagenpark en de gedragseffecten. Dat doe ik ex ante aan de hand van onderzoek van Ecorys en TNO. Als ik het beleid stabiel en voorspelbaar wil laten zijn de komende jaren, zal ik dat ex ante moeten doen. Wel ben ik bereid, zoals ik vanmiddag heb toegezegd, de komende jaren de zaak te monitoren. Mocht de zaak uit het lood slaan ten opzichte van onze voorspelling, dan ben ik natuurlijk bereid om de zaken tussentijds aan te passen. Als de heer Braakhuis dit voldoende acht en van mening is dat hiermee voldoende invulling wordt gegeven aan zijn motie, dan denk ik dat wij elkaar verstaan. Als de heer Braakhuis van mening is dat elk jaar de zaak moet worden aangepast, los van het onderzoek dat nu is uitgevoerd, dan zal ik de motie moeten ontraden. Maar volgens mij verstaan wij elkaar.

De motie-Braakhuis c.s. op stuk nr. 7 over een kilometerheffing voor vracht moet ik ontraden. De heer Braakhuis en zijn mede-indieners weten dat volgens het regeerakkoord deze kabinetsperiode geen kilometerheffing wordt ingevoerd.

In de motie-Braakhuis op stuk nr. 8 wordt de regering verzocht om meer belasting op te halen via de bpm en deze vervolgens terug te sluizen naar de cultuursector. Deze motie moet ik ontraden, want hierdoor wordt de auto als melkkoe gebruikt. Daar is de regering niet toe bereid.

In de motie op stuk nr. 9 verzoekt de heer Braakhuis de regering, te komen met een plan van aanpak voor het instellen van milieuzones voor steden die hier behoefte aan hebben. Daar ga ik niet over. Een staatssecretaris met het onderwerp belastingen in zijn portefeuille gaat niet over milieuzones in gemeenten. Volgens mij gaan de gemeenten daar zelf over. Vanuit mijn verantwoordelijkheid kan ik hierover geen oordeel vellen. Ik vind dat dit soort moties eigenlijk in de betreffende gemeenten thuishoort.

De heer Braakhuis (GroenLinks):

In de motie worden twee verzoeken gedaan. Over het eerste verzoek heeft de staatssecretaris nog niets gezegd.

Staatssecretaris Weekers:

Het eerste verzoek strekt ertoe om het aantrekkelijke fiscale regime voor de import van vervuilende oude auto's uit het buitenland dusdanig te beperken dat deze import ontmoedigd wordt. Ik vind dat verzoek merkwaardig, want het wordt niet aangemoedigd om vervuilende auto's te importeren. Het is een stukje cultuurhistorisch mobiel erfgoed, dat soms wordt geïmporteerd. Dat de heer Braakhuis cultuurhistorisch erfgoed hier niet mobiel wil laten "landen", is een andere zaak. Ik hoor de heer Braakhuis buiten de microfoon zeggen dat het kabinet niet van kunst houdt, maar dit kabinet houdt zeer van kunst en cultuur. Het vindt echter dat die sector voor een deel zijn eigen broek kan ophouden.

In de motie-Braakhuis op stuk nr. 10 over de milieunormen wordt de regering verzocht, aan te geven welke overige stappen de regering neemt om aan de Europese milieunormen te voldoen en in hoeverre dit wordt bereikt. Zij wordt tevens verzocht, hierover voor Prinsjesdag 2011 een stappenplan aan de Kamer te presenteren. Ik verwijs de heer Braakhuis naar de Autobrief die ik heb geschreven. De Europese milieunormen schrijven voor dat wij in 2015 gemiddeld onder de 130 gram uitstoot per kilometer moeten zitten. In de brief heb ik aangegeven dat wij dit jaar al op 114 gram per kilometer zitten; wij voldoen nu dus al ruimschoots aan de Europese milieunormen. Wij voldoen dus in 2011 al ruimschoots aan de Europese milieunormen die voor 2015 worden gesteld. Als de heer Braakhuis verder wil gaan, gaat hij wel heel veel verder dan Europa van ons verlangt. Het is het kabinetsbeleid om niet op Europees beleid vooruit te lopen. Aanneming van deze motie moet ik dus ontraden.

De heer Braakhuis heeft ook een motie (32800, nr. 11) ingediend over de verschuivingen van de bpm. Daarin verzoekt hij de regering om 0,5 mld. terug te hevelen van de motorrijtuigenbelasting naar de bpm. Aanneming van deze motie ontraad ik, omdat ik geen jojobeleid wil. Ik zie geen goede reden om de zogenaamde vluchtheuvelvariant, die het vorige kabinet heeft ingezet, nu weer terug te draaien.

In de motie-Groot/Schouten op stuk nr. 12 wordt de regering verzocht, de voorgestelde dieseltoeslag zodanig aan te passen, dat de totale NOx-uitstoot lager wordt. Ik ontraad aanneming van deze motie. De overwegingen zijn niet geheel juist. Voor een middenklasse dieselauto ga je in 2015 namelijk meer dieseltoeslag in de bpm betalen dan de nu voorziene toeslag.

De heer Groot heeft met een aantal collega's nog een motie (32800, nr. 13) ingediend. Dat was een motie die was ingediend door mevrouw Klijnsma c.s. (32820, nr. 7) afgelopen maandag, bij het wetgevingsoverleg met collega Zijlstra. Die motie gaat over de vereenvoudiging van de giftenaftrek aan ANBI's, het scheppen van vereenvoudigde mogelijkheden voor het schenken aan ANBI's met behoud van vruchtgebruik en het ontwikkelen van commerciële activiteiten waarvan het doel het belang van de ANBI dient toe te staan. Ik heb toegezegd dat ik aan de laatste twee punten wil tegemoetkomen. Met name het toestaan van het ontwikkelen van commerciële activiteiten die het doel van de ANBI dienen, zal ik op de een of andere manier regelen in het Belastingplan. Dat past namelijk bij het kabinetsbeleid.

Ik heb vanochtend tijdens het algemeen overleg al het volgende gezegd over het scheppen van mogelijkheden voor het schenken aan ANBI's met behoud van vruchtgebruik. De kwestie van het bloot eigendom schenken waarbij het vruchtgebruik wordt behouden of omgekeerd. Dat zal ik onderzoeken en daar sta ik welwillend tegenover.

Het eerste punt, vereenvoudiging van de giftenaftrek aan ANBI's te bewerkstelligen door de huidige beperking op eenmalige giften te laten vervallen, kan ik nog niet toezeggen. Dat moet ik op dit moment ontraden, want dat kost geld. Als de Kamer mij mogelijkheden tot dekking aanbiedt, sta ik daar op zichzelf constructief tegenover. Op deze wijze kan ik de motie (32820, nr. 7) echter niet overnemen.

Ik kom op de motie op stuk nr. 14 van de heer Van Vliet. Hij verzoekt de regering daarin de huidige wettelijke vrijstelling van motorrijtuigenbelasting voor auto's van 25 jaar en ouder te handhaven, ook voor auto's die na 31 december 1986 voor het eerst in gebruik zijn genomen. Ik laat het oordeel over die motie aan de Kamer. Ik heb echter vanmiddag het debat gevolgd en daarom geef ik de heer Van Vliet het advies om deze motie aan te houden en het zomerreces te gebruiken om draagvlak te zoeken voor deze motie. Ik begrijp dat er in de Kamer gevoelens bestaan om cultuurhistorisch erfgoed voor Nederland te bewaren, maar nog niet iedereen is ervan overtuigd dat auto's van 25 jaar en ouder daaraan voldoen. Misschien moet dat nog even verder worden overwogen in de Kamer.

De heer Van Vliet (PVV):

Dit verhaal beluisterend, ben ik bereid om mijn motie aan te houden en het zomerreces te gebruiken om met mijn collega's te overleggen.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Vliet stel ik voor, zijn motie (32800, nr. 14) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Weekers:

Dat scheelt vanavond weer een stemming, mevrouw de voorzitter.

Ik kom op de motie op stuk nr. 15 van de heer Van Vliet. Daarin wordt geconstateerd dat er een einde moet komen aan de wildgroei van faciliteiten die gericht zijn op één technologie en dat tegelijkertijd optimale zekerheid aan de autobranche geboden moet worden over belastingheffing in verband met auto's. De regering wordt in de motie verzocht om niet over te gaan tot introductie van een nieuwe vrijstellingscategorie. Deze motie is innerlijk inconsistent, zeg ik tegen de heer Van Vliet. De constatering die ik zojuist herhaalde, is namelijk precies de constatering die ik ook in mijn Autobrief heb gemaakt. Ik heb namelijk een einde gemaakt aan de technologiebenadering. Nu valt slechts één technologie onder de volstrekte vrijstelling, namelijk de electro-auto. In de Autobrief heb ik aangegeven dat ik technologieneutraal wil zijn. Daarom heb ik de grens gelegd op minder dan 50 gram uitstoot per kilometer. Daarmee zijn ook combinaties van technologieën mogelijk.

Volgens mij ben ik dus tegemoetgekomen aan precies hetgeen de heer Van Vliet vraagt. Als hij zegt: ik wil geen nieuwe vrijstellingscategorie, dan zeg ik: ik heb geen nieuwe vrijstellingscategorie gecreëerd. Ik heb alleen gezegd dat ik de vrijstellingscategorie technologieneutraal wil maken. Daarom vraag ik de heer Van Vliet om deze motie nog eens te bekijken, want volgens mij klopt de motie niet als hij deze naast mijn Autobrief legt. Als de heer Van Vliet persisteert, ontraad ik de motie.

Ik ga verder met de motie van de heer Bashir op stuk nr. 16. Hij verzoekt de regering om de vierde schijf in de tariefstructuur van de bpm zodanig vorm te geven dat de bpm voor auto's behorend tot de klasse van de zeer dure auto's, zoals de Porsche Cayenne, in ieder geval niet minder zal bedragen dan nu het geval is. Daarover hebben wij vanochtend ook een uitvoerig debat gevoerd. Volgens mij gaat het niet om de luxe of de kostprijs van een auto. Daar is de bpm in de toekomst niet meer op gebaseerd; het gaat om de uitstoot. Dat is lijn met de motie-Cramer, die de regering nu uitvoert. Ik heb vanmiddag al aangegeven dat voor een auto die 2,6 keer zo veel uitstoot als de minst vervuilende auto, 32 keer zo veel bpm betaald moet worden. Daarenboven heb ik toegezegd dat ik voor deze allerzwaarste categorie een nieuwe schijf ga invoeren. Ik moet nog bezien waar die precies komt te liggen. Dat vindt zijn vertaling in het Belastingplan, maar ik zal die ergens moeten neerleggen. Er is één belasting in Nederland die het meest progressief is en dat is de bpm. Wat ik niet kan doen, is afstand nemen van de motie-Cramer en weer een element van luxebelasting invoeren. Om die reden moet ik het aannemen van de motie van de heer Bashir ontraden. De Kamer kiest ofwel voor een belasting op milieu-uitstoot of voor een belasting op luxe.

Ik kom bij de motie op stuk nr. 17. Daarin verzoekt de heer Bashir de regering, bij het Belastingplan 2012 met maatregelen te komen om het gat in de vennootschapsbelasting te dichten. Ik zie deze motie als ondersteuning van het beleid. Maatvoering is overigens nog een punt van onderzoek. Dat is ook geconstateerd door de Taskforce Hoofdkantoren. Ik stel voor dat wij het vervolg van deze motie bespreken in het kader van het Belastingplan, waarin ik tot uitwerking hiervan overga.

In de motie op stuk nr. 18 verzoekt de heer Bashir de regering, het tarief van de vennootschapsbelasting niet nogmaals te verlagen. Ik moet het aannemen van deze motie ontraden. Het voornemen volgt uit het regeerakkoord. Ik heb een- en andermaal gezegd dat deze regering geen enkel cadeautje aan het bedrijfsleven geeft. Een eventuele tariefsverlaging wordt door het bedrijfsleven zelf betaald.

De voorzitter:

Staatssecretaris, dit is niet de bedoeling. De leden mogen ook niet met u in debat. Ik begrijp dat het voor u heerlijk is om zonder interrupties te kunnen spreken, maar dat is niet de bedoeling. U moet een kort oordeel geven over de moties.

Staatssecretaris Weekers:

Ik ontraad het aannemen van de motie op stuk nr. 18.

In de motie op stuk nr. 19 wordt gevraagd om een nadere kabinetsbrief over de Geefwet. Ik ontraad het aannemen van deze motie onder het motto dat het betere niet de vijand mag zijn van het goede. Het kabinet heeft met de Geefwetbrief een belangrijke stap gezet. Ik heb vanochtend gezegd dat ik in het Belastingplan met een paragraaf Geefwet kom, waarin een aantal zaken wordt geregeld en waarbij ik de suggesties van de Kamer betrek, ook die van de heren Omtzigt en Groot. Ik hoop dat de Kamer mij daarin vertrouwen geeft. Als ik nu weer eerst terugga naar het kabinet om met een brede visie te komen, plaatst de Kamer zichzelf met die zaken op achterstand. De staatssecretaris van fiscale zaken is geen staatssecretaris die het vrijwilligerswerk in Nederland coördineert.

In de motie op stuk nr. 20 van de heer Koolmees c.s. wordt de regering verzocht om bij de vormgeving van de bpm uit te gaan van de gemiddelde bpm-opbrengst van de afgelopen vijf jaar en de meeropbrengst van deze belasting in te zetten voor lastenverlichting elders, bijvoorbeeld via verlaging van de eerste schijf van de inkomstenbelasting. Ik ontraad het aannemen van deze motie, omdat die leidt tot lastenverzwaring voor de automobilist. Daardoor wordt de automobilist weer als melkkoe gebruikt om daarmee de eerste schijf te verlagen. Daar kiest het kabinet niet voor.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording. De stemming over de moties is bij de eindstemming. Ik dank de staatssecretaris nu al dat hij daarbij aanwezig zal zijn. Ook de minister zal daarbij aanwezig zijn.

De vergadering wordt van 0.22 uur tot 1.00 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik verzoek de leden, hun plaatsen in te nemen. Wij hebben een lange stemmingslijst, maar die was veel langer geweest als wij vanmiddag niet al een uur hadden gestemd. Wij gaan beginnen.

Naar boven