48 Ggz

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 30 juni 2011 over de ggz.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik wou bijna de grap maken: ik heb 20 moties, maar ik zal de voorzitter niet de stuipen op het lijf jagen.

De voorzitter:

U hebt mij hier nog niet eens zozeer mee. U moest eens weten wat u de medewerkers allemaal aandoet!

Mevrouw Leijten (SP):

Ik heb er geen twintig, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel.

Mevrouw Leijten (SP):

Ik wilde het bijna doen om de voorzitter en de medewerkers niet de stuipen op het lijf te jagen, maar goed, laten we zeggen dat het laat is. Een grapje is dan moeilijk.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat huisartsen, specialisten, behandelaars en andere medewerkers in de ggz, de eigen bijdrage discriminatie noemen van mensen met een geestesziekte;

verzoekt de regering, niet te discrimineren, de eigen bijdrage te schrappen en dit te dekken door de AWBZ-premie ook over de derde en vierde belastingschijf te heffen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 120 (25424).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering 226 mln. inboekt die moet worden opgebracht door een eigen bijdrage in de tweedelijns-ggz van € 275;

constaterende dat behandelaars deze eigen bijdrage niet kunnen innen, omdat dit de behandelrelatie onder druk zet;

constaterende dat zorgverzekeraars het debetrisico van de inning van de eigen bijdrage niet willen dragen;

van mening dat de eigen bijdrage niet geïnd zal worden en de regering zich rijk rekent met het voorstel van de eigen bijdrage;

verzoekt de regering, de eigen bijdrage vanwege de onmogelijke inning van de eigen bijdrage niet in te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 121 (25424).

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. De volgende motie is eigenlijk voor de staatssecretaris bestemd omdat er geen antwoord kwam in het debat.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, te garanderen dat geen kind behandeling of therapie wordt onthouden als de ouders om financiële redenen, vanwege de eigen bijdrage van € 275 in de tweedelijns-ggz, afzien van noodzakelijke gezinstherapie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Leijten en Kooiman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 122 (25424).

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voorkomen moet worden dat mensen met een laag inkomen zorg zullen mijden als gevolg van de introductie van een eigen bijdrage in de tweedelijns-ggz;

overwegende dat voorts moet worden voorkomen dat door het schrappen van de "behandeling kort" uit het basispakket van de Zorgverzekeringswet, chronische patiënten met korte behandelingen worden gedupeerd die van die behandeling gebruikmaken voor een medicatiecontact met hun psychiater;

verzoekt de regering, in 2012 bij het introduceren van een eigen bijdrage in de tweedelijns-ggz het risico op zorgmijding in te perken door de meest kwetsbare doelgroepen te ontzien, hetzij via een verlaging van de eigen bijdrage, hetzij via een gerichte uitzondering voor de meest kwetsbare doelgroepen;

verzoekt de regering voorts, overeenkomstig het oorspronkelijke kabinetsvoorstel de "behandeling kort" te blijven vergoeden uit de Zorgverzekeringswet;

verzoekt de regering, te bezien of voor het blijven vergoeden van de "behandeling kort" en het ontzien van de meest kwetsbare doelgroepen bij het heffen van een eigen bijdrage, onder andere dekking kan worden gevonden door het tarief van de diagnose behandelcombinaties in de curatieve ggz van langer dan 18.000 minuten te begrenzen tot het tarief van 18.000 minuten en de komende dagen in overleg met de sector te treden om te bezien welke financiële ruimte verder kan worden gevonden voor het ontzien van de meest kwetsbare doelgroepen bij het heffen van de eigen bijdrage;

verzoekt de regering tevens, de in het bestuurlijk overleg met de sector ter tafel komende voorstellen die financieel voordeel opleveren, te gebruiken voor verdere verlaging van de eigen bijdrage in de tweede lijn vanaf 2013,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Staaij en Bruins Slot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 123 (25424).

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering 593 mln. wenst om te buigen op de ggz;

overwegende dat een groot deel van die middelen uit eigen bijdragen moet komen;

overwegende dat een dergelijke eigen bijdrage expliciet voor de ggz stigmatiserend werkt voor mensen met psychische stoornissen, dat deze eigen bijdrage leidt tot onaanvaardbare gevolgen voor cliënten en tot onnodige extra kosten voor de samenleving, dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders niet meewerken aan het innen van die eigen bijdrage;

overwegende dat een belangrijk deel van de mensen met in de eerste lijn te behandelen problematiek nu in de tweede lijn tegen een tweedelijnstarief wordt geholpen;

overwegende dat er een aanzienlijk verschil is tussen het tarief in de eerste lijn en de tweede lijn;

verzoekt de regering, af te zien van de eigen bijdrage in de eerste- en tweedelijns-ggz en de benodigde financiële dekking voor de 593 mln. te vinden in een tariefsverlaging tot eerstelijnsniveau van de korter durende dbc's (respectievelijk de voorzijde van de tweedelijns-ggz) dan wel uit tariefsverlaging van andere dbc's die in overleg met dbc-onderhoud en veldpartijen daartoe worden aangedragen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink en Voortman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 124 (25424).

Mevrouw Dijkstra (D66):

Voorzitter. Ik dien de volgende moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat de prestatiebekostiging van ggz-zorg afhankelijk is van gegevens over de prestaties van ggz-zorgaanbieders, en daarmee de kwaliteit die zij leveren;

van mening dat dit een voorwaarde is voor zorgverzekeraars om een goede prijs- en kwaliteitsvergelijking tussen die zorgaanbieders te maken;

constaterende dat veel ggz-zorgaanbieders die gegevens over de kwaliteit van hun behandeling in de vorm van patiëntregistraties kunnen leveren, maar dat de koppeling tussen die patiëntregistraties en de door hen geopende dbc-zorgproducten nog ontbreekt en er hierdoor onvoldoende prikkels bestaan om de beste zorg voor de laagste prijs in te kopen dan wel te leveren;

verzoekt de regering, patiëntregistraties vanaf 2013 als voorwaarde voor zorgcontractering op te nemen en de financiering van deze registraties te regelen, teneinde een verantwoorde koppeling te verkrijgen tussen die patiëntregistraties en de door ggz-zorgaanbieders geopende dbc-zorgproducten voor daadwerkelijk geleverde zorg,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dijkstra, Wiegman-van Meppelen Scheppink en Voortman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 125 (25424).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat ketenzorg chronisch psychiatrische patiënten helpt om de kwaliteit van hun leven te verbeteren;

constaterende dat de financiering van samenwerkende hulpverleners in de ketenzorg via zowel de Zvw, de AWBZ als de Wmo geschiedt en dat er derhalve onvoldoende prikkels bestaan om zo effectief en efficiënt mogelijk samen te werken;

verzoekt de regering om te onderzoeken of het mogelijk is om die ketenzorg integraal te financieren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dijkstra, Wiegman-van Meppelen Scheppink en Voortman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 126 (25424).

Mevrouw Venrooy had zich nog aangemeld, maar ik zie haar niet. Dat zal wel een misverstand zijn.

Ah, mevrouw Bouwmeester wil nog een motie indienen.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Voorzitter. Sorry, er ging iets mis met inschrijven. Misschien heb ik mij te laat ingeschreven.

Ik krijg gelukkig nog de kans om twee moties in te dienen. Ik ga proberen dat heel snel te doen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering van plan is binnen de ggz no-shows door patiënten zelf te laten vergoeden;

overwegende dat het niet nakomen van afspraken voor veel ggz-patiënten onderdeel vormt van de aandoening en behandeling van deze patiënten en derhalve actieve benadering door behandelaars vergt;

verzoekt de regering, de Kamer voor 1 oktober 2011 een voorstel te zenden om no-shows van patiënten bij wie het niet nakomen van afspraken onderdeel vormt van de aandoening, niet op de patiënten maar op de behandelaars te verhalen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bouwmeester, Voortman en Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 127 (25424).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de voorgestelde bezuinigingsmaatregelen in de ggz ten aanzien van eigen bijdragen en het verkleinen van het verzekerde pakket oneerlijk, ongezond en onveilig zijn en uiteindelijk zullen leiden tot hogere kosten;

overwegende dat het CPB heeft berekend dat door taakherschikking binnen de ggz, het verlagen van het norminkomen van specialisten en bestuurders in de zorg, en het vergroten van kwaliteit en doelmatigheid honderden miljoenen zijn te besparen en dat deze besparingsmogelijkheden pas voor een zeer klein deel zijn ingeboekt;

overwegende dat in de brede heroverweging maatregelen in de ggz te allen tijde genoemd worden ten aanzien van substitutie, innovatie en kwaliteitsverbetering die leiden tot een besparing van 200 mln.;

van mening dat er voldoende alternatieven zijn om de beoogde besparingen te behalen zonder dat mensen geconfronteerd hoeven worden met eigen bijdragen;

verzoekt de regering, de voorgestelde maatregelen op te schorten en de Kamer voor 1 oktober 2011 een uitgewerkt plan van aanpak te sturen waarin wordt aangegeven op welke wijze kwaliteitsverbetering en kostenbesparing vormgegeven worden, zonder de patiënten financieel of kwalitatief extra te belasten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bouwmeester, Voortman en Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 128 (25424).

Minister Schippers:

Voorzitter. In de motie-Leijten op stuk nr. 120 wordt de regering verzocht, de eigen bijdrage te schrappen. Ik ontraad deze motie, omdat ik een principieel andere kijk heb op eigen betalingen.

In de motie-Leijten op stuk nr. 121 wordt de regering verzocht, de eigen bijdrage vanwege de onmogelijke inning niet in te voeren. Ik ontraad deze motie, omdat de verzekeraars en de instellingen hiervoor verantwoordelijk zijn.

In de motie-Leijten/Kooiman op stuk nr. 122 wordt de regering verzocht, te garanderen dat geen kind behandeling of therapie wordt onthouden. Kinderen wordt dit niet onthouden, want onder de achttien jaar blijft dit gewoon in het pakket zonder eigen betaling. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen therapie. Ik ontraad deze motie.

In de motie-Van der Staaij/Bruins Slot op stuk nr. 123 wordt de regering verzocht, in 2012 bij het introduceren van een eigen bijdrage in de tweedelijns-ggz het risico op zorgmijding in te perken door de meest kwetsbare doelgroepen te ontzien, hetzij via een verlaging van de eigen bijdrage, hetzij via een gerichte uitzondering voor de meest kwetsbare doelgroepen. Daarnaast wordt de regering verzocht, de "behandeling kort" weer terug te brengen in de Zorgverzekeringswet. Verder wordt de regering verzocht om te bezien of dit gedekt kan worden uit de begrenzing van de 18.000 minuten en om de komende dagen in overleg met de sector te treden om te bezien welke financiële ruimte verder kan worden gevonden voor het ontzien van de meest kwetsbare groepen bij het heffen van de eigen bijdrage. Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer. Ik wil bezien of de eigen bijdrage verlaagd kan worden dan wel of kwetsbare groepen kunnen worden uitgezonderd, als overleg met het veld voldoende dekking oplevert.

In de motie-Wiegman-van Meppelen Scheppink/Voortman op stuk nr. 124 wordt de regering verzocht, af te zien van een eigen bijdrage in de eerste- en tweedelijns-ggz. Ik ontraad deze motie omdat wij daar verschillend over denken.

In de motie-Dijkstra c.s. op stuk nr. 125 wordt de regering verzocht, patiëntregistraties als voorwaarde voor zorgcontractering op te nemen. Ik ga dat nader onderzoeken. Zoals de motie nu gesteld is, zou dat financiële problemen kunnen opleveren. Dat gaat mij iets te ver. Misschien kan mevrouw Dijkstra de motie aanhouden, zodat we later kunnen bezien of we na dat onderzoek op hetzelfde punt zijn uitgekomen.

In de motie-Dijkstra c.s. op stuk nr. 126 wordt de regering verzocht, te onderzoeken of het mogelijk is om de ketenzorg integraal te financieren. Deze motie beschouw ik als ondersteuning van het beleid. Het oordeel laat ik aan de Kamer.

In de motie-Bouwmeester c.s. op stuk nr. 127 wordt de regering verzocht, een voorstel te zenden om no shows van patiënten bij wie het niet nakomen van afspraken onderdeel vormt van hun aandoening, niet op deze patiënten maar op hun behandelaars te verhalen. Dit is een bewuste maatregel om iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid te laten nemen. Daarom willen wij dat wel ten laste van de patiënt brengen. Daarom ontraad ik deze motie.

In de motie-Bouwmeester c.s. op stuk nr. 128 wordt de regering verzocht, de voorgestelde maatregelen op te schorten. Ik ontraad deze motie. Het debat ging hierover. Als wij de maatregelen opschorten, kunnen wij niet meer per 2012 realiseren en heb ik dus een gat van 600 mln.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Dijkstra stel ik voor, haar motie (25424, nr. 126) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor de beantwoording. Stemmingen over de moties vinden plaats bij de eindstemming.

Naar boven