Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de brief van het Presidium over rondetafelgesprekken in het kader van de behandeling van de kandidatenevaluatie F-16 (26488, nr. 149).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik wil het verslag van het algemeen overleg over Zeeuwse ziekenhuizen, dat is gehouden op 12 maart jongstleden, op de agenda plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Fritsma.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag een spoeddebat met de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Justitie over de pas ontdekte fraude met kinderbijslag. Er zijn weliswaar net mondelinge vragen gesteld over deze kwestie, maar veel belangrijke en urgente vragen zijn onbeantwoord gebleven; vandaar dit verzoek.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Wij steunen dit verzoek, want er is zojuist eigenlijk helemaal niets duidelijk geworden. Ik wil graag alle informatie boven tafel krijgen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. De staatssecretaris heeft mij net in het vragenuurtje de toezegging gedaan dat ik nog informatie van haar krijg over het reële aantal fraudegevallen en over de vraag hoe het daarmee precies zit. Ik wil die informatie eerst krijgen. Daarna kunnen wij afwegen of wij daarover nog een debat moeten voeren. Het is natuurlijk een rare gang van zaken dat wij een vragenuurtje hebben en dezelfde dag weer een spoeddebat over hetzelfde onderwerp. Dat steun ik dan ook niet.

De voorzitter:

Dezelfde dag zal het zeker niet zijn. Ik heb deze hele week geen ruimte op de agenda.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik wil wel eerst de informatie hebben voordat wij hierover gaan debatteren.

De voorzitter:

Ik snap het punt.

De heer Blok (VVD):

Voorzitter. Als steller van de vragen moet ik constateren dat de antwoorden niet duidelijk waren. Voor een debat heb ik allereerst behoefte aan het rapport van de Sociale Verzekeringsbank waarin deze fraude aan de orde wordt gesteld. Daarna wil ik graag dat debat.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Anker, als hij even tijd kan vinden.

De heer Anker (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik zie de heer Fritsma en ik spring bijna automatisch naar voren, al betreft dit eigenlijk Sociale Zaken. De heer Fritsma zegt dat hij nog veel vragen heeft. Dan lijkt het mij meer geëigend dat hij eerst schriftelijke vragen stelt en dat wij daarna een debat voeren. Dit zou ook in een AO kunnen. Wat ons betreft houden wij dus geen spoeddebat.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Karabulut. Dit is geen debat, mevrouw Karabulut, voor het geval u dat mocht denken.

Mevrouw Karabulut (SP):

Dank u wel dat u me er nog even op wijst, voorzitter. De heer Blok had het over het openbaar maken van het geheime rapport. Ik had aan de staatssecretaris de vraag gesteld of er nog meer geheime onderzoeken of rapporten zijn die de Kamer moet krijgen. Als die er zijn, wil ik die graag eveneens hebben vóór het debat.

Mevrouw Sterk (CDA):

Voorzitter. Wat ons betreft houden wij pas een debat als wij meer informatie op tafel hebben.

De voorzitter:

Mijnheer Fritsma, u hebt 30 leden voor een spoeddebat. Ik zou u echter dringend in overweging willen geven om te wachten tot de nadere informatie er is, en dan toch met de vaste commissie te bekijken of het mogelijk is om dit debat in commissieverband te houden. De agenda is overvol.

De heer Fritsma (PVV):

Toch persisteer ik bij het houden van het spoeddebat. Ik ben blij dat ik daarvoor ook de benodigde steun heb. Ik vind dat dit dus gewoon moet worden ingepland. Alle gevraagde informatie kan natuurlijk voorafgaand aan dat spoeddebat worden verstrekt. Ik snap het probleem dus niet.

De voorzitter:

Ik heb u uitgelegd wat het probleem is, maar u hebt het recht om dit vol te houden. Dat doet u. Wij plannen dit dus in.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter ...

De voorzitter:

Nee, mevrouw Karabulut, het besluit is genomen. En als ik nee zeg, is het nee. Dat is een heel duidelijk antwoord. Het stenogram wordt vanzelfsprekend doorgezonden aan het kabinet. Dat doen wij altijd. Aldus besloten.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik zou graag de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ondervragen over een drama in de zorg, namelijk het dreigende faillissement bij het ziekenhuis in Sittard, "het ziekenhuis van de 21ste eeuw". Voor 700 mensen dreigt acuut ontslag vanwege het desastreuze beleid van marktwerking, privatisering, financieel wanbeleid en falend toezicht. Opmerkelijk is ook dat dit probleem er is gekomen naar aanleiding van een prijsvraag, uitgeschreven door voormalig minister Borst. Wij hebben dus nog vele vragen; vandaar dit verzoek om een interpellatie.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Na de problemen met Meavita, Philadelphia, de IJsselmeerziekenhuizen en de Oosterscheldeziekenhuizen hebben ook de cowboys bij Orbis er weer een lekker potje van gemaakt. Ik zou de heer Van Gerven graag willen verzoeken om er een verzoek voor een spoeddebat van te maken. Dan zou ik dat van harte kunnen ondersteunen.

De voorzitter:

Mag ik de leden nogmaals wijzen op de tekst over de regeling van werkzaamheden? In deze tekst wordt de leden verzocht, kort toe te lichten of zij het voorstel steunen of niet en om zich te onthouden van allerlei andere toelichtingen.

De heer Jan de Vries (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie heeft kennisgenomen van de brief van de minister van hedenmorgen aan u gericht. Dat is voor mijn fractie reden om nu het verzoek om een interpellatie niet te steunen, want zij is per definitie gericht op het verkrijgen van informatie. De minister heeft al toegezegd om alle nieuwe informatie direct aan de Kamer te zenden.

De heer Van der Veen (PvdA):

Voorzitter. Ik ben het ermee eens dat bij Orbis sprake is van een kwalijke situatie, maar ook mijn fractie heeft geen behoefte aan een interpellatie. Wij wachten liever ook eerst de door de minister toegezegde informatie af.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer De Vries.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Voorzitter. De GroenLinks-fractie vindt de situatie bij Orbis ernstig genoeg om er wel een debat over te voeren. Ik verzoek dan ook om er een gewoon debat van te maken. Ik had om informatie willen vragen. Ik heb de brief van de minister nog niet gelezen, maar ik krijg graag uitgebreide informatie vooraf van de bewindspersoon.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Het verzoek om een interpellatie is juist bedoeld om informatie boven tafel te krijgen. Het heeft ook een spoedeisend karakter. Wij lezen in de brief van de minister ...

De voorzitter:

U hebt al steun voor een interpellatie. Er is verzocht om er een spoeddebat van te maken en daarop moet u nog even reageren.

De heer Van Gerven (SP):

Ik hecht eraan om het een interpellatie te laten zijn, gezien de vele vragen waarop wij dan vooraf antwoord krijgen.

De voorzitter:

Voor u geldt hetzelfde als voor de eerdere aanvragers, namelijk dat ik deze week en volgende week weinig ruimte op de agenda zie. Het wordt gewoon heel moeilijk, maar ik ga mijn best doen, daar kunt u op rekenen. Het stenogram wordt doorgeleid naar de regering.

De heer Van Gerven (SP):

Gezien het feit dat er al voor 700 mensen ontslag is aangevraagd, is het goed als het debat volgende week kan plaatsvinden.

De voorzitter:

Ik doe mijn uiterste best.

Het woord is aan mevrouw Thieme.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Ik verzoek om het verslag van het algemeen overleg over antibioticaresistentie veehouderij op de agenda te zetten.

De voorzitter:

Wij zullen het VAO toevoegen aan de agenda van volgende week.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Het is een beetje rare gang van zaken. Ik vraag enkele weken geleden een VAO antibioticaresistentie in de veehouderij aan. Vervolgens vraagt mevrouw Thieme buiten mij om zonder overleg om uitstel. Plotseling ben ik nu mijn VAO kwijt en ben ik plotseling ook geen eerste spreker meer. Dat kan toch niet de bedoeling zijn!

De voorzitter:

Ik heb verzocht om met elkaar in overleg te treden hierover. Dat is blijkbaar niet helemaal goed gegaan. Ik weiger om hier over dit soort dingen verder te spreken. Dat doe ik echt niet.

Het woord is aan de heer Van der Ham.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Ik heb drie verzoeken. Twee weken geleden heb ik een brief gevraagd aan de minister-president over de investeringen in kennis naar aanleiding van het uitkomen van de foto van de kennisinvesteringsagenda. Die brief hebben wij nog steeds niet gekregen, dus ik rappelleer daaraan.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Van der Ham (D66):

Mijn tweede vraag is om uitstel van de stemmingen over de wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 (31790). Wij willen nog een amendement indienen waaraan volgens Bureau Wetgeving nog wat technische veranderingen nodig zijn. Vandaar dat ik om uitstel van de stemmingen vraag tot volgende week dinsdag.

De voorzitter:

Aangezien niemand hierover het woord verlangt, zullen wij tegemoetkomen aan dit verzoek.

De heer Van der Ham (D66):

Mijn derde verzoek betreft de wijziging van de Mediawet, die deze week behandeld zal worden. In de nota naar aanleiding van het verslag staat dat wij een brief zullen ontvangen van de regering over het overleg met de VNG over de financiering van de lokale omroepen. Deze brief hebben wij nog steeds niet binnen. Ik wil dat de regering wordt verzocht om de brief voor donderdag toe te sturen, zodat wij de stand van zaken weten naar aanleiding van het overleg met de VNG.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Ten Broeke.

De heer Ten Broeke (VVD):

Voorzitter. Aanstaande donderdag en vrijdag, 19 en 20 maart, vindt de Europese Raad plaats. Deze Europese Top van regeringsleiders wordt normaliter besproken in dit huis in aanwezigheid van de Nederlandse regering. Dat zou morgen om 10.00 uur het geval zijn, maar deze uitermate belangrijke Top dreigt nu schriftelijk te worden afgehandeld. Op deze Top worden het herstelplan financiële sector, klimaat en energie, de Lissabonagenda en de voorbereiding van de G20 besproken, maar het is ook de laatste Top voor de Europese verkiezingen. Deze Top is om allerlei redenen urgent. Zij dient dan ook direct besproken te worden. De VVD weigert om Europa af te doen met een briefje. Het totale gebrek aan urgentie van de broedende kip in het Catshuis mag niet overslaan naar dit huis. De VVD-fractie vraagt daarom om een spoeddebat met de minister-president en de staatssecretaris voor Europese Zaken, het liefst morgen voor de lunch.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Met het verzoek van de heer Ten Broeke, alsmede met de onderbouwing ervan, ben ik het volledig eens. Het is echt te absurd voor woorden wat er gebeurt. Daarom wil ik graag dat spoeddebat. Ik voeg er een verzoek aan toe. Aangezien het klimaatbeleid, dat de Europese Unie ontwikkelt, een belangrijk onderdeel van de agenda is en wij vanochtend van de minister van VROM een brief hebben ontvangen over de laatste inzichten met betrekking tot klimaatverandering, verzoek ik om de minister van VROM te vragen om bij dit spoeddebat aanwezig te zijn, zodat wij ter voorbereiding van de Europese Top een volwaardig debat kunnen houden.

De voorzitter:

Ik wil u erop wijzen dat ik morgen voor de lunch op de agenda geen ruimte heb voor het houden van een extra debat.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Ik snap uw probleem heel goed. Daarom hadden wij morgen ook graag een algemeen overleg gevoerd. Dat had de plenaire agenda kunnen ontlasten, maar het voeren van dat algemeen overleg is door de coalitie om haar moverende redenen tegengehouden.

De heer Van Bommel (SP):

Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen, lijkt mij. Op deze Europese Raad komen ook de problemen van Nederland aan de orde. Daarom lijkt mij dat het debat daarover voorrang moet krijgen. Ik wil morgen dan ook graag een plenair debat. Gelet op het feit dat dat ongetwijfeld tot voorstellen van de Kamer zal leiden, vraag ik zelfs om dat morgenochtend te laten plaatsvinden en niet morgenmiddag of morgenavond. Morgenavond begint de Top feitelijk al, zij het op informele wijze.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik had graag gezien dat de procedure anders was geweest. D66 zal het verzoek om het houden van een spoeddebat van harte steunen. Misschien is er ruimte op de andere agenda, maar de coalitie dwingt ons tot het houden van een spoeddebat. Het lijkt mij heel verstandig om voor 4 juni met het kabinet over deze belangrijke Europese kwestie van gedachten te wisselen.

De heer Ormel (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Zojuist heeft de commissie voor Europese Zaken een procedurevergadering gehouden. Daarin is besloten tot een schriftelijk overleg. De minister-president had namelijk verzocht om nog vanavond een algemeen overleg te houden, maar diverse fracties gaven aan dat zij vanwege agendatechnische redenen dan niet zouden kunnen. Als men dat zo graag wil, waarom dan niet hedenavond een spoed-AO?

De voorzitter:

U bent toch voorzitter van die commissie?

De heer Ormel (CDA):

Nee, ik ben woordvoerder Europese Zaken voor de CDA-fractie.

De voorzitter:

De heer Waalkens is voorzitter van deze commissie. Ik haal u om onwaarschijnlijke redenen door elkaar.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. De minister-president probeert de Kamer gewoon weer op afstand te zetten met het smoesje dat hij het morgen zo druk heeft. Daar moeten wij niet in trappen. Ik steun het verzoek om morgenochtend een spoeddebat te houden.

De voorzitter:

Het probleem voor het houden van een spoeddebat wordt gevormd door de agenda van deze Kamer.

De heer Blom (PvdA):

Voorzitter. In aansluiting op de woorden van collega Ormel, woordvoerder Europese Zaken voor het CDA, wijs ik erop dat wij in de commissie een besluit hebben genomen. Er was een mogelijkheid om vanavond een AO te houden. De vertegenwoordigers van een aantal partijen hebben "nee" gezegd. Daarna hebben wij gezegd: doe het dan schriftelijk af. Wij kunnen ons namelijk voorstellen dat het kabinet, gelet op de actuele omstandigheden, morgen enige haast wil betrachten. De heer Pechtold zegt steeds dat ze er niet uitkomen. Nu geven wij ze de mogelijkheid om morgen hard door te werken en om vanavond een AO te houden, en nu is het weer niet goed. Mijn voorstel is: vanavond een spoed-AO houden.

De voorzitter:

Ik wijs erop dat de leden met hun inbreng korter moeten kunnen zijn.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Voor zover mij bekend stond het debat reeds voor morgen gepland. Ik steun het verzoek van de VVD-fractie van harte. Er moet met het kabinet over deze Top kunnen worden gesproken. Ik wil voorts mijn warme steun uitspreken voor het aanvullende verzoek van de heer Vendrik om de milieuminister te vragen, bij dit debat aanwezig te zijn.

De voorzitter:

Ik geef het woord weer aan degene die het verzoek deed, de heer Ten Broeke.

De heer Ten Broeke (VVD):

Voorzitter. Wij hebben er geen bezwaar tegen om de minister van VROM te vragen om bij dit overleg aanwezig te zijn. Gelet op de agenda lijkt mij haar aanwezigheid zelfs voor de hand liggend. Aangezien de agenda van de Kamer overvol is, heb ik er begrip voor dat morgen hier niet direct een spoeddebat kan worden gehouden. Ik heb evenwel begrepen dat er op de agenda ruimte is voor een spoed-AO. Misschien moeten wij dat dan houden.

De voorzitter:

Dan verzoek ik de voorzitter van de commissie voor Europese Zaken om het initiatief te nemen om heel snel een nieuwe procedurevergadering te beleggen.

De heer Ten Broeke (VVD):

Voorzitter. Ik verzoek u dan wel om er rekening mee te houden dat men na afloop van het AO moties wil indienen in een VAO.

De voorzitter:

Dat spreekt voor zich.

Het woord is aan de heer Jan de Vries.

De heer Jan de Vries (CDA):

Voorzitter. Op de stemmingslijst staan ook de stemmingen over twee moties die zijn ingediend bij de interpellatie over de exorbitante topinkomens in het voortgezet onderwijs. De motie op stuk nr. 1 (31889) is heden tot tweemaal toe gewijzigd. De CDA-fractie wil daarover graag een oordeel van de minister van BZK en de staatssecretaris van Onderwijs, mevrouw Van Bijsterveldt. Daarom vragen wij u uitstel van de stemmingen.

De voorzitter:

Wij zullen deze stemmingen afvoeren van de stemmingslijst.

Het woord is aan mevrouw Roefs.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Voorzitter. Ik verzoek u, de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Tracéwet (31546), die voor morgen op de agenda staat, met een week uit te stellen. Er is nog een punt dat opheldering behoeft. Wellicht kan het uiteindelijk een hamerstuk worden.

De voorzitter:

Wij zullen dit punt afvoeren van de agenda.

Het woord is aan de heer Zijlstra.

De heer Zijlstra (VVD):

Voorzitter. In het licht van de discussie die net is gevoerd rondom het spoeddebat over de Europese Top ben ik, als aanvrager van het spoeddebat dat morgenvroeg op de agenda staat over olie- en gaswinning, ook gesteund door de SP-fractie als mede-aanvrager, bereid om er een spoed-AO van te maken met een VAO, als dat uw agendaproblemen oplost. U hebt hier een oplossing.

De voorzitter:

Maar wij hebben al een besluit genomen. Wij gaan dat niet iedere keer opnieuw doen.

Wij gaan nu stemmen.

Naar boven