Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor om hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Schippers (29323, nr. 38).

Op verzoek van de fracties van de ChristenUnie, het CDA en de PvdA stel ik voor, de stemmingen over wetsvoorstel 29976 uit te stellen tot volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het lid Vietsch tot lid in plaats van het lid Haverkamp.

Het woord is aan de heer Van Geel.

De heer Van Geel (CDA):

Voorzitter. Vorige week is de film van de heer Wilders uitgekomen. Wij willen graag nog vandaag een debat voeren over de reacties hierop, de reacties van het kabinet incluis. Wij zouden graag zien dat naast de premier ook de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie hierbij aanwezig zijn. Wij denken aan een spreektijd van zeven minuten per fractie.

De voorzitter:

Dit is het voorstel van de heer Van Geel.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Wij steunen dit verzoek vanzelfsprekend. Wel wil ik hieraan toevoegen dat ik het, gezien de aard van het debat, goed zou vinden als de Kamer echt de gelegenheid heeft en neemt om ook onderling het debat te voeren. Het is niet verwonderlijk dat mijn fractie meer behoefte heeft om in debat te treden met de PVV-fractie en met de heer Wilders dan met de minister-president.

De heer Van Beek (VVD):

De VVD-fractie steunt dit verzoek en vraagt om een ruime spreektijd.

De voorzitter:

Zelf heb ik per brief een spreektijd van vijf minuten voorgesteld. De heer Van Geel verzoekt om een spreektijd van zeven minuten.

De heer Van Beek (VVD):

Dat gaat de goede kant op.

De voorzitter:

Dat dacht ik al. Ik stel voor, tegemoet te komen aan het verzoek van de heer Van Geel en hierbij rekening te houden met het verzoek van mevrouw Halsema.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Wij zullen het debat hedenmiddag om 16.00 uur laten aanvangen met spreektijden van zeven minuten.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Dit lijkt mij een prima idee. Een spreektijd van zeven minuten lijkt mij ook prima. Ik denk dat mevrouw Halsema gelijk heeft dat heel veel vragen aan mij gericht zullen zijn. Ik zou de heer Van Geel daarom willen vragen of ik als eerste zou mogen spreken. Dan hebben wij dat in ieder geval gehad. Zou de heer Van Geel zo collegiaal willen zijn? Natuurlijk heb ik zelf ook het een en ander te vertellen. Daarom sluit ik niet uit dat later op de avond nog een keer stemmingen nodig zijn vanwege een motie die ik wellicht zal indienen.

De heer Van Geel (CDA):

Ik denk dat dit niets met collegialiteit te maken heeft. Ik heb dit debat aangevraagd, overigens mede namens de fracties van de PvdA en de ChristenUnie. Dat was ik vergeten te vermelden; mijn excuses daarvoor. Daarom is het naar mijn mening logisch dat ik toch als eerste het woord voer.

De heer Marijnissen (SP):

Voorzitter. Ik heb hier een geïmproviseerd sprekerslijstje. Daarop zie ik de heer Wilders twee plaatsen boven mij staan. Ik sta onderaan. Het lijkt mij beter dat wij even ruilen, want dan kan hij op alle voorgaande sprekers reageren.

De voorzitter:

Het mag van mij, maar daar hoeft u niet op te reageren, mijnheer Wilders.

De heer Marijnissen (SP):

Het is een serieus voorstel.

De voorzitter:

Ik snap dat het serieus is, maar dat kunt u onderling regelen. Daarvan hoeven wij niet allemaal getuige te zijn. Wij beginnen vanmiddag om 16.00 uur met het debat.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik heb twee weken geleden een reactie gevraagd van het kabinet op de oproep van de KNMvD over ritueel slachten. Deze reactie is nog steeds niet binnen. Ik wil daarom rappelleren. Voor morgen 12.00 uur wil ik graag een reactie ontvangen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Mijn tweede verzoek is een debat naar aanleiding van het niet uitvoeren van de motie-Graus en de motie-Van Velzen over de walvisjacht. Gisteren hebben wij een brief ontvangen van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin zij schrijft dat zij exact hetzelfde standpunt inneemt als voordat de moties werden aangenomen. Ik zou haar daarover graag wat nadere vragen willen stellen, om het subtiel uit te drukken.

De voorzitter:

Doet u een verzoek om een spoeddebat of een debat?

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik verzoek om een debat.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Vanzelfsprekend steunt de Partij voor de Dieren het verzoek van mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

De fractie van GroenLinks steunt het verzoek.

De heer Graus (PVV):

Als oorspronkelijke initiatiefnemer van dit debat steun ik het verzoek natuurlijk van harte. Het gaat onder andere ook om mijn motie.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

De PvdA-fractie steunt het verzoek.

De heer Ormel (CDA):

Dit kan toch gewoon via de procedurevergadering gebeuren? Het lijkt mij een beetje overbodig om dit hier te doen.

De voorzitter:

Mevrouw Van Velzen doet een aanvraag voor een gewoon debat.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Dat hoor je bij de regeling van werkzaamheden te doen. Plenaire debatten vraag je niet aan tijdens procedurevergaderingen.

De voorzitter:

Volgens mij heeft mevrouw Van Velzen een meerderheid voor haar verzoek. Ik stel daarom voor, een debat te plannen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van der Ham.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Op 4 maart 2008 heb ik schriftelijke vragen ingediend over gestolen kunst. Deze zijn nog niet beantwoord. Daarom wil ik rappelleren.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De heer Van der Ham (D66):

Ik verzoek om een spoeddebat naar aanleiding van de antwoorden op schriftelijke vragen over een door Nederland gevoerd specifiek beleid en de totstandkoming van een gemeenschappelijk Europees landenbeleid. Deze vragen zijn zowel door mij als door de Partij van de Arbeid gesteld. Ik meen dat ook mevrouw Azough hierover vragen heeft gesteld. Deze zijn nog niet beantwoord. Ik wil dat deze vragen beantwoord zijn vóór het spoeddebat, zodat wij daarover kunnen debatteren.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Kunnen wij dit niet beter in een procedurevergadering bespreken? Dan kunnen wij met elkaar bekijken wat wij met de antwoorden op de verschillende vragen kunnen doen. Vervolgens kunnen wij beslissen of wij een AO of een plenair debat willen plannen.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Mijn fractie steunt het verzoek van harte. Het is een belangrijk debat, dat in deze zaal hoort te worden gevoerd.

De heer De Wit (SP):

De SP-fractie steunt dit verzoek.

De heer Spekman (PvdA):

Wij steunen eveneens het verzoek.

De heer Van de Camp (CDA):

Mijn fractie vindt dat de vragen meer dan genoeg beantwoord zijn. Wij hebben geen behoefte aan een spoeddebat. De meest praktische oplossing is dan misschien nog die van de fractie van de ChristenUnie.

De voorzitter:

De heer Van der Ham heeft echter met mij vastgesteld dat 30 leden het verzoek steunen. Ik stel voor, het spoeddebat toe te voegen aan de agenda van donderdagmiddag. Is twee minuten spreektijd per spreker voldoende?

De heer Van der Ham (D66):

Dat is uitstekend.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Dit is de laatste kans om de mosselsector in Nederland te redden. Ik verzoek u daarom om het VAO over de mosselzaadvisserij aan de agenda toe te voegen.

De voorzitter:

Wij zullen het VAO mosselzaadvisserij toevoegen aan de agenda van volgende week.

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Het dossier "Wat deed Nederland in 2003 in Irak?" is dankzij Argos weer een stukje uitgebreid. Helaas betreft het hier een anonieme bron. Ik wil van de regering een brief ontvangen, waarin zij ingaat op deze nieuwe uitlatingen van een hoge Nederlandse militair. Het gaat mij dan vooral om de vraag wat Nederland in Irak deed. Ik wil het Patriotgedeelte opgehelderd hebben, maar ook het deel ten bate van de oorlog in Irak. Om heel specifiek te zijn, zou ik graag van de regering willen weten wat Nederlanders deden bij Harir, ten noorden van Arbil, in Koerdisch gebied. Aangezien de premier dit dossier zo naar zich heeft toegetrokken, moet dit naar mijn mening een brief zijn van de premier en van de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie.

De heer Van Baalen (VVD):

Voorzitter. De heer Pechtold zoekt naar het bestaan van het monster van Loch Ness. De VVD-fractie is daar niet voor en steunt het verzoek om deze brief dus niet. Het is allemaal aan de orde geweest, dus het zijn oude koeien die uit de sloot worden gehaald.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Mijn fractie steunt het verzoek van de heer Pechtold.

De heer Van Bommel (SP):

Mijn fractie steunt het ook.

Mevrouw Van Gennip (CDA):

Voorzitter. Ik vind de uitspraak van de heer Van Baalen over het monster van Loch Ness wat vergaand, maar het lijkt mij overdreven om een brief te vragen.

De voorzitter:

Het is een goed gebruik dat wij verzoeken om informatie steunen. Ik stel dus voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Oude koeien gaan anders alleen maar stinken.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Haverkamp.

De heer Haverkamp (CDA):

Voorzitter. Tijdens de plenaire behandeling van de wijziging van de Wet luchtvaart (31232) hebben wij gevraagd om een brief te mogen ontvangen voor afgelopen woensdag 14.00 uur. Wij hebben deze echter pas vanochtend ontvangen. Ik verzoek daarom om de stemmingen uit te stellen, zodat wij de brief nader kunnen bestuderen.

De voorzitter:

Ik stel voor, tegemoet te komen aan het voorstel van de heer Haverkamp en de stemmingen over dit onderwerp uit te stellen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Dam.

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. Mede namens de heer Pechtold verzoek ik om uitstel van de behandeling van de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens (31145), omdat wij nog in afwachting zijn van de reactie van de minister van Justitie op een uitspraak van het Duitse constitutionele hof.

De voorzitter:

Ik neem aan dat de heer Pechtold dit verzoek steunt.

De heer Çörüz (CDA):

Voorzitter. De behandeling van dit wetsvoorstel staat gepland voor deze week. Ik wil daarom wel van de collega's Van Dam en Pechtold weten tot wanneer zij behandeling willen uitstellen. Als het wetsvoorstel te laat behandeld wordt, komen wij in de knel, met name met de Eerste Kamer. Het moet nog voor de zomer behandeld worden.

De voorzitter:

Inderdaad. Dat willen wij niet, want dat hebben wij enkele weken geleden ook aan de hand gehad en dat heb ik zeer betreurd.

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. Als de behandeling bijvoorbeeld wordt ingepland voor de eerste week na het meireces, heeft de Eerste Kamer volgens mij nog voldoende tijd om het wetsvoorstel voor de zomer te behandelen en kan de Tweede Kamer over een vrij fundamentele kwestie ook een zorgvuldig debat houden.

De voorzitter:

Ik stel voor, de behandeling van dit wetsvoorstel vóór 22 mei aanstaande in te plannen. Dan kan de Eerste Kamer het meteen daarna agenderen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Jansen.

De heer Jansen (SP):

Voorzitter. Ik wil de minister van VROM herinneren aan de schriftelijke vragen die ik op 28 februari jongstleden stelde over de geluidsproductie van hoge windturbines. Dat is inmiddels bijna vijf weken geleden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Gent voor twee verzoeken.

Al is het vandaag 1 april, het is geen grap: de Kamer heeft vandaag bijna een recordaantal items voor de regeling van werkzaamheden, namelijk 23.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Mijn eerste verzoek betreft een brief die ik graag wil ontvangen van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van de minister van Financiën over de toename van het aantal voedselbanken met 30%. Dit was een bericht van BNR Nieuwsradio van maandag 31 maart. Ik wil graag opheldering over de wenselijkheid van dit verschijnsel. Ook wil ik van de minister van Financiën vernemen welke concrete maatregelen hij heeft bedacht om dit tegen te gaan; hij heeft eerder expliciet gezegd dat hij niet tevreden is zolang er nog voedselbanken zijn. Ik doe dit verzoek mede namens de fracties van de VVD en de SP en ik ontvang de brief graag voor half april.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. U maakte zojuist een opmerking over het grote aantal items voor de regeling van werkzaamheden. Ik vind het wel belangrijk om te constateren dat wij hier vandaag zo veel vragen hebben, omdat veel schriftelijke vragen van ons niet beantwoord worden. Wij kunnen het hier dus tegen elkaar zeggen, maar het is nog belangrijker dat u het kabinet weer eens wat peper op zekere plaatsen inbrengt, opdat die vragen nu eens beantwoord worden!

De voorzitter:

Zeker.

Het woord is aan mevrouw Van Gent voor haar tweede verzoek.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik verzoek om uitstel van de stemmingen over de Wet bevordering eigenwoningbezit (31114) die vandaag op de stemmingslijst staan. Gisteren ontving ik een brief over woonboten die ook onder de regeling zouden kunnen vallen. Ik wil die brief graag nader bestuderen.

De voorzitter:

Wij komen tegemoet aan het verzoek van mevrouw Van Gent. De stemmingen worden uitgesteld.

Het woord is aan de heer Kamp.

De heer Kamp (VVD):

Voorzitter. Vorige week kwam het bericht dat enkele honderden personen van Chinese afkomst zich hebben gemeld. Zij willen graag een verblijfsvergunning hebben in het kader van een tweede generaal pardon dat zij zien aankomen. Afgelopen vrijdag was het bericht dat het 600 personen betrof, vanmorgen hoorde ik dat het om 700 personen gaat. Ik wil een spoeddebat voeren over deze urgente situatie met staatssecretaris Albayrak. Ik vraag haar om voorafgaand aan dat spoeddebat de antwoorden op de vragen die in dit verband zijn gesteld door de heer Fritsma en collega Van de Camp, aan de Kamer te doen toekomen.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. De PVV-fractie deelt de zorg over de toename van het aantal asielaanvragen en de problemen die deze toename oplevert voor de opvang. Ik heb vorige week vragen gesteld over dit onderwerp en wil de beantwoording daarvan afwachten.

De voorzitter:

U steunt het verzoek van de heer Kamp nu dus niet?

De heer Fritsma (PVV):

Nee. Ik wil eerst de beantwoording van de vragen afwachten.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Mijn fractie steunt het voorstel van de heer Kamp.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter. Hetzelfde geldt voor de SP-fractie.

De heer Van de Camp (CDA):

Voorzitter. Ik weet niet wat u gaat concluderen. Mijn enige punt is dat voor het debat de vragen van mij en de heer Koopmans beantwoord moeten zijn. Zijn naam mag niet vergeten worden.

De voorzitter:

Die vergeten wij nooit.

De heer Van de Camp (CDA):

Ik weet hoe dat bij u werkt, voorzitter.

De voorzitter:

Ik denk dan altijd weer aan Valentijnsdag.

Mijnheer Kamp, u hebt de reacties gehoord. Er zijn 30 leden die uw verzoek steunen. Het spoeddebat zal volgende week worden gehouden. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Zo ziet men dat de vragen op tijd beantwoord moeten worden. Het spoeddebat heeft een spreektijd van drie minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Irrgang.

De heer Irrgang (SP):

Voorzitter. Ik vraag de staatssecretaris van VWS en de staatssecretaris van Financiën om een snelle toezending van de nieuwe regeling voor chronisch zieken en gehandicapten ter vervanging van de regeling Tegemoetkoming buitengewone uitgaven.

De voorzitter:

Die regeling zou er voor 1 april zijn.

De heer Omtzigt (CDA):

De CDA-fractie steunt dit verzoek van harte. Gedurende het debat beloofde de minister van Financiën, als chef buitengewone uitgaven, om met een nieuwe regeling te komen. Wij zouden die nieuwe regeling graag nog deze week ontvangen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Ik wil een brief met de reactie van de verantwoordelijke staatssecretaris voor ouderenbeleid en van de minister voor Wonen, Wijken en Integratie op de constatering vandaag in het Algemeen Dagblad dat er bij het bouwen onvoldoende rekening gehouden wordt met de vergrijzing. Er wordt te weinig of amper levensbestendig gebouwd. Dat lijkt mij haaks te staan op het actieplan Beter (t)huis in de buurt en ook op de toezeggingen die in de Kamer gedaan zijn tijdens het debat naar aanleiding van het rapport van de tijdelijke ouderencommissie.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Aptroot.

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter. Ik wil uitstel van het VAO zelfstandig ondernemerschap, omdat wij gisteren pas antwoord kregen op een aantal vragen. Dat antwoord beslaat twaalf pagina's met veel bijlagen. Wij hebben tijd nodig om dat te bestuderen. Wellicht is een voortzetting van het algemeen overleg meer aangewezen, maar dat kan tijdens de procedurevergadering worden besproken.

De voorzitter:

Het VAO zelfstandig ondernemerschap zal worden afgevoerd van de agenda.

Het woord is aan de heer Teeven.

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie wil graag een spoeddebat met de staatssecretaris van Justitie over 2400 leegstaande cellen, het feit dat er binnenkort 190 cipiers worden ontslagen in Zuid-Nederland en tal van andere zaken die ons niet zijn gemeld in de algemene overleggen.

De heer De Roon (PVV):

Ik steun dit verzoek als wij het in het debat dan ook kunnen hebben over het leegstaan van de cellen en de vraag waarom die niet worden gevuld met Nederlandse criminelen.

De heer Teeven (VVD):

Daar heb ik geen bezwaar tegen.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Ik ontvang graag eerst een brief van het kabinet over dit onderwerp, alvorens te besluiten of een debat wenselijk is.

De heer Jager (CDA):

Ik sluit mij aan bij mevrouw Azough. Ik wil graag eerst die informatie ontvangen en ook een reactie van het kabinet daarop.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Ik had hetzelfde willen zeggen.

De voorzitter:

Wij kunnen allen tellen. De heer Teeven heeft voldoende steun voor een spoeddebat. Ik stel wel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, zodat wij de antwoorden op de vragen hebben voordat wij het debat plannen. Ik denk dat het moet lukken om het debat donderdagmiddag te houden, met drie minuten spreektijd.

De heer Teeven (VVD):

Prima.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Bouwmeester.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Voorzitter. Mijn vragen over de illegale commerciële drankketen waren niet tijdig beantwoord, maar gelukkig zijn de antwoorden tijdens het vragenuur binnengekomen.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Peters.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het AO beeldende kunst op de agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Wij voegen het VAO toe aan de agenda van volgende week.

Het woord is aan de heer Ten Hoopen.

De heer Ten Hoopen (CDA):

Voorzitter. De minister van Economische Zaken heeft gisteren het rapport Hoofdkantoren een hoofdzaak van The Boston Consulting Group in ontvangst genomen. De CDA-fractie verzoekt de minister van Economische Zaken om op korte termijn een brief te sturen, waarin zij reageert op de bevindingen van het rapport en ingaat op de consequenties voor het regeringsbeleid inzake het Nederlandse vestigingsklimaat.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Die brief mag er komen, maar gelet op de voorgaande debatten lijkt het mij logisch dat de brief ook namens de minister van Financiën wordt gestuurd.

De voorzitter:

Volgens mij had de heer Ten Hoopen dat ook gezegd. Nee, toch niet, maar dat wil hij wel zeggen?

De heer Ten Hoopen (CDA):

Nee, dat hoef ik niet te zeggen, want het rapport is aangeboden aan de minister van Economische Zaken en die spreekt namens het kabinet.

De heer Van der Ham (D66):

Ik wil hieraan toevoegen dat in de berichtgeving ook de gemeente Amsterdam uitspraken heeft gedaan, omdat in het rapport is aangegeven dat er ook in Amsterdam een aantal dingen zouden moeten gebeuren. Kan in de brief ook aandacht worden besteed aan het overleg tussen het kabinet en de gemeente Amsterdam?

De heer Aptroot (VVD):

De VVD-fractie steunt dit verzoek.

De voorzitter:

Wij zullen het verzoek honoreren en doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van der Burg.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Voorzitter. Graag verzoek ik u om het verslag van het algemeen overleg over het instemmingsbesluit Actal op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Wij zullen het VAO toevoegen aan de agenda van volgende week.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van der Vlies.

De heer Van der Vlies (SGP):

Mevrouw de voorzitter. Ik wil u verzoeken om aan de minister van Economische Zaken een brief te vragen over het niet uitvoeren van mijn motie (31239, nr. 25) die hier op 18 maart jongstleden is aangenomen. Die motie betreft de stimuleringsregeling duurzame energieproductie. Die regeling gaat vandaag in. Ik had verwacht dat de motie daarin verwerkt zou zijn, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Ik ben hier ontstemd over en het is ook frustrerend voor de sector. Ik vraag u, de minister te verzoeken om de Kamer voor aanstaande donderdag een brief te sturen waarin zij argumenten geeft voor het niet verwerken van de inhoud van de motie of aangeeft hoe het nu verder zal gaan met de motie. Daarna zal ik, uiteraard in samenspraak met andere woordvoerders, beslissen of er een spoed-AO of een spoeddebat zal moeten worden gehouden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Boelhouwer.

De heer Boelhouwer (PvdA):

Voorzitter. Mede namens de fracties van de ChristenUnie en het CDA verzoek ik u, de behandeling van de Drinkwaterwet (30895), die voor volgende week op de agenda staat, uit te stellen tot na het meireces, omdat wij de notitie waarin iets staat over de winsten van de waterleidingbedrijven, graag omgezet zouden zien in een nota van wijziging bij het wetsvoorstel, opdat wij er definitief over kunnen praten.

De voorzitter:

Dan zullen wij die behandeling wel meteen na het meireces moeten plannen, omdat het wetsvoorstel ook nog door de Eerste Kamer behandeld moet worden.

De heer Boelhouwer (PvdA):

Akkoord, voorzitter.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. De heer Boelhouwer doet nu eigenlijk alleen een verzoek om uitstel van de behandeling van dit wetsvoorstel, maar kennelijk is het een impliciet verzoek aan de regering om een nota van wijziging in te dienen. Zou het niet goed zijn om dit verzoek expliciet te maken door de regering te vragen, in een brief aan de Kamer aan te geven of zij bereid is om zo'n nota van wijziging te maken?

De heer Boelhouwer (PvdA):

Precies!

De voorzitter:

Dan stel ik voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Ik dank de heer Van der Staaij voor zijn suggestie.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven