Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Jan Jacob van Dijk/Jasper van Dijk (32290, nr. 14).

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor om het debat over uitspraken van de directeur van het UWV, het spoeddebat over postbezorgers en het spoeddebat over een onderzoek naar de rol van de Raad voor de Kinderbescherming ten aanzien van seksueel misbruik binnen de rooms-katholieke kerk van de agenda af te voeren.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het VAO consumentenbeleid (AO van 8 april), met als eerste spreker het lid Aasted Madsen-van Stiphout.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het VAO Q-koorts (AO van 8 april), met als eerste spreker het lid Snijder-Hazelhoff.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het VAO postmarkt (AO van 8 april), met als eerste spreker het lid Gesthuizen.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda het VAO uitvoering Nota Ruimte (AO 8 van april), met als eerste spreker het lid Dibi.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. In Delfzijl, Winschoten en Stadskanaal staan drie ziekenhuizen. Zorgverzekeraar Menzis wil dat het ziekenhuis in Delfzijl dichtgaat en dat het ziekenhuis in Stadskanaal ook verregaand dichtgaat. Het is ongehoord. Nu al bereikt bij spoedgevallen 45% van het aantal mensen het ziekenhuis te laat. Menzis wil de zorg daar compleet kapot bezuinigen en het ziekenhuis in Stadskanaal uitroken. Dat mag niet gebeuren. Daarom vraagt de SP-fractie een spoeddebat aan met minister Klink over deze situatie.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Namens de fractie van GroenLinks steun ik het verzoek van de heer Van Gerven.

Mevrouw Smilde (CDA):

Voorzitter. Wij hebben schriftelijke vragen gesteld waarop ik graag eerst antwoord wil hebben. De Kamer heeft vanmiddag ook een brief van de minister gekregen waarin hij een onderzoek aankondigt. Daar wil ik graag ook eerst antwoord op hebben, maar ik begrijp dat 30 leden het verzoek van de heer Van Gerven steunen.

De voorzitter:

Mijnheer Van Gerven, u hebt voldoende steun voor een spoeddebat. Ik zet het op de lijst met een spreektijd van drie minuten, maar ik raad u aan om een andere vorm te kiezen om het snel te kunnen afwikkelen. Dat laat ik aan u over. Aldus besloten.

Het woord is aan de heer Koopmans.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Halverwege Haarlem en Amsterdam ligt het plaatsje Halfweg. Dat plaatsje ligt aan de N200. Er razen elke dag 35.000 auto's en vrachtauto's over een vierbaansweg met gelijkvloerse kruisingen door dat plaatsje. Nergens in Nederland is een vergelijkbare situatie aan de orde. De CDA-fractie wil graag een spoeddebat over deze situatie met de minister van Verkeer en Waterstaat en de minister van VROM.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Ik hoopte dat de heer Koopmans een spoeddebat wilde aanvragen over de kilometerheffing. Dat blijkt niet het geval. Wij kennen deze situatie al van dichtbij en sinds jaren. Het is heel goed dat de CDA-fractie dit probleem een maand of drie voor de verkiezingen ook herkent. Ik steun de heer Koopmans voluit!

Mevrouw Neppérus (VVD):

Voorzitter. Ook volgens de VVD-fractie bestaat dit probleem al wat langer. Ik kan mij best voorstellen dat de heer Koopmans erover wil praten. Welke wegen kan ik de komende weken en maanden nog meer verwachten in de aanloop naar de verkiezingen? Dan hebben wij tenminste een compleet beeld.

(geroffel op de bankjes)

De heer Koopmans (CDA):

Het lijkt mij een buitengewoon goed idee om te bekijken welke wegen wij in de komende weken nog meer met elkaar moeten bespreken. De GroenLinksfractie kan zich misschien niet herinneren dat zij in de afgelopen drie jaar op geen enkele wijze ooit aandacht heeft besteed aan Halfweg, maar ik in elk geval wel. Het lijkt mij dus heel goed om daar met elkaar over te debatteren.

De voorzitter:

Mijnheer Koopmans, mijn enige probleem is dat het voor de verkiezingen waarschijnlijk niet meer lukt.

(hilariteit)

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Ik wil daar een opmerking over maken.

De voorzitter:

Dat mag.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Iedereen mag in dit huis van alles belangrijk vinden. De CDA-fractie vindt dit onderwerp belangrijk en wil hier dus zeker over spreken. Het past niet dat u deze opmerking bij dit verzoek wel maakt, maar niet bij andere verzoeken. De verkeersveiligheid in Halfweg is namelijk heel belangrijk voor ons en wij willen daarover graag een debat voeren.

De voorzitter:

Mijnheer Koopmans, u bent nu een beetje lichtgeraakt. Ik heb namelijk tegen alle mensen gezegd dat ik niet weet of het nog voor de verkiezingen lukt. Dat zeg ik volgens mij al drie weken. In die zin behandel ik u net als alle anderen en zo kent u mij ook. Een grapje moet af en toe ook kunnen.

Het woord is aan mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink.

Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):

Voorzitter. Na de teleurstellende beantwoording Voorzittervan minister Rouvoet tijdens het vragenuurtje voel ik mij genoodzaakt om een spoeddebat aan te vragen over de problemen die het NFI ondervindt bij de afhandeling van kindermishandeling. Het betreft zowel de ondercapaciteit als het gebrek aan kennis bij artsen en de mogelijkheid om dat bij te werken. Ik wil dit debat graag nog een keer uitgebreider voeren en het ook afhechten met concrete maatregelen. Ik stel dus een spoeddebat voor. Ik voel mij daarbij gesteund door de fracties van de PvdA, de SP en GroenLinks.

De voorzitter:

Ik hoef eigenlijk geen rondje te maken, want er is voldoende steun voor het verzoek.

Mevrouw Arib wil een opmerking maken.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Ik steun het verzoek, maar ik wil graag dat de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken bij dit debat aanwezig is. Zij is namelijk verantwoordelijk voor de desbetreffende wet.

De voorzitter:

Prima.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Voorzitter. Ons is ook gevraagd of wij dit willen steunen. Wij hebben aangegeven dat wij een degelijk debat willen voeren, met de toezegging van de minister. U hebt net gezegd dat wij waarschijnlijk pas vlak voor de zomer hierover kunnen debatteren. Laat het dan een fatsoenlijk gewoon debat zijn, met de gegevens die de minister heeft toegezegd. Dan kunnen wij bekijken of dit probleem echt kan worden opgelost.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. De minister trok een aantal cijfers in twijfel. Misschien kan hij voor het debat aangeven wat de juiste cijfers zijn.

De voorzitter:

Ik had willen zeggen – mevrouw Van Toorenburg haalt mij een beetje de woorden uit de mond – dat het mij onmogelijk lukt om dit debat voor het verkiezingsreces op de agenda te plaatsen, zeker als een behoorlijke spreektijd wordt gevraagd. Mevrouw Van Toorenburg heeft daar terecht voor gepleit. Ik raad u daarom aan om een algemeen overleg te houden, mevrouw Dezentjé. Wilt u dat niet, dan moet ik u aanraden om wat tijd te nemen, zodat ik echt een behoorlijke ruimte daarvoor op de agenda kan inplannen.

Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD):

Voorzitter. Ik begrijp wat u zegt. Ik wil mijn verzoek om een debat omzetten in een verzoek om een AO. Naar mijn mening is het veel belangrijker dat wij het voor de kinderen goed regelen dan dat wij de plenaire zaal bezet houden.

De voorzitter:

Dank u wel voor uw begrip.

Het woord is aan de heer De Roon.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Vorige week spraken wij nog met de minister van Justitie over de kinderporno waarover Koos H. in de tbs-kliniek in Vught bleek te beschikken. Vandaag komt er een bericht aan het licht dat vele malen erger is, namelijk dat in de tbs-kliniek in Utrecht, de Van der Hoeven Kliniek, op grote schaal en op lucratieve wijze in gewelddadige kinderporno wordt gehandeld. Ik vind dat er alle reden is om de minister van Justitie daarover opnieuw aan de tand te voelen en wel door middel van een spoeddebat.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Met het oog op een spoeddebat lijkt het mij van groot belang dat de minister een schriftelijke reactie geeft en wel zo snel mogelijk.

De heer Teeven (VVD):

Eerst graag een brief van de minister met uitleg over hoe het precies zit.

Mevrouw Joldersma (CDA):

Wij steunen het verzoek om een brief.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik ging precies hetzelfde zeggen.

De voorzitter:

Mijnheer De Roon, wij zullen met een brief beginnen. Dan kunt u daarna kijken of u daaraan een vervolg geeft.

Het woord is aan mevrouw De Pater.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Voorzitter. Er zijn mondelinge vragen ingediend over de pooierproblematiek. In wezen is dat een ernstige vorm van mensenhandel. Helaas is de rapportage van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel daarover controversieel verklaard, maar ik wil graag dat debat houden. Ik vind dat het nu moet worden gehouden, nu er zo veel belangstelling voor is.

Mevrouw Arib (PvdA):

Ik steun dit verzoek van harte.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Dat geldt ook voor de fractie van GroenLinks.

De heer Anker (ChristenUnie):

Voorzitter. Als er brede steun is om hierover te spreken, dan zullen wij dat met veel genoegen doen.

De voorzitter:

Mevrouw De Pater, u hebt ruime steun, maar ook voor u geldt dat ik het niet op de kortst mogelijke termijn gepland krijg. U kent immers allen de agenda en de wens om de laatste twee weken de vergaderingen voor zes uur af te ronden, maar ik zal mijn best doen. Is een spreektijd van vier of vijf minuten goed?

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Vijf minuten.

De voorzitter:

Goed, vijf minuten.

Naar aanleiding van het verzoek van de heer De Roon moet ik nog zeggen dat het stenogram wordt doorgeleid naar het kabinet voor de brief.

Het woord is aan mevrouw Blanksma.

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Voorzitter. Jarenlang hebben wij gesproken over de woekerpolisaffaire. Deze heeft, op de een of andere manier, 6,5 miljoen polishouders gedupeerd. Wij hebben een uitgebreid feitenonderzoek gedaan en er is een schikking getroffen met alle betrokkenen. Wie schetst nu onze verbazing? Er is veel onrust ontstaan over deze schikking. Ik vraag een debat aan met de minister van Financiën en ik zou graag een brief over dit onderwerp ontvangen alvorens dat debat te voeren.

De heer Weekers (VVD):

Ik steun dat verzoek ten volle. Ik wil graag dat in de brief ook aandacht wordt besteed aan het historischekostenoverzicht. Twee jaar geleden hebben wij met de toenmalige minister van Financiën afgesproken dat binnen een jaar gegevens op tafel zouden liggen over wat elke verzekerde precies had gekocht en wat er aan de strijkstok was blijven hangen. Ik krijg nu allerlei signalen dat dit overzicht nog steeds niet is verstrekt en dat het nog wel eens een jaar kan duren.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Steun voor de brief. Ook steun voor een debat hier of elders in het gebouw; dat maakt mij niet zo veel uit, als het maar snel is. Toen wij met de vorige minister van Financiën spraken over de woekerpolissen, heb ik hem verschillende keren gevraagd om een politieke uitspraak te doen over wat normale kosten voor beheer van polissen zijn en wanneer het overmatig wordt. Dat is precies het springende punt hier. Destijds weigerde de minister van Financiën daarover een uitspraak te doen. Dus ik vraag de huidige minister van Financiën dat te heroverwegen en in die brief een uitspraak te doen over wat normale kosten zijn bij deze polissen en waar het echt "woeker" wordt.

Mevrouw Vos (PvdA):

Steun voor het debat. Wat betreft die brief zou ik ook graag zien – ik heb er al vaker vragen over gesteld – dat deze keer wel een antwoord wordt gegeven op de vraag hoe de alternatieve kostenberekening eruit zal komen te zien. Want dan hebben wij echt wat om over te praten.

De voorzitter:

Mevrouw Blanksma, u hebt veel steun voor een debat en voor een brief. Toch zou ik u willen voorstellen om eerst de brief te vragen, waarna u na ommekomst van de brief aangeeft hoe u verder wilt procederen.

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Akkoord.

De voorzitter:

Dan sturen wij het stenogram door naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Vorige week hebben wij in de vaste commissie voor Economische Zaken een debat gevoerd over de situatie in de postmarkt. Wij hadden in de procedurevergadering besloten dat de minister van Financiën daarbij hoorde te zijn omdat hij ons een brief had gestuurd over het niet uitvoeren van een aangenomen motie. De minister van Financiën was echter verhinderd. Omdat er enige spoed was – u herinnert zich wellicht dat wij eigenlijk een spoeddebat post hadden willen houden – hebben wij besloten dat algemeen overleg door te laten gaan. Maar nu komt er een VAO over de postmarkt. Mijn verzoek is om de minister van Financiën uit te nodigen om daarbij aanwezig te zijn, omdat dan een motie zal worden ingediend die te maken heeft met het feit dat hij een motie van de Kamer niet wenst uit te voeren.

De voorzitter:

Het gaat hierbij om een verslag van een algemeen overleg. Ik vind het ingewikkeld om een debat af te ronden met een minister die niet bij dat algemeen overleg is geweest. Dus ik zou in dit geval het stenogram willen doorgeleiden naar het kabinet. Maar als de minister echt het idee heeft dat hij niets kan toevoegen, dan zou ik het in dit geval echt aan de minister zelf willen overlaten. Dat is mijn voorstel.

Mevrouw Vos (PvdA):

Het klopt wel dat de minister erbij zou zijn. Het gaat ook echt om zijn aanwezigheid. Ik zou dat dus echt wel willen steunen.

De voorzitter:

Dan gaat u allemaal weer een debat beginnen. Het karakter van een debat over een verslag van een algemeen overleg is dat het een afronding van een debat is. Dus laten wij het maar doen zoals ik het heb voorgesteld.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ja, dan heb ik nog een vervolgverzoek. In het algemeen overleg is de toezegging gedaan dat het kabinet de Kamer zou informeren zodra er duidelijkheid was over het hoger beroep van een rechtszaak tussen de Staat en nieuwe postbedrijven. Vandaag is daarin uitspraak gedaan. Ik doe bij dezen het verzoek aan het kabinet om de Kamer voor volgende week woensdag 12.00 uur zijn reactie op die uitspraak te doen toekomen.

De voorzitter:

Wij zullen ook op dit punt het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Dan gaan wij nu stemmen. De heer De Wit heb ik zo-even afgemeld, maar mij is gezegd dat hij inmiddels weer in de zaal is. Dus de heer De Wit is aanwezig bij de stemmingen.

Naar boven