4 MIRT

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 29 juni 2011 over het MIRT.

De voorzitter:

Ik heet de minister van harte welkom. Wij hanteren het kerstregime. Ik vind dat net zo onaangenaam als u. Het is de enige manier waarop u alles kunt zeggen wat u wenst. Ik verzoek u allen zo kort mogelijk te spreken.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb goed nieuws voor u. Ik heb drie moties. Het is fijn dat er enig overleg mogelijk was.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de minister van Infrastructuur en Milieu heeft aangegeven uitsluitend uit te willen gaan van een zijligging voor een eventuele spoorlijn Utrecht-Breda langs de A27;

tevens overwegende dat regionaal onderzoek naar het niet onmogelijk maken van een spoorlijn Breda-Utrecht heeft uitgewezen dat een middenligging op met name het tracédeel bij Gorinchem veel synergievoordelen oplevert met verbreding van de A27;

overwegende dat uit het onderzoek blijkt dat op het tracédeel Gorinchem geen directe aanleiding is voor grote juridische risico's als gevolg van extra ruimtereserveringen voor de spoorlijn;

overwegende dat beschikbare ruimte in de middenberm van de A27 in de toekomst eventueel ook gebruikt kan worden voor andere verkeersdoeleinden dan een spoorlijn;

verzoekt de regering om in de volgende fase van de MER/planstudie A27 Lunetten-Hooipolder ook de optie van een middenligging van een eventueel toekomstige spoorlijn Breda-Utrecht mee te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Slob en Bashir. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 85 (32500-A).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat zowel voor de snelwegen rond Rotterdam als voor de snelwegen rond Den Haag een rijksstructuurvisie wordt opgesteld;

overwegende dat grootschalige uitbreidingen zoals de Nieuwe Westelijke Oeververbinding onvermijdelijk grote effecten hebben voor de doorstroming op het hele verkeersnetwerk in de regio en keuzes over nieuwe infrastructuur die in de toekomst nog genomen zullen worden;

verzoekt de regering, een rijksstructuurvisie te maken voor de regio Den Haag-Rotterdam, waarbij de bereikbaarheidsproblematiek integraal wordt beschouwd en ook wordt gekeken naar de effecten op langere termijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Slob en Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 86 (32500-A).

De heer Slob (ChristenUnie):

Deze laatste motie betekent dat wij niet uitgaan van twee structuurvisies, maar dat wij er één van maken.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de provincies Gelderland en Utrecht de wens hebben de Valleilijn door te trekken van Amersfoort naar Utrecht;

overwegende dat de spoorlijn Amersfoort-Utrecht aan de grenzen van de capaciteit komt;

constaterende dat bij station Bilthoven ongelijkvloerse spoorwegovergangen worden gecreëerd ter vervanging van de overweg Soestdijkseweg;

overwegende dat het niet uit te sluiten is dat in de toekomst inhaalsporen bij dit station nodig zijn voor een betrouwbaarder dienstregeling richting Noord- en Oost-Nederland, frequentieverhoging richting Baarn en/of het doortrekken van de Valleilijn naar Utrecht;

verzoekt de regering, bij het ontwerp van de bebouwing op en rond station Bilthoven en de viaducten ter plaatse de toekomstige realisatie van inhaalsporen ter hoogte van het station bouwkundig en ruimtelijk niet onmogelijk of onnodig duur te maken en de Kamer voor 1 september 2011 hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Slob. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 87 (32500-A).

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dien drie moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de optie om de A15 met een brug door te trekken over het Pannerdensch Kanaal op juridische bezwaren kan stuiten, omdat de Gelderse Poort een Natura 2000-gebied betreft;

overwegende dat er met het RegioCombiAlternatief en het Tunnelalternatief ook andere opties zijn;

constaterende dat de minister het vanzelfsprekend acht dat haar voorkeursvariant voor het doortrekken van de A15 voldoet aan de Natura 2000-wetgeving;

verzoekt de regering, de Kamer nog voor de publicatie van de Trajectnota/MER van het doortrekken van de A15 met een juridische onderbouwing te komen dat de brugvariant houdbaar is, in de wetenschap dat er alternatieven voorhanden zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 88 (32500-A).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in de financiële dekking voor het doortrekken van de A15 wordt uitgegaan van 282,5 mln. aan tolopbrengsten;

constaterende dat gezien de spaarzame volksaard van Nederlanders, de vraag is hoeveel automobilisten een tolroute zullen kiezen, waar een gratis alternatief voor bestaat;

verzoekt de regering, nog voor de publicatie van de Trajectnota met de (financiële) onderbouwing te komen voor de aanname dat 282,5 mln. uit tolopbrengsten verwacht kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gent en Verhoeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 89 (32500-A).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat decentrale overheden, het plaatselijke bedrijfsleven en twintig maatschappelijke organisaties elkaar gevonden hebben in een plan voor de gebiedsversterking "Oostelijke Langstraat" tussen A59 tussen Waalwijk en Den Bosch, zonder dat dit de rijksoverheid extra geld kost;

overwegende dat dit plan slimme oplossingen biedt om zowel de economie, de bereikbaarheid, de ecologie als de leefbaarheid te verbeteren;

verzoekt de regering, te onderzoeken of en hoe zij zonder extra kosten aan deze regionale variant voor de gebiedsversterking A59 kan meewerken en daar op korte termijn het gesprek met de regio over aan te gaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gent, Slob en Dijksma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 90 (32500-A).

De heer De Jong (PVV):

Voorzitter. Ik dien de volgende moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Rijk en regio met elkaar de afspraak hebben gemaakt dat in 2016 de A2 structureel verbreed zal zijn tussen de knooppunten Het Vonderen en Kerensheide;

overwegende dat de A2 de belangrijkste noord-zuidverbinding van ons land is en het daarmee van nationaal belang is dat de A2 in Limburg wordt verbreed, temeer daar het een belangrijke route is voor de ontsluiting van de Rotterdamse haven;

verzoekt de regering om samen met de decentrale overheden en het bedrijfsleven zorg te dragen voor het nakomen van eerder gemaakte afspraken en de A2 tussen de knooppunten Het Vonderen en Kerensheide structureel te verbreden tot 2x3 rijstroken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Jong, Koopmans, en Aptroot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 91 (32500-A).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij mogelijke tekorten bij de verbreding van de A27 er een uitruiloptie is opgenomen die financiële middelen weghaalt bij de verbreding van de A58 tussen Tilburg en Eindhoven;

overwegende dat een dergelijke uitruiloptie hoogst ongebruikelijk is en in dit geval ongewenst, omdat beide projecten een hoge prioriteit verdienen;

verzoekt de regering om de uitruiloptie tussen de A58 en de A27 te schrappen en beide projecten samen met de regio uit te voeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Jong, Aptroot en Koopmans. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 92 (32500-A).

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter, mede namens de heer Slob dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Energy Port van groot belang is voor de werkgelegenheid en de economie van het noorden;

voorts overwegende dat daarbij ontsluiting via weg en water van groot belang is;

verzoekt de regering, Energy Port op te nemen in de Structuurvisie infrastructuur en ruimte,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dijksma en Slob. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 93 (32500-A).

De heer Verhoeven (D66):

Voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de provincie Zuid-Holland recentelijk heeft aangekondigd dat zij extra tijd neemt om de tracés Zoeken naar Balans en Churchill Avenue voor de RijnlandRoute zorgvuldig af te kunnen wegen;

constaterende dat in de afsprakenlijst van de Bestuurlijke Overleggen MIRT voorjaar 2011 staat dat het Rijk de variant Churchill Avenue niet steunt omdat dit tracé niet robuust genoeg zou zijn;

overwegende dat een eerlijke vergelijking niet gebaat is bij een vooringenomen standpunt;

overwegende dat bij een afweging voor het te kiezen tracé ook andere overwegingen dan robuustheid meegenomen moeten worden;

verzoekt de regering, de opties voor zowel het tracé Zoeken naar Balans als de Churchill Avenue open te houden om een eerlijke vergelijking mogelijk te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Verhoeven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 94 (32500-A).

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er nog geen besluit is genomen over een definitieve oplossing voor de N65 waarbij de overlast in Vught en de oversteekproblemen in meerdere gemeenten worden opgelost;

overwegende dat de Kamer al sinds 2009 bij de regering aandacht vraagt voor de negatieve effecten van rijksinfrastructuur die Vught doorkruist (onder andere moties-Koopmans/Roefs 32123-A nr. 33 en nr. 34);

constaterende dat de eerder hiervoor gereserveerde 10,6 mln. nu besteed gaat worden aan quick wins die niet bijdragen aan de definitieve oplossing;

voorts constaterende dat in het overleg tussen gemeenten en provincie Noord-Brabant een versoberde duurzame oplossing is ontwikkeld met onder andere een verdiepte ligging in Vught, waarbij gemeenten en provincie bereid zijn bij te dragen in de kosten;

spreekt als haar mening uit dat gekozen moet worden voor een duurzame oplossing voor de N65;

verzoekt de regering, de reeds gereserveerde middelen te behouden voor de duurzame oplossing voor de verkeersproblematiek in Vught;

verzoekt de regering voorts, in gesprek te gaan met de gemeente Vught, andere gemeenten en de provincie Noord-Brabant om samen met het Rijk de duurzame oplossing financieel mogelijk te maken en de Kamer over de uitkomst van de gesprekken voor de behandeling van het MIRT in het najaar van 2011 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Aptroot en Koopmans. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 95 (32500-A).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de A27 tussen Almere (de Waterlandseweg) en Eemnes voor 2020 niet meer zal voldoen aan de afwikkelingsnorm van de Nota Mobiliteit;

constaterende dat in een preverkenning is gekeken naar onder meer permanente spitsstroken maar dat er nog geen verkenning is gestart;

spreekt als haar mening uit dat het noodzakelijk is de capaciteit van de A27 Almere-Eemnes ter vermindering van de files te vergroten;

verzoekt de regering om samen met de regio de mogelijkheid van spitsstroken te onderzoeken;

verzoekt de regering voorts om te onderzoeken of deze aanpassingen gefinancierd kunnen worden uit reg/lok infrastructuur of uit het programma Beter Benutten, naast een bijdrage van de regio;

verzoekt de regering tot slot, de Kamer over de uitkomsten van deze onderzoeken te informeren voor de behandeling van het MIRT in het najaar van 2011,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Aptroot, Koopmans en De Jong. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 96 (32500-A).

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Tussen Brainport Eindhoven en Greenport Venlo moet de weg op orde zijn. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering investeert in de A67 voor het deel Eindhoven-Geldrop;

verzoekt de regering, samen met de regio voor het najaarsoverleg een plan te maken voor het A67-deel Zaarderheiken, dat na realisatie van de A74 een knelpunt zal worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Koopmans, Aptroot en De Jong. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 97 (32500-A).

Van de motie van de heer Verhoeven op stuk nr. 94 over Zoeken naar Balans en de Churchill Avenue komt een herdruk. De zinsnede "overwegende dat een eerlijke vergelijking niet gebaat is" wordt gewijzigd in: "overwegende dat een eerlijke vergelijking gewenst is".

Voorzitter: Hamer

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Voorzitter. Ik begin bij de motie op stuk nr. 85 over de spoorlijn Breda-Utrecht. Hierin wordt verzocht ook de optie van een middenligging van een eventueel toekomstige spoorlijn Breda-Utrecht mee te nemen. Ik ontraad deze motie. Wij houden rekening met het niet onmogelijk maken van een eventueel toekomstig spoor naast de A27, maar de regio en de ChristenUnie willen dat wij ook rekening houden met een eventuele spoorlijn in de middenberm van de A27 omdat die uiteindelijk goedkoper zou worden. Een juridisch argument hiertegen is dat wij meer grond moeten aankopen dan voor de weg noodzakelijk is, wat de Tracéwet en de onteigeningsregels niet toestaan.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 86 van de heer Slob en mevrouw Van Gent over het ontwikkelen van een rijksstructuurvisie voor Den Haag en Rotterdam. Ik ontraad deze motie. Wij hebben al een overkoepelende structuurvisie met de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en daarnaast een voor Rotterdam en een voor Haaglanden.

De motie van de heer Slob op stuk nr. 87 gaat over de Valleilijn. Hij vraagt om bij de bebouwing op en rond station Bilthoven rekening te houden met toekomstig viersporigheid. Zoals ik gisteren heb aangegeven in antwoord op schriftelijke vragen, zie ik geen toekomstige reizigersgroei die deze uitbreiding naar viersporigheid ondersteunt. Ik wil de aanpak van deze twee als zeer onveilig bekend staande spoorwegovergangen zo snel mogelijk kunnen aanpakken; onverkort en zonder vertraging. Bovendien is niet met zekerheid te zeggen of Bilthoven wel de juiste plek is voor extra sporen als er ooit sprake is van meer treinen. In de huidige plannen voor tunnels voor de Soestdijkseweg wordt ook geen rekening gehouden met viersporigheid. Ik ontraad deze motie dan ook.

Mevrouw Van Gent heeft op stuk nr. 88 een motie ingediend over een juridische onderbouwing in het kader van Natura 2000, aangezien er alternatieven voorhanden zijn. Wij ontraden deze motie. De onderbouwing moet juist blijken uit het standpunt bij de Trajectnota/MER. Die geef je dus niet van tevoren. Dat standpunt is gepland voor dit najaar. Dit vergt ook een zorgvuldige afweging en motivering in overleg met de betrokken partijen. De Kamer zal deze motivering ontvangen, maar dan in het standpunt, als een integrale afweging van alles wat speelt, dus niet alleen juridische afwegingen, maar een totaalplaatje. Ik ontraad deze motie dus.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 89 over tolheffing. Ook deze motie ontraad ik. De toldekking wordt onderbouwd bij het definitieve besluit, dat ik eind dit jaar verwacht, nadat de Trajectnota/MER is afgerond.

Mevrouw Van Gent, de heer Slob en mevrouw Dijksma hebben een motie ingediend over Oostelijke Langstraat. Ik heb gisteren al aangegeven dat in mijn visie hiervoor geld gevraagd wordt dat ik niet heb. Om geen valse verwachtingen te wekken, ga ik hierover niet verder spreken met de regio. Het heeft ook niet onze prioriteit. Wij zeggen steeds dat wij niets moeten doen wat niet nodig is. Ik ontraad deze motie dan ook.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter ...

De voorzitter:

U vraagt om opheldering?

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Zeker. Wat de minister nu zegt, staat niet in mijn motie. Daarin wordt namelijk gevraagd om te bezien hoe zonder extra kosten aan deze regionale variant tegemoet kan worden gekomen. De bedoeling is dat het onderhoudsbudget verschuift na aanpassing van deze weg. Ik heb dat gisteren ook aangegeven. Volgens mij heeft de minister mijn motie niet goed gelezen. Nogmaals het verzoek: ga met de regio in gesprek. Dit hoeft immers niet meer te kosten. De halve regio is erbij betrokken en betaalt mee.

De voorzitter:

De vraag is helder.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Wij hebben de impressie dat er wel geld voor wordt gevraagd. Budgetten verschuiven betekent dat geld dat je wilt inzetten voor onderhoud, op een andere manier ingebed moet worden. Als het Rijk geen plannen heeft voor een bepaalde regio, moet het ook geen valse verwachtingen wekken. Contacten die wij met de regio hebben, geven aan dat men zeker 70 mln. wil hebben.

Dan kom ik bij de motie van de heren De Jong, Koopmans en Aptroot waarin de regering wordt verzocht om samen met de decentrale overheden en het bedrijfsleven zorg te dragen voor ...

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter ...

De voorzitter:

Mevrouw Van Gent, ik geef u één zin. Echt één zin.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik wil de minister vragen het gesprek wel aan te gaan. Ik pleit ook niet voor 70 mln. erbij.

De voorzitter:

Dan is dat helder.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Nogmaals, er wordt verzocht om mee te werken aan deze plannen en niet alleen om een gesprek.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Zonder extra kosten.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Ja, maar op het moment dat je onderhoudsbudgetten gaat verschuiven om ze in te zetten voor plannen en ze dus niet op een andere manier inzet, brengt dat ook extra kosten met zich mee. Nogmaals, wij zijn in gesprek met alle regio's. Als er zaken zijn waarmee wij kunnen helpen en iets mogelijk kunnen maken, zullen wij dat niet laten. Wij hebben echter al meerdere keren aangegeven niet mee te willen werken aan dit plan omdat wij het een provinciale activiteit vinden. Ik ontraad dus deze motie.

Ik kom bij de motie van de heer De Jong over de A2, waarin wordt aangegeven dat er in het verleden een afspraak is gemaakt. Ik heb daar gisteren mijn beeld bij gegeven. Wij zijn de laatste jaren duidelijk geweest; aan de structurele verbreding is de voorwaarde verbonden dat uit verkeersprognoses moet blijken dat het nodig is. Ik heb gisteren ook geconstateerd dat de Kamer hier breed om vraagt, dus ik zal met de regio hierover het gesprek aangaan. Om tot de afspraak te kunnen komen, is financiering binnen de drie achtste binnen het verlengde MIRT nodig, want de totale kosten liggen rond de 300 mln. Dat lukt alleen als ik een forse regionale bijdrage krijg. Dat betekent dat wij ook moeten kijken naar de manier waarop wij dit project, of andere projecten die wij al in het MIRT hebben opgenomen, zo goed mogelijk kunnen versoberen. Ik moet kijken naar de dekking. Als ik het zo mag interpreteren, laat ik het oordeel aan de Kamer.

Er is een motie van de heren De Jong, Aptroot en Koopmans waarin wordt gevraagd om de uitruiloptie tussen de A58 en de A27 te schrappen. Ik heb gisteren aangegeven, dat ik beide projecten wil doen. De onzekere factor voor mij is vooral of wij het project voor de A27 voldoende kunnen versoberen om binnen het beschikbare budget uit te komen. Als dat niet lukt, is aanvullende financiering nodig. Het bedrag weten wij eind dit jaar, na de versobering van de A27 tussen Lunetten en Hooipolder. Ook dit moet ik zoeken binnen de drie achtste van het MIRT en ook dit gaat weer lukken door het vragen van een regionale bijdrage, de versobering van dit project en andere projecten en eventuele dekking uit het budget voor de subsidies aan regionale en lokale projecten. Als ik de motie met deze interpretatie mag vormgeven, laat ik het oordeel aan de Kamer.

In de motie van mevrouw Dijksma op stuk nr. 93 wordt gevraagd om Energy Port op te nemen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Ik denk dat mevrouw Dijksma bedoelt dat Energy Port opgenomen moet worden in het plaatje, want hij staat in de Structuurvisie. Ik wil niet zeggen: het staat erin, dus daarmee is voldaan aan de vraag. Ik vind de ontwikkeling van Energy Port van groot belang. Ik wil dat hier nogmaals zeggen, zodat het goed op papier staat. Daarom staat het in de Structuurvisie. Het transport van energie gaat voornamelijk via kabels en buisleidingen. Er zijn op dit moment rond Energy Port geen structurele problemen en daar wordt de verdere ontwikkeling van Energy Port dus ook niet door gehinderd. Zodra blijkt dat de ontwikkeling leidt tot infrastructurele knelpunten, zal ik samen met Noord-Nederland naar de mogelijkheden kijken zoals ik tijdens het BO MIRT heb afgesproken. Op dit moment is er geen sprake van een kip-eisituatie wat betreft de infrastructuur. Ik zal de Energy port niet opnemen in het plaatje, maar heb hem met deze tekst opgenomen in de Structuurvisie. Afhankelijk van hoe je haar moet interpreteren, ontraad ik deze motie.

Ik kom bij de motie op stuk nr. 94. Daarin geeft de heer Verhoeven aan dat de regering de opties voor het tracé Zoeken naar Balans open moet houden. Ik vind dit een overbodige motie. Bij de Rijnlandroute is er sprake van een open en eerlijk proces. Het is een traject van de provincie. De provincie zal nog beslissen welke variant het wordt. Zoals ik al eerder heb aangegeven, liggen beide varianten in de m.e.r. Wat mijn bijdrage betreft, heb ik aangegeven dat ik robuustheid belangrijk vind; het traject zelf wordt echter doorlopen door de provincie. Als minister zal ik uiteindelijk reageren op de vraag of wij daaraan budgettair willen meewerken.

In de motie op stuk nr. 95 wordt gevraagd of wij in gesprek willen gaan met de gemeente Vught over een duurzame oplossing. Meerdere fracties hebben mij gisteren gevraagd om met Vught en de provincie Noord-Brabant te gaan praten over een oplossing. Voor mij zal het vertrekpunt zijn dat de regio minstens de helft bijdraagt aan de eventuele verdiepte ligging van de N65 in Vught. Daarvan zal ik dan de 10 mln. die wij al hadden bedacht, aftrekken. Dan gaat het nog om een tekort van ongeveer 80 mln. Vervolgens zal het de vraag zijn of ik hiervoor financiële ruimte kan vinden binnen de drie achtste van het MIRT. Ik zal me daar hard voor maken. Het komt met andere woorden neer op dezelfde redenering als die ik eerder heb gevolgd: een forse regionale bijdrage, versobering van dit project of een van de andere projecten, fasering en eventueel dekken uit het budget voor subsidies aan reg/lok. Met deze interpretatie wil ik het oordeel over deze motie overlaten aan de Kamer.

Ik kom op de motie van de heren Aptroot, Koopmans en De Jong op stuk nr. 96 over de A27 tussen Almere en Eemnes. Hierin staat dat deze weg voor 2020 niet meer zal voldoen aan de afwikkelingsnorm van de Nota Mobiliteit. Allereerst merk ik op dat dit niet klopt. Volgens de NMCA zal hij gewoon voldoen. Gisteren heb ik aangegeven dat ik bereid ben om als alternatief te kijken naar de spitsstrook als maatregel voor het programma Beter Benutten. Voor Beter Benutten zijn wij op zoek naar kosteneffectieve maatregelen. Wij zullen bezien of dit ook hiervoor geldt. Ook hierbij vind ik een financiële bijdrage van de regio belangrijk; ik ga uit van een 50%-financiering. Ik laat het oordeel over deze motie over aan de Kamer.

Vervolgens ligt er nog de motie op stuk nr. 97 van de heren Koopmans, Aptroot en De Jong over de A67 Zaarderheiken, waarin de regering wordt verzocht om samen met de regio een plan te maken voor het A67-deel. Ik zie dit als ondersteuning van beleid, mits de motie als volgt kan worden geïnterpreteerd. Na openstelling van de A74 wordt het verkeer gemonitord, waardoor zal blijken hoe het verkeer zich ontwikkelt bij het knooppunt Zaarderheiken. Als er knelpunten naar voren komen, gaan wij naar oplossingen zoeken. Anders dan in deze motie wordt gesteld, is het voor mij nog niet zeker dat hier een knelpunt zal zijn. Als niet akkoord wordt gegaan met deze uitleg, ben ik niet voor deze motie. Ik denk namelijk dat wij hierbij geen knelpunten te pakken hebben. In dat geval ontraad ik de motie dan ook.

Dit was het wat mij betreft.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De laatste beoordeling van de minister ontlokt enthousiasme aan de fracties van GroenLinks en D66. De Kamer begint goed op deze warme dag. Dat belooft wat voor hoe wij de stemmingen vanavond zullen halen!

Naar boven