Vragen van het lid Gerkens aan de minister van Verkeer en Waterstaat en de minister van Justitie over de berichtgeving dat zwartrijders in het openbaar vervoer hun boete ontlopen.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Gisteren stond er in het Algemeen Dagblad dat zwartrijders in de trein hun boetes ontlopen. Er werd zelfs gesproken van de calculerende reiziger. Het is goed dat de NS klantvriendelijk is. Het niet beboeten van zwartrijders valt daar echter niet onder, want 60% van de agressie op de trein wordt veroorzaakt door het reizen zonder kaartje. Het zou klantvriendelijk zijn om niet meer geld te rekenen voor een kaartje aan het loket. Het zou ook klantvriendelijk zijn om de conducteur regelmatig te zien in de trein. De kans om een conducteur te treffen is echter maar 50% en een kaartje kost aan het loket 50 eurocent extra. Dat zijn grote ergernissen voor de treinreiziger.

De NS kondigde opvallend snel maatregelen aan. Beter laat dan nooit. Waarom moeten wij enkele maanden wachten op de invoering van deze plannen? Als de NS gaan controleren, is er dan voldoende steun van de politie? Kan de minister garanderen dat de conducteur ruggensteun heeft bij de aanpak van zwartrijders? De reiziger heeft 50% kans dat hij gecontroleerd wordt. Dat is niet ambitieus. Gaat de minister deze kans verhogen? Welk percentage wordt vastgelegd in de afspraken met de NS?

Ik stel aan de minister van Justitie de vraag of het klopt dat pas na vijf niet-betaalde boetes actie wordt ondernomen. Dat begrijp ik echt niet. Mag ik de verzekering dat justitie prioriteit gaat geven aan het binnenhalen van de boetes en daarmee aan het verbeteren van de veiligheid in de trein?

Minister Peijs:

Voorzitter. Over het belangrijke onderwerp zwartrijden hebben wij bij de behandeling van de begroting van Verkeer en Waterstaat uitgebreid gesproken naar aanleiding van een motie van de fracties van het CDA en de PvdA. Ik ben dus enigszins verbaasd dat deze vraag vandaag wordt gesteld aan mij. Wij hebben tijdens het begrotingsdebat al met elkaar afgesproken hoe het precies gaat gebeuren. Er is al gezegd dat de NS maatregelen gaan nemen op dit terrein. Er staat vandaag in de krant dat de NS de maatregelen die voortvloeiden uit het begrotingsdebat al in de steigers hebben staan en dat zij die ook kunnen beschrijven.

De maatregelen kunnen niet van de ene op de andere dag worden ingevoerd. Dat komt doordat de NS de conducteurs, waar mevrouw Gerkens zich altijd zo over ontfermd, willen beschermen in de trein. Heel veel van de agressie in de trein wordt immers opgeroepen bij het controleren van de plaatskaarten. Het personeel moet worden voorbereid op het strenger optreden tegen zwartrijders. Dit vereist immers enige sociale vaardigheden. Ik denk dat wij druk bezig zijn met de verbeteringen waar mevrouw Gerkens om vroeg.

Minister Donner:

Voorzitter. Over het onderwerp waar de vraag over ging, heb ik in oktober nog vragen van de Kamer beantwoord. Uit die antwoorden blijkt dat er wordt vervolgd. In 2003 volgde er in 4803 van de zaken strafoplegging bij de vervolging. Daarvan betreft ongeveer 85% een onvoorwaardelijke geldboete. Sinds 1997 zijn er afspraken tussen de NS en het openbaar ministerie, juist vanuit een oogpunt van prioriteiten. Er is afgesproken dat de zaken, juist omdat het om veelplegers gaat, per vijf processen verbaal worden aangeleverd zodat er ook door de stapeling een redelijke straf kan worden opgelegd. Die afspraken zijn ook aan de Kamer gemeld. Ik heb daar gisteren nog overleg over gehad met de heer Veenman van de NS.

Na de zomer zijn er afspraken gemaakt om bij het parket-generaal de behandeling, althans het volgen in de verschillende arrondissementen, centraal en uniform te kunnen regelen. De heer Spee, u wel bekend in verband met de verkeersboetes, zal verzekeren dat het beleid op dit punt landelijk uniform wordt gevolgd in de verschillende arrondissementen. Bij de bespreking gisteren bestond niet de indruk dat de berichten over verschillende behandeling in arrondissementen van recente datum waren. Er is dus alles aan gedaan, zelfs voordat de Kamer erom vroeg.

Mevrouw Gerkens (SP):

Ik ben blij, van de minister van Justitie te horen dat het anders in elkaar zit dan het Algemeen Dagblad bericht en dat hij er inderdaad prioriteit aan verleent. Ik vind de beantwoording van de minister van Verkeer en Waterstaat volstrekt onvoldoende. Op een aantal van mijn vragen heeft zij geen antwoord gegeven. Het klopt dat de Kamer hierover heeft gesproken tijdens de begrotingsbehandeling. De Kamer heeft toen ook duidelijk gemaakt dat zij er een groot belang aan hecht. Nu lees ik in de krant dat de Nederlandse Spoorwegen wellicht pas medio volgend jaar met de boel aan de slag gaat. Dat vind ik echt veel te laat. Bovendien heb ik aan de minister gevraagd hoe ambitieus zij met de trefkans van de conducteur omgaat. Hoeveel kans heb ik straks dat ik een conducteur tegenkom in de trein? Welke afspraken gaat de minister hierover maken met de Nederlandse Spoorwegen? Kan de conducteur ruggesteun verwachten van de politie? De minister heeft in 2002 200 extra politieagenten beloofd; er zijn er nu 51. Ik zie de minister niet harder lopen om er meer te krijgen. Op deze vragen wil ik echt antwoord.

Minister Peijs:

Wij gaan vanmiddag in deze Kamer praten over de concessies voor de spoorwegen. Daar loop ik dus niet op vooruit. Wij hebben naar aanleiding van de zojuist genoemde motie van de fracties van de PvdA en het CDA heel expliciet, duidelijk en uitgebreid gesteld dat de Nederlandse Spoorwegen de zwartrijders moeten aanpakken. Ik heb daar niets aan toe te voegen. Wij gaan met de Nederlandse Spoorwegen praten. Je kunt aan alles zien dat de Nederlandse Spoorwegen hier druk mee bezig zijn. Wij kunnen niet anders dan personeel trainen zodat het voorbereid is op de agressie die het kan ontmoeten. Ik kan mij niet voorstellen dat mevrouw Gerkens het anders wil hebben.

Mevrouw Gerkens (SP):

Het personeel wordt altijd al getraind ter voorbereiding op agressie in de trein. Het is goed dat het nu extra wordt getraind. De Nederlandse Spoorwegen gaan deze plannen alleen nog voorleggen aan de consumentenorganisaties. Daarom verzoek ik de minister om aan de Nederlandse Spoorwegen te vragen of zij hier haast mee willen maken. Ik vraag haar nogmaals wat in haar ogen een redelijke kans is dat ik straks een conducteur tegenkom in de trein. Dat vraag ik niet vanmiddag, maar nu.

Minister Peijs:

Wij bespreken dit vanmiddag in de Kamer. Dat is volgens mij het aangewezen moment.

De voorzitter:

Vanmiddag is het verslag van het algemeen overleg aan de orde volgens het regime dat wij nu hebben. Dan kan dus kort een motie worden ingediend waarop vervolgens kort kan worden gereageerd. Het is geen debat, maar een procedure van tien minuten.

Minister Peijs:

In dat verslag zit de trefkans op conducteuren dankzij de brief die wij vanmorgen hebben geschreven.

De voorzitter:

Het is aan u om uit te maken hoe u op de motie reageert, maar u moet niet denken dat er vanmiddag tijd is om een heel debat te voeren.

Minister Peijs:

Ik hoop niet eens dat daar tijd voor is. Ik wil alleen zeggen dat in de brief die sinds 11.00 uur vanochtend in de Kamer ligt, iets staat over de trefkans.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik verbaas mij over de verbazing van mevrouw Gerkens. Wij hebben tijdens de begrotingsbehandeling uitgebreid over dit onderdeel gediscussieerd. Wij hebben toen ook toezeggingen van de minister gekregen over de trefkans op een conducteur en de opname daarvan in de concessie. Toch stelt mevrouw Gerkens deze vragen. Dat verbaast mij. Vanmiddag komt de motie van mij en mevrouw Dijksma over dit onderwerp, dus de aanpak van zwartrijders, in stemming. Wil mevrouw Gerkens die motie steunen?

Mevrouw Gerkens (SP):

Natuurlijk steunen wij die motie. Dat heb ik tijdens de begrotingsbehandeling al gezegd. Ik ben het er ook met de heer Van Hijum over eens dat wij het hier al over gehad hebben tijdens de begrotingsbehandeling. Er zijn echter elementen die tijdens de begrotingsbehandeling niet aan de orde zijn geweest. Daarover heb ik net vragen aan de minister gesteld. Zij wil daar geen antwoord op geven.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Dat iets al eens in de Kamer is besproken, lijkt mij geen enkele reden om er niet op door te vragen als ontevreden Kamerlid of fractie. Vandaar dat deze vragen zijn gesteld. Het verbaast mij dat de minister er gewoon geen antwoord op geeft. Dit is een vragenuur. Zij hoort gewoon antwoord te geven op de vraag. Eén van de vragen is of er genoeg spoorpolitie komt als back up voor de conducteurs. Verder is gevraagd of een pakkans van 50% niet onder de maat is. Dit zijn twee zeer concrete vragen. Ik wil dan ook dat de minister er gewoon antwoord op geeft.

Heb ik overigens goed begrepen van de minister van Justitie dat de regel nu is dat justitie aan de slag gaat na vijf keer zwartrijden? Als dat zo is, vraag ik mij af of die regel niet moet worden aangescherpt. Moet er niet eerder worden ingegrepen, zodat er een sterkere preventieve werking vanuit gaat op zwartrijders?

Minister Donner:

U hebt mij verkeerd begrepen. Er wordt gewoon gecontroleerd. In 2003 is van ongeveer 1,6 miljoen reizigers vastgesteld dat zij zonder kaartje reisden. Door 1 miljoen van die reizigers wordt de civielrechtelijke boete gewoon betaald. Dan heb ik nog 600.000 reizigers over. Het is dus niet juist dat dit pas na vijf maal gebeurt. De Nederlandse Spoorwegen sturen de processen-verbaal per vijf op naam in, vanuit het oogpunt om daaraan dan prioriteit te kunnen geven. Het OM kan namelijk niet voor iedere overtreding in actie komen. Daarbij komt dat er regelmatig processen-verbaal bij zijn die niet deugen. Daarop berust de afspraak en met de Nederlandse Spoorwegen is geconstateerd dat dit bevredigend werkt. Bovendien kan het OM daaraan op die basis de aandacht geven die dat nodig heeft. Zwartrijden is echter niet het enige probleem waarmee het OM in Nederland zit. Dit moet derhalve met enkele andere bestaande problemen worden ingepast.

Minister Peijs:

Mijnheer de voorzitter. Ik ga kort in op de afspraken die zijn gemaakt. Wij hebben de spoorwegpolitie uitgebreid met drie teams. Bij deze kwestie zijn 51 politiemensen betrokken. Die zijn dus operationeel en zij ondersteunen de conducteurs. Naar aanleiding van de voortgangsrapportage is gevraagd naar die andere 149 medewerkers. Die uitbreiding is echter nooit toegezegd en daarvoor is ook nooit het geld gefourneerd. Wel is afgesproken dat er 51 politiemensen bij zouden komen en die zijn er nu.

Over de samenwerking en de rolverdeling tussen NS, ProRail, het KLPD en het OM merk ik op dat die zijn vastgelegd in het Nationaal Veiligheidsarrangement. Dat arrangement is op 22 juni 2004 ondertekend door de president-directeur van NS, de procureur-generaal van het OM, de voorzitter van de raad van bestuur, de minister van Justitie, de minister van BZK en de minister van Verkeer en Waterstaat. Het KLPD wordt aangestuurd door het OM, waardoor ook die organisatie is gebonden aan dit arrangement.

Eind 2005 is de nieuwe aanpak van NS gerealiseerd.

Mevrouw Kant (SP):

Ik kan ook zelf de stukken lezen. Dat was mijn vraag dan ook niet. Mijn vraag was en is of de minister de garantie kan geven dat conducteurs die zwartrijders pakken back-up krijgen van de spoorwegpolitie. Ik verneem graag van de minister of dat op orde is als dit regime ingaat. Ik vind die getallen interessant, maar ik ben erin geïnteresseerd of conducteurs er niet alleen voor staan. Kan de minister die garantie geven?

Is een pakkans van 50% niet wat weinig ambitieus? Moet dat percentage niet worden verhoogd?

Minister Peijs:

Ik vermoed niet dat er een regering in de wereld is die ervoor kan zorgen dat achter iedere conducteur een politieagent staat. Dat kan dit kabinet dus evenmin.

Mevrouw Kant (SP):

Het is blijkbaar lastig alle door mij gestelde vragen meteen te onthouden. Ik zal mijn tweede vraag daarom voor de derde maal stellen.

Is een pakkans van 50% niet wat weinig ambitieus?

Minister Peijs:

De trefkans van de conducteur is uitvoerig in het parlement besproken en die komt nu in de concessie. De discussie daarover is nu beëindigd. Vanmiddag zullen wij daarover stemmen. Als mevrouw Kant niet tevreden is met de uitkomst, dient zij tegen te stemmen.

Naar boven